ballet nik
iNederlands ballet rijk en waardevol
Wiener Blut voor pessimisten
Het zingend sterven
TE KUNST EN TE KEUR
IDAG 6 SEPTEMBER 1977
JACKHIGGINS
AuWJ «en O» pv u
HOOfOSTAD OPERETTE
MufWk: JOH ANN STRAUSS
Om «mi. OU» a*Om
Rtgl* ALEXANDER PICHLER
CNx*og'<l» GfftMARO SCNTT t|.
J»h« Klep»
TROUW/KWARTET PAGINA 21
leiding in de moderne tech
nieken.
Een eigen plaats hierin heeft
het echte jazz-ballet: een
eigen techniek, veel spanning,
enorme vaart. Maar tot nu toe
met nog maar weinig moge
lijkheden door de grote mate
van beperktheid in danstaal.
Hans van Manen heeft een
paar jazz-balletten gemaakt
en toen was hij in deze taal
uitgepraat. Benjamin Feliks-
dal heeft een speciale school
in de jazz-danstechniek opge
zet. Misschien lukt het hem
uit deze beperkingen los te
breken. Daarop sluit min of
meer aan het werk van Helen
Leclerq, die langzamerhand
terecht komt in de sfeer van
show en amusement. Zij gaat
uit van de stelling, dat de dan
ser zijn eigen lichaam ge
bruikt als het instrument om
zijn kunst te brengen, net zo
als de pianist de piano of de
violist de viool gebruikt. Wel
nu, dan moet de danser dat
instrument ook ongeremd aan
het publiek kunnen tonen en
zij zet haar mensen dus naakt,
in ieder geval met ontkleed
bovenlichaam op het toneel.
Daarmee botst zij tegen we
zenlijke zaken in de dans
kunst. Die is in wezen anti-
erotisch. Inderdaad is het
menselijke lichaam voor de
danser het instrument om zijn
kunst te brengen, maar dat
houdt in dat ieder deel van dat
lichaam, iedere spier, volledig
moet kunnen worden beheerst
om er mee te doen wat de
danseV er van wil. Er zijn li
chaamsdelen waarbij dit on
mogelijk is en de danser toont
die dus liever niet aan een
publiek, tenzij in de sfeer van
show-amusement als zij als
„blikvangers" meespelen. Bo
vendien kan een danser zijn
kunst-instrument nooit zien
als een erotisch speelwerk-
tuig. Is erotiek in een dans
stuk noodzakelijk, dan is die
tot het uiterste gestyleerd. Bij
wijze van experiment heeft
het Nederlands Dans-Theater
ook eens, jaren geleden, enke
le dansers naakt op het toneel
gezet. Natuurlijk werd dit sen
satie, maar het mislukte volle
dig en dit danswerk is al lang
van het repertoire afgevoerd.
Prachtige stylering overigens
vinden we bij Pauline de
Groot, waar die zelfs leidt tot
heel koel figuurwerk.
Totaal-theater
Een interessante ontwikke
ling is ook die van de dans
kunst naar component in een
totaal-theater, gelegeerd met
allele! andere kunstvormen.
In dit opzicht levert het Rot
terdamse Penta-theater mooi
werk. Opvallend is het, dat dit
gezelschap oorspronkelijk ge
heel voortkwam uit de dans en
dat men geleidelijk aan ging
uitbouwen.
Het internationale karakter
van de danskunst en de plaats
van onze eigen balletgezel
schappen in die kunst blijken
terdege uit de choreografen
die uit dat buitenland bij ons
en met onze Nederlandse en
sembles komen werken. Daar
uit ontstaan waardevolle
dingen.
P^ter Wright van The Sadler's
Wells Royal Ballet uit Londen
maakte een herziene „Giselle"
en kwam dit werk met Het
Nationale Ballet instuderen.
Het staat ook dit seizoen weer
op het repertoire. Bij het Ne
derlands Dans Theater zullen
in de komende maanden on
der meer „Ariadne" van huis-
choreograaf Jiri Kilian, en
„Lieder ohne Worte" van Hans
•van Manen weer te zien zijn.
