NIET GRIEZELEN OM EEN SPIN Eén telefoontje en de (buurt)bus rijdt voor f 4 V - ;r 'V 4 -* j T-. 4 y Afrekenen met vooroordelen door nieuwe boeken Experiment in vijf gebieden begint volgende maand ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet RH^ v T 0 v V. 4 V i r A t 0 l Foto: Henk van Halm. De kop met de acht ogen en de enorme kaken van de lange strekspin. Het iangpotige mannetje van de lange strekspin op een grashalm. Foto: Henk van Halm.. fee sa Jonge kruisspinnetjes dalen aan hun eerste spindraden af van de eiercocon. ee Foto: Henk van HalmK to door Henk van Halm „Men kan het thema „Spin" in geen enkel gezelschap aanroe ren. zonder bij de aanwezigen een reactie van gruwel en af keer op te roepen. Zo is de westerse mens: honden, katten en paarden worden gestreeld en beklopt, hert en ree zijn „edel"; op kippen, varkens en rundvee worden hele weten schappen losgelaten; de regen worm is erkend als tuindier en bijen als een wonder der na tuur; naar leeuw en olifant gaat hij kijken op safari en allemaal komen ze voor in de heraldiek Maar het dier dat ze alle over treft in exotische vorm en kleur, instincthandelingen en gedragspatronen, verplettert hij genadeloos; „Bah, een spin!" Zo begint een van de opmerkelijkste en tevens mooiste natuurboeken die in het laatste jaar zijn uitgegeven. Nooit eerder is een zo lijvig werk voor een groot publiek geschreven over het omstreden onderwerp ..spinnen De voorloper ervan was een Duitse t.v.-serle over dieren, •waarin Horst Stern trachtte af te rekenen met allerlei vooroordelen volgens het beproefde beginsel „On bekend maakt onbemind". Zoals hij zelf zegt in „Leven aan een zijden draad": „Om lezers van hun angst van spinnen af te helpen een niet te verwaarlozen pretentie van dit boek kan het nuttig zijn te weten dat er soorten zijn waarbij de moe- derdierer. broedverzorging vertonen en zodoende niet passen in het wijd verbreide beeld van de spin als asoci ale kannibaal. Deze broedzorg strekt zicht uit van het met zich meezeulen van de grote eiercocon tot het be schikbaar stellen van het moederlijf als voedsel voor de jongen. Hierom en om een dozijn andere redenen loont het de moeite zich bezig te houden met het leven aan een zijden draad". Volhardende moeder Broedzorg: al een paar maanden ge leden huisde een kleine krabspin op een blad van mijn yucca. Eerst zat zij met gespreide poten op een platte eiercocon. haar schat bewakend te gen sluipwespen en tegelijkertijd wachtend op vliegende insekten, die dicht genoeg bij zouden komen om gegrepen te worden. Ze zit nog op hetzelfde blad, op de zesde eierco con, de andere vijf op een rij naast haar, sommige al leeg. Wind en regen deren haar niet. In dagen komt ze amper een millimeter van haar plaats. Met Ernst Kullmann en Horst Stern ben ik een spinnen-fan. Wat hen aantrext, zijn de ongeloof lijk kleurrijke en bizarre verschij ningsvormen in het spinnenrijk, niet alleen bij tropische soorten, maar ook in ons eigen land, misschien zelfs in uw eigen tuin. Ernst Kullmann ontsloot die fascinerende wereld met tachtig kleuren- en honderdvijftien zwartwitfoto's, waarvan een aantal gemaakt door de rasterelektronen- miscroscoop, die zulke fantastische structuren laten zien als één enkel van de 50.000 telescopische spinbuis- jes van een Afghaanse spinnesoort. Zulke microfoto's staan ook in „Le ven aan een zijden draad" van een Zuidafrikaanse spin, waarvan tot dan toe geen bijzonderheden over de microscopische bouw bekend waren Doorkijkjes in het haarwoud op het lichaam van een vogelspin, een scharnierende pootstekel van een opuntiaspin, maar daarnaast won derschone kleurenopnamen van het paringsgedrag van een kaardespln- netje van onze eigen heidevelden, Eresus niger, zo zeldzaam dat alleen