MAASVLAKTE EEUWENLANG ZEEMANSGRAF f De bewogen historie van het duurste stukje Nederland Wetenschap en techniek Slim Hartversterking Uitkijken ETERDAG 30 JULI 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet loor Hans W. Ledeboer Een luchtfoto biedt een prachtig overzicht van de Maasvlakte (van noord naar zuid) ln 1970, toen deze voorgoed droog kwam. Op de achtergrond de Nieuwe Waterweg met daarboven een stukje Westland. Op de voorgrond de dam tussen Oostvoornse Meer en Brielse Gat. In het midden de dam tussen Oostvoornse Meer en Brielse Meer, Rechts boven de BP-raffinaderij op wat vroeger De Beer was. (Foto KLM Aerocarto) OTTERDAM Het allerduur- e stukje Nederlandse bodem ;t in het uiterste westen van is land. Het heet Maasvlakte, eet 2400 hectare, is aan het nd van de jaren zestig en begin iventig ten zuidwesten van :oek van Holland in zee uitge- ouwd en het kostte niet minder an twee en een half miljard lilden: anderhalf miljard aan indijking, een half miljard aan pspulten en aanleg van de lakte zelf en ruim vierhonderd tiljoen aan kadebouw. Het rijk etaalde tweederde van de om- ijklng: een miljard. De andere osten, een half miljard voor de mdijking en alles voor al het ndere werk, heeft de gemeente (otterdam betaald. Vandaar at het voor Rotterdam nogal inverteerbaar is, dat het rijk wil oorschrijven wat er allemaal op lie Maasvlakte moet komen. Jenk aan de touwtrekkerij om le contalnerterminal die er nog iteeds niet is, omdat het rijk die ïeel wat kleiner wil hebben dan Rotterdam. Er zijn nog meer spanningen en irrita ties met betrekking tot de Maasvlak- er zijn plannen die niet doorgingen, is en wordt nog op allerlei tenen getrapt, er is soms over een plan Jó lang gekibbeld en gepalaverd dat ®n bedrijf dat voor een plaats op die Waasvlakte belangstelling toonde, tlch maar terugtrok en zich ln een ndere Europese haven ging vestigen. Grafmonument Misschien houdt dit allemaal verband met de historie. De zeeman is bijgelo vig en voor de zeeman is dit kostbare, kin zee uitgebouwde haven- en indus- iegebied tevens een enorm grafmo- lument voor zijn kameraden, die in de loop der eeuwen hier zijn onderge- Tot in de wisseling tussen de taren zestig en zeventig de omdijking •an de Maasvlakte was gesloten, was ier het gevaarlijkste gebied van de iele Nederlandse kust en daarom ieeft menige zeeman een zucht van rerlichting geslaakt toen dit zandbak- :omplex tussen „het Gat van de lawk" en de Nieuwe Waterweg voor- foed bij het vasteland was ingelijfd, intelbaar zijn de wrakken met vaak daarin nog de lijken van zeelieden, die onder het terrein liggen waar nu een elektrische centrale, een aardgas-em placement, een ertsoverslagbedrijf, een olietermlnal en een enorm braak liggend nog aan industrieën uit te geven stuk land zijn te vinden. Éénmaal goed afgelopen Er is in de historie maar één geval bekend van een ongeluk op de Maas vlakte dat fortuinlijk afliep: in de ja- ^ren twintig sloeg de Meerdrecht dank ftij een uitzonderlijk hoge vloed samen ■met de reddingsboot van Hoek van FHolland onbeschadigd over de Maas vlakte heen het Brielse Gat in. Maar even voor de jaren zestig strand- de op de Maasvlakte het Letlandse schip Valka. De reddingsboot Prins der Nederlanden uit Hoek van Hol land sloeg om op een grondzee. De "iele bemanning kwam daarbij om. En le laatste grote ramp, die van de Rad- mar, zullen heel wat Rotterdammers, [Rozenburgers en bewoners van Hoek Ivan Holland lang onthouden. Toen raakten de twee assisterende sleepbo- k ten zelf in nood en de schipper van de "loekse reddingboot sloeg overboord en verdronk. NOOROZEE VHOLLAND De Maasvlakte nu: in het noorden de olieterminal, in het westen de elektrische centrale, ln het zuiden het ertsoverslagbedrijf met daarnaast het emplacement van de Gasunie. Ertsoverslagbedrijf Europoort, Beneluxhaven, Dintelhaven, BP-raffinaderij en Beerkanaal liggen op het gebied, dat vroeger het natuurreservaat „De Beer" vormde. Ten westen van Oostvoome en ten zuiden van de Maasvlakte is nu een heel Interessant natuurgebied zich aan het vormen. .hel :de Vóór de jaren zeventig was voor iedere zeeman die de Nieuwe Waterweg uit voer het parool, eerst een heel eind westwaarts varen, eer de steven naar het zuiden kon