Die angst raak je nooit meer kwijt
Kankerpatiënt staat nog behoorlijk in de kou
De derde trap
komt naar voren
(Ex-)Hodgkin-patiënte mevrouw Poolman:
Praatgroep voor
begeleiding nog in
de kinderschoenen
Wetenschap en techniek
O ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1977
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
11
Kanker door sommigen ook wel K
genoemd staat nog steeds geboek
staafd als de gevreesde ziekte. En niet ten
onrechte, als men weet dat er in Neder
land ongeveer 30.000 mensen aan kanker
overlijden. De helft hiervan sterft aan
longkanker, maar er zijn wel meer dan
honderdvijftig andere verschijningsvor
men van deze ziekte.
Eén daarvan wordt de ziekte van Hodgkin
genoemd, waaraan per jaar in Nederland
ongeveer 230 mensen overlijden. Elk jaar
doen zich bijna vijfhonderd nieuwe geval
len van deze ziekte voor; vooral bij jonge
mensen in de leeftijd van twintig tot veer-
jaar. De ziekte is genoemd naar de
Engelse arts Thomas Hodgkin, die In 1832
deze vorm van kanker van de lymfklieren
voor het eerst beschreef. Deze klieren
produceren zogeheten lymfocyten, een
vorm van witte bloedlichaampjes, die de
verspreiding van infecties in het lichaam
tegengaan.
Men denkt dat de ziekte van Hodgkin een
uit de hand gelopen reactie Is van het
systeem van lymfocyten op een Infectie,
waardoor het verdedigingssysteem wordt
verstoord en er onvoldoende goede witte
bloedlichaampjes overblijven voor het be
strijden van allerlei infecties.
De oorzaak of mogelijke oorzaken van de
ziekte van Hodgkin zijn niet bekend, al
wordt er wel onderzoek naar gedaan. Het
meest voorkomende eerste verschijnsel
van deze ziekte Is een opgezwollen lymf-
klier, meestal in de hals, oksel of lies.
Andere vroege symptomen kunnen zijn:
koorts, vermagering, nachtzweet, jeuk en
pijn bij het drinken van alcohol.
Dat men aan de ziekte van Hodgkin lijdt
kan alleen met zekerheid worden vastges
teld door microscopisch onderzoek,
waarbij iedere door onbekende oorzaak
gezwollen lymfklier moet worden onder
zocht. Voor de behandeling is het van
groot belang, dat precies wordt vastge
steld welke klieren zijn aangedaan en aan
de hand daarvan kan de ziekte in een
viertal stadia worden ingedeeld.
De beste methode van behandeling is de
zogeheten megavott-theraple, waarbij ge
bruik wordt gemaakt van zeer energierij
ke, doordringende straling. Wanneer alle
aangedane lymfklieren voldoende zijn be
straald, volgt meestal genezing. Van alle
stadia van de ziekte van Hodgkin geneest
waarschijnlijk meer dan de helft en van de
gunstige vormen worden in meer dan
tachtig procent van de gevallen overlevin
gen gemeld van tien tot vijftien jaar, maar
ook langer.
Naast bestraling zijn medicijnen doelma
tig gebleken bij de behandeling van de
meer gevorderde stadia van deze ziekte
en met name een combinatie van bepaal
de medicijnen. Hiermee wordt bij tachtig
procent van de patlénten een tijdelijke
genezing bereikt, terwijl na vijf jaar bij de
helft geen achteruitgang is geconsta
teerd.
Tot zover de medische aspecten, maar er
zit ook nog een andere kant aan deze
ziekte en dat Is de psycho-soclale. Op z'n
zachtst gezegd schort het nogal aan infor
matie en maatschappelijke begeleiding bl)
de Hodgkln-patiènten. Om daar iets aan te
doen Is een groep van twintig patiënten
rond de tafel gaan zitten onder leiding van
dr W. J. A. van den Heuvel, hoofd van het
studiecentrum sociale oncologie (een Ini
tiatief van de stichting Koningin Wilhelm!-
nafonds). Eén van de deelnemers daar
aan, die geen patiënt Is, Is de maatschap
pelijk werker Koos van der Spek. Doorzijn
werk verbonden aan de afdeling Interne
geneeskunde van het militair hospitaal
„Or A. Mathijsen" in Utrecht Is hij In
aanraking gekomen met deze patiënten
en hun noden.
