De weggezaagde eerste trede De functie van de preek Jan Luiken op een zondagmiddag /ÏX 6^ 033' P*oe informatie VANDAAG VOORBl KOK KAMPE KERK Trouw/Kwartet door Paul van Dijk Veel gedoopten verlaten geruisloos de kerk omdat ze haar taal niet meer verstaan en de vraag naar de tegenwoordigheid van Ood voor hen alle zin verloren heeft. Dit zegt de Franse theoloog en natuurkundige Paul Verhoye in zijn boekje, dat de ietwat programmatische titel kreeg „Waar is de Hemel gebleven?" Verhoye poogt een brug te slaan tussen de traditionele geloofstaal en de voor de leek vaak al even onbegrijpelijke taal van de wetenschap. De moeilijkheid die de mens van vandaag ondervindt bij rijn geloot la ongeveer dezell- de als die van de man, die aan de voet van een ladder staat waaruit de eerste trede is weggezaagd De eerste stap In bet geloot was tot voor kort vaak geïnspireerd door de behoefte om de re ld en de orde daarin te verklaren: ..Er moet toch >eta achter zitten Maar men heeft zoveel gepraat over God als de enige verklaring voor het bestaan van het heelal, dat HIJ veel van zijn waarschijnlijkheid vor- loren heeft sinds men andere verklaringen heeft gevonden, die veel helderder zijn en beter te controleren. Ood aLs degeen gelijk de erevoorzitter van een voetbalclub de aftrap heeft mogen geven In het heelal en die we nadien het veld hebben uitge stuurd (omdat we het spel liever zelf spelen), zo'n Ood als eerste oorzaak is wetenschap pelijk gezien overbodig geworden Dat zo'n Ood als gaatjesvuller <.an or— kennis, gelovig gezien altijd al overbodig, ja zelfs een aanfluiting Is geweest, zou ik eraan toe willen voegen. Minder dan de uit de r.k traditie stammende auteur ben ik geneigd de natuurlijke godskennis te waarderen als een ooit bruikbare eerste trede op de ladder van het geloof Deze eerste sport is m l niet pas onlangs onmogelijk geworden door de voortschrijdende wetenschap, maar alt d al gevaarlijk geweest vanwege de andere aard van het Joods-chrlsteliJke scheppingsgeloof Culturele revolutie Het zal Inmiddels wel duidelijk zijn. dat de vraag „Waar is de hemel gebleven?" model staat voor een hele reeks van vragen die zich vanuit het moderne zelfvers taan en vanuit de wetenschappelijke wereldverklaring met betekenis tot de traditionele geloofstaal la ten stellen. De veranderingen ln het ver staan van de wereld en onze eigen plaats daarin zijn zo radicaal en voltrekken zich zo snel. dat je wel kunt spreken an een culture le rev r citeer nu vrij: Duurde tot voor kort een beschaving minstens enkele generaties en hadden dienovereenkomsUg de bejaarden de wijsheid ln pacht, sinds kort volgen de verschillende tijdperken elkaar op binnen het bestek van één generatie en lijkt erva- nn- ^gedaan in een vroegere generaUe eerder een nadeel dan een voordeel. Alles (vanaf onze keukens tot onze Ideeën) ls al verouderd voor het versleten ls. behalve de mensen: die zijn versleten voordat ze be jaard zijn geworden! Er is geen grens meer aan onze horizon en alle woorden van heel de wereld stromen uit onze transistors. Achthonderd miljoen men sen volgen Armstrong als hij stenen opraapt op de maan. Maar onze kinderen worden nog altijd even naakt en weerloos geboren als vroeger en hebben een kwart eeuw nodig om tijdgenoten van zichzelf te kunnen wor den Ze zijn zo lang op school dat ze soms zelf al kind-ren hebben als ze het onderwijs veria«. o n. Maar helaas verschaffen ai die dingen die we moeten weten ons geen groter hoofd. En om de miljoenen wier ellende de tv. ons toont te kunnen beminnen, hebben we nog