Verder worden er nieuwe wer
ken uitgevoerd van Cliff Keu
ter, Lar Lubowitch en Kei
Takei
Amerikaan
Belangrijk voor de danskunst
in ons land was de overkomst
van Lucas Hoving als direc
teur van de dansacademie van
het Rotterdamse Conservato
rium, daarmee de moderne
Amerikaanse danstechnlek in
haar volle omvang naar Ne
derland brengend. In de Ver
enigde Staten is Lucas Hoving
bekend als danser, choreo
graaf en leider van een eigen
dansgroep. Volgend jaar moet
hij zijn functie neerleggen, hij
is dan 65 jaar oud. Maar hij
laat een dansopleiding achter,
die tot ver buiten onze gren
zen een goede naam heeft.
Wij zien de toekomst, en zelfs
ook de naaste toekomst, van
de danskunst in Nederland
niet zo somber als velen, die
klagen over gebrek aan Jonge
ren om openvallende plaatsen
in te nemen. Nederland heeft
na de oorlog een goede ballet-
traditie opgebouwd, een kli
maat, waarin de dans kan
steunen op een leger Jonge be
langstellenden, die het fijn
vinden om er naar te kijken, er
in te liefhebberen en er hun
interesse en meeleven aan te
geven. Dat leger groeit en dat
is veel bepalender voor de
sfeer, waarin een kunstvorm
gedijt dan de opkweek van
uitvoerende kunstenaars. Die
komen vanzelf wel in zo'n
klimaat.
De ballettomaan maakte dat
allemaal mogelijk. Zo'n beetje
eigenaar of op z'n minst „aan
deelhouder" van de hele
„stal". Hij kende alle theorie
uit z'n hoofd, kende alle pas
sen en houdingen, wist precies
wat dansers op een toneel alle
maal moesten doen en laten
en droeg waarempel zelf zo nu
en dan waardevolle ideeeijn
aan. Kon zich veroorloven
stokpaardjes te berijden, had
favorieten, kortom beheerste
de expressie van het schouw
burgpubliek voor wie al dat
moois uiteindelijk was be
stemd. Choreografen, compo
nisten, schilders, balletmees-
ters en dansers werken nog
altijd, zij het op een andere
manier dan vroeger.
De ballettomaan is uitgestor
ven. voorgoed. Danskunst en
ballet zijn er voor en van iede
reen. Door overheidsbemoeie
nissen, subsidiebeleid, sociale
voorzieningen is de zaak volle
dig opengebroken. Er is wel
eens gezegd, dat, om van een
dansvoorstelling te genieten,
men er verstand van moet
hebben. Dat het daarom niet
mogelijk zou zijn er een breder
publiek dan enige „deskundi
ge" liefhebbers voor te interes
seren. Dat is baarlijke non
sens. Dans is een van de alle
roudste cultuuruitingen van
de mensheid. Zij komt ner
gens anders uit voort dan uit
bewegen omdat je er plezier in
hebt. En als dat bewegen nu
zó gebeurt dat het een boeiend
genoegen is om er naar te kij
ken, nu, dan heb je danskunst.
Zo simpel is dat.
Ontwikkeling
Natuurlijk, er komt, ook voor
de toeschouwer, een ontwik
kelingsproces aan te pas. Er is
verschil tussen het trappen
van een balletje tegen een
muur en een voetbalwedstrijd
in de eredivisie. Iemand, die
jarenlang op eenvoudige en
stevige kost heeft geleefd, kan
niet direct genieten van een
verfijnd diner. Er zijn twee
dingen, die de „eetlust" voor
de danskunst aanwakkeren:
veel zien en, zo mogelijk, zelf
iets doen. Veel zien is mogelijk
in allerlei theaters en theatert
jes in ons land. De mogelijk
heid tot zelf iets te doen heeft
bijvoorbeeld Rotterdam heel
goed begrepen. Daar bestaat
de Rotterdamse Dansschool,
die één geheel vormt met de
Rotterdamse Muziekschool en
die een gemeentelijke instel
ling is. In alle Rotterdamse
stadswijken, tot in de verre
uithoeken van de stad heeft
die Rotterdamse Dansschool
Scapino Ballet: „Koffie voor vijf" van de jonge Rotterdamse choreograaf Hans Vuerlings.
filialen met in totaal een paar
duizend leerlingen, die waar
schijnlijk geen van allen op
een schouwburgpodium zul
len schitteren, maar die van
binnen uit iets leren belevdh
van wat danskunst inhoudt en
die later ballet- en dansvoor
stellingen met andere ogen
zullen bezien dan anderen.
