Profeten horen in de woestijn Internationaal terrorisme Vergeet vervroegde^^ pensionering rustig euwe perspectieven or medezeggenschap q s Als oplossing van het vraagstuk van de werkloosheid 10 JUNI 1977 het fijnste zijn als wij wij bedoel ik dan, uitgaande veronderstelling dat er zo'n •staat, het genus mensen, ja •en bestaat maar Zich ook iheidt van de rest van Gods •len doordat het met rede ;d is, bestaat omdat het r het zou, zeg ik, het fijnste Wij mensen niet alleen ons le de bijzin hierboven maar werkelijkheid om ons heen herleiden tot een htelijke eenvoud, als wij een af hadden om alles mee te Bijvoorbeeld goed en of mooi en lelijk, of waar en t mij steeds meer dat er vee soorten mensen zijn in ld, tenminste onder het de deel der mensheid e hierboven namelijk a die daar wel en die daar jeloven. Laat ik zeggen, t gemak naamgevend; de inkers en de kleindenkers. ten daarom noem ik ze zo linnen naar buiten, zij »n alle ingewikkelde is ogenblikkelijk tot e waarheden. Zij doen dat •n met grote ernst en de taal laarbij gebruiken is helder itioneel, een soort bezielde t, (op z'n best) want waar de verschillen wegvallen, de grote gemeenplaatsen ben iets Platonisch, in hun n de eeuwige idee, der iid, der waarheid enz., en in ichteloze relatie met de kse werkelijkheid. Op zoek i grootste gemene deler zijn gen zij, solidair met de ïid waar ook ter wereld, aan zij tot het uiterste en dat zij niet meer willen zijn iten dan de minste hunner rs. ijd grandioos en een beetje rend is het voorbeeld van de door J. W. Schulte Nordholt Duitse expressionistische dichters van na de eerste wereldoorlog die in de vermaarde bundel „Menschheitsdammerung" getuigden van hun geloof in een spoedige apotheose la Beethovens Negende, want natuurlijk gaat veel van dit grootdenken terug op de achttiende eeuw. Eén van hen beleed het kernachtig, in een ballade: „Kamerad, was du nicht hast, das will auch ich nicht haben (Kameraad, wat jij niet hebt, dat wil ik ook niet hebben). Wat een tragiek daarbij te bedenken dat nogal wat van deze dichters terecht kwamen bij het nationaal-socialisme, en hun ochtendschemering een avondval werd. Grootdenkers vergelijken alles, ja stellen het gelijk. Een goed voorbeeld trof ik onlangs op deze zelfde Podium-pagina, waar geschreven werd dat wij wel terecht ontzet zijn over de gijzelingen in Drente, maar dat wij eigenlijk allemaal gegijzeld zijn, in de macht van de nucleaire terreur. Al het kwaad is in zulk redeneren in zekere zin hetzelfde en kan dan ook met dezelfde woorden beschreven worden, en natuurlijk veroordeeld. Het grootdenken weet namelijk zeker dat goed en kwaad ook in de politiek volstrekte maatstaven zijn. Nog onlangs zag ik het een politieke leider op de televisie zeggen: wat in de ethiek kwaad is, kan niet goed zijn in de politiek en omgekeerd (of woorden van gelijke strekking, ik citeer uit het hoofd). Grootdenkers zijn enigszins als de profeten van het Oude Testament, alleen ha zoveel duizend jaar wat optimistischer. Ook treft men hen zelden in de woestijn aan. Kleindenkers net andersom, denken van bulten naar binnen. Zij proberen altijd weer de eeuwige waarheden, waar ze maar half in geloven, te herleiden tot herkenbaarheid. Zij doen dat met een zekere boosaardigheid, ja zelfs platvloersheid, en zij maken de taal zo ingewikkeld en genuanceerd mogelijk, want alles is altijd weer anders, zeggen zij, en niets vergelijkbaar. Zij hebben geen weet van de idee, zij zijn geworteld in de werkelijkheid en beweren zonder veel gêne dat zij het leed der mensheid toch niet kunnen torsen. Zij willen dus best wat meer hebben dan anderen, en zien volstrekt niet in waarom zij in even barre armoede