altijd een hart dat maar zo groot is als een appel. En hoe boelend dit bestaan ook moge zijn, we verslapen er nog altijd een derde deel van. Is dit leven niet zo vermoeiend geworden dat we een groot deel van de opbrengst weer afreageren ln fauteuils, rustkuren, snipper dagen en verandering van sfeer op medisch advies? Hoeveel bevrijding ons de techni sche verandering ook gebracht heeft: wat is de uiteindelijke zin van al die vrijheid? Sneltrein Oevat formulerend en suggestief schrijvend schildert Verhoye onze situatie. Met een beeld: we zitten in een sneltrein; als die eenmaal op snelheid ls. worden de namen van de stations onleesbaar en is er geen maat meer. Men ziet de dingen niet meer aankomen; ze vliegen alleen maar voorbij. Ingebouwd in onze T.V. vertrekt deze snel trein elke avond weer voor een reis om de wereld ln twintig minuten! De menselijke intelligentie, zo knap in het uitvinden, is maar een povere hulp bij het vinden van het Juiste gedrag tegenover die uitvindingen. „Education permanente" (voortgezette vorming) is een fraai woord dat aanduidt hoe radicaal-voorlopig onze inzichten geworden zijn en hoe onaangepast ons gedrag. De wereld had zich gehaast om van elke dag een zondag te maken, maar elke dag ls een drukke maandag geworden. twee voorwaarden voldoen: het dient zich uit te spreken ln de taal van deze tijd (oude wijn in nieuwe zakken, oud geloof in jonge mensen, oude levenswijsheid ln moderne Inzichten en oude antwoorden op nieuwe aanvragen!) èn het dient de mensen te hel pen om te leven ln een wereld die door wetenschappelijke kennis en technische macht voortdurend van gedaante veran dert. Helder. Op de proef Dat alles heeft zijn consequenties voor de geloofsbezlnnlng. Geen enkele geloofsver volging heeft ooit het geloof zo op de proef gesteld als dit thans gebeurt door de snelle ontwikkeling van inzichten en de bruuske en ingrijpende veranderingen van leven en zeden. Woorden waarmee men gisteren nog zijn diepste overtuigingen uitsprak, roepen thans een medelijdende glimlach op. Om levend en voor het dagelijks leven Inspi rerend te kunnen zijn moet het geloof aan In een eerste deel van zijn boek behandelt de auteur op heldere wijze de huidige stand van inzicht omtrent de kosmos en het leven; popularisering in de goede zin! Het ls fataal geworden, dat de wetenschap pelijke wijze van kennen, met haar éénzijdi ge overwicht, alle andere wijzen van kennen ln dlscrediet heeft gebracht; een zeer be paalde en ongetwijfeld succesvolle ken-wij- ze heeft alle andere gedevalueerd. Tegelijk heeft de stormachtige ontwikkeling der na tuurwetenschappelijke inzichten ook de be grensdheid ervan aangetoond. Zo kon het wezenlijke van het leven samen te leven en alleen te moeten sterven aan de aandacht gaan ontsnappen. Er bestaan zo langzamerhand veel mensen die veel weten, maar slechts een gering aantal verstaat het weinige dat nodig is om te leven. Kennen, analytisch denken, is een zaak van wetenschap en veelheid; je moet er alleen de observatie- en meetinstrumenten voor bezitten en een begrippencomplex en met die ervaringen en metingen te kunnen werken. Bevatten, kunnen samen vatten, omvatten („com-prendre") is een zaak van gegrepen- heid en van eenheid; daar is „gevatheid" en een vragend hart voor nodig. Misschien dat daarom profeten en dichters soms meer bevatten dan hun geleerde tijdgenoten, die ongetwijfeld meer begrijpen in de zin van verklaren kunnen. Hoe dat ook zij, het lijkt mij niet wijs om begrijpen en bevatten, een koel hoofd en een warm hart tegen elkaar uit te