Het kapitalisme, voor
iristen-democraten verklaard
Titanenstrijd tussen
Renault en Peugeot
AUTOBIOGRAFIE
Matra-Simca Rancho is een terreinauto-nieuwe-stijl
talisme, anti-kapitalisme
)artijvorming, of:
Om de eerste plaats in de Franse auto-industrie
leken over onderwijs, opvoeding
beroepskeuze
'Terugroepen'wordt verplicht
T rouw/Kwartet HS 11
Siccode Jong
de
ega
„'eek voor de Tweede Kamerverkiezingen ruimde Trouw
-iele pagina in voor een interessant tweegesprek tussen dr.
Jager en prof. Arend Vermaat. In dat gesprek, dat met.
betrekking had op de plaatsbepaling van het CDA ten
van liberalisme en socialisme, dook regelmatig het
1 „kapitalisme" op. In hoeverre bestaat het vandaag nog,
hoeverre moet het al dan niet radicaal worden
rezen? En indien het radicaal moet worden afgewezen,
dat dan niet belangrijke gevolgen voor de partijpolitieke
lling van christenen? Brengt het hen niet automatisch op
yn met socialisten, als bestrijders van het kapitalisme
het eerste uur?
dactie van Trouw heeft mij
igd, bij dit tweegesprek over
jjsme en partijvorming enke-
ittekeningen te plaatsen. Ik
t graag proberen, hoe moei
et onderwerp overigens ook
|n. Wellicht ls mijn bijdrage
gemakkelijkst verteerbaar,
?er Ik ze probeer samen te
in een vijftal stellingen.
w erste: Het woord „kapitalis-
ient bij voorkeur niet op de
t westerse samenlevingsop-
te worden betrokken, en mag
iee zeker niet worden vereen-
een voor de hand liggende
om met deze stelling te be-
De westerse samenlevings
geen orde-uit-één stuk, ge-
op slechts één beginsel en
wen. Het is een complex
voortgekomen uit een grote
jheidenheid van geestelijke en
irele impulsen. Reformatie,
lastiek, renaissance en verlich-
hebben elk gepoogd een eigen
ipel op onze samenlevingsop-
te zetten en van elk van
Impulsen vertoont onze he-
laagse samenlevingsopbouw
ook de sporen.
sterse democratie en vrij-
ivattingen b.v. zijn door de
wezenlijk en diepgaand
iJÊvloed. En In de manier waarop
^"iememlngsgewijze productie
samenleving functioneert,
let alleen de Invloed zichtbaar
j een expansief, wereldver-
'a» end humanisme, maar ook van
:anlsch-gerichte gedachten-
van een scholastiek, en ook
iet reformatorische beginsel
isprelde verantwoordelijkhe-
luverelnltelt ln eigen kring).
is het een ruwe en grove
ipeling onze westerse samen-
sopbouw als alleen-maar-ka-
itAsch aan te merken. Veel
er is het te spreken van kaplta-
,lche elementen binnen onze
erse samenlevingsstructuur, of
een bepaalde kapitalistische
natuur van onze samenle-
>rde.
tweede. Kapitalisme en vooruit-
[sgeloof houden nauw verband
il elkaar: het kapitalisme kan wor-
V gezien als het maatschappelijk
'ttuig voor een verzelfstandigd
juitgangsstreven.
e stelling ligt een bepaalde
hatieve visie op het kapita
le opgesloten. En wel één, die de
Ilstlsche elementen in onze
schappelijke orde in verband
■t met de culturele Impuls van
|fcesterse vooruitgangsgeloof.
arom 1687?
een verdere uitwerking van
lat vooruitgangsgeloof zelf ge-
ft is en nog is moet ik
■■fcs volstaan met naar mijn
I („Kapitalisme en vooruit-
te verwijzen. Aleen dit: het
erse vooruitgangsgeloof, zoals
dat met name tijdens de ver-
Ingstijd (1850 en later) heeft
ekend, kenmerkte zich door
diep vertrouwen ln de voort-
van de menselijke weten-
ppelijke kennis en in de vruch-
die dit ook economisch voor
geluk van de mensheid zou'
jr. pen meebrengen.
Hel hieraan ontstaat tijdens de
„industriële revolutie" in het
fn een ontwikkeling van de
snlevingsorde in modem-kapi
talistische richting. Daarbij kan
dan dit kapitalisme worden om
schreven als die wijze van inrich
ting van de samenleving, waarbij
voor de kracht van de menselijke
vooruitgang op het vlak van de
technologisch-onderbouwde eco
nomische expansie structureel ln
alle opzichten ruim baan wordt ge
maakt. En wel met name door via
markten de op basis van risico
dragend kapitaal georganiseerde
produktlehuishoudingen zo scherp
mogelijk met eikaar te laten con
curreren.
