De weggezaagde eerste trede
De functie van de preek
Jan Luiken op een zondagmiddag
/ÏX
6^
033'
P*oe
informatie
VANDAAG
VOORBl
KOK KAMPE
KERK
Trouw/Kwartet
door Paul van Dijk
Veel gedoopten verlaten geruisloos de kerk omdat ze haar taal niet meer
verstaan en de vraag naar de tegenwoordigheid van Ood voor hen alle zin
verloren heeft. Dit zegt de Franse theoloog en natuurkundige Paul Verhoye in
zijn boekje, dat de ietwat programmatische titel kreeg „Waar is de Hemel
gebleven?" Verhoye poogt een brug te slaan tussen de traditionele geloofstaal
en de voor de leek vaak al even onbegrijpelijke taal van de wetenschap.
De moeilijkheid die de mens van vandaag
ondervindt bij rijn geloot la ongeveer dezell-
de als die van de man, die aan de voet van
een ladder staat waaruit de eerste trede is
weggezaagd
De eerste stap In bet geloot was tot voor kort
vaak geïnspireerd door de behoefte om de
re ld en de orde daarin te verklaren: ..Er
moet toch >eta achter zitten Maar men
heeft zoveel gepraat over God als de enige
verklaring voor het bestaan van het heelal,
dat HIJ veel van zijn waarschijnlijkheid vor-
loren heeft sinds men andere verklaringen
heeft gevonden, die veel helderder zijn en
beter te controleren. Ood aLs degeen
gelijk de erevoorzitter van een voetbalclub
de aftrap heeft mogen geven In het heelal
en die we nadien het veld hebben uitge
stuurd (omdat we het spel liever zelf spelen),
zo'n Ood als eerste oorzaak is wetenschap
pelijk gezien overbodig geworden
Dat zo'n Ood als gaatjesvuller <.an or—
kennis, gelovig gezien altijd al overbodig, ja
zelfs een aanfluiting Is geweest, zou ik eraan
toe willen voegen. Minder dan de uit de r.k
traditie stammende auteur ben ik geneigd
de natuurlijke godskennis te waarderen als
een ooit bruikbare eerste trede op de ladder
van het geloof Deze eerste sport is m l niet
pas onlangs onmogelijk geworden door de
voortschrijdende wetenschap, maar alt d al
gevaarlijk geweest vanwege de andere aard
van het Joods-chrlsteliJke scheppingsgeloof
Culturele revolutie
Het zal Inmiddels wel duidelijk zijn. dat de
vraag „Waar is de hemel gebleven?" model
staat voor een hele reeks van vragen die zich
vanuit het moderne zelfvers taan en vanuit
de wetenschappelijke wereldverklaring met
betekenis tot de traditionele geloofstaal la
ten stellen. De veranderingen ln het ver
staan van de wereld en onze eigen plaats
daarin zijn zo radicaal en voltrekken zich zo
snel. dat je wel kunt spreken an een culture
le rev r
citeer nu vrij: Duurde tot voor kort een
beschaving minstens enkele generaties en
hadden dienovereenkomsUg de bejaarden
de wijsheid ln pacht, sinds kort volgen de
verschillende tijdperken elkaar op binnen
het bestek van één generatie en lijkt erva-
nn- ^gedaan in een vroegere generaUe
eerder een nadeel dan een voordeel. Alles
(vanaf onze keukens tot onze Ideeën) ls al
verouderd voor het versleten ls. behalve de
mensen: die zijn versleten voordat ze be
jaard zijn geworden!
Er is geen grens meer aan onze horizon en
alle woorden van heel de wereld stromen uit
onze transistors. Achthonderd miljoen men
sen volgen Armstrong als hij stenen opraapt
op de maan. Maar onze kinderen worden
nog altijd even naakt en weerloos geboren
als vroeger en hebben een kwart eeuw nodig
om tijdgenoten van zichzelf te kunnen wor
den Ze zijn zo lang op school dat ze soms
zelf al kind-ren hebben als ze het onderwijs
veria«. o n.
Maar helaas verschaffen ai die dingen die we
moeten weten ons geen groter hoofd. En om
de miljoenen wier ellende de tv. ons toont te
kunnen beminnen, hebben we nog altijd een
hart dat maar zo groot is als een appel. En
hoe boelend dit bestaan ook moge zijn, we
verslapen er nog altijd een derde deel van. Is
dit leven niet zo vermoeiend geworden dat
we een groot deel van de opbrengst weer
afreageren ln fauteuils, rustkuren, snipper
dagen en verandering van sfeer op medisch
advies? Hoeveel bevrijding ons de techni
sche verandering ook gebracht heeft: wat is
de uiteindelijke zin van al die vrijheid?