worden gewend. En de binnenkomende zeeman moest heel precies van het westen uit de Water weg aanlopen, omdat hij tussen twee kwaden zat: de Maasvlakte en de Noorderpier, waar in 1953 de Faustus in een vliegende storm dwars door heen is geslagen. Uiterst gevaarlijk Al in de zestiende eeuw wordt de Maasvlakte vermeld als uiterst ge vaarlijk water. Maar uit die tijd is er geen register van scheepsnamen. In de latere lijsten van schepen die op de Maasvlakte ondergingen, vinden we bekende namen, zoals de Groningen van de Rotterdamsche Lloyd, het eer ste schip dat na de opening van de Nieuwe Waterweg hier onderging. Dan de Franse bark Abdel Kader, de Britse Louisa en Luna, de Schiedam, de Am sterdam, de Zweedse bark Solid, weer een Brit, de Fenham, de Noor Slelp- ner, waarvan alleen wat wrakhout en een stuk naambord werd teruggevon den. Iedere winter was het hier raak, in 1879 waren er vijf strandingen in één winter. In de Eerste Wereldoorlog werd er minder gevaren, zodat het aantal scheepsrampen op de Maasvlakte af nam. Daarna kwamen er weer lugube re feiten: de Franse Falalse, de Spaan se Salvadore, de Britse Margaret Murray. Roestige rots Al die schepen verdwenen geleidelijk aan onder het zand, op één na, dat meer dan tachtig Jaar als een roestig stuk rots bleef uitsteken, bij hoog wa ter onderlopend en bij eb boven water komend. Reddingboot en vissers voe ren er met een wijde boog omheen. In de jaren vijftig is de marine dit wrak met springstof te lijf gegaan. Nog ble ven de resten zichtbaar, tot de hele zaak werd Ingedijkt en opgespoten en het graf met zand werd afgedekt. Zelfs de Jonge zeeman de Maasvlakte bestaat nog geen vijf Jaar beziet dit stuk Rotterdams haven- en industrie gebied met andere ogen dan de naakt zwemmer, die van de zuidwestkant van dit nieuwe land een duik ln zee neemt. Naaktzwemmen is hier ooglui- Voor velen trieste historie: de Maasvlakte en De Beer onderle J"*, ^da^dat"^ bulldozers. Een natuurreservaat wordt opgeruimd en onderge- men dagjesmensen zich joU. ploegd. den ergeren Al in 1967, toen er nog druk werd gewerkt om de Maasvlakte boven wa ter te krijgen, had Rotterdam al plan nen voor een enorme uitbreiding van het oorspronkelijke project. Die uit breiding zou naar het zuiden moeten gaan, om Voorne heen. Het is er nooit van gekomen. Er was teveel tegenkan ting. Met de aanleg van Europoort en Maasvlakte op zichzelf had het Rot terdamse havenbedrijf zich al de woe de van veel natuurliefhebbers, biolo gen en recreatiezoekenden op de hals gehaald. Een heel natuurreservaat, De Beer, eigendom van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, is voor het gigantische Europoortcom plex onteigend en ln de bodem ge stampt. Daar staan nu olieraffinade rijen en chemische fabrieken. Er zijn havens doorgegraven. Nu was het wel genoeg. De burgemees ter van Rockanje, jhr J. Alberda van Ekenstein: „Ais dat zou gebeuren zou ik dat te eeuwigen dage Jammer vin den. Wanneer fabrieken verrijzen ten westen van Voorne blijft er van Roc kanje, de recreatie en van heel het eiland Voorne niets over!" De burge meester van Brielle, de heer H. van Es: „Heel het buitenleven op Voorne gaat dan verloren, Voorne wordt totaal in gesloten door Industrie." Burgemeester J. G. Bosch van Vier- polders en Zwartewaal: „Dit prachtige stuk natuur met al zijn groen is onver enigbaar met de plannen voor uitbrei ding naar het zuiden van de Maasvlak te." Burgemeester Jhr T. A. J. van Eijsinga van Hellevoetsluis: „Ik leg het plan maar naast mij neer. Geluk kig hebben we Rijnmond nog, dat ons zonodig zal helpen. Maar krijgen de plannen grond, dan vind ik dat uiterst griezelig." Waarbij kwam, dat allerlei zeldzame planten en vogels uit het vernietigde natuurreservaat De Beer zich in de loop van enkele jaren al waren gaan vestigen op het kustge bied bezuiden de Maasvlakte. Het zou de moeite waard zijn dit terrein, de Voomese kuststrook, te bestemmen tot natuurreservaat ter vervanging van De Beer. BI] Rotterdam In 1971 kwam er een wet, waarbij de Maasvlakte als grondgebied werd in- gedeeld bij de gemeente Rotterdam. Het jaar daarvoor waren de eerste bestellingen geplaatst voor de elektri sche centrale, die voorlopig géén kern centrale zou worden. De eerste