Protestanten samen in één kerk
Taal
Namen
Onveranderlijk
Emancipatie
Huldigingen
ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1977
BELGIË
TROUW'KWARTET PAGINA
door Gert Mulder
Dat oecumene zelfs kan
lelden tot een volledige
vereniging van christelij
ke kerken, daarvan zijn
de Jongste Jaren verschil
lende voorbeelden te zien
geweest in de wereld, o.m.
in Amerika. In België
kenden we de fusie tussen
de Protestantse Kerk van
België en de Methodisten
in 1969. En op dit moment
zijn de besprekingen tus
sen drie protestantse ker
ken, die als streefdatum
voor de eenheid herfst
1978 stelden, in een verge
vorderd stadium
gekomen.
Het zijn de Protestantse Kerk
van Belglè, ontstaan ln 1839
en met ongeveer zeventig
plaatselijke gemeenten ln het
héle land; de Hervormde Kerk
van Belglè (Eglise Reformée
de Belglque), ontstaan ln 1849.
voornamelijk ln Wallonië ac-
Uef ln ongeveer dertig ge
meenten. ln Vlaanderen
slechts te Antwerpen en Oost
ende; en tenslotte de Gerefor
meerde Kerken van België,
verspreid over zes Vlaamse ge
meenten; Brussel, (uit 1894),
Antwerpen (uit 1899), Gent
(uit 1926), Mechelen (uit 1938).
Denderleeuw (uit 1953) en
Boechout (uit 1955).
Sinds 1830, het Jaar van de
onafhankelijkheid, is België
door de kerken van de refor-
maUe in de landen rondom,
veelal gezien als een zendings-
veld. Verschillende grotere en
kleinere kerken uit met name
Nederland. Frankrijk en En
geland, richten er zgn. evange-
Protestantse kerk
gewinkelstraat.
van Antwerpen aan de Lan-
llsaUeposten ln. die later tot
heuse kerkjes zijn uitgegroeid.
Wanneer u door België reist,
treft u nog ln heel wat plaat
sen zgn. evangelische gemeen
schappen aan. soms weliswaar
mlnitieus klein en bijna on
vindbaar. Zoals bijv. ook in
allerlei landen van de derde
wereld, dreef men hier, ieder
op zijne wijze, zending met als
gevolg dat de Reformatie ln
België net zo verdeeld is en
was als waar ook maar in de
wereld.
Dit had dan weer tot gevolg
dat, om een voorbeeld te noe
men. de leden van de Gerefor
meerde Kerken, die rond de
eeuwwisseling en later, (zie bo
ven) hier ontstonden als een
soort van emigrantenk erken
(..inwijkelingen" zegt men
hier), lange tijd een tamelijk
„Hollands" uiterlijk bleven
vertonen. Goed te begrijpen
en ln verschillende opzichten
verklaarbaar. Denk aan stuk
jes rijke traditie. Op de lange
duur echter bleek toch wel.
hoe kan het ook anders, dat
men Belg met de Belgen moet
zijn, wil er sprake kunnen zijn
van een goede communicatie
met de bevolking, zeker voor
wat betreft de verkondiging
van het evangelie. Want hoe
wel zó dicht bij Nederland, is
de Belgische samenleving een
volslagen andere dan de Ne
derlandse. en dat geldt uiter
aard ook voor de cultuur en al
haar uitingen, alhoewel er ge
meenschappelijke wortels
zijn, zeker voor wat het
Vlaamse landsgedeelte be
treft. Komt u maar eens kij
ken naar de mooie Rubensten
toonstellingen, die nu in Ant
werpen gehouden worden.
Samen beter
Om een lang verhaal kort te
maken; Het ziet er naar uit dat
die drie Protestantse kerken,
die qua belijdenis en qua
kerkopvattingen, tamelijk
sterk op elkaar lijken, over
niet al te lange tijd, samen een
echte nieuwe kerk zullen vor
men. Daarbij gaat het dan
niet om een kille, enkel uit
nood geboren „fusie" van drie
bedrijven". Het gaat om men
sen, meer nog om een vereni
ging van mensen, samen rond
één Levende Heer. Een Herder
die aan dit teken herkenbaar
is: „Hij ls uit de doden opge
staan". Een Herder, die men
sen volgen kunnen en moeten,
wil er iets van Zijn Spoor ge
trokken worden door deze we
reld heen". Het gaat als het
Gert Mulder is predikant van
de Gereformeerde Kerk van
r
Antwerpen, o.a. lid van de con
tactcommissie, voorzitter van
de Antwerpse Raad van Ker
ken en eindredacteur van de
Open Poort.