Zo gezien ls het kapitalisme dus
méér dan een bepaalde organisa
tiewijze, of een bepaalde vorm van
beheer van produktiemiddelen. Zo
wel de organisatiewijze (de markte
conomie) als de beheersvorm (voor
namelijk particuliere eigendom)
zijn n.l. zelf middelen om tot het
eigenlijke doel te komen, namelijk
de structurele veiligstelling van de
krachten van een verzelfstandigde
technische en economische voor
uitgang in de samenleving. Want ln
die vooruitgangsdoeleinden ligt de
gelukshorizon voor allen ln de sa
menleving: een geluk dat zich laat
vertalen ln een groeiend Inkomen
voor ledereen, meer luxe en meer
vrije tijd.
Daarvoor behoort ook een staat in
zijn taakopvatting te allen tijde
ruimte te maken: afstand nemend
van het economisch leven wanneer
het bedrijfsleven het zelf klaren
kan; toesnellend wanneer de eco
nomische-technologische vooruit
gang dreigt te haperen (in tijden
van werkloosheid) of dreigt achter
te blijven (vergelijk de technologi
sche wedloop tussen oost en west).
Ten derde. Het kapitalisme als voer
tuig van vooruitgang ls niet slechts
een zaak van het verleden; het drijft
ook nu nog de samenleving in de
richting van haar afsluiting.
Voor degenen die het kapitalisme
zien als niet meer dan een organisa
tiemethode, namelijk die van de
puur-vrije markteconomie, is er
alle reden om te stellen dat het
kapitalisme niet meer bestaat. De
overheid heeft steeds meer econo
mische bevoegdheden tot zich ge
trokken, er zijn reeksen van over
heidsbedrijven gemeenschapsel-
gendom), de kapitaalverschaffers
hebben ln bedrijven soms nauwe
lijks meer Iets te zeggen enz.
In de zin echter waarin ln tweede
stelling over kapitalisme ls gespro
ken lijdt het geen twijfel dat bin
nen onze samenlevingsorde het ka
pitalisme nog steeds vóórtleeft. De
noodzaak van materiele vooruit
gang en technische vernieuwing
wordt vooropgesteld en gehand
haafd, ook waar dit zware aanpas-
slngselsen aan de samenleving met
zich brengt, zoals de aanvaarding
van een groeiende structurele-tech-
nologlsche werkloosheid; van soms
Jachtige en monotone vormen van
werk; van de Inschakeling van niet
geheel te vertrouwen nieuwe ener
giebronnen en van de stelselmatige
omvorming van consumenten-
smaken door een steeds meer ac
tieve reclame hét smeermiddel
van een groei-economle. De algehe
le aanpassing van de samenleving
aan een verzelfstandigd vooruit-,
gangsstreven, dat door rivaliteit
tussen produktlehuishoudingen
wordt waargemaakt d&t ls voor
mij de kern van het ook thans nog
aanwezige kapitalisme binnen onze
westerse samenlevingsopbouw.
In de stelling ls ook gesproken van
het daardoor heen-drijven van een
samenleving naar een afgesloten of
afgeplatte vorm van samenleving.
Naarmate de samenlevingsopbouw
bewuster op de noodzaak van een
felle, verzelfstandigde economi
sche en technische vooruitgang is
georiënteerd, raakt ze namelijk
steeds meer openheid, steeds meer
dimensies van antwoord kwijt.
Mensen worden objecten om mee
te produceren en om prod uk ten
aan te slijten; Instituties zoals
staat en onderneming worden
doelorganlsatles, grauw en uni
form, om door de dienst aan de
vooruitgang, het geluk tot stand te
brengen; normen worden hinderpa
len, zodra ze de vooruitgang zou
den kunnen haperen. De dag van
vandaag heeft ln een afgeplatte sa
menleving geen eigen zin meer; ze
heeft alleen nog maar zin ten op
zichte van wat morgen en overmor
gen moet zijn bereikt. Ja, zelfs
door prof. dr.
B. Goudzwaard
vakorganisaties en partijen komen
onder de aanpasslngsdruk te staan.
Ze worden geacht zich alleen bezig
te houden met de verdeling van
wat aan economische vooruitgang
wordt bereikt, en wel ten bate van
hun eigen leden of kiezers. De voor
uitgang zelf en het voortbestaan
daarvan ls de grote, vaak onuitge
sproken, stilzwijgende veronder
stelling bij al die verdelingswoede.