het kleine rode mannetje bij ons is gevonden ik zag het eens op de Hoge Veluwe en dacht eerst dat het een lieveheersbeestje was nooit het wel driemaal grotere en dikkere, zwarte wijfje. En verrassende platen van de paring van de grote wolfspin, die mijn vrouw en ik zelf urenlang in alle ochtendvroegte van nabij heb ben meegemaakt. Science-fiction-achtig Een suggestief boek, waarvan ik me' kan voorstellen dat het velen aan vankelijk de rillingen over de rug jaagt, maar ook dat die huiver al kijkend en lezend plaats zal maken voor bewondering en een gewijzigde kijk op dit haast science-fiction-ach- tige wezen, de spin. Over spinnen gaat ook een veel goedkoper en dun ner boek, „Spinnen", met honderd twintig kleurenfoto's van Middeneu- ropese web- en jachtspinnen. Vrijwel alle soorten, die men regelmatig in huis en tuin kan tegenkomen, staan erin: dertien soorten kruisspinnen zelfs die met een duidelijk kruis op de rug behoren niet alle tot één soort! - de herfstspin, de lange strek spin, de huisspinnen, de waterspin, hangmatspinnen, de ovale kogel- spin, de krabspinnetjes, het grappi- in ge zebraspinnetje, de nachtelijkë d zakspinnen en de dwergspin. Hoewel z\ veel kleiner dan die in Kullmann en sl Stern's boek zijn de foto's indruk ii wekkend genoeg om u te bekeren to( n een spinnenbekijker in plaats vaij v een spinnenhater. En als u meer over F de spin wilt weten die u gezien hebt: d naast de foto wordt in het kort aller- ji lei verteld over de leefwijze en het gedrag, dat nieuwsgierig genoeg s maakt om langer te kijken en zei iets te ontdekken. Ernst Kullmann en Horst Stern: Le ven aan een zijden draad De fasci nerende wereld van de spinnen. Uitg. W. van Hoeve, Den Haag/Baam. 302 blz., 85,-. H. Pfletschinger: Spinnen - 120 Middcneuropese web- en jacht spinnen in kleuren. Uitg. Thieme, Zutphen. 72 blz.. ƒ9,75. AMSTERDAM Volgende maand begint in vijf gebieden een nieuw openbaar-vervoer-experi- ment van start: de door vrijwilligers gereden buurtbus. Een (acht-persoons) busje, dat ope reert in streken, die geen openbaar vervoer (meer) kennen omdat het reizigers-aanbod er te klein is. Minister Westerterp van verkeer en waterstaat wil ermee nagaan of op deze manier de gaten kunnen worden gevuld, die de streekvervoerbe- drijven noodgedwongen in hun lijnennet heb ben moeten laten vallen. In eerste instantie wordt de proef genomen in de streken rond Gerkesklooster en Lutjegast (Friesland en Groningen). Berkenwoude en Stolwijk (Zuid-Holland), 't Schijf en Achtmaal (Noord-Brabant en Limburg) en Horst en Ame rica (Limburg). Maar wanneer het experiment slaagt, zal uitbreiding waarschijnlijk volgen. Want er zijn meer gebieden, die van openbaar vervoer verstoken zijn. Dorpen en streken, waar het voor de niet-automobilisten vrijwel onmoge lijk is zich op langere afstand te verplaatsen. Waar bezoeken aan de markt of het ziekenhuis, een familiebezoek, kortom: alledaagse uitstap jes, problemen leveren, zeker voor hen die niet in staat zijn de fiets te nemen (bejaarden, invaliden). De bevolking van de proefgebieden juicht het initiatief toe. Gebrek aan medewerking is er tot nu toe niet geweest. Problemen met de vorming van buscomité's (die voor de organisatie van de dienstregeling zorgen) en het aantrekken van (onbezoldigde) vrijwilligers voor het besturen van de busjes hebben zich niet voorgedaan. Huisvrouwen, mensen met onregelmatige werktijden, WAO-ers: uit alle lagen kwamen aanmeldingen binnen. Ook de streekvervoers- bedrijven, die zaken als onderhoud en verzeke ring moeten regelen, hebben zich positief opge steld. Belangrijker is echter de vraag of dat enthousi asme zal blijven. Want het hele experiment staat of valt met de aanhoudende medewerking van de bewoners zelf. De proef met de