Sneltrein
Oevat formulerend en suggestief schrijvend
schildert Verhoye onze situatie. Met een
beeld: we zitten in een sneltrein; als die
eenmaal op snelheid ls. worden de namen
van de stations onleesbaar en is er geen
maat meer. Men ziet de dingen niet meer
aankomen; ze vliegen alleen maar voorbij.
Ingebouwd in onze T.V. vertrekt deze snel
trein elke avond weer voor een reis om de
wereld ln twintig minuten!
De menselijke intelligentie, zo knap in het
uitvinden, is maar een povere hulp bij het
vinden van het Juiste gedrag tegenover die
uitvindingen. „Education permanente"
(voortgezette vorming) is een fraai woord
dat aanduidt hoe radicaal-voorlopig onze
inzichten geworden zijn en hoe onaangepast
ons gedrag. De wereld had zich gehaast om
van elke dag een zondag te maken, maar
elke dag ls een drukke maandag geworden.
twee voorwaarden voldoen: het dient zich
uit te spreken ln de taal van deze tijd (oude
wijn in nieuwe zakken, oud geloof in jonge
mensen, oude levenswijsheid ln moderne
Inzichten en oude antwoorden op nieuwe
aanvragen!) èn het dient de mensen te hel
pen om te leven ln een wereld die door
wetenschappelijke kennis en technische
macht voortdurend van gedaante veran
dert.
Helder.
Op de proef
Dat alles heeft zijn consequenties voor de
geloofsbezlnnlng. Geen enkele geloofsver
volging heeft ooit het geloof zo op de proef
gesteld als dit thans gebeurt door de snelle
ontwikkeling van inzichten en de bruuske
en ingrijpende veranderingen van leven en
zeden. Woorden waarmee men gisteren nog
zijn diepste overtuigingen uitsprak, roepen
thans een medelijdende glimlach op.
Om levend en voor het dagelijks leven Inspi
rerend te kunnen zijn moet het geloof aan
In een eerste deel van zijn boek behandelt
de auteur op heldere wijze de huidige stand
van inzicht omtrent de kosmos en het leven;
popularisering in de goede zin!
Het ls fataal geworden, dat de wetenschap
pelijke wijze van kennen, met haar éénzijdi
ge overwicht, alle andere wijzen van kennen
ln dlscrediet heeft gebracht; een zeer be
paalde en ongetwijfeld succesvolle ken-wij-
ze heeft alle andere gedevalueerd. Tegelijk
heeft de stormachtige ontwikkeling der na
tuurwetenschappelijke inzichten ook de be
grensdheid ervan aangetoond.
Zo kon het wezenlijke van het leven
samen te leven en alleen te moeten sterven
aan de aandacht gaan ontsnappen. Er
bestaan zo langzamerhand veel mensen die
veel weten, maar slechts een gering aantal
verstaat het weinige dat nodig is om te
leven. Kennen, analytisch denken, is een
zaak van wetenschap en veelheid; je moet er
alleen de observatie- en meetinstrumenten
voor bezitten en een begrippencomplex en
met die ervaringen en metingen te kunnen
werken.
Bevatten, kunnen samen vatten, omvatten
(„com-prendre") is een zaak van gegrepen-
heid en van eenheid; daar is „gevatheid" en
een vragend hart voor nodig. Misschien dat
daarom profeten en dichters soms meer
bevatten dan hun geleerde tijdgenoten, die
ongetwijfeld meer begrijpen in de zin van
verklaren kunnen.
Hoe dat ook zij, het lijkt mij niet wijs om
begrijpen en bevatten, een koel hoofd en
een warm hart tegen elkaar uit te spelen!
Een van de grootste verdiensten van dit
boekje ls. dat het deze „scheiding der gees
ten", deze scheiding van hoofd en hart, van
weten en geloven niet accepteert. De auteur
is ervan overtuigd, dat geloven (ontdaan
van wereldbeschouwelijke pretenties) èn
weten (ontdaan van verabsolutering) niet in
mindering op elkaar komen, maar elkaar
aanvullen, Ja zelfs naar elkaar verwijzen.