Koos van der Spek: „Ik wil deze groep
vooral niet los zien van andere soorten
van kanker, die er bestaan. Er zijn trou
wens meer initiatieven op dit gebied, zo
als een nazorggroep voor ex-borstkan-
kerpatiënten. Ik denk, dat deze groepen
hun activiteiten op den duur wel kunnen
bundelen. Een voorbeeld daarvan la de
Nederlandse Nierstichting".
Kankerpatiënten hebben namelijk een
aantal kenmerken gemeenschappelijk,
zoals de bedreiging door de ziekte, de
onzekerheid over een definitief herstel en
het worstelen tegen het maatschappelijk
taboe. Het is voor de groep van
(ex-)Hodgkln-patiënten nog een voor-
zlchtig aftasten, maar gebleken is wel,
dat deze mensen behoorlijk in de koli
staan. „Met elkaar en dan bedoel ik
niet alleen de arts, maatschappelijk wer
ker of pastor, maar vooral ook de ex-
patiënt moet daar Iets aan worden
gedaan. De problemen zijn talrijk. Er be
staat grote behoefte aan duidelijke medi
sche Informatie van de kant van de arts.
Als een patiënt aandringt, moet de arts
eerlijk zeggen hoe zijn kansen zijn. Ook
als vaststaat dat hij doodgaat binnen
afzienbare tijd," aldus Koos van der
Spek.
Een ander punt Is de partner, die vaak als
enige op de hoogte is van de ware toe
stand van de patiënt, maar niets van de
arts mag zeggen en maar verstoppertje
moet spelen. Ook komt het voor, dat deze
persoon helemaal wordt genegeerd,
waardoor hij zich buitengesloten voelt,
geen steun kan geven, maar ook niet
krijgt. Echtscheiding Is hiervan niet zel
den het gevolg. Soms zijn de problemen
voor het gezin, dat passief moet toekijken
en afwachten, weieens groter dan voor
'de patiënt.
De onzekerheid van de kankerpatiënt
gaat gepaard met grote eenzaamheid,
doordat over moeilijkheden rond het heb
ben van kanker nauwelijks kan (en mag)
worden gesproken. Behalve behoefte aan
goede Informatie Is er behoefte aan bege
leiding om zo die informatie te kunnen
verwerken. Die begeleiding zou vanuit of
in samenwerking met het ziekenhuis
moeten plaatsvinden en gericht moeten
zijn op de situatie In het ziekenhuis, thuis
en de buitenwereld, zoals de werksfeer.
Vanuit de groep Is als eerste naar voren
gekomen folders met medische informa
tie te laten verstrekken in het ziekenhuis.
Wat de begeleiding betreft wordt gedacht
aan een hulp-telefoon en het verwijzen
naar de praatgroep bij ontslag uit het
ziekenhuis.
Iemand die zich sterk heeft Ingezet voor
het tot stand komen van deze groep en
verder actief Is op het gebied van de
opvang van Hodgfcln-patlënten Is me
vrouw C. E. Poolman-van Splunder, die
zelf bijna acht jaar geleden door deze
ziekte werd getroffen. Met haar hadden
we een gesprek over hoe het is om als
(ex-)Hodgkin-patlënte door het leven te
gaan.
door Kees de Leeuw
„Als ik het haal en beter word, wil ik iets
op touw zetten voor mensen die ook
door deze ziekte zijn getroffen. Dat
speelde door mijn hoofd, toen ik zelf
werd behandeld. Ik wilde proberen pa
tiënten in groepen bij eikaar te brengen,
zodat ze onderling ervaringen zouden
kunnen uitwisselen. Het alleen al met
elkaar praten en vooral naar elkaar luis
teren kan een enorme steun betekenen.
Het begin is er nu. We zijn inmiddels
met ongeveer twintig mensen twee keer
bij elkaar geweest, maar hoe het verder
zal gaan, moet worden afgewacht. Het
staat allemaal nog in de kinder
schoenen."
Mevrouw C. E. Poolman-van Splunder vertelt,
dat ze na een oproep in een damesblad en een
vraaggesprek voor de radio enorm veel reacties
kreeg. Daaruit is deze praatgroep als eerste
resultaat voortgekomen. „Ook al ben ik dan nu
beter, helemaal zoals vroeger word je nooit
meer. Je bent gekwetst en kwetsbaar. Je blijft
je patiënt voelen en je ervaart het als iets
bijzonders, dat je na al die jaren nog leeft."
Mevrouw Poolman, getrouwd en moeder van
een dochter en een zoon, is 36, als ze nu acht
jaar geleden een bobbeltje bij haar hals
ontdekt. Haar huisarts verwijst haar voor on
derzoek naar het ziekenhuis. Daar kan men
niets vinden en ze wordt weer naar huis ge
stuurd.