om mensen en om deze Heer
gaat en mag blijven gaan, dan
ook om de afkondiging en ver
kondiging van Zijn Rijk. Zo,
in functie van het verlossende
en bevrijdende evangelie van
Jezus Christus, zal een ver
eniging Iets kunnen voorstel
len en zo gezien mag een vere
niging natuurlijk nooit een
einddoel zijn.
Dit streven naar eenwording
is bepaald niet uit de lucht
komen vallen. Al heel lang
doen we hier heel wat dingen
samen. Vanzelfsprekend zijn
er daarbij wel eens teleurstel
lingen en misverstanden te
overwinnen. Maar telkens
weer voert de vaste wil om
onze opdracht te vervullen en
de uitdaging te aanvaarden,
gelukkig de boventoon. Wat
doen we zoal samen?
Het zendingswerk, de bijbel
verspreiding, het radio- en tel-
visiewerk van de B.R.T. (er
zijn hier geen omroepvereni
gingen). het godsdienstonder
wijs op de scholen (er zijn hier
geen grote protestantse chris
telijke scholengemeenschap
pen). de Theologische Oplei
ding aan de Protestantse
Theologische Faculteit in
Brussel, die het afgelopen jaar
25 bestond, het pastoraat in
de ziekenhuizen en gevange
nissen, het onderhouden van
de relaties tussen Joden en
christenen, met name ln Ant
werpen en Brussel; het ge
sprek op allerlei niveau met de
grote rooms-katholieke kerk
in België (er zijn uitnemende
persoonlijke en kerkelijke
contacten met de r.-k. kerk
van hoog tot laag); het redige
ren en lezen van een gemeen
schappelijk, landelijk kerk
blad („De Stem". Marsveld-
straat 5, 1050-Brussel).
Verder
In 1971 werd door de drie ker
ken besloten besprekingen te
beginnen met het doel te ko
men tot een verenigde kerk.
Sindsdien vergadert er maan
delijks ln Brussel een commis
sie van twaalf leden (vier van
elk der drie kerken), de zgn.
contactcommissie. Onder
haar leiding ging een vijftal
werkgroepen aan de gang,
waarvan de eerste als op
dracht heeft een geloofsver-
klarlng op te stellen; de twee
de structuren van de nieuwe
kerk te bekijken; de derde de
verhouding kerk en staat be
studeert (belangrijk i.v.m. Bel
gische grondwet); de vierde
verhouding van de nieuwe
kerk tot de andere kerken in
binnen- en buitenland nagaat,
en de vijfde financiële gevol
gen van de eenwording onder
ogen neemt.
Deze werkgroepen brengen
verslag uit aan die contact
commissie. En jaarlijks wor
den de verslagen en rapporten
op de algemene vergaderingen
(synodes en classis) van de
drie kerken besproken en met
de nodige bemerkingen naar
de werkgroepen terugge
stuurd. Zo worden ook de
plaatselijke gemeenten en
kerkeraden bij dit proces be
trokken. Daarbij wordt regel
matig om gebed en meeleven
van alle leden gevraagd. Want
met een eenheid op papier is
niemand gediend. Je ziet dan
ook ln verschillende plaatsen,
vooral in de wat grotere, dat
deze groeiperiode van zeven
jaar, die na 1978 wel weer door
een soort overgangsperiode
zal worden gevolgd, goed
wordt benut, in die zin dat
men op plaatselijke niveau
steeds meer zaken samen gaat*
aanpakken. Zo zijn er ln Brus
sel en Antwerpen, vooral zo
mers. maar dan niet alleen,
gemeenschappelijke kerk
diensten. Natuurlijk zijn er zo
nu en dan nog wat 'hobbels' te
nemen, waar dan nog een ty
pisch Belgisch probleem bij
komt, dat heel wat zaken in de
twee landstalen, Frans en Ne
derlands, moeten gebeuren
met de mogelijkheid dat je de
ander misverstaat.