Het best komt deze overtuiging tot uiting in
het haast poëtische slot van het hoofdstukje
„De mens en de levende systemen."
Als u zou weten
hoeveel scheikunde
er nodig ls, geregelde
temperatuur, stofwisseling,
welke juiste dosis cholesterol
en wat voor een welbeschermd
zenuwsysteem
cm een mens te kunnen laten dromen,
Als u zou weten
hoeveel zuurstof
er nodig is, proteïnen
hoeveel polsslag,
gewillige spieren
en hoeveel hormonen om lief te
kunnen hebben,
En dan nog
hoe dit ene door het andere
wordt opgeroepen,
hoe heel het gewicht van het ene
de keuze van het andere bepaalt,
misschien zou u dan weten
wie God eigenlijk is.
(blz. 35. 36)
door Hans Bouma
Wat ls de functie van de
preek? We ontmoeten zeer
verschillende opvattingen.
Om twee uitersten te noemen:
de preek komt neer op een
verkondiging van de elemen
taire geloofswaarheden én de
preek ls een vorm van toerus
ting om ln deze wereld daad
werkelijk christen te zijn.
In de eerste opvatting draagt de
preek een duidelijk dogmatisch, ln
de tweede een duidelijk ethisch ka
rakter. Zelf geef ik de voorkeur aan
de tweede opvatting. Oraag laat Ik
u delen ln de bijbels-theologische
overwegingen, die mij tot deze
voorkeur hebben gebracht. Om
meteen maar dicht bij het vuur te
zitten, ga lk hierbij uit van het
preekgenre dat in de prille Jeruza-
lemse gemeente wordt beoefend en
dat ln Handelingen 2 vers 42 „het
onderwijs der apostelen" wordt
genoemd.
Dit onderwijs «Ildaché staat er ln
het Orteks) geldt als een voortzet
ting van de verkondiging (kènig
ma) der apostelen. Het kêrugma ls
de feestelijke proclamatie van de
lang verwachte eindtijd. Het richt
zich tot mensen, die nog niet tot de
kring van Jezus' discipelen beho
ren. Het ls kort en bondig. Indrin
gend en appellerend. Het mikt op
bekering en geloof. Voorbeelden
van dit kèrugma. deze verkondi
ging, vinden we ln de toespraken
van Petrus. Het kèrugma beant
woordt geheel aan de eerste op
dracht van Mattheus 28:19 „Maakt
al de volken tot mijn discipelen".
Het kèrugma ls missionair. Het
klinkt bulten de kring van de ge
meente. Binnen die kring van de
gemeente is het meer een kwestie
van onderwijs, dldachè. DAAr loopt
het in Mattheus 28:19 dan ook op
uit: „En leert hen onderhouden al
wat Ik u bevolen heb".
In dit onderwijs moet duidelijk
worden, dat het reeds verkondigde
en aanvaarde hellshandelen van
Ood het heilzame handelen van
Jezus' leerlingen tot gevolg moet
hebben. Het zet een manier van
leven uit, die reageert op de nieuwe
stand van zaken.De Evangeliën
bieden ons een Indruk van dit apos
tolisch onderwijs. Orof gezegd kun
nen we de verkondiging de dogma
tiek en het onderwijs de ethiek van
de eerste gemeente noemen.
Hebreeën 5 vers 13 en 14 over
spreekt De melk voor zuigelingen
betreft het kèrugma. het funda
ment, het eerste, het basisonder
wijs der apostelen. Maar daar mag
het niet bU blijven. Binnen de ge
meente moet men verder zien te
komen. Er dient gebóüwd te wor
den op het fundament Dat gebeurt
bij het tweede, het vervolgonder
wijs der apostelen: de vaste spijs
voor de volwassenen, die de han
den uit de mouwen willen steken.
Dat laatste ls dan een vrije verta
ling van wat Hebreeën 5:14 noemt
„het onderschelden van goed en
kwaad". De ethiek van het christe
lijk leven komt hier ln zicht! Vanuit
de schokkende ontmoeting met de
opgestane Jezus moer er ln de cha
os van deze wereld orde op zaken
worden gesteld. Het onderwijs
wakkert de honger en dorst naar
gerechtigheid aan. Het heeft met
de „toerusting tot dienstbetoon"
uit Efezlërs 4:12 te maken. In het
onderwijs worden de Schriften ont
vouwd en uitgelegd met het oog op
de beslissingen, die genomen moe
ten worden inzake goed en kwaad,
recht en onrecht.