Er volgen vier maanden van martelende onze
kerheid, totdat ze op een gegeven moment zo
ziek wordt, dat ze opnieuw naar het ziekenhuis
moet. Weer onderzoek, maar nu uitgebreider en
uiteindelijk wordt bekendgemaakt, dat het om
de ziekte van Hodgkin gaat. Mevrouw Pool
man: „Vooral in het begin die periode van
afwachten ben ik erg bang geweest. Eigen-"
lijk weet je niet wat je hebt en de doktoren
zeggen in feite ook niets. Je wordt heen en weer
geslingerd tussen wel of geen kanker en toen ik
hoorde, dat ik aan de ziekte van Hodgkin leed,
ging ik er direct over lezen. De ene encyclope
die na de andere en overal kwam ik tegen, dat
de ziekte van Hodgkin dodelijk was. En dat er
nog geen goede behandeling voor bestond."
Haar hele wereld stort ineen. Ze voelt voor
zichzelf, dat haar leven 36 jaar oud afgelo
pen is en gaat zich bezighouden met haar
begrafenis en de regeling van haar persoonlijke
bezittingen. Ze heeft zichzelf al opgegeven en
hoewei er vorderingen zijn gemaakt op het
gebied van het bestrijden van deze ziekte,
gelooft ze er nauwelijks nog in. Murw geslagen
als ze is door de wetenschap, dat ze kanker
heeft.
Mevrouw Poolman wordt bestraalt in een zie
kenhuis onder een duizend kilogram wegende
kobalt-bom. Bijna drie maanden lang, elke dag
opnieuw. Of de bestraling pijn doet, weet ze
niet en als ze alleen In het kamertje wordt
achtergelaten raakt ze in paniek en weet niet,
waar ze het zoeken moet. Totdat de bestra-
lingszuster, die haar tot enorme steun is ge
weest, haar gerust stelt. „Die zuster is van erg
veel waarde voor me geweest. Ik kon goed met
haar praten en zij was degene, die het meeste
van mij begreep."
Ze vertelt, dat ze in die tijd in een soort
droomwereld leefde, waarin eigenlijk alles aan
haar voorbijging. „Na een paar weken kreeg ik
bestralings-longontsteking. Mijn haar begon
uit te vallen en ik werd overvallen door een
hoge koorts, die met penicilline werd be
streden."
Na een week kan de bestralingskuur worden
voortgezet en ruim twee maanden daarna
wordt de bestraling stopgezet: er zijn geen
koortsverschijnselen meer en ook de opgezette
klieren blijven weg. Heel langzaam krijgt ze het
gevoel, dat ze zich zowel lichamelijk als geeste
lijk begint te herstellen. Totdat er een bobbel
tje verschijnt onder haar oksel.
Dit meisje heeft kanker. Het is één van de meer dan honderdvijftig verschijningsvor
men van deze ziekte, waaraan per jaar in Nederland ongeveer 30.000 mensen
overlijden. Fot„. WUIenl Difpra9ni
Opnieuw stort haar wereld in. Het is dus niet
waar, dat deze ziekte is te bestrijden, denkt ze
en ze moet opnieuw worden bestraald. Ze komt
bij dezelfde bestralingszuster als voorheen en
deze weet haar opnieuw fantastisch op te van
gen door uren te praten en te luisteren, want
mevrouw Poolman kan zichzelf maar moeilijk
accepteren. Ze vindt dat ze er verschrikkelijk
uitziet met haar uitgevallen haar en de zwarte
plekken op haar lichaam van het bestralen.
Thuis is er geen land met haar te bezeilen en
het gezinsleven lijdt er sterk onder. „Als er
niemand thuis was, vloog ik tegen de muren op
en als er wel iemand thuis was verdween Ik
naar bed. Ik voelde overal bobbels, hoewel ze er
niet waren en kon geen goede echtgenote en
moeder meer zijn."
Mevrouw Poolman: „Ik werd opgeroepen voor
controle en opnieuw kwam de angst bij me op,
omdat ik werd herinnerd aan die vreselijke
periode. De uitslag meldde echter geen nieuwe
activiteiten en dat stemde me hoopvol. Daar
mee verdween ook enigszins de angst naar de
achtergrond, dat de ziekte zou terugkeren. Nu
houd ik mezelf voor, als Ik die angst voel
opkomen en dat gebeurt bij iedere controle
dat ik leef en dat dat na al die jaren nog
steeds het geval is."