buurtbus is overigens maar één van de experimenten, waarmee minister Westerterp in de komende jaren wil proberen het openbaar vervoer te verbeteren. Een vol gende stap zal de bustaxi zijn, een combinatie tussen een bus en een taxi. Zowel op het ministerie als bij de Technische Hogeschool in Delft wordt daar aldruk op gestudeerd. En op papier is hij er eigenlijk ook al. De buurtbus, zoals die volgende uitmonstering moet nog worden matisch de centrale waarschuwt, die dan een busje naar de bewuste plaats dirigeert. i In theorie is al bewezen, dat dit systeem werkt en niet duurder hoeft te zijn dan het traditionele open baar vervoer. Dat laatste vooral doordat het zeer flexibel en efficiënt werkt. De bus rijdt alleen uit wan neer er reizigersaanbod is. Dat bete kent in de eerste plaats een hogere bezettingsgraad, maar ook, dat des gewenst een kortere route tussen begin- en eindpunt kan worden gevolgd. maand bij wijze van proef in vijf plaatsen zal gaan rijden. Alleen de aangebracht. wordt gegarandeerd (belangrijk dienst IJsselmeerpolders onder- voor hen, die aansluiting op trein of zoekt de TH ook de mogelijkheden streekbus willen hebben): in 99 pro- in Lelystad. cent van de gevallen komt de reizi- ger op tijd aan. Kosten Computer door Dick Rlnglever U belt en de bus rijdt voor. Dat is het principe van het nieuwe openbaar vervoersysteem, dat mogelijk de oplossing kan wor den van problemen in dunbe volkte streken. de naar de vraag of zo'n experiment levensvatbaarheid heeft, want men wil geen herhaling van de flop in Emmen, waar eveneens enige tijd zo'n bustaxi heeft gereden (buxie. werd het al gauw in de volksmond maar die niet het resultaat leverde, dat men er van verwachtte. Het proefgebied is al aangewe zen: de streek tussen Leeuwar- Vertraging den. Wommels. Sneek en Grouw, waar (als het allemaal doorgaat) kleine twintig-per soonsbusjes enkele zwak be zette lijnen van de streekver- voermaatschappij FRAM gaan vervangen Op het ogenblik is een studie gaan- Behalve dat nogal eens vertragin gen ontstonden doordat passagiers als de bus voorreed niet m hun jas klaarstonden, bleek er bij de bewo ners weinig belangstelling voor te bestaan De meesten belden niet en liepen naar de vaste halteplaatsen m de veronderstellng, dat de bus toch niet lang op zich zou laten wachten. Dat men desondanks toch een her haling van de proef wil, valt te ver klaren uit het wezenlijk verschil tus sen streek- en stadsvervoer. Op het platteland zal men omdat de af stand naar vaste halteplaatsen doorgaans veel groter is eerder geneigd zijn te bellen. Bovendien is de telefoondichtheid er groter dan m de stad. zodat al per definitie meer mensen van het systeem ge bruik kunnen maken. De bedoeling is. dat, wanneer de studie positief uitvalt, de bustaxi's in 1979 gaan rijden, waarna gedu rende een of twee jaar in de praktijk kan worden bezien of men ermee doorgaat. Dat de bustaxi in welke vorm dan ook een toekomst heeft, staat overigens voor de vakgroep automa tische verkeersstystemen van de af deling elektrotechniek van de Delft- se TH wel vast. Sinds het begin van de jaren zeventig houdt deze groep zich onder leiding van prof. ir J. de Kroes bezig met onderzoek naar nieuwe vormen van openbaar ver voer. En, zegt men daar nu. op pa pier heeft de bustaxi zich al bewezen. De vraag is alleen waar zet je hem in en volgens welk systeem laat je hem rijden? Met de proef in Emmen is ai gebleken, dat het systeem van tele fonische oproepen bij het stadsver voer niet aan te bevelen is. Daar zou waarschijnlijk beter gewerkt kun nen worden met haltepalen. waar de reiziger door een geldbedrag of een kaartje in de gleuf te stoppen auto- Net ais bij de taxi wordt het vervoer bepaald door een oproep van de klant. Dat signaal