spelen! Een van de grootste verdiensten van dit boekje ls. dat het deze „scheiding der gees ten", deze scheiding van hoofd en hart, van weten en geloven niet accepteert. De auteur is ervan overtuigd, dat geloven (ontdaan van wereldbeschouwelijke pretenties) èn weten (ontdaan van verabsolutering) niet in mindering op elkaar komen, maar elkaar aanvullen, Ja zelfs naar elkaar verwijzen. Het best komt deze overtuiging tot uiting in het haast poëtische slot van het hoofdstukje „De mens en de levende systemen." Als u zou weten hoeveel scheikunde er nodig ls, geregelde temperatuur, stofwisseling, welke juiste dosis cholesterol en wat voor een welbeschermd zenuwsysteem cm een mens te kunnen laten dromen, Als u zou weten hoeveel zuurstof er nodig is, proteïnen hoeveel polsslag, gewillige spieren en hoeveel hormonen om lief te kunnen hebben, En dan nog hoe dit ene door het andere wordt opgeroepen, hoe heel het gewicht van het ene de keuze van het andere bepaalt, misschien zou u dan weten wie God eigenlijk is. (blz. 35. 36) door Hans Bouma Wat ls de functie van de preek? We ontmoeten zeer verschillende opvattingen. Om twee uitersten te noemen: de preek komt neer op een verkondiging van de elemen taire geloofswaarheden én de preek ls een vorm van toerus ting om ln deze wereld daad werkelijk christen te zijn. In de eerste opvatting draagt de preek een duidelijk dogmatisch, ln de tweede een duidelijk ethisch ka rakter. Zelf geef ik de voorkeur aan de tweede opvatting. Oraag laat Ik u delen ln de bijbels-theologische overwegingen, die mij tot deze voorkeur hebben gebracht. Om meteen maar dicht bij het vuur te zitten, ga lk hierbij uit van het preekgenre dat in de prille Jeruza- lemse gemeente wordt beoefend en dat ln Handelingen 2 vers 42 „het onderwijs der apostelen" wordt genoemd. Dit onderwijs «Ildaché staat er ln het Orteks) geldt als een voortzet ting van de verkondiging (kènig ma) der apostelen. Het kêrugma ls de feestelijke proclamatie van de lang verwachte eindtijd. Het richt zich tot mensen, die nog niet tot de kring van Jezus' discipelen beho ren. Het ls kort en bondig. Indrin gend en appellerend. Het mikt op bekering en geloof. Voorbeelden van dit kèrugma. deze verkondi ging, vinden we ln de toespraken van Petrus. Het kèrugma beant woordt geheel aan de eerste op dracht van Mattheus 28:19 „Maakt al de volken tot mijn discipelen". Het kèrugma ls missionair. Het klinkt bulten de kring van de ge meente. Binnen die kring van de gemeente is het meer een kwestie van onderwijs, dldachè. DAAr loopt het in Mattheus 28:19 dan ook op uit: „En leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb". In dit onderwijs moet duidelijk worden, dat het reeds verkondigde en aanvaarde hellshandelen van Ood het heilzame handelen van Jezus' leerlingen tot gevolg moet hebben. Het zet een manier van leven uit, die reageert op de nieuwe stand van zaken.De Evangeliën bieden ons een Indruk van dit apos tolisch onderwijs. Orof gezegd kun nen we de verkondiging de dogma tiek en het onderwijs de ethiek van de eerste gemeente noemen. Hebreeën 5 vers 13 en 14 over spreekt De melk voor zuigelingen betreft het kèrugma. het funda ment, het eerste, het basisonder wijs der apostelen. Maar daar mag het niet bU blijven. Binnen de ge meente moet men verder zien te komen. Er dient gebóüwd te wor den op het fundament Dat gebeurt bij het tweede, het vervolgonder wijs der apostelen: de vaste spijs voor de volwassenen, die de han den uit de mouwen willen steken. Dat laatste ls dan een vrije verta ling van wat Hebreeën 