eenhe den zijn al ln bedrijf. Verder staan op de Maasvlakte een aardgas-emplace ment van de Gasunie, een ertsover slagbedrijf en een olietermlnal. Voor de rest ls het een Immens braak lig gend stuk land met ergens in die woes tijn de eenzaamste politiepost van Ne derland. In 1969, nog voor de Maas vlakte helemaal was ingedijkt, waren er plannen voor een hoogovencom plex, dat in 1973 in produktie zou moeten komen. Het ging niet door: uit de woonkernen ln de omgeving kwa men teveel protesten, men vreesde enorme luchtvervuiling, wilde hier geen herhaling van hetgeen er in en om Veisen aan de hand is. Er kwam een plan voor een ertsknlk- kerfabriek. Ook dat ging niet door: nog tijdens de besprekingen, die in verband met garanties voor het milieu bijzonder lang duurden, trok de gega digde zich terug om naar een andere Europese haven uit te kijken. Er is nu een aardgas-overslagplan in bespreking: uit Algerije per druktank- schlp aangevoerd aardgas zou hier kunnen worden overgeslagen. Het plan kreeg een vernietigende gevaren- analyse van TNO en een daarop aan sluitend economisch rapport vol vra gen en twijfels. Misschien gaat men ook met dit plan naar het buitenland: het pelgische Zeebrugge ontwikkelt eveneens zo'n aardgas-overslaglnstal- latie, voor het geval Rijnmond en Rot terdam de zaak zouden afwijzen. Maagdelijk Het grootste deel van de Maasvlakte is nog steeds heel dure maagdelijke grond. De zeeman betreedt die met gemengde gevoelens, denkend aan zijn omgekomen kameraden. De be woner van Hoek van Holland, Oost voome, Brielle, Rockanje of Helle voetsluis beziet dit gebied met waak zaamheid, wellicht ongerustheid. Rot terdam, Rijnmond en de provincie Zuid-Holland denken aan de toe komst van hun burgers. Nog is er niets verloren dan het natuurreservaat De Beer. Maar dat was genoeg, misschien al net te veel. De Maasvlakte werd Rotterdams grondgebied, de Rotterdamse politie vestigt hier het gezag. De eenzaamste politiepost van heel Nederland. Wanneer het nogal zeldzame koraalvisje Calloplesiops alti- velis zich bedreigd voelt, keert het zijn belagers met grote koudbloedigheid de achter flank toe en spreidt staart- en rugvin uit (foto onder). Dankzij de vlek aan de basis van de rugvin, lijkt het 15 centimeter kleine visje dan verrassend nauwkeurig op het 15 centime ter grote hoofd plus voorstuk van de als onvriendelijk be kend staande pallngachtige Gymnothorax meleagris. Een aanvaller heeft dan alle aanlei ding om te verwachten dat daar nog een kleine meter pa llngachtige agressie achter zit, verborgen ln een holte ln het koraal. Dat is namelijk de ge liefkoosde positie van de echte Gymnothorax (foto boven). En Calloplesiops blijft zorgvul dig ln de buurt van het koraal, zodat hij zijn stunt vóór een suggestief holletje kan uitha len. De Amerikaan John E. McCosker zocht voor de kust van de Grote Comoren ln de Stille Oceaan onder water uit. En in Science (197, 400-401; 1977) legt hij uit dat het ver schijnsel voldoet aan de meest strenge criteria vor mimicry volgens Bates, de truc van kwetsbare dieren om op een of andere manier op een gevaar lijker medebewoner te lijken en daardoor minder vaak te worden opgegeten. Die criteria zijn: 1) de model soort is onaantrekkelijk voor roofdieren, 2) de na-aper is wel aantrekkelijk, maar is vanuit zijn oorspronkelijke verschij ning zodanig geëvolueerd dat hij zo op de modelsoort lijkt dat roofdieren voor de gek ge houden worden. 3) de na-aper komt minder voor dan de mo delsoort (anders krijgen roof dieren de truc misschien toch door), 4) de na-aper bewoont hetzelfde gebied als de model soort. 