Melk en vaste spijs Accent
Eén en ander herinnert sterk aan
de melk voor zuigelingen en de
vaste spijs voor volwassenen, waar
Wanneer het onderwijs der aposte
len ook karakteristiek ls voor ónze
samenkomsten, zou dit kunnen be
tekenen dat het ons niet zozeer te
doen moet zijn om een verkondi
ging van het fundamentele alswel
om het bouwen van een evange
lisch leven op het (reeds gelegde)
fundament. De nuancering „niet
zozeer/alswel" bedoelt aan te ge
ven, dat het één het ander niet
hoeft uit te sluiten. Het onderwijs
kan verkondigende elementen be
vatten. Maar het accent zal toch
moeten liggen op de consequenties
die de opstanding van Jezus ln ons
dagelijks leven wil hebben. Met een
prediking, die louter „kèrugma".
fundamentele verkondiging is. per
mitteren wij ons de onverantwoor
de luxe tegen beter weten ln onvol
wassen te blijven, zuigelingen die
geen weet hebben van goed en
kwaad. Zo'n elementaire prediking
steekt schijnbaar af naar de diepte,
doch ls ln wezen oppervlakkig. Wij
mogen niet stil blijven staan bij het
dogma, bij (Hebreeën 6 vers 2), de
bekering, het geloof, de doop, de
oplegging der handen, de opstan
ding en het eeuwig oordeel. Daar
doen we deze kapitale gebeurtenis
sen ook geen recht mee. Ze zijn
Immers alleen geschied om ons op
weg te helpen.
Ook verder
Ondertussen hoeft het elementaire,
behalve ln de preek, ook verder in
de dienst bepaald niet verewegen
te worden. Bij de genadeverkondi
ging bijvoorbeeld mag het volop
van kracht zijn. En hoe uitbundig
kan het ln liederen bezongen en ln
belijdenissen beaamd worden!
Een didactische, een onderwijzen
de prediking veronderstelt een
reeds aanwezig proces van beke
ring en geloof, een Innige betrok
kenheid op het hellshandelen van
God. De samenkomst van de ge
meente ls ln dit geval niet het be
gin, maar het einde. De volgelingen
van Jezus verzamelen zich daar als
mensen, die reeds een keuze heb
ben gemaakt en nu wel 's willen
horen wat er verder van hen wordt
verwacht.
Zo langzamerhand verkeren we in
een situatie, dat lang niet iedere
kerkganger zoveel fundament, zo
veel grond onder de voeten heeft,
dat hij toe ls aan een onderwijzen
de prediking. Menigeen is niet vol
doende getraind ln het elementaire
om het onderwijs met de nodige
lenigheid te kunnen volgen. De pre
diking kan hier uiteraard niet ach
teloos aan voorbijgaan. Doch
slechts met grote tegenzin zal zij
het zo noodzakelijke onderwijs
opofferen aan de toch nog noodza
kelijk gebleken verkondiging. Met
Vriendelijke dame tegen dominees
vrouw, die er onder de preek een
beetje soezerig uitziet: „Wilt u een
beetje eau de cologne?"
Domineesvrouw: „Dank u, ik slaap
liever." (Uit „Punt" van 5 septem
ber 1896).
grote tegenzin, want het betekent
een stap terug.
Hans Bouma is gereformeerd predi
kant te Hilversum.
fAOvERTENTiEl
1 maandblad van de
1 Gereformeerde Kerken, dal
1 berichten, nieuws, actuele
1 en buitenland, «pedaal voo*
u objectief noteert
Postbus 202, Uueden
AMSTERDAM:
Postbus 859
Wfcautstraat 131
Tal. 020-913456
Telex 13006
ROTTEROAM/DORDRECKT
Poetbus 948
Westbtaak 9. Rotterdam
Tel. 010*115588
DEN MAA0/IEI0EN
Postbus 101
Parkstraat 22. Den Haag
Tel. 070-469445
ZWOLLE/GRONINGEN
Postbus 3
MekmarVt 56 Zwolle
Tel. 05200-17030
door A. J. Klei
Het is zondagmiddag. Door
de st&jl-dichtgetrolcken
vitrages valt gezeefd licht in
de rustige huiskamer. Aan
tafel zitten een paar kinderen.