zouden moeten leven als de verworpenen in de slums. Dat zou immers die mensen, zo constateren zij nuchter, volstrekt niet ten goede komen. Als zij al zouden toegeven dat zij gegijzeld Zijn door de afschrik wapens dan willen zij er graag bij opmerken dat het verschil tussen hen en de echte slachtoffers van de gijzeling toch heel evident is, want zij blijven hun sigaret opsteken, hun wijn drinken en zij worden niet vernederd waar ze bij zijn. Zij vinden ook dat in de politiek andere maatstaven gelden dan in het persoonlijke leven, want, zo zeggen zij, de politicus is verantwoordelijk voor een gemeenschap, en kan nimmer alleen maar het goede kiezen. Zijn zuiverheid en zijn verantwoordelijkheid zijn twee diametraal tegenover elkaar staande zaken, want in de èèn gaat het om de intentie en in de ander om de afloop. En omdat de causaliteit te veelvoudig is om te voorspellen zelfs met de beste berekeningen is er in de politiek alleen maar een keuze mogelijk tussen twee kwaden. Het doel heiligt daar de middelen maar, zoals een Amerikaanse staatsman zei nee, nee, Nixon was het niet niet elk doel elk middel. Grootdenkers verheffen zich boven de werkelijkheid, kleindenkers blijven er in steken. Grootdenkers roepen luid dat zij het bestaande niet wensen te aanvaarden, kleindenkers voelen zich ey best in thuis. Rest mij nog om te beseffen dat dit stuk, dit staaltje van generaliseren (een ander woord voor grootdenken) mij is ingegeven door kleindenkerige twijfel en grootdenkerige hunkeringen, opkomend als ik soms echte grootdenkers aan het werk zie. Helemaal eerlijk ben ik zo niet, kan ik ook niet zijn. Want wezenlijk is het natuurlijk zo dat de volmaakte groot- en kleindenkers niet bestaan, maar dat wij allen mengsels van belde zijn, wat meer groot of klein wat meer Idealistisch of realistisch geaard. En wat heb ik daarmee anders gezegd dan dat niet alleen de werkelijkheid om ons heen, maar ook wij mensen, niet te meten zijn, niet passen in een schema? Maar wij kunnen ook niet zonder, wij moeten indelen, ordenen, onderscheiden, generaliseren, om te leven. Dat is onze menselijke grootheid. „Chaos is de wet van de natuur, orde is de droom van de mens", beweerde een diepzinnig Amerikaans denker. Misschien is dat waar, en wat ik dan hier beweerd heb is alleen maar dat wij moeten doen wat wij niet kunnen doen. Dan is dit stuk mij ingegeven door een besef van machteloosheid. Wie zou niet graag eenvoudig leven, in alle betekenissen van dat woord? Ik ben gewoon jaloers, gedreven door dezelfde afgunst die Bert Brecht in de „Drei Groschen Oper" onder woorden bracht: Das simpele Leben lebe wer da mag, Ich habe, unter uns, genug davon. Kein Vögelchen von hier bis Babyion, Ertrüge diesen kost nur einen Tag. (Het simpele leven leve wie het wil, ik heb, onder ons, er genoeg van, geen vogeltje van hier tot Babyion zou zulke kost één dag verdragen). Met andere woorden: profeten horen in de woestijn. Trouw/Kw^e^PV^^RHS_i3 door Hannle van Leeuwen Het is al weer enige tijd geleden, dat de nieuwslezer van het late NOS-bulletln mij pijnlijk verraste met de volgende aan kondiging: Binnen vier vijf Jaar zullen alle werknemers een jaar eerder gepensioneerd kunnen worden. De pensioenge rechtigde leeftijd wordt van 65 naar 64 Jaar teruggebracht. Men krijgt dan ook AOW op 64-Jarige leeftijd. Dit zal premier Den Uyl morgen meedelen in het Vara-radloprogramma Z.I.". Zeer concrete uitspraken, ook niet Natuurlijk, vele ouderen (bijvoor- voor tweetrlel uitleg vatbaar, die mij dan ook terecht spontaan tot een scherpe reacUe brachten. prof. dr. H. J. van Zuthem bben zich de laatste maanden een aantal wijzigingen jdaan in de opvattingen