Verder brengen Scapino in
Amsterdam en het Werkcen
trum Dans in Rotterdam de
danskurist de scholen in. Na
tuurlijk, dans als kunst is heel
moeilijk, zoals iedere vorm
van kunst. Een pianist is zijn
loopbaan begonnen als kleine
jongen, eerst in bezetenheid
voor de piano, dan zwoegend
door toonladders en vingeroe
feningen, vechtend tegen zich
zelf onder bekwame leermees
ters. Goedé pianisten zijn er
weinig.
Tien jaar
Er zijn in de wereld van de
danskunst twee heel bekende
uitdrukkingen. De eerste is,
dat er op de hele wereld mis
schien twintig werkelijk goede
dansers bestaan. De tweede is,
dat het tien jaar kost, om je
zelf zover klaar te maken dat
je aan een dansloopbaan kunt
beginnen: eerst vijf jaar om
passen en houdingen te leren,
daarna vijf jaar om ze te leren
toepassen. Wat op het toneel
zo gracieus ep zonder enige
moeite lijkt te worden vol
bracht vergt de soepelheid
van een acrobaat en de li
chaamskracht en het uithou
dingsvermogen van een top
sporter of een sjouwerman.
Bij dat alles het artistieke ver
mogen van de kunstenaar.
In dit licht bezien verliezen
veel van de klachten van ou
deren uit de danswereld, dat
er niemand is om openvallen
de plaatsen in te nemen, hun
overtuigingskracht. Als alle
Nederlandse conservatoria en
dansacademies per jaar teza
men. drie of vier dansers afle
veren met waardevolle belof
ten voor de toekomst dan is
dat heel wat. Dat onze eigen
gezelschappen vol zitten met
dansers uit het buitenland
zegt weinig. Er werken Neder
landse dansers in buitenland
se gezelschappen. Iedere
kunst is nu eenmaal interna
tionaal en een nationaal gezel
schap dat uitsluitend bestaat
uit inwoners van het eigen
land blijft per definitie een
bloedarm geheel.
Het opbouwen van een goed
repertoire wordt in ons land
geremd door het subsidiebe
leid, dat in wezen een premiè-
re-dwang inhoudt: er moet tel
kens wat nieuws worden ge
maakt, voor dat nieuwe wor
den opdrachten verleend of
werksubsidies gegeven. Mis
schien klinkt het merkwaar
dig, maar in feite gaat deze
première-dwang ten koste van
de kwaliteit.
Onze eigen choreografen moe
ten in staat zijn, een wezenlijk
goed werkstuk te maken, dat
repertoire houdt. Jiri Kylian,
Hans van Manen, Rudi van
Dantzig, zij kunnen zo'n taak
aan. Misschien levert Jiri Kyli
an de beste beloften voor de
toekomst: hij beschikt over
een enorme fantasie en een
uitgebreid dans-vocabula-
riura, meer dan de anderen,
waarbij misschien Rudi van
Dantzig thans wordt geremd
door zijn werk als artistiek di
recteur van Het Nationale
Ballet.
Jazz-ballet
Interessant is, dat in de loop
van tientallen jaren de moder
ne danstechnieken zich heb
ben ontwikkeld tot een school,
met regels en voorschriften,
zelf alweer klassiek geworden,
precies zoals het academische
ballet. Zelfs is zo langzamer
hand te merken, dat er een
legering groeit tussen die twee
technieken. Dat lijkt onmoge
lijk maar het komt ons voor
dat zo'n groei niet is tegen te
houden. De situatie is nu zo,
dat een danser die werkelijk
iets wil betekenen, zich beide
eigen moet hebben gemaakt:
een academische basis-oplei
ding, daarbij een volledige <?p-
or Hans W. Ledeboer
Jen van de vele levendige scènes uit „Der Rosenkavalier" van Richard Strauss, waarmee de Nederlandse Operastichting het seizoen
door Ralph Degens
50,t zingend sterven waarmee
iOO,— e opera-componisten hun
00,— den en heldinnen op het
leel afscheid van het leven
00,ïn nemen, bezorgt de echte
50,— ira-liefhebber rillingen van
.iekgenot. Maar voor tallo-
overigens wel muziekmin-
ide, lieden, is een dergelijk
'atuurlijk gedrag juist een
om nooit (meer) een
(t in een operatheater te
00
20
:h zouden ze zo'n stap eens
rten wagen, in bijvoor-
lid de richting van de Am-
80~ fdamse Stadsschouwburg,
P dat dan ook nog geen echt
rratheater. Maar onze Ne-
landse Operastichting
:t het er voorlopig nog
ir mee doen en ze begint
ir seizoen daar met herop-
ingen van „Der Rosenka-
van Richard Strauss,
-——fie Rosenkavalier gaat nie-
Jnd dood, zodat er. afgezien
van andere bezwaren, ook
voor opera-Onthouders op dit
punt geen reden is er van weg
te blijven. Integendeel. Deze
dolle, soms al te dolle, muzika
le komedie kan zelfs een reme
die zijn tegen opera-afkeer.