Een meisje van een jaar of
vijftien bekijkt met een
Jonger zusje de plaatjes in een
boek en tegenover hen zit hun
broertje te lezen Als ze wat
zeggen, doen ze dat zachtjes,
want vader dut in zijn
leunstoel; het kerkblad is half
van z'n knieën gegleden.
Moeder wacht tot het
theewater kookt, vluchtig
bladert ze de prentenbijbel
door, die ze straks op haar
gemak hoopt te kunnen
inzien.
Ik stem toe. dat het boven staande
verdacht veel lijkt op het begin van
een christelijke streekroman, maar
lk ben, naar weldra blijken zal.
bezig met een boekaankondiging.
Terug naar die stille hulskamer,
waar HUtermann en Studio 8port
geen schijn van kans hebben,
omdat radio en televisie ontbreken
Vader wenst die dingen niet ln huls
te halen, hij zal de geestelijke
boosheden in de lucht niet
verzoeken. Op zijn kantoor heeft
hij wel een piepklein radiootje,
maar dat is alleen voor het
landbouwnleuws en de
weersverwachting
Ook op het punt van de lectuur ziet
de heer des huizes nauwlettend toe
en zondags blijven gekleurde
tijdschriften en romannetjes
achter slot en grendel. De
prod uk ten van christelijke
uitgevers vallen mede onder dit
oordeel, want die zijn niet meer wat
ze geweest zijn. Een stichtelijk
boek. een kalm spelletje misschien,
het kerkblad natuurlijk, en
daarmee uit. heeft vader bedisseld
Moeder sputtert soms heel
voorzichtig een beetje tegen, de
kinderen moeten toch wèt En
daarom was vader zo Ingenomen
met de aanbieding van uitgeverij
De Banier ln Utrecht een
facsimile-herdruk van het
stichtelijke werk van Jan Luiken
Het bellenblazen, uit „Des Menschen Begin, Midden en Einde"
van Jan Luiken.
Hij heeft terstond een bestelling
gedaan en vandaar dat hij nu
zorgeloos even kan wegpakken. De
beide meisjes hebben „De Bykorf
des Qemoeds" voor zich. De oudste
wijst bijzonderheden aan op de
afbeelding van de schildpad en
leest het bijbehorende vers voor:
Het vaste Schild dat hem
verschoond
Is ook zyn huls. daar hy ln
icoond....
Een dan komt het slot:
Bloote Menschdie schutten
Kt ld.
Zet uwe Wooning onder 't Schtld
Van ln de vreeze Oods te leeven...
Staat er nog meer over dieren ln?.
vraagt het kleine meisje. Haar
zusje slaat snel de pagina's om: Het
Verschiet. De Ploeg. De
Kruiwagen... wacht, hier: De Mot:
Zo als de Orond is, daar hy woond,
zo is de kleur, die hy vertoond...
De kinderen lezen door tot het
eind:
Wie dan Oods oogen wil behaagen,
Zie dat hy van Oods welde eet,
En zich met waare Deugd bekleed.
De Jongen heeft zijn aandacht bij
de afbeeldingen van kinderspelen
ln „Des Menschen Begin, Midden
en Einde" en leest wat er onder de
plaat van het bellen-blazen staat:
Gelijk de rond geblaazen Bel.
Nadat hysterlyk was verscheenen
(Tot vreugd van 't ktnderlyk gestel
Weêr oogenbliklyk is verdweenen:
Zo is de wereld in haar staat.
Die haar beminnaars snel verlaat.
De thee ls Inmiddels gezet en vader
en moeder pakken elk een deel van
„De Schriftuurlyke
Geschiedenissen en Gelykenissen
van het Oude en Nieuwe Verbond".
In de wandeling de Jan
Luiken-bijbel genoemd. Vader
knikt instemmend als hij
toegekomen ls aan de slotregels
van het vers over „De bekeerde
Ephezers verbranden haare
boeken":
De Vrucht van 't waar Qeloof,
verwerpt, om d'Eeuwigheld,
Het Vlees 'lyk Voordeel, van de
Dingen dezer Tyd.
Vergenoegd kijkt hij het vertrek
rond, waar inderdaad „de Dingen
dezer Tyd" ontbreken. Zijn vrouw
intussen is aangeland bij „David en
de reus" en ze zegt het Jan Luiken
na:
Dies moet een ieder, die
verwinnaar zoekt te weezen.
De groote Vyand niet, maar God
den Heere vreezen.