5:14 noemt „het onderschelden van goed en kwaad". De ethiek van het christe lijk leven komt hier ln zicht! Vanuit de schokkende ontmoeting met de opgestane Jezus moer er ln de cha os van deze wereld orde op zaken worden gesteld. Het onderwijs wakkert de honger en dorst naar gerechtigheid aan. Het heeft met de „toerusting tot dienstbetoon" uit Efezlërs 4:12 te maken. In het onderwijs worden de Schriften ont vouwd en uitgelegd met het oog op de beslissingen, die genomen moe ten worden inzake goed en kwaad, recht en onrecht. Melk en vaste spijs Accent Eén en ander herinnert sterk aan de melk voor zuigelingen en de vaste spijs voor volwassenen, waar Wanneer het onderwijs der aposte len ook karakteristiek ls voor ónze samenkomsten, zou dit kunnen be tekenen dat het ons niet zozeer te doen moet zijn om een verkondi ging van het fundamentele alswel om het bouwen van een evange lisch leven op het (reeds gelegde) fundament. De nuancering „niet zozeer/alswel" bedoelt aan te ge ven, dat het één het ander niet hoeft uit te sluiten. Het onderwijs kan verkondigende elementen be vatten. Maar het accent zal toch moeten liggen op de consequenties die de opstanding van Jezus ln ons dagelijks leven wil hebben. Met een prediking, die louter „kèrugma". fundamentele verkondiging is. per mitteren wij ons de onverantwoor de luxe tegen beter weten ln onvol wassen te blijven, zuigelingen die geen weet hebben van goed en kwaad. Zo'n elementaire prediking steekt schijnbaar af naar de diepte, doch ls ln wezen oppervlakkig. Wij mogen niet stil blijven staan bij het dogma, bij (Hebreeën 6 vers 2), de bekering, het geloof, de doop, de oplegging der handen, de opstan ding en het eeuwig oordeel. Daar doen we deze kapitale gebeurtenis sen ook geen recht mee. Ze zijn Immers alleen geschied om ons op weg te helpen. Ook verder Ondertussen hoeft het elementaire, behalve ln de preek, ook verder in de dienst bepaald niet verewegen te worden. Bij de genadeverkondi ging bijvoorbeeld mag het volop van kracht zijn. En hoe uitbundig kan het ln liederen bezongen en ln belijdenissen beaamd worden! Een didactische, een onderwijzen de prediking veronderstelt een reeds aanwezig proces van beke ring en geloof, een Innige betrok kenheid op het hellshandelen van God. De samenkomst van de ge meente ls ln dit geval niet het be gin, maar het einde. De volgelingen van Jezus verzamelen zich daar als mensen, die reeds een keuze heb ben gemaakt en nu wel 's willen horen wat er verder van hen wordt verwacht. Zo langzamerhand verkeren we in een situatie, dat lang niet iedere kerkganger zoveel fundament, zo veel grond onder de voeten heeft, dat hij toe ls aan een onderwijzen de prediking. Menigeen is niet vol doende getraind ln het elementaire om het onderwijs met de nodige lenigheid te kunnen volgen. De pre diking kan hier uiteraard niet ach teloos aan voorbijgaan. Doch slechts met grote tegenzin zal zij het zo noodzakelijke onderwijs opofferen aan de toch nog noodza kelijk gebleken verkondiging. Met Vriendelijke dame tegen dominees vrouw, die er onder de preek een beetje soezerig uitziet: „Wilt u een beetje eau de cologne?" Domineesvrouw: „Dank u, ik slaap liever." (Uit „Punt" van 5 septem ber 1896). grote tegenzin, want het betekent een stap terug. Hans Bouma is gereformeerd predi kant te Hilversum. fAOvERTENTiEl 1 maandblad van de 1 Gereformeerde Kerken, dal 1 berichten, nieuws, actuele 1 en buitenland, «pedaal voo* u objectief noteert Postbus 202, Uueden AMSTERDAM: Postbus 859 Wfcautstraat 131 Tal. 020-913456 Telex 13006 ROTTEROAM/DORDRECKT