over de medezeggenschap van emers, die van grote maatschappelijke en politieke inis kunnen zijn. Ik denk aan het onlangs ingenomen >unt van de leiding van het NW, vastgelegd in een rp-resolutie voor de verbondsraadsvergadering eind van ir. Dit standpunt gaat in de richting van zelfbestuur Jt zover is wijst de resolutie lantal wegen, die aansluiten Is ingenomen standpunten CNV en ook van de twee politieke partijen PvdA en doel op de door werkne- ïkozen commissaris. Het nt van het NW vertoont punt grote overeenkomst t van het CDA. Beide den- n een derde deel gekozen ^"ferknemers en kapitaalver- i97?s, die samen de overige ,t vlsarissen aanwijzen. De Halenkt, evenals het CNV aan nin£_van het aantal commissa- totgekozen door de werkne- i van de nogal opvallende trail tie van overeenkomsten, er op dat ons land binnen te lange tijd de gekozen saris zou kunnen hebben. ükkige ontwikkeling. tekent dit nu voor één van mm beroemde (beruchte) her- p.rsvoorstellen: de herziening Q|[vet op de ondernemingsra- meen, dat er met name II verandering van opvatting het NW alle reden is de Qfnieuw te bezien. De heer )_pizitter van het NW, heeft ■toelichting gezegd, dat het eft gekozen voor deelname m macht. Hoewel dit stand- k altijd wel binnen het NW ileefd, heeft het nu wellicht 'hand gekregen. Dit moet n hebben voor het wetsont- ICèiziening ondememingsra- '*!idat dit ontwerp mede is door de idee van de con- "i*de macht. De gedachte van llfstandige ondernemings- lus zonder de directeur) is Üerdoor gevoed. NW ook denkt aan het van mede-verantwoorde lijkheid door werknemers, waar voor het CNV al heel lang pleit, zal het nieuwe kabinet er verstandig aan doen de zaak van de be- drijfsdemocratie nog eens opnieuw te bezien. Twee aspecten Ik wil hierbij vooral op twee aspec ten wijzen. In de eerste plaats moet naar mijn mening opnieuw overwo gen worden de ingewikkelde con structie van de overleg-vergadering weg te laten. De gedachte van de medeverantwoordelijkheid vereist, dat werkgever en werknemer met elkaar overleggen binnen de onder nemingsraad. De mogelijkheid van afzonderlijk vergaderen van geko zen leden moet blijven. Het is ge bleken, dat deze mogelijkheid wordt gebruikt en als nuttig wordt ervaren. In de tweede plaats zal de plaats van de ondernemingsraad meer dan ooit moeten worden afge wogen tegen die van de raad van commissarissen. Wanneer de geko zen commissaris tot de mogelijkhe den gaat behoren, doet men er ver standig aan bij voorbaat een goede verhouding tussen beide organen te verzekeren. Die goede verhou ding komt er zeker niet, wanneer men aan beide organen de beslis singsbevoegdheid over dezelfde on derwerpen zou geven. Ik denk bij voorbeeld aan de investeringen. Men zal moeten kiezen. Dit bete kent, dat men de ondernemings raad niet kan regelen los van de raad van commissarissen. Wanneer de verwachting juist is, dat PvdA en CDA een nieuw kabi net gaan vormen, krijgen zij een unieke kans de verschillen die er nu nog zijn op het punt van de indus triële democratie opnieuw en gron diger aan te pakken. De recente wijzigingen in de opvattingen bin nen het NW bieden samen met de reeds vroeger door het CNV ingeno men standpunt een stevige maat schappelijke achtergrond voor een nieuw en beter beleid op dit punt. De werkgevers zullen ongetwijfeld gevoelig zijn voor de ondersteu ning, die de gedachte van de mede verantwoordelijkheid heeft gekre gen. Het is te hopen, dat in het gewoel rondom een kabinetsforma tie niet wordt vergeten, wat er in tussen maatschappelijk is veran derd. Gelukkig bleek al spoedig, dat de minister-president veel kritiek moest opvangen als gevolg van een aangescherpte voorpublicitelt, maar