De op zichzelf interessante
vraag naar de eventuele toe
pasbaarheid van dit „werkmo
del" op de Nederlandse situa
tie. een vraag die wellicht bij
sommige lezers opkomt, is
naar mijn mening bepaald
niet eenvoudig te beantwoor
den. Eerat en vooral omdat,
zoals u wel gemerkt zult heb
ben, het hele proces toch erg
sltuatlef bepaald ls, zoals met
zoveel andere dingen ln het
leven, ook ln dat van. de kerk.
Overigens wil ik er direct
graag aan toevoegen, dat één
van de sterkste motleven van
de eenheid tussen de 3 betrok
ken kerken zeker de overtui
ging ls om samen beter ln staat
te zijn het evangelie te verkon
digen naar de wereld van van
daag toe, naar onszelf toe en
zo ook naar elkaar.
Steun
Volgend Jaar zullen de kerken
definitief groen licht moeten
geven om toe te kunnen tre
den tot de nieuwe kerk, waar
van de naam. zeer bewust ge
kozen, zal luiden: Verenigde
Protestantse Kerk in België.
Het woord „verenigd" geeft
aan dat er verschillende tradi
ties ln die nieuwe kerk Inge
bracht worden. Voor het
woord „Protestants" is geko
zen omdat dat de naam is voor
christenen van de reformatie
ln België: Woorden als gerefor
meerd of hervormd zeggen de
doorsnee Belg, als die al be
staat, weinig of niets. Iemand
heeft me zelfs wel eens gezegd,
dat zij daarbij aan één of an
der dieet dacht, want ook hier
zijn zgn. reformhuizen, net als
overal ln de wereld.
De nieuwe kerk ln België is
eigenlijk ondenkbaar zonder
de steun, het meeleven, en
vooral de voortzetting van de
goede relaties met de zuster
kerken met name die in Ne
derland. De banden tussen
protestants België en reforma
torisch Nederland zijn daar
trouwens te hecht voor ge
smeed ln het verleden. Dat we
bijv. heel concreet steun nodig
hebben, wil lk duidelijk ma
ken aan de hand van één voor
beeld: Al meer dan 40 jaar
wordt ln België het maand
blad DE OPEN POORT ver
spreid. Elk Nederlands abon
nement betekent één gratis
nummer voor België. Langza
merhand ls dit evangelisatie-
,blad uitgegroeid tot hèt blad,
waardoor de protestantse ge
meenschap ln België zich kan
presenteren. Vooral ln Rooms
Katholieke en nletrkerkelijke
kring wordt er elke maand
met een zekere gretigheid
naar uitgezien. Het blad (elke
maand een ander actueel the
ma) biedt een uitstekende toe
gang voor de nletrprotestant
om zich beter te Informeren en
eigenlijk zou ln elk protes
tants gezin ln Nederland dit
blad gelezen moeten worden.
Natuurlijk is het niet mogelijk
binnen het bestek van één ar
tikel alle facetten van boven
genoemde vereniging te be
lichten. Tot besluit één alinea
uit artikel I van de zgn. Kon-
stltutle van de nieuwe kerk:
„De Verenigde Protestantse
Kerk ln België heeft als roe
ping God te verheerlijken en
haar Hoofd Jezus Christus te
belijden als Heer en Redder
van de wereld. .Alzo lief heeft
God de wereld gehad dat Hij
Zijn enig-geboren Zoon gege
ven heeft opdat een ieder die
in Hem gelooft niet verloren
ga, maar eeuwig leven hebbe
(Joh. 3:16)". Om aan die roe
ping ook maar enigszins te
kunnen beantwoorden heb
ben we elkaar erg nodig en
ook uw steun en gebed.
Men kan zich op De Open Poort
abonneren voor 12.50 per Jaar.
Giro 498689, De Open Poort,
Leiden.
Ome Lieve Vrouwe kathedraal in Antwerpen.
door Jan Verdonck
Een paar dagen geleden
poneerde de „Gazet van
Antwerpen" (in een arti
kel over Algemeen Be
schaafd Nederlands en
dialecten) de volgende
bewering. „Wielrenners
spreken geen onverstaan
baar brabbeltaaltje meer
als Fred De Bruyne hen
interviewt, en ook Fred
zelf spant zich in om be
hoorlijke zinnen te
maken".