5) belde zien er opval lend uit of zijn ln ieder geval voor roofdieren goed zicht baar. en 6) roofdieren leren of associëren onwenselijkheid met het uiterlijk van de model soort. McCosker is met de vondst erg in zijn nopjes, omdat mimicry volgens Bates maar zelden ln het rijk der vissen wordt aan getroffen. Verreweg de meeste voorbeelden komen uit de In sectenwereld. De rol van de heer Bates in dit verhaal overigens is een tame lijk ondergeschikte. Hij dient alleen om het beschreven ver schijnsel te kunnen onder scheiden van de mimicry vol gens MOiler. Die werkt een nu ance anders: het is de gelijke nis en opvallendheid van ver schillende diersoorten die dient om met vereende krach ten aan te geven dat ze allebei smerig smaken. McCosker heeft haarscherp bewezen dat het in zijn geval niet gaat om mimicry volgens Müller: Cal loplesiops. meldt hij, smaakt niet smerig. Over Gymnotho rax meldt hij op dit punt geen waarnemingen. En daar kun nen wij begrip voor opbrengen. McCosker is verbonden aan het Stelnhart aquarium van de Callfornische academie van wetenschappen. De foto's zijn gemaakt door T. McHugh/Pho- to Researchers. Bedenkelijk nieuws voor geheelonthouders. Wie per dag gemid deld een kleine twee glazen wijn drinkt, lijkt daarmee zijn kansen op een hartinfarct niet onaanzienlijk te verlagen. Ameri kaans onderzoek dat vorige week de kolommen van het Britse medische vakblad The Lancet sierde, bracht aan het licht dat de matige drinker een gezonder patroon van vetachtige stoffen In zijn bloed heeft. Een overeenkomstige hoeveelheid bier of spiritualiën heeft hetzelfde effect Het verschil tussen nul en twee glazen per dag is volgens de Amerikaanse onderzoekers van het Nationaal gezondheidsinstaituut (NIH) even groot als wat bereikt wordt met een dieet dat op het verlagen van het bloedvetgehalte gericht is. En dat bloedvetgehalte is een erken de risicofactor voor hart- en vaatziekten. Dat betekent overigens niet zonder nader bewijs dat het risico daalt wanneer de risicofactor op welke manier dan ook teruggeschroefd wordt. Zodat de Amerikanen keurig netjes concluderen dat het voorbarig zou zijn, mensen op grond van hun onderzoeksresultaten alleen aan te moedigen om een glaasje extra te drinken. Waarvan akte. Het is weinig gebruikelijk dat onderzoekers reclame maken voor hun eigen onderzoekresultaten. Een boelend voorbeeld ls de ingezonden brief ln 8cience van gisteren, waarin de Amerikanen Leibowltz en Owens de maatschappelijke betekenis toelichten van een studie die zij vorig jaar publiceerden ln het Amerikaanse tijdschrift voor optometrie en fysiolo gische optica. Hun boodschap lijkt inderdaad ln wijdere kring overweging te verdienen; Je kunt mis schien aardig wat verkeersongelukken voorkomen door automobilisten ln het donker een bril te laten dragen, ook als ze die overdag helemaal niet nodig hebben. De redenering loopt als volgt, 's Nachts gebeuren er meer ernstige ongelukken. Dat heeft aantoonbaar lets met de zicht baarheid van situaties te ma ken, want de veiligheid verbe tert bij goede wegverllchting. Nu is zichtbaarheid geen een duidig begrip. Mensen kijken met twee systemen tegelijk. Het gerichte kijken gebeurt met het centrale deel van het netvlies en betreft het herken nen van vormen en het identi ficeren van dingen. De rest van het netvlies „ziet" de totale omgeving in veel minder detail en verschaft vooral informatie over positie van de waarnemer ln zijn omgeving. Zolang er niets bijzonders aan de hand ls, gebruikt de auto mobilist vooral dit zogenaam de perifere gezichtsvermogen, namelijk om met zijn auto op de weg te blijven. Pas voor bijzonderheden als kruisingen, verkeerstekens. obstakels, heeft hij de vormen herken nende eigenschappen van het centrale gezichtsvermogen nodig. Nu wil het nare van het geval, aldus Leibowitz en Owens, dat het perifere gezichtsvermogen bij schemer en duisternis nau welijks minder wordt, maar het centrale wel degelijk. Re sultaat: de automobilist blijft denken dat hij de situatie be hoorlijk ln de pelling heeft, ziet ook geen aanleiding om bij voorbeeld lan^amer te rijden. Tot hij verrast wordt door veel te laat herkende vormen zoals daar zijn, fietsers, voetgangers of stilstaande auto's. Waar de belde Amerikanen nu aandacht voor vragen, is de omstandigheid dat nogal wat mensen die overdag niet bij ziend zijn, dat in het donker wel zijn. Dat weten zij zelf niet, en zo lopen zij een onvermoed extra risico op nachtelijke ver rassingen. Die nacht-bijziend heid, aldus Leibowitz en Owens, ls te meten en met een bril te corrigeren. In leder ge val zagen onze studenten dank zij zo'n correctie in het donker 25 procent scherper. En dat zou ter voorkoming van onge lukken bij hoge snelheden wel eens vrij belangrijk kunnen zijn. Het is een idee. (Sciehce, 197. 422-423; 1977).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 17