Poetbus 948 Westbtaak 9. Rotterdam Tel. 010*115588 DEN MAA0/IEI0EN Postbus 101 Parkstraat 22. Den Haag Tel. 070-469445 ZWOLLE/GRONINGEN Postbus 3 MekmarVt 56 Zwolle Tel. 05200-17030 door A. J. Klei Het is zondagmiddag. Door de st&jl-dichtgetrolcken vitrages valt gezeefd licht in de rustige huiskamer. Aan tafel zitten een paar kinderen. Een meisje van een jaar of vijftien bekijkt met een Jonger zusje de plaatjes in een boek en tegenover hen zit hun broertje te lezen Als ze wat zeggen, doen ze dat zachtjes, want vader dut in zijn leunstoel; het kerkblad is half van z'n knieën gegleden. Moeder wacht tot het theewater kookt, vluchtig bladert ze de prentenbijbel door, die ze straks op haar gemak hoopt te kunnen inzien. Ik stem toe. dat het boven staande verdacht veel lijkt op het begin van een christelijke streekroman, maar lk ben, naar weldra blijken zal. bezig met een boekaankondiging. Terug naar die stille hulskamer, waar HUtermann en Studio 8port geen schijn van kans hebben, omdat radio en televisie ontbreken Vader wenst die dingen niet ln huls te halen, hij zal de geestelijke boosheden in de lucht niet verzoeken. Op zijn kantoor heeft hij wel een piepklein radiootje, maar dat is alleen voor het landbouwnleuws en de weersverwachting Ook op het punt van de lectuur ziet de heer des huizes nauwlettend toe en zondags blijven gekleurde tijdschriften en romannetjes achter slot en grendel. De prod uk ten van christelijke uitgevers vallen mede onder dit oordeel, want die zijn niet meer wat ze geweest zijn. Een stichtelijk boek. een kalm spelletje misschien, het kerkblad natuurlijk, en daarmee uit. heeft vader bedisseld Moeder sputtert soms heel voorzichtig een beetje tegen, de kinderen moeten toch wèt En daarom was vader zo Ingenomen met de aanbieding van uitgeverij De Banier ln Utrecht een facsimile-herdruk van het stichtelijke werk van Jan Luiken Het bellenblazen, uit „Des Menschen Begin, Midden en Einde" van Jan Luiken. Hij heeft terstond een bestelling gedaan en vandaar dat hij nu zorgeloos even kan wegpakken. De beide meisjes hebben „De Bykorf des Qemoeds" voor zich. De oudste wijst bijzonderheden aan op de afbeelding van de schildpad en leest het bijbehorende vers voor: Het vaste Schild dat hem verschoond Is ook zyn huls. daar hy ln icoond.... Een dan komt het slot: Bloote Menschdie schutten Kt ld. Zet uwe Wooning onder 't Schtld Van ln de vreeze Oods te leeven... Staat er nog meer over dieren ln?. vraagt het kleine meisje. Haar zusje slaat snel de pagina's om: Het Verschiet. De Ploeg. De Kruiwagen... wacht, hier: De Mot: Zo als de Orond is, daar hy woond, zo is de kleur, die hy vertoond... De kinderen lezen door tot het eind: Wie dan Oods oogen wil behaagen, Zie dat hy van Oods welde eet, En zich met waare Deugd bekleed. De Jongen heeft zijn aandacht bij de afbeeldingen van kinderspelen ln „Des Menschen Begin, Midden en Einde" en leest wat er onder de plaat van het bellen-blazen staat: Gelijk de rond geblaazen Bel. Nadat hysterlyk was verscheenen (Tot vreugd van 't ktnderlyk gestel Weêr oogenbliklyk is verdweenen: Zo is de wereld in haar staat. Die haar beminnaars snel verlaat. De thee ls Inmiddels gezet en vader en moeder pakken elk een deel van „De Schriftuurlyke Geschiedenissen en Gelykenissen van het Oude en Nieuwe Verbond". In de wandeling de Jan Luiken-bijbel genoemd. Vader knikt instemmend als hij toegekomen ls aan de slotregels van het vers over „De bekeerde Ephezers verbranden haare boeken": De Vrucht van 't waar Qeloof, verwerpt, om d'Eeuwigheld, Het Vlees 