Het enorme succes van de op
voeringen van De Rosenkava
lier onder Edo de Waart tij
dens het Holland Festival
1976 (met de daarop gevolgde
plaatopnamen door Philips)
motiveert deze herhaling als
opmaat voor een programma
dat behalve enkele best-sel
lers (Tosca, Hoffmans Erzah-
lungen, Entführung, Falstaff,
Un ballo in maschera met
Christina Deutekom) ook wat
minder bekende werken om
vat. Met voorop de wereldpre
mière van de nieuwe opera
van Peter Schat „Houdini" (29
september), waarin de be
faamde boeienkoning als sym
bool voor de bevrijding van de
geknechte mensheid fungeert.
Verder zijn er om. Alban
Berg's Lulu, Katerina Ismailo-
va van Sjostakowitsj, Livette
e Tracollo van Pergolesi als
onderdelen van de totaal 17
produkties die de Nederlandse
Operastichting in het seizoen
1977-'78 brengt, En waarmee
wordt gespeeld in Amster
dam, Scheveningen en Rotter
dam, met de meeste premières
in het Scheveningse Circus
theater, omdat men daar nog
de beste repetitiegelegenheid
heeft. Rotterdam heeft een re
delijk goed bespeelbare
Schouwburg maar de publie
ke belangstelling gaat daar
tot nu toe weinig verder dan
de stukken uit het ijzeren re
pertoire en in Amsterdam is er
nog steeds de misère van het
gedeelde gebruik van de
Stadsschouwburg,-en het uit
zichtloos wachten op het nieu
we muziektheater.
Als je dan ziet dat het Opera
gezelschap Forum buiten zijn
standplaats Enschede in on
geveer dertig verschillende
steden van Emmeloord tot
Winterswijk, en van Stadska
naal tot Bergen op Zoom op
treedt, zou je denken dat daar
geen zaalproblemen bestaan.
Maar Forum brengt niet zulke
massale produkties uit, die
enorme eisen aan de accom
modatie stellen. En bovendien
weten ze daar met opera's als
„Aïda" die toch waarachtig op
het gebied van enscenering
geen kinderspel verdragen, zo
met de middelen te woekeren,
dat er toch bijzonder aantrek
kelijke voorstellingen te voor
schijn komen. Behalve Aïda
staan onder meer op het pro
gramma Faust van Gounod,
Maria Golovin van Menotti,
Viva la Mamma van Donizetti,
en de operette Der Zirkusprin-
zessin van Kalman.
Een vrij ruime keus dus bij de
Nederlandse Operastichting
en Forum die, mochten zij het
ooit niet meer kunnen bolwer
ken, niet anders dan zingend
ten onder zullen kunnen gaan.
Een avondje operette kan den dat de Hoofdstad Operet- enige gespecialiseerde be
soms wonderen doen voor lie- te Wiener Blut voor het laatst roepsgezelschap op dit gebied
den die wat zwaar tillen aan gespeeld heeft. Misschien in ons land, geeft maar één
de beslommeringen van alle daarom hebben ze het stuk produktie per Jaar want „wij
dag. Toen de film en de bio- een extra „Weense" aanpak kunnen ons niet permitteren
scoop nog uitgevonden moes- gegeven. Regisseur Alexander een operette uit te brengen die
ten worden was de operette al Pichler, geboren en getogen niet in de msaak van het pu-
een probaat middel voor het Weener, heeft er een stadge- bliek valt," aldus Netty
verzetten van de zinnen. noot, de danser-choreograaf Hamel.
Gerhard Senft voor naar Ne-
De ontwikkeling van de ope- derland laten komen. Senft is Met de keuze uit het uitgebrei-
rette als luchtige tegenhanger eerste choreograaf aan de de Weense repertoire zit ze in
van de meer serieuze, dramati- Weense Volksopera en weet dit opzicht altijd goed. Wiener
sche opera heeft zich vanaf dus hoe hij zo'n operette, Blut maakt daarop geen uit-
het begin van de 18e eeuw waarin de dansmelodieën een zondering. Het is met Joh.
vrijwel gelijktijdig in Parijs, grote rol spelen, tot een leven- Strauss Jr. als donor van de
Londen en Wenen afgespeeld, dig schouwspel moet maken, meeslepende melodieën (die
overigens door een zekere A.