Ei. ei. er ls dus tóch iets aan
het veranderen ln de Vlaamse
wielersport. Al zowat drie
kwart eeuw vormt het wielren
nen ln „de Vlaanders" een
massieve, onveranderlijk lij
kende brok maatschappelijke
en culturele verschijnselen,
met zijn eigen regels en ge
woonten. zijn monumenten en
folklore En daar hoorde, sinds
de radioreporter met zijn „mi
cro" aan de eindstreep is gaan
staan, ook het Interview bij.
Kostelijke momenten! Vooral
toen er nog geen sponsors wa
ren en de besmeurde helden,
de stofbril in de bezwete haren
en een reserveband ('t is te
zeggen een tuub) om de
schouders, het hart nog op de
tong droegen Wat werden de
concurrenten uitgekafferd en
hoe rijk was de woordenschat
die duidelijk niet was ont
leend aan de zondagse preek
van meneer pastoor of aan de
nonnetjes van de dorpsschool
Met aan het einde de groet
aan magen en verwanten,
thuis geschaard rond de radio:
„Een goeiendag aan Imra. en
aan tante Clementien. en mijn
schoonvader en alle suppor
ters".
Te verstaan, in de zin van be
grijpen. was het inderdaad
vaak niet voor iemand die niet
uit de streek van de geïnter
viewde kwam Een Belgisch-
Limburger kan een Oostende-
naar toch al niet volgen, en
voor een Gentenaar klinkt het
Antwerps als een reeks signa
len van een andere planeet.
Behalve dan die ene keer toen
Emlel van Cauter in 1954 van
uit 8olingen in de microfoon
huilde („schruwelde" schre
ven de Vlaamse verslagge
vers): „Moeder, moeder, ik ben
wereldkampioen!"
't Is waar. dét is veranderd.
Eddy Merckx of Freddy Maer-
tens of Lucien van Impe zeg
gen nog wel: „Maar luistert.
Fred" of. „Zeker, Fred, ik ben
drie keer platgevallen" als
Fred De Bruyne. die twintig
jaar geleden zélf aan de ande
re kant van de micro stond,
hen hun gesproken verklaring
afneemt. Maar wat de cou
reurs verder te berde brengen,
kun Je zo afdrukken in het
„Fries Dagblad" of de „Goud
se Courant".
Hoewel, dat mag dan gelden
voor de jongens uit de hoogste
klas. de door ijscofabrikanten
of koelkastenverkopers in een
kleurig pak gestoken topren-
ners. aan „de meet" van de
Omloop van Klemskerke of de
Grote Prijs dokter Van ZuJ-
vergem ln Uchtervelde hoor Je
van de lagere goden uit Vlaan-
derens wlelerhelr nog wel de
gelijk menig ouderwets, dus
onvertaalbaar geluid En dóór.
aan de brede basis, blijkt hoe
er nauwelijks iets is veranderd
in de Vlaamse wielersport
sinds de Vervaecke's of Ro-
main en 8ilveer Maes („De
Maezen bennen de bazen") ln
de dertiger jaren hun zware
fietsen tegen de Tourmalet
omhoog stuurden. Of, nog
vroeger, toen de „Leeuw van
Vlaanderen". Cyriel van Hau-
waert. met de fiets naar Parijs
reed om daar te starten voor
het klassieke pronkstuk uit de
Vlaamse, ja Vlaamse, wielren
nerij. Parijs-Roubaix. (Een
echte Vlaming zou ook altijd
Parijs-Rodebeke zeggen.)
Fest steht und treu de wieler
sport in het Vlaamse land
Vergelijk een wielerpagina uit
„Het Laatste Nieuws" van
1928 met een „sportbladzijde"
uit dezelfde krant van tegen
woordig. Er ls géén verschil.
Zelfs de namen van toen vind
je nu terug: de helden van een
halve eeuw geleden hebben de
fakkel gewoonweg twee gene
raties verder gedragen. Onver
anderlijk zijn de plaatjes met
omkranste winnaars waar om
heen de voorzitter van de
„koersinrichters", de zoenen
de dorpsschone, halsrekkende
supporters en wat Jong grut
samendrommen. De foto van
de eindsprint met de voorover
gebogen, juichende kijkers, de
gendarm onder het spandoek
en de „heren officiëlen" met
schrijfboekje en potlood. En
kolommen koersuitslagen.
driehonderd wedstrijden in
één weekeinde.