'lyk Voordeel, van de Dingen dezer Tyd. Vergenoegd kijkt hij het vertrek rond, waar inderdaad „de Dingen dezer Tyd" ontbreken. Zijn vrouw intussen is aangeland bij „David en de reus" en ze zegt het Jan Luiken na: Dies moet een ieder, die verwinnaar zoekt te weezen. De groote Vyand niet, maar God den Heere vreezen. Thans verlaten wij dit aan Jan Luiken verslingerde gezin en stel Ik me de vraag, of lk daarmee een wensdroom van directeur J. P. Otte van uitgeverij De Banier heb geschilderd. Het antwoord is: ja en nee Ja ln zoverre, dat de heer Otte natuurlijk vurig hoopt dat de door hem op de markt gebrachte facsimile-herdrukken van Jan Luiken over de toonbank zullen vliegen. Nee ln zoverre, dat er in de rechterflank van de gereformeerde gezindte, met name ln Zeeland, veel in Jan Luiken gelezen en naar zijn etswerk gekeken wordt. Hij is wel geen „oude schrijver" ln die zin, dat hij dichter in de omgeving van middeleeuwse mystieken zit dan dat hij bij de piëtisten van de nadere reformatie gerekend kan worden, maar deze vrome en produktleve „poëet en etzer" spreekt in zijn onbevangen en oprechte stichtelijkheid nog steeds naar het hart van Jeruzalem. En voorts kunnen Neerlandici met deze herdrukken gediend zijn. Ik behoor niet tot de fijnproevers, die facslmlle-herdukken verwerpen en alleen voor het échte door de knieën gaan. We mogen, dunkt me, blij zijn dat dank zij de moderne techniek boeken van eeuwen her, die anders niet te krijgen of onbetaalbaar zijn, op deze manier onder de mensen komen: voor een redelijke prijs en zonder zich te willen uitgeven voor authentieke exemplaren. Tot dusver zijn bij De Banier verschenen (ik heb ze ln mijn verhaaltje al genoemd): de zgn. Jan Luiken-bijbel, twee delen, formaat 21 bij 26,5 cm., samen circa zevenhonderd pagina's en ..vertoonende Drie honderd zeven en dertig konstige Figuuren, verrykt met Bybelse Verklaaringen en stichtelyke Vereen". Deze facsimile-herdruk ls een ongewijzigde druk van de eerste uitgave in 1712. Prijs per deel tachtig gulden. Voorts: Des Menschen Begin. Midden en Einde" (ook uit 1712, „vertoonende het kinderlyk Bedryf en Aanwas, in Een en vyftig konstige Figuuren, met Godlyke Spreuken (d.l. bijbelteksten) en stichtelyke Verzen", 112 pag., prijs 14,75. En „De Bycorf des Gemoeds" (uit 1711, „Honing zaamelende uit allerly Bloemen, vervattende over de Honderd konstige Figuuren, met Godlyke Spreuken en stichtelyke Vereen"), 420 pag.. prijs 29,75. Er volgen nog acht delen (deze boeken zijn kleiner van formaat dan de Luiken-bijbel). Ik heb er van afgezien, een poging te ondernemen om Jan Luiken als dichter, etser en christelijk denker te beschrijven. Ten eerste omdat zijn werk voor de „gewone" afnemer (en dat behoeven heus niet alleen Zeeuwen en zeer zware gereformeerden zijn!) toegankelijk genoeg is en verder niet omdat de koper bij de uitgeverij gratis een uitvoerig prospectus kan krijgen met een doortimmerd opstel van drs H. van 't Veld. Tenslotte: Ik spel „Luiken", conform de titelpagina's van de aangekondige werken, hoewel veelal „Luyken" geschreven wordt of zelfs „Luijken" met een lange ij. zoals op het naambordje van de straat, waarin ik woon. De auteur van deze bijdrage ls hervormde studentenpastor en wetenschappelijk mede werker aan de Technische Hogeschool Twen te in Enschede. Hij bespreekt: Paul Verhoye, Waar is de hemel gebleven; uitgave Ten Have, Baarn, prijs 13,90. VANZELF De grond brengt vanzelf vrucht; voort; eerst een halm, daarna een aar. daarna het volle koren in de aar. Wanneer dan de vrucht rijp ls. laat