Terugkijkend op alles wat nu achter haar ligt.
zegt ze: „Kankerpatiënten moeten eigenlijk
direct een verwijsbrief krijgen voor een psycho
loog of psychiater, want als ze aan hun lot
worden overgelaten, worden het ook nog ze
nuwpatiënten. Bij mij was het zo, dat het
lichamelijk wel beter met me ging, maar gees
telijk steeds slechter. Dat drukte niet alleen op
mij, maar ook op het gezin, dat ontwricht
raakte. Een gezin waar kanker heerst, moet
geestelijk worden begeleid, want anders gaat
het er onderdoor. Mijn huwelijk is dan ook
stukgelopen, omdat mijn man en ik steeds
meer van elkaar vervreemdden, hoewel je ach
teraf kunt zeggen dat het ook voor mijn ziekte
niet allemaal even goed zat. Ik ben nu her
trouwd met iemand die mij fantastisch aan
voelt, mij weet te steunen In alles, waardoor we
weer echt als gezin In harmonie kunnen verder
leven. Ik ben door een hel gegaan, maar daar
door kan ik nu genieten van elke dag opnieuw.
Echt intens genieten en dan pas besef Je ook,
hoe mensen zich druk maken over in feite
onbelangrijke dingen als een tweede huis of
een nieuwe auto voor de deur."
Gedreven door haar eigen ervaringen is zij zich
gaan inzetten voor andere mensen, die de ziek
te van Hodgkin hebben. Ze zoekt hen op, voert
lange telefoongesprekken en voelt aan, waar ze
mee zitten. „We zijn nu met een groepje patiën
ten een paar keer bij elkaar gekomen onder
leiding van dr. Van den Heuvel van het studie
centrum sociale oncologie om te kijken wat we
met elkaar kunnen doen. In het groepje zitten
drie mensen die genezen zijn. Hoewel, genezen
is niet het Juiste woord. Dat mag Je eigenlijk
nooit uitspreken. Ze voelen zich goed. terwijl er
ook mensen bij zitten, die nog worden behan
deld met medicijnen en bestralingen. We wisse
len ervaringen uit en proberen elkaar tot steun
te zijn."
Mevrouw Poolman: „Je moet de nodige tact
hebben om te kunnen begeleiden. Het tonen
van medemenselijkheid is het belangrijkste,
want een kankerpatiënt heeft begrip nodig en
liefde. Hij moet gekoesterd worden. Als het je
overkomt, is het net een vreselijke droom. Je
gelooft gewoon niet, dat het Jou kan gebeuren
en het haalt dan ook een lelijke streep door het
leven dat je voorheen leidde."
Ze vertelt van een Jongen van 28, die zich al
weer zes Jaar goed voelt. „Hij belt me elke week
op en zegt dan: lk loop nog bijna dagelijks met
de dood In m'n schoenen. En dat is ook zo. Die
angst die Je hebt, raak Je nooit meer kwijt. Als
je bij wijze van spreken pijn hebt in Je grote
teen, dan schrik Je al. Ik ben nu zelf haast 44
jaar, heb een gezin en een man, maar juist voor
jongeren, die nog aan het begin van hun leven
staan, is het verschrikkelijk om ermee te moe
ten leven. Je ziet het niet aan de buitenkant.
Daarom redeneert de buitenwereld ook van Je
ziet er toch goed uit, wat zeur je nou", maar ze
weten niet wat JIJ van binnen voelt. Daar ligt
nog een wereld van onbegrip tussen."
„De voorlichting van dokters is vaak ontzet
tend slecht. Niet alleen over de ziekte zelf,
maar ook over bestraling en medicijnen. Bo
vendien is ook de begeleiding op geestelijk en
lichamelijk gebied bedroevend. Je bent num
mer honderd zoveel. Ze hebben geen tijd voor
je, terwijl het toch echt niet om een griepje
gaat. Nee, wat dat betreft moet er nog erg veel
veranderen," aldus mevrouw Poolman, die er
varen heeft, dat Je gewoon als onmondig wordt
beschouwd. „Ik heb het bij mezelf ontdekt en
dat is mijn redding geweest. Het is jouw li
chaam en dat moet je zelf in de gaten houden.