Thans verlaten wij dit aan Jan
Luiken verslingerde gezin en stel Ik
me de vraag, of lk daarmee een
wensdroom van directeur J. P. Otte
van uitgeverij De Banier heb
geschilderd. Het antwoord is: ja en
nee Ja ln zoverre, dat de heer Otte
natuurlijk vurig hoopt dat de door
hem op de markt gebrachte
facsimile-herdrukken van Jan
Luiken over de toonbank zullen
vliegen. Nee ln zoverre, dat er in de
rechterflank van de gereformeerde
gezindte, met name ln Zeeland,
veel in Jan Luiken gelezen en naar
zijn etswerk gekeken wordt. Hij is
wel geen „oude schrijver" ln die zin,
dat hij dichter in de omgeving van
middeleeuwse mystieken zit dan
dat hij bij de piëtisten van de
nadere reformatie gerekend kan
worden, maar deze vrome en
produktleve „poëet en etzer"
spreekt in zijn onbevangen en
oprechte stichtelijkheid nog steeds
naar het hart van Jeruzalem. En
voorts kunnen Neerlandici met
deze herdrukken gediend zijn.
Ik behoor niet tot de fijnproevers,
die facslmlle-herdukken verwerpen
en alleen voor het échte door de
knieën gaan. We mogen, dunkt me,
blij zijn dat dank zij de moderne
techniek boeken van eeuwen her,
die anders niet te krijgen of
onbetaalbaar zijn, op deze manier
onder de mensen komen: voor een
redelijke prijs en zonder zich te
willen uitgeven voor authentieke
exemplaren.
Tot dusver zijn bij De Banier
verschenen (ik heb ze ln mijn
verhaaltje al genoemd): de zgn. Jan
Luiken-bijbel, twee delen, formaat
21 bij 26,5 cm., samen circa
zevenhonderd pagina's en
..vertoonende Drie honderd zeven
en dertig konstige Figuuren,
verrykt met Bybelse Verklaaringen
en stichtelyke Vereen". Deze
facsimile-herdruk ls een
ongewijzigde druk van de eerste
uitgave in 1712. Prijs per deel
tachtig gulden. Voorts: Des
Menschen Begin. Midden en
Einde" (ook uit 1712, „vertoonende
het kinderlyk Bedryf en Aanwas, in
Een en vyftig konstige Figuuren,
met Godlyke Spreuken (d.l.
bijbelteksten) en stichtelyke
Verzen", 112 pag., prijs 14,75. En
„De Bycorf des Gemoeds" (uit
1711, „Honing zaamelende uit
allerly Bloemen, vervattende over
de Honderd konstige Figuuren,
met Godlyke Spreuken en
stichtelyke Vereen"), 420 pag.. prijs
29,75. Er volgen nog acht delen
(deze boeken zijn kleiner van
formaat dan de Luiken-bijbel).
Ik heb er van afgezien, een poging
te ondernemen om Jan Luiken als
dichter, etser en christelijk denker
te beschrijven. Ten eerste omdat
zijn werk voor de „gewone"
afnemer (en dat behoeven heus niet
alleen Zeeuwen en zeer zware
gereformeerden zijn!) toegankelijk
genoeg is en verder niet omdat de
koper bij de uitgeverij gratis een
uitvoerig prospectus kan krijgen
met een doortimmerd opstel van
drs H. van 't Veld. Tenslotte: Ik
spel „Luiken", conform de
titelpagina's van de aangekondige
werken, hoewel veelal „Luyken"
geschreven wordt of zelfs
„Luijken" met een lange ij. zoals op
het naambordje van de straat,
waarin ik woon.
De auteur van deze bijdrage ls hervormde
studentenpastor en wetenschappelijk mede
werker aan de Technische Hogeschool Twen
te in Enschede. Hij bespreekt: Paul Verhoye,
Waar is de hemel gebleven; uitgave Ten Have,
Baarn, prijs 13,90.
VANZELF
De grond brengt vanzelf vrucht;
voort;
eerst een halm, daarna een aar.
daarna het volle koren in de aar.