toch ook Boersma had wat voorbarig ideeën in deze rich ting gespuid. Losse opmerkingen zonder onderbouwing met bereke ningen van de flnanciëls gevolgen, wat doe je er eigenlijk anders mee dan reeds voortijdig verwachtin gen wekken? Wanneer zullen deze in vervulling gaan? Om elk misverstand uit te sluiten: ik ben al Jaren Als het maar even kan voor een vrijwillige (ieder mens is weer anders), dat is dus een flexibele pensioneringsleeftijd. In een vervroegde pensionering als al-gemene verplichting zie ik, nu er nog steeds geen sprake is van een van jongs af aan grondige voorbereiding op de ou derdom, alleen al om deze reden voorlopig niets. Wij hebben de ouderen onder ons, aanvankelijk op 65-jarige leeftijd, nu veelal eerder, van vandaag op morgen uit het arbeidsproces ge stoten. Wie zou zich dan soms niet „uigeschakeld" voelen, nu boven dien aan de wijsheid van de oude dag, het bedachtzame oordeel van de ouderen, de rijpe ervaring in deze dynamische samenleving, in deze vertechnocratiseerde wereld toch minder wordt gehecht dan vroeger? Is de vrije tijd ook vaak nog niet een opgave? En nu we met een enorme werk loosheid tobben, zeggen wij in feite opnieuw: ouderen eruit, jongeren erin. Vervroegde pensionering als een bijdrage ter oplossing van de heersende werkloosheid. Bij ver vroegde pensionering komen er im mers arbeidsplaatsen vrij, die dan door jongeren kunnen worden bezet. Of hiermede werkelijk altijd het belang van de ouder wordende mens wordt gediend, is echter nog maar de vraag. Mogen de ouderen zelf nog in spraak hebben? Mogen ze deze nieuwe idee met gemengde gevoe lens begroeten? 1st n 21 In de fantasie van menig heden daags feuilletonist is het schrikbeeld al enkele keren opgedoken: „Inter national Terrorism Ene." Hij verzint een internationale generale staf, die overal ter wereld terroristische groe pen ten aanval roept volgens een zorgvuldig uitgekiende strategie, hun acties coördineert en geleidelijk vordert in de richting van een ge heim doeL Welnu, zo bont is het naar alle waar schijnlijkheid niet, althans nóg niet. Telt men alle nationale en transnati onale terreurgroepen bij elkaar op, dan zijn er volgens de beste schattin gen op het ogenblik zo'n vijftig in actie. Rechtstreeks betrokken bij terroristische acties zijn duizend tot drieduizend personen; men weet het niet precies. Maar tot de zuiver transnationale categorie groepen dus die bun operatieterrein niet beperken tot één land behoren slechts zeven of negen, met hooguit enkele honder den actieve leden. We moeten daar bij denken aan het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina, het Ja panse Rode Leger, de erfgenaam van de Baader-Meinhof-groep (zoals de 2 Juni Beweging), het apparaat van de in Venezuela geboren Ilitch Ramirez Sanchez (Carlos) en nog een paar andere. Het is nog niet gebleken dat al deze groepen werken onder een centraal commando. Maar het staat wel degelijk vast, dat zij elkaar onderling helpen. De transnationale terreur-groepen verlenen elkaar logistieke en soms financiële steun; ze lenen specialis ten met bijzondere vaardigheden aan plkaar uit; en soms nemen leden door H. J. Neuman van de ene groep deel aan operaties van een andere. Zo werd in 1970 een voorraad handvuurwapens gestolen uit een Amerikaans legerkamp in Butzbach (Duitse Bondsrepubliek). Later werden sommige van deze wa pens aangetroffen in handen van de Baader-Meinhof-groep. En een an der deel werd gebruikt door de terro risten van het Japanse Rode Leger die in september 1974 de Franse ambassade in Den Haag bezetten. Handgranaten, waarvan de autori teiten weten dat ze in 1971 in handen waren van de Baader-Meinhofgroep, doken