Bovendien kom je er toch wel achter wat je
hebt, al wordt er nog zo geheimzinnig over
gedaan."Ze vertelt dat haar dochter, die toen
tien Jaar was, een enorme steun voor haar is
geweest. „Ik heb tegen haar gezegd, dat mama
wel eens dood zou kunnen gaan. Het toeval
wilde, dat In diezelfde tijd ln de straat nog twee
moeders door kanker werden getroffen en kort
na elkaar overleden. Mijn dochter geloofde
daarom niet, dat ik er ook zou aangaan. Door
het hele gebeuren Is ze wel flinker geworden. Ik
ben zelf door deze ziekte erg veranderd, volwas-
sener geworden. Voor mijn eerste man was dat
slecht te accepteren. We groeiden gewoon uit
elkaar en een schelding was onvermijdelijk.
Voor degene met wie Je samenleeft. Is het net
zo moeilijk. En in veel gevallen is ernstige
vervreemding met als gevolg uit elkaar gaan
het resultaat. In de groep van twintig, waarover
ik sprak, zijn al drie mensen gescheiden, terwijl
bij doorvragen blijkt dat ook andere huwelij
ken er slecht voorstaan. Daarom ls begeleiding
van het hele gezin zo noodzakelijk. Je kunt het
namelijk niet alleen. Dat bestaat niet."
En tot slot: „De artsen zelf zijn ook bang om
erover te praten, evenals overigens de dominee,
die lk ln mijn ellende een keer opbelde om hem
te vragen een keer langs te komen. Ik was per
slot van rekening belijdend lid. HIJ heeft echter
nooit meer lets van zich laten horen. Ik was
daardoor zo teleurgesteld, dat lk me heb laten
uitschrijven. De mensen zouden moeten leren
om er gewoon over te praten, maar ze zijn er als
de dood voor, terwijl doodgaan toch iets na
tuurlijks is. Het hoort gewoon bij het leven,
alleen de manier waarop is soms beroerd."
Voor meer informatie over de troep van
(ex-)Hodgkln-pa(iënten kan men xich wenden
tot de maatschappelijk werker in de ziekenhui
zen of tot mevrouw Poolman (adres bij de redac
tie bekend).
door Rob Foppema
Net begint het begrip „derde trap", en de wenselijkheid
ervan, een beetje in te burgeren, of het wordt weer door
de ontwikkelingen achterhaald. Die derde trap moet
een onderdeel worden van veel rioolwaterzuiveringsin
stallaties, waarin de fosfaten uit het water worden
verwijderd.
Die fosfaten helpen anders
langs een omweg toch weer. de
kwaliteit van het ontvangende
oppervlaktewater te ondermij
nen. Ze worden door de daar
groeiende algen ervaren als
prima kunstmest, tot er zoveel
algen groeien dat de biologi
sche verhoudingen volledig
verstoord worden. Dan dreigt
weer het zuurstofgebrek dat de
zuiveringsinstallatie juist had
moeten voorkomen.
De derde trap ontleent zijn
weinig zeggende naam aan het
vrij vaste systeem dat. met
kleine variaties, voor de water
zuivering wordt gebruikt. De
eerste trap is de mechanische
zuivering, de chique aandui
ding voor de meest elementai
re maatregel die je op smerig
water kunt loslaten. Je zeeft cr
uit wat voor een zeef wil blij
ven hangen, en Je laat naar de
bodem zakken wat uit.zichzelf
wil zakken. Dat ben Je vast
kwijt.
De tweede trap is het hoofdon
derdeel: de biologische zuive
ring. Wat er aan organische
stoffen nog in het water zweeft
en opgelost is, wordt als voed
sel aangeboden aan een collec
tie micro-organismen, die in
hun grote bassin dan ook
groeien als kool. Voorjaar-
waarde is dat ze kunnen blij
ven ademhalen, want als er al
een restje zuurstof ln het water
zit, is dat wel snel op. (Dat is
ook het bezwaar tegen het lo
zen van ongezuiverd water.) Er
worden dus op grote schaal
luchtbelletjes het bassin in ge
blazen om het zuurstofgehalte
op een prettig peil te houden.
De organische afvalstoffen
worden voor een deel afgebro
ken en verdwijnen als gas
(kooldioxide). Voor een ander
deel worden zij door de micro-
organismen voor hun eigen op
bouw gebruikt en zakken in de
vorm van slibvlokken naar de
bodem. Daar eindigt wat Ne
derland betreft het zuiverings-
verhaal, op een handvol instal
laties na. Daar worden de in
het water opgeloste fosfaten,
die de procedure grotendeels
ongemoeid passeerden, in een
derde zuiveringstrap met kalk.
ijzer- of aluminiumzouten in
onoplosbare verbindingen om
gezet, die op hun beurt uit-
vlokken.