hij er terstond een sikkel ia slaan. omdat de oogsttijd aangebroka (Markus 3.28,29) Dit is het slot van de gelijkenis t de boer die zaait ep slaapt en opstaat, nacht en dag en intusa groeit het zaad „zonder dat hij z weet hoe." Daar zit iets in: van i weten niet alleen niet hoe alles ontstaan is, met de nadruk op „hoe", maar zo weten we met alj wetenschap evenmin wat nu eigenlijk leven en groeikracht is, belijden de schepping. Dat is eer geloofsuitspraak. Het ontgaat df mens, het laatste van leven en d# Hij weet zelf niet hoe. Voor hem] bereikt is door de woorden van d en die zich heeft laten meenemu de beweging van Jezus, die zichj z'n leven aanvaard weet. heeft cl met die dingen te maken. Daar a hij van met woorden die soms nil uit te leggen zijn, die iets oproep» dat hij ln zijn geloof herkent. Hij kan ermee overweg onder mensa die evenals hij zijn aangeraakt, maar verder is hij met zijn spreW over God een onbegrepene. een vreemdeling op aarde, een tekea wedergesproken zal worden. Dak weet hij. Vandaar dat hij er pastoraal over spreekt. Met een i gevoel voor hen die de woorden! gehoord hebben. Op gewone aaif wijze spreekt hij over groeikradl terwijl hij 't ook best zou kunna hebben over „de Geest die het 1 gelaat des aardrijks vernieuwt"! kan Jezus het ongehoorde zegg< dat de grond iets „vanzelf" voortbrengt. Komt God er dan aan te pas? Maar God is niet zo! iemand die er altijd op zit te let| of Hij wel genoemd wordt. VanJ „vanzelf". En dat in de mond vaf Heer. Ds. W. Bieshaar Op 74-jarige leeftijd is overledeè hervormde emeritus-predikant1 Bieshaar te Ermelo. Hij heeft hervormde gemeenten te Bentf zen, te Ederveen, te Vollenhova! te Vriezenveen gediend. In 1960| hij met emeritaat. ADVERTENTIES Qoflboekennieut - Prof. Dr. J. Verkuyl INDONESIË onze meest nabiie naaste in Azië. 104 blz mjB Een pleidooi voor begrip f n kritische itische solide! de positie tfl deren. '1 Met o.a. een besprekino vl de Zuid-Molukkers en hun kinderen. Prof. Or. J. Verkuyl en Prof. Dr. H(( Schuit* Nordhott VERANTWOORDE REVOLUTIE 2e herziene druk, 144 blz 115,75 Het gaat in dit boek met name om de v* op welke wijze kerk en theologie oerott worden zich bezig te houden met de om vernieuwing van de samenleving. José Miguez Bonirvo THEOLOGIE VAN VERDRUKTEN 160 blz., 117,90 Een boodschap uit Latijns-Amerika. overzicht van de geschiedenis van Christendom daar. een samenvatting van sociaal politieke analyse en de visie van belangrijkste Latijns-Amerikaanse theology OM MET ZWART TE ZEGGEN 134 blz /1S.50 Een bundel opstellen over centrale tl in de zwarte theologie, verzameld en in door Dr. Allan Boesak Het boek begint met een toelichting Prof. Or J Verkuyl over het onstaan van» boek. Verkrijgbaar in de boekhandel e then» tningad OP SPEURTOCHT MET DE BIJBEL EENS VOOR RL De brief aan de Hebreeërs, vertaald tn de omgangstaal Voorzien van enkele illustraties. Pri|S 3,10 ONDER OF ZONDER OE WET De briel van Paulus aan de chnste- nen in Gaiatié. vertaald in de om gangstaal Prijs I 3,10 GELOVEN MET JE HtNDElT Een bi|beistudie over de brief van Jakobus, vertaald in de omgangs taal. Mei verwerkingssuggesties Pr.,s 1,75 WIE OVERWINT De Openbaring van Johannes, ver taald in de omgangstaal Geïllustreerd met houtsneden van Lucas Cranach de Oudere Prijs: f 5,25 Prijzen aiclualel v en eno koeten. 0*z* uitgaven zijn voorzien van aai Inleiding, reglalar en voetnoten. Verknjgbaar b'i de boekhandel en Nederlands Bijbelgenootschap Postbus 620, Haarlem Tel 023-259501 %6#i*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 2