Wanneer dan de vrucht rijp ls.
laat hij er terstond een sikkel ia
slaan.
omdat de oogsttijd aangebroka
(Markus 3.28,29)
Dit is het slot van de gelijkenis t
de boer die zaait ep slaapt en
opstaat, nacht en dag en intusa
groeit het zaad „zonder dat hij z
weet hoe." Daar zit iets in: van i
weten niet alleen niet hoe alles
ontstaan is, met de nadruk op
„hoe", maar zo weten we met alj
wetenschap evenmin wat nu
eigenlijk leven en groeikracht is,
belijden de schepping. Dat is eer
geloofsuitspraak. Het ontgaat df
mens, het laatste van leven en d#
Hij weet zelf niet hoe. Voor hem]
bereikt is door de woorden van d
en die zich heeft laten meenemu
de beweging van Jezus, die zichj
z'n leven aanvaard weet. heeft cl
met die dingen te maken. Daar a
hij van met woorden die soms nil
uit te leggen zijn, die iets oproep»
dat hij ln zijn geloof herkent. Hij
kan ermee overweg onder mensa
die evenals hij zijn aangeraakt,
maar verder is hij met zijn spreW
over God een onbegrepene. een
vreemdeling op aarde, een tekea
wedergesproken zal worden. Dak
weet hij. Vandaar dat hij er
pastoraal over spreekt. Met een i
gevoel voor hen die de woorden!
gehoord hebben. Op gewone aaif
wijze spreekt hij over groeikradl
terwijl hij 't ook best zou kunna
hebben over „de Geest die het 1
gelaat des aardrijks vernieuwt"!
kan Jezus het ongehoorde zegg<
dat de grond iets „vanzelf"
voortbrengt. Komt God er dan
aan te pas? Maar God is niet zo!
iemand die er altijd op zit te let|
of Hij wel genoemd wordt. VanJ
„vanzelf". En dat in de mond vaf
Heer.
Ds. W. Bieshaar
Op 74-jarige leeftijd is overledeè
hervormde emeritus-predikant1
Bieshaar te Ermelo. Hij heeft
hervormde gemeenten te Bentf
zen, te Ederveen, te Vollenhova!
te Vriezenveen gediend. In 1960|
hij met emeritaat.
ADVERTENTIES
Qoflboekennieut
-
Prof. Dr. J. Verkuyl
INDONESIË
onze meest nabiie naaste in Azië.
104 blz mjB
Een pleidooi voor begrip f n kritische
itische solide!
de positie tfl
deren. '1
Met o.a. een besprekino vl
de Zuid-Molukkers en hun kinderen.
Prof. Or. J. Verkuyl en Prof. Dr. H((
Schuit* Nordhott
VERANTWOORDE REVOLUTIE
2e herziene druk, 144 blz 115,75
Het gaat in dit boek met name om de v*
op welke wijze kerk en theologie oerott
worden zich bezig te houden met de
om vernieuwing van de samenleving.
José Miguez Bonirvo
THEOLOGIE VAN VERDRUKTEN
160 blz., 117,90
Een boodschap uit Latijns-Amerika.
overzicht van de geschiedenis van
Christendom daar. een samenvatting van
sociaal politieke analyse en de visie van
belangrijkste Latijns-Amerikaanse theology
OM MET ZWART TE ZEGGEN
134 blz /1S.50
Een bundel opstellen over centrale tl
in de zwarte theologie, verzameld en in
door Dr. Allan Boesak
Het boek begint met een toelichting
Prof. Or J Verkuyl over het onstaan van»
boek.
Verkrijgbaar in de boekhandel
e then»
tningad
OP SPEURTOCHT
MET DE BIJBEL
EENS VOOR RL
De brief aan de Hebreeërs, vertaald
tn de omgangstaal Voorzien van
enkele illustraties.
Pri|S 3,10
ONDER OF ZONDER OE WET
De briel van Paulus aan de chnste-
nen in Gaiatié. vertaald in de om
gangstaal
Prijs I 3,10
GELOVEN MET JE HtNDElT
Een bi|beistudie over de brief van
Jakobus, vertaald in de omgangs
taal. Mei verwerkingssuggesties
Pr.,s 1,75
WIE OVERWINT
De Openbaring van Johannes, ver
taald in de omgangstaal
Geïllustreerd met houtsneden van
Lucas Cranach de Oudere
Prijs: f 5,25
Prijzen aiclualel v en eno koeten.
0*z* uitgaven zijn voorzien van aai
Inleiding, reglalar en voetnoten.
Verknjgbaar b'i de boekhandel en
Nederlands
Bijbelgenootschap
Postbus 620, Haarlem
Tel 023-259501
%6#i*