Volgorde
Nu zat er ln de precieze volgor
de van die drie stadia van zui
vering wel enig elastiek zonder
dat daar moeilijk over werd
gedaan. Het is mogelijk om die
„derde trap" bij de tweede in
te schuiven. Dat bespaart de
aanleg van een extra bassin
waar een vlokkerige substan
tie de tijd moet krijgen om
rustig uit te zakken en dat dus
groot en daarom duur is. Het
heeft het spraakgebruik niet
aangetast.
Maar sinds het chemische con
cern Hoechst praktijkproeven
begonnen is met een installatie
waarin de „derde trap" onge
geneerd als eerste optreedt, be
gint het begrip toch wel ernstig
op de tocht te staan. Het zal
dus, met zijn zondagse naam.
defosfatering moeten gaan he
ten. Geen prettig hanteerbaar
woord, maar daar vloeide de
branche toch al niet van over.
Niet voor niets wordt een riool
waterzuiveringsinstallatie ln
vakkringen bij voorkeur afge
kort tot rwzi en heet het sleu-
telkenmerk voor de reinheid
van water BOD5 (hoewel men
er langzamerhand achterkomt
dat TOC wel zo belangrijk is).
De filosofie van de proefinstal
latie waarmee Hoechst sinds
kort op het terrein van de rwzi
der gemeente Dronten bezig is,
is een stroomlijning van het
herhaalde proces van uitvlok-
ken en bezinken. We kwamen
dat in de standaardopzet van
de waterzuivering driemaal te
gen (met wat elastiek) en dat
vond men wat veel. Die vlokke
rige substanties zinken erg
langzaam, dat heeft tijd nodig,
en tijd is geld in dit verband.
Wil het spul de bodem berei
ken. dan moet de stroomsnel
heid van het water nog een
stuk lager zijn dan de bezink-
snelheld. Dat betekent uitge
strekte bezinkingsbassins, en
die zijn duur.
Uitlokken
Hoechst schuift dat alles vol
gens Industriële normen in el
kaar en bereikt zo op een vler
kante meter heel wa<. Het ri
oolwater zoals dat uit de pijp
komt, wordt zonder meer be
werkt met aluminiumzouten
en andere kunstgrepen die al
les laten uitvlokken wat er
maar wil uitvlokken. Dat is,
behalve 95 procent van de fos
faten, ook een groot deel van
de organische afvalstoffen. Die
hoeven dus niet meer biolo
gisch te worden afgebroken, ze
worden direct uit het water
gehaald. Zeer direct, want het
bezlnkingsbassln is vervangen
door een eenvoudige filtereak
(een weefsel van door het con
cern vervaardigde kunstvezel).
Het water dat daar uit loopt is
helder. Het is nog te verontrei
nigd om zomaar te lozen, maar
op de capaciteit van de biologi
sche zuivering nog immer de
tweede trap zijn stevige be
sparingen mogelijk. De groot
ste zorg van de mensen die in
Dronten experimenteren is,
dat het water na de eerste trap
al te schoon is. Voor de biologi
sche zuivering hebben zij na
melijk een toren gebouwd
waar het water via een honing
graatachtige structuur van rib
beltjesplastic (vervaardigd
door het concern) doorheen
siepelt. De reinigende micro-
organismen zitten in slijmerige
laagjes op het Inwendige op
pervlak. Maar ze floreren al
leen goed als ze een minimum
te eten krijgen. En daarvoor
zou het wel eens nodig kunnen
zijn, wat puur rioolwater bij te
mengen dat alleen gezeefd is.
Of zo'n toren in ons klimaat 's
winters zo'n succes zal zijn,
valt te betwijfelen, maar die
eerste trap met die filteraak-
ken ziet er zeker boeiend uit.
Hij levert meteen een hanteer
baar („steekvast") soort slib
op, met een watergehalte van
80 procent. Dat lijkt voor de
buitenstaander veel, maar een
conventionele installatie pro
duceert in eerste instantie een
minder hanteerbare drab op
die voor 97 procent uit water
bestaat en waar dan nog een
serie trucs mee uitgehaald
moet worden.
Behalve dat het allemaal van
plastic is. is het volgens de
bedenkers van dit alles nog
goedkoper ook. We zullen zien.
De stellage rechts herbergt twee filterzakken; links de
biologische reinigingstoren.
in I i iil—h—M