De befaamde Weense operet- Voor deze gelegenheid heeft Müller werd gebruikt om deze
te, waarvan de kleine meester ook dirigent John Kapper een operette samen te stellen) een
werken nog steeds repertoire extra groot orkest tot zijn be- heilzame muzikale bloed-
houden, ontstond pas in de schikking, aldus Netty Hamel transfusie voor degenen die
tweede helft van de 19de eeuw de directrice van Hoofdstad zich eraan willen onderwer-
met geestelijke vaders als Carl Operette, die er trots op is te pen. En dat blijken er altijd
Millöcker, Frans von Suppé en kunnen zeggen dat, terwijl de weer duizenden te zijn.
Johann Strauss jr. repetities van Wiener Blut nog
moesten beginnen, er voor het Wiener Blut loopt momenteel
Van deze laatste heeft nu de komende seizoen al meer dan tot en met 16 september in de
Stichting Hoofdstad Operette honderd voorstellingen waren Amsterdamse Stadsschouw-
dit seizoen het bekende „Wie- uitverkocht door Kunstkrin- burg. Daarna gaat men er een
ner Blut" op het repertoire, gen en theaters. jaar mee op toernee door Ne-
Het is meer dan,tien jaar gele- De Hoofdstad'Operette, het derland.
iTERDAM - De tijd dat
ikunst en ballet zoals
:1 andere kunstvormen
:hts werden bepaald door
zeer geringe van ruime
middelen voorziene
iderheid van het mensdom
een aantal ploeterende lie-
n. die door deze minderheid
i hun gezwoeg in staat wer-
gesteld ligt gelukkig ver
iter ons. Nog geen honderd
|r geleden beperkte de we
ll van de danskunst zich tot
librettoschrijver, de chore-
faaf, de componist, de schil-
f, de balletmeester, de dan-
1 en als voornaamste, als
mr die dit alles mogelijk
iakte de ballettomaan.
librettoschrijver leverde
verhaal, meestal weinig
er dan «en stramien, waar
een choreograaf zijn ballet
ji „bordurenDe choreo-
jaf maate het ballet. Hij zet-
|de dansers op het toneel,
Ize een lijnenspel uitvoeren
hij in zijn hoofd had,
long ze tot passen en hou-
Igen, welke dit lijnenspel
italte gaven en plukte
hs hardhandig aan ar-
jn en benen van dansers, die
}t precies deden wat hij
nste. De componist leverde
[muziek en dat gebeurde
[gebeurt nog heel vaak in
uwe samenwerking met de
brèograaf. De schilder zorg-
[voor de decors en ook dèt
geurde, net als nu, in nauwe
tnenwerking met de choreo-
llaf
Jack Hlggln»
Stormwaarschuwing
In augustus 1944 vertrekt het zeil
schip 'Deutschland' van Brazilië
naar een zieltogend vaderland.
Een wanhoopsexpeditie. Na een
tocht vol tegenspoed bereikt het
zwaar gehavende schip de kust
van de Schotse Hebriden.
Daar slaat het noodlot toe: Ame
rikaanse oorlogsbodems krijgen
de Deutschland in het vizier.
Na het pas verfilmde De adelaar
la geland de tweede succes
roman van Jack Higgins. 272 blz.
Gebonden f21,50.
Bij elke boekhandel.
Discipline
g}l balletmeester zorgde er
>r, dat de dansers over de
i[hnische bekwaamheden en
lituositeit beschikten, welke
ldig waren om te doen en
|>oi te doen wat de choreo-
laf wilde
„bewerkte" de dansers
Ifs hardhandiger en onver-
Sldelijker dan de cho^eo-
]*af, over de grote ballet-
ïsesters in het verleden doen
ji nog verhalen de ronde be-
effeode het veel gezwaaide
sttlemen op danserslicha-
achterlatende Spaanse
etje. De danser moest heel
raaf zijn werk doen in een
ven van uiterst strenge disci-
ine, het onwillige lichaam
^Jigend tot de grenzen van
geen mogelijk was, be-
;rst door bezeten gedreven-
d van artistieke gevoelens
overtuiging en niet minder
Dr een brandende en niets
tziende eerzucht.