later op bij leden van zowel het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina als het Japanse Rode Leger. Sommige van deze handgra naten speelden eveneens een rol bij de bezetting van de Franse ambassa de in Den Haag. Carlos of zijn men sen gebruikten ze voor hun aanval op „Le Drugstore" in Parijs op 14 september 1974. Onlangs belegde het „Centrum voor Vergelijkende Criminologie" van de Universiteit van Montreal een sym posium in Frankrijk, waar nog ande re voorbeelden van internationale samenwerking tussen terroristen werden genoenul. Zo stuurde begin 1974 de revolutionaire Baskische or ganisatie ETA-V een van haar leden naar Argentinië waar hem door het Revolutionaire Volksleger (ERP) een opleiding werd gegeven in terro ristische tactieken en in het constru eren van „volksgevangenissen", d.w.z. plaatsen waar men gedurende enige tijd ontvoerde personen ver borgen kan houden. Eveneens in 1974 verstrekte de ERP een lening van omstreeks vijf miljoen dollar aan de Chileense Beweging van de Revolutionaire Linkerzijde (MIR); deze som was een deel van het los geld dat was verkregen in ruil voor de vrijlating van de Argentijnse Es- so-directeur Victor Samuelson. Uit andere bron weten we dat Andreas Baader en enkele van zijn medewer kers in november 1969 toen hun in de Bondsrepubliek Duitsland de grond te heet onder de voeten werd, naar Frankrijk vluchtten en daar onderdoken in de leegstaande wo ning van Régis Debray, de intellec tuele wapenbroeder van „Che" Gue vara, die samen met hem de verant woordelijkheid deelt voor de zgn. foco-theorie (de leer dat kleifie gue- rillagroepen ten plattelande een heel land tot de revolutie kunnen brengen). Leningen, logistieke steun en onder dak: dat zijn een paar van de voorna me diensten die transnationale ter reurgroepen elkaar verlenen. Maar de sterkste band die er vooralsnog tussen hen bestaat is de gemeen schappelijke opleiding. De Baski sche revolutionair die enkele van de fijne kneepjes leerde bij de EBP in Argentinië was daar al een voor beeld van. Werkelijk grote omvang heeft even wel het Palestijnse trainingspro gramma aangenomen, dat vermoe delijk omstreeks 1968 is gestart en waarin vooral het Volksleger voor de Bevrijding van Palestina een voor naam aandeel heeft Leden van de IRA, het Japanse Rode Leger en minstens drie Duitse groepen heb ben daar een opleiding ontvangen. Ook Turken en Iraneaen zijn bij de Palestijnen school gegaan. Sommige Latijns-Amerikanen zoals „Carlos" en Patricio Arguello, een burger van Nicaragua die in september 1976 bij een poging om samen met de ver maarde Leila Khaled een lijntoestel van de Israëlische luchtvaartmaat schappij El Al te kapen werd ge dood, Bekend is dat enkele Neder landse revolutionairen of would-bo revolutionairen zijn opgeleid in Zuid-Jemen. De vraag waar thans nog geen antwoord op valt te geven is, of ook Zuidmoluluie jongeren een dergelijke leerschool hebben door lopen. Een merkwaardig verschijnsel is dat verscheidene groepen korte tijd na het voltooien van hun opleiding vallen hebben ondernomen op len die uitsluitend voor de Palestij nen van belang waren. Het Japanse Rode Leger, Latijns-Amerikanen, Duitsers en ook Turkse groepen hebben dat gedaan. Turkse terroris ten vermoordden bijvoorbeeld in mei 1971 de Iraëlische consul-gene raal in Istanboel. Japanse terroris ten deden in mei 1972 een overval op de luchthaven Ben Goerion te Lod. Duitse terroristen vielen Israëlische doelen aan in Frankfurt en Berlijn. Zou dat misschien een vereffening achteraf kunnen zijn, een betaling van schoolgeld in de vorm van dood en vernietiging? beeld in continu-arbeid. in slijten de beroepen, oudere ongehuwde