Overanderlijke namen. We
zijn ln 1947, dertig Jaar gele
den. In de champagnestreek
van Reims woedt het tweede
naoorlogse wereldkampioen
schap op de weg voor beroeps-
renners. De koers lijkt beslist.
En wat klinkt duizendvoudig
uit de kijkersmassa langs de
weg? Juist: „Ser-cu! 8er-cu!"
Het is Albert (Berten) 8ercu
die een greep naar de wereldti
tel doet. (Hij zou tweede wor
den achter tóch weer een Vla
ming. zij het een Zeeuws-Vla
ming. Theo Middelkamp.) En
in Juli 1977, als Bertens zoon
Patrick dwars door Brussel al
leen voorop rijdt, op weg naar
een etappezege ln de Tour.
klinkt diezelfde kreet: „Ser-
cu! 8er-cu!"
Kijk er de uitslagen maar op
na: de Teirlincks en Haemer-
lincks. de Demeyers en Van
der Lindens, allemaal nazaten
van de mannen die Je lang
geleden 's avonds naar huls
wist te komen, met de tram of
de bus ja. maar de bloemen in
de armen geklemd En nóg
zien we de trouwe verzorger
met de flets achterop komen:
tot diep in de nacht zou hij
zich wijden aan het weer „op
punt stellen" van het vehikel.
En praat niet over die slimme
jongens van tegenwoordig die
afspraken maken en overwin
ningen verkopen. Want al
rond 1930 had Je van die uitge
slapen streekrenners die, op
permachtig als ze waren, de
overwinningen onder elkaar
verdeelden. Maar pas op. als
ze naar de schaarse wedstrij
den kwamen die ln Nederland
werden gereden! Dan brulde
de Vlaamse leeuw victorie en
kon het gebeuren dat de „Hol
landera" met vuist en fiets
pomp weerwraak zochten te
nemen.
Zó diep is het spoor dat de
wielersport in het Vlaamse
volksleven heeft getrokken,
dat zelfs ln de (tweede) wereld
oorlog nog eenmaal de Grote
Slultlngsprijs van het Bel
gisch-Nederlandse grensdorp-
Je Putte nóg elk Jaar ln
oktober het sluitstuk van het
seizoen werd georganiseerd.
De winnaar was een Jongeman
uit het verzet, Frans Hotag.
Hij stierf later ln een Duits
concentratiekamp.
Over de nu 83-Jarige organisa
tor van al die Sluitingsprijzen
(sinds 1927) durfde Karei van
Wynendaele in 1938 al te
schrijven: „HIJ ls onverganke
lijk. gelijk de Katolleke
Kerk!" Nu, in 1977, maakt de
Vlaamse wielersport nog al
tijd die onvergankelijke in
druk. Freddy Maertens en Ro
ger de Vlaemlnck kunnen dan
wél „schoon Nederlands" voor
de micro „klappen", maar er ls
overigens o zo weinig in en
rond de wlelerbedrijvigheid
van de „Flandriens" veran
derd.
Daarom: mocht ge in België
de autoweg verlaten en al rap
na de afslag een man op uw
weg vinden met een rode vlag,
schrik dan niet. Er is geen
ongeluk gebeurd, er wordt al
leen maar gekoerst. Onveran
derlijk, zoals vijftig jaar
geleden.
Vlaamse renners. Hun land is
nü omhoog gestuwd in de
vaart der volken. Maar in de
barre tijden van „Arm Vlaan
deren". nog lang na de eeuw
wisseling, was de fiets voor
sterke, ondernemende Jonge
mannen het middel om hoger
op te komen, om geld te ver
dienen. In eigen streek was
geen werk. Je kon naar Brussel
of het Walenland, of wroeten
in de Franse bietenvelden.
Voor die generatie beloofde de
racefiets uitkomst. Zoals dat
ook lang gegolden heeft voor
het zuidwesten van Neder
landse Noord-Brabant, de
„wielerhoek" waar de Bras-
pennlncks en de Valentijns, de
Van Oersen en de Heerens. en
later de Van Esten, de Rockx-
en en de Wagtmansen opbloei
den uit de schrale zandgrond.
ver van de werkgelegenheids-
centra vandaan.