komt terecht in de centrale en wordt daar verwerkt door een computer. Het elektro nisch brein registreert automatisch waar de oproep vandaan komt, com bineert die met andere oproepen en stippelt de kortste route uit. Op de monitor in zijn dashboard ziet de chauffeur precies hoe hij moet rijden. De computer is zo gepro grammeerd dat wanneer nadat de bus is uitgereden nieuwe oproe pen binnenkomen, deze route nog tijdens de rit kan worden gewijzigd. Althans: wanneer dit de meest effi ciënte oplossing is. Mogelijk is óók dat een andere bus wordt ingezet. En daarmee illustreert zich meteen een nieuw belangrijk voordeel van de bustaxi, namelijk dat de totale vervoersvraag steeds wordt ver deeld over het hele wagenpark. Volgens de onderzoekers op de TH zorgt de computer er ook voor. dat de wachttijden binnen van tevoren vastgestelde grenzen worden gehou den. Acht minuten wachten zal tot de hoge uitzonderingen behoren Ook de gewenste aankomsttijd Proeven Een futuristisch beeld? Op de Delft- se TH ontkent men dat en baseert dit op proeven. Om de grenzen van het systeem te testen heeft men de bustaxi in de computer losgelaten op Delft, Maastricht, Roosendaal. In Delft bleek het aantal oproepen in de spitsuren 400 per uur te bedra gen. De conclusie daaruit was, dat de elf lokale en drie interlokale stan daard-lijnbussen, die het stadsver voer verzorgen vervangen zouden kunnen worden door twintig bus taxi's met elk acht zitplaatsen. Die zouden de klanten aanzienlijk meer service kunnen bieden. In Maastricht bleek de bustaxi min der wenselijk omdat de lijndiensten daar al een hoge vervoersvraag en #een hoog voorzieningenniveau ken nen. Hooguit zou de bustaxi hier een functie kunnen hebben bij het aan vullend vervoer of buiten de spitsu ren. En in Roosendaal kwam naar voren, dat de bustaxi de vervoers vraag met 15 tot 20 procent zou kunnen doen stijgen. Een groei, die niet direct uitbreiding van het wa genpark tot gevolg zou hoeven te hebben omdat de bustaxi flexibel is en alleen dan rijdt wanneer er vraag is. Naar aanleiding van deze computer- tests wordt nu aan de hand van verkeers- en vervoerskundig onder zoek bekeken welke de mogelijkhe-^ den zijn voor de invoering van de bustaxi in Delft. De stad is serieus geïnteresseerd. Samen met de rijks- Wat de kosten van bustaxi betreft: ook hier zullen lonen en investerin gen in het materieel verreweg de belangrijkste post vormen. In ver houding daarmee zijn de elektroni ca (computer en haltepalen) vrij goedkoop. De inrichting van een centrale post zal ongeveer anderhal ve ton kosten, een haltepaa^onge veer 25.000 gulden. Volgens de TH is het overigens niet noodzakelijk bij proeven direct met I de meest perfecte apparatuur te be- ginnen. Zeker in het streekvervoer zou men eenvoudiger kunnen begin nen, zonder elektronica in de bus en zonder haltepalen. Daarom ziet men ook eerder een experiment in de streek zitten dan in de stad. Dat de bustaxi ooit nog eens een gehele stadsvervoer zou kunnen vervangen betwijfelt men op de TH. Dat zal wellicht mogelijk zijn in gemeenten met zo'n 100.000 inwoners en dan nog alleéén als er 1500 tot 1600 aan vragen per uur kunnen worden ver wacht. In de streek ligt die grens veel lager: daar komt men al, aardig uit de voeten met 250 tot 300 aanvra gen per uur. Het is ook daarom, dat minister Westerterp het eerst in de streek wil gaan experimenteren. Het ongeveer 200 vierkante kilometer grote Friese proefgebied is het begin Dit jaar nog zullen drie kleinere gebieden in Groningen. Friesland en Drente worden aangewezen. Over proeven binnen gemeente grenzen wordt na de mislukking in Emmen nauwelijks meer gérept. Daar wil men het eerst proberen met de buurtbus.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 14