werkende vrouwen, enz.) zien nu reeds verlangend uit naar de dag waarop hun pensioengerechtigde leeftijd ingaat. Bij een eerdere pen sionering zijn zij vermoedelijk bij zonder gebaat, zolang het werk nog niet is „aangepast", maar is deze vervroegde pensionering dan ook op een reële basis mogelijk? In het huidge stelsel van sociale zekerheid missen nog altijd duizen den werknemers een goede pensi oenvoorziening als aanvulling op de AOW. Zouden er met uitsluitend de AOW als basis-voorziening op 64-Jarige leeftijd en misschie nog een heel klein pensioentje, zolang de algemene pensloenpUcht nog niet is gerealiseerd, geen spannin gen ontstaan? Zou arbeid als aan vulling op de AOW-uitkering dan vaak niet noodzakelijk zijn? Wat zou dan uiteindelijk de winst aan arbeidsplaatsen nog zijn? En moet er als er geen financiële moeilij kheden #Jn een arbeidsverbod gelden? Twijfel De gedachte aan deze vervroegde pensionering is uiteraard mede in gegeven door het feit, dat vele ou dere werknemers nu reeds op onei genlijke wijze voortijdig uit het ar beidsproces zijn verdwenen. Hier en daar wordt wel gesuggereerd dat er op grond van deze feiten iets mis zou zijn met de gebruikelijke pen sioengerechtigde leeftijd. Ik waag dat te betwijfelea Veel eer is er iets mis met het gebruik van argumenten, die als oneigenlijk dienen te worden beschouwd. Daarvoor dienen dan oplossingen te worden gezocht door het werk aan te passen aan de mogelijkhe den van de oudere werknemers. Weinig werkenden Desalniettemin: de werkelijkheid liegt er niet om: grote aantallen oudere werknemers in de WW of in de WAO en slechts een gering aan tal werkende 64-jarigen. Bij invoe ring van een algehele vervroegde pensionering zijn in theorie dan ook besparingen mogelijk: bijv. aan uitbetaling van sociale uitke ringen, e.d. Maar daar staat wel wat tegenover! Hogere premie-percentages voor de AOW als gevolg van meer en lange re pensioen-uitkeringen, maar ook minder premie-opbrengst. Verder kostenstijgingen voor de be- drijfspensioenen, enz. Wat het net to-resultaat uiteindelijk zal zijn, laat zich nauwelijks nog met enige nauwkeurigheid vaststellen. Zeer optimistische veronderstellingen (prof. Halberstadt) wisselen zeer pessimistische („een miljarden zaak") af. Maken we ons zelf en het Neder landse volk niet iets wijs als we zelfs ook maar suggeren, dat er via uitbreiding van de sociale zeker heid nog een nieuw beslag op de beperkte mogelijkheden kan wor den gelegd? Wat is er eigenlijk van de één pro cent operatie in de sociale zeker heidssfeer al gerealiseerd? Een pijnlijke operatie, ja zeker, maar nodig terwille van het herstel van de werkgelegenheid voor ouderen én jongeren. En dan ook nog een verplichte vervroegde pensi onering die extra financiële mid den verjgt? Vergeet het maar! In het licht van de zwarte en som bere vooruitzichten met betrek king tot de werkgelegenheid zal uiteraard een billijke verdeling van werk de eerstkomende jaren de hoogste prioriteit moeten hebben. Andere mogelijkheden dan een al gehele vervroegde pensionering dienen hiervoor te worden aange boord. Vrijwilligheid Dat neemt niet weg dat ouderen op basis van vrijwilligheid een unieke bijdrage kunnen leveren tot het vrijmaken van arbeidsplaatsen voor Jongeren. Met name de experi menten met vervroegde pensione ring in de havens en de metaal rechtvaardigen de verwachting, dat er bereidheid bestaat in positie ve zin een bijdrage te leveren door van de loonruimte in te leveren. Misschien liggen er ook als wij het bedrijfstaksgewijze bezien nog onbenutte kansen. Mevrouw Ven Leeuwen is lid van de Tweede Kamer voor het CDA.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 13