Vaderlijke figuren begonnen
zich te ontfermen over het jon
ge Vlaamse fietsvolk. De
grootste van allen: Karei van
Wynendaele die de ervaring
van een doodarme jeugd had
gekend en later het harde wie-
Iermétier begeleidde. Hij
creëerde voor Vlaanderen een
sportdagblad, „Sportwereld",
op geel papier. Dat was een
waagstuk (in Nederland is
nooit een sportdagblad van de
grond kunnen komen!), maar
de krant sloeg aan bij het sim
pele volk. Een stukje emanci
patie: heel wat ouderen die
nooit naar school waren ge
gaan wie 7 jaar was, werd
koewachter leerden lezen
om te kunnen genieten van de
verbale standbeelden die Van
Wynendaele dagelijks voor de
renners oprichtte. Zo moet de
verbondenheid zijn gegroeid
tussen de Vlaming en zijn
„koersrenners".
Van de verbondenheid getuigt
de Vlaamse wielersport tot in
onze dagen. Vóór de eerste we
reldoorlog verongelukte de
Vlaamse kampioen Karei Ver
bist op een wielerbaan. Een
kwart eeuw later zongen
volkszangers nog van „8jarel-
tje Verbist die zich doodreed
op de piste", en nog elk jaar
wordt in het Antwerpse Sport
paleis een „Grote Prijs Karei
Verbist" verreden. En wie kan
de begrafenis vergeten van
Stan Ockers in de vijftiger ja
ren? 81imme 8tan, „eeuwige
tweede" in Tour de France en
„klassieke" wedstrijden, tóch
onvergetelijk wereldkampi
oen ln Frascati bij Rome
(1955). Zijn zegefiets was voor
koning Boudewijn en kónink-
lijk was zijn uitvaart in Ant
werpen nadat hij. wét een
symboliek, de dood vond on
der het dak van het grauwe,
maar van wielerhistorie zinde
rende Sportpaleis. De bloem
stukken achter de zwarte auto
waren niet te tellen, koning en
regering waren vertegenwoor
digd en op de trottoirs huilden
de vrouwen om „Stanneman".
En wat sloeg de dood van die
andere wereldkampioen, Jem-
pi Monseré, nog maar enkele
jaren geleden, niet een emo
ties los in Vlaanderen.
Maar ook in gelukkiger dagen
scharen de Vlamingen zich
rond hun wieleridolen. Nog al
tijd wordt er gehuldigd bij het
leven, een hele winter lang. En
wie de ontvangst van wereld
kampioen en Tour-winnaar
Eddy Merckx op het bordes
van het stadhuis in Brussel
niet heeft meegemaakt, weet
niet hóe massaal een mensen
massa kan zijn.
Landschap en samenleving,
de ontspanning van alle dag,
het ls in Vlaanderen allemaal
doortrokken van de Wieler
sport. In de koninklijke tuinen
van Laeken babbelt koningin
Fabiola met Eddy Merckx'
vrouw Claudlne. Elke Vlaam
se koers die wat meer preten
deert te zijn dan een caroussel
rond de kerktoren en de ker
miskramen, leidt van ouds
over de „Muur van Géraards-
bergen", een bekasseide hel
ling waarbij vergeleken de
Cauberg een „col" van de vier
de categorie is.
Stijn Streuvels, nóg een eman
cipator van het Vlaamse volk,
schreef een boek „Mijn rij
wiel". Ver ln de negentig stond
hij elk jaar ln zijn voortuin als
de Ronde van Vlaanderen, erf
stuk van Karei van Wynen
daele. voorbij kwam, óók als
striemende regenvlagen over
Jacques Brels „vlakke Vlaan-
derland" Joegen. Nóg elke dag
drommen kijkers van alle leef
tijden samen langs de straten
waar gekoerst wordt. Als de
kleurige guirlande gepasseerd
is, duiken ze de herbergen in:
het drinken van een pint bier
duurt precies zolang tot de
rennerssliert opnieuw in aan
tocht ls. Zo is het, vijftig jaar
en langer geleden begonnen,
zo zijn de regels gebleven.