Het ls het gegeven waar zonder
meer van wordt uitgegaan (ook
wanneer die vooruitgang in de zin
van produktiegroei op een gegeven
moment bijvoorbeeld niet of nau
welijks aanwezig ls).
Ten vierde. Verzet tegen kapitalisti
sche tendenzen in onze samenleving
is voor politieke partijen een ge
biedende eis. Maar het is alleen dan
een zuiver verzet, wanneer het in
het teken staat van de ontsluiting
van de samenleving.
Het Kapitalisme stelt het doel van
een maximaal materieel geluk
voorop, en onderwerpt derhalve zo
wel de arbeidsprocessen, als de
mensen met hun gewoonten en hun
normen als de diverse Instel-
lingn en organen van de samenle
ving (ondernemingen, overheid, po
litieke partijen, vakbeweging, enz.)
aan de stille of harde dwang van
een stroomlijning ten dienste van
dat doeL Die afsluiting van de sa
menleving ls vanuit christelijk oog
punt mijns inziens onmogelijk te
verdedigen. Zo komt een samenle
ving onvoldoende aan het ant
woord aan God en aan de mede
mens toe. Daarom handhaaf Ik,
ook naar een politieke beweging als
het CDA, inderdaad de eis van een
anti-kapitalistische opstelling.
Maar daaraan moet dan wel onmid
dellijk worden toegevoegd, dat dit
antl-kapitallstlsme zich dan ook
voor alles zal moeten uiten ln de
bereidheid, die typisch kapitalitl-
sche tendens tot afsluiting van de
samenleving metterdaad tegen te
gaan. Anders blijft dat antl-kapita-
llsme vruchteloos en onder de
maat
Maar dat vergt nogal wat Het
vergt een congruent streven om
mensen en organisaties te doen af
zien van hun streven naar een onaf
gebroken Imkomens- en consump
tie groei. Het vergt een beleid, dat
ondernemingen vastprikt op brede
re en diepere verantwoordelijkhe
den dan produktiegroei en techni
sche vernieuwing. Ondernemingen
zullen moeten worden gehouden
aan hun eigen intrinsieke verant
woordelijkheid op het gebied van
zowel het respect voor de omrin
gende natuur, als van zinvolle kwa-
llteltsproduktie, als van het moge
lijk maken van meer humane en
creatieve vormen van menselijke
arbeid. De samenleving moet weer
open naar het dragen van gezamen
lijke verantwoordelijkheden, die
door toedoen van de kapltallsti-
sche tendens ln onze samenleving
en bij de meeste van haar Inwoners
steeds meer zijn afgeplat, wegge-
slepen, ofwel soms ook onnodig
overgenomen door een quasi-alwij-
ze, het materiële geluk voor ons
allen plannende overheid.
Ten vijfde. Het wezenlijke politieke
dilemma van onze tijd valt dan ook
niet samen met de tegenstelling iibe-
ralisme-socialisme, maar met de te
genstelling tussen afsluiting en ont
sluiting van de samenleving.
Het veizet tegen het kapitalisme
draagt pas vrucht, wanneer het
zich metterdaad tegen de afsluiten
de tendensen ln onze samenleving
keert. Maar de vraag is dan wel, ln
hoeverre zowel een CDA als een
PvdA daaraan zullen toekomen.
Die vraag geldt ook een PvdA. Het
socialisme noemt zich van huls uit
anti-kapltalistlsch dat ls Juist.
Maar het ls ln vele opzichten ln
onze tijd een kapitalistlsch-getint
socialisme geworden. Het houdt
veelal onverkort vast aan de nood
zaak van een materiele vooruit
gang in de samenleving. En het
bekommert zich voor alle met pure
verdélingsvragen: de vraag naar de
verdeling van de bestaande en
groeiende welvaart, de vraag naar
de verdeling van de bestaande en
groeiende macht Maar daardoor
veronderstelt het veeleer die econo
mische groei en technocratische
macht van het kapitalisme, dan
dat het een serieuze poging doet
hen beide ln onze samenleving een
bescheidener plaats te wijzen en
tot heroriëntatie te dwingen.
Dat bepaalt ook mijn antwoord
aan zowel dr Jager als aan dr Ver-
maat. Ik bevestig graag aan dr Ja
ger, dat ook het CDA anti-kapita
listisch zal moeten zijn. Maar ik
geef tegelijkertijd dr Vermaat ge
heel en al toe, dat dit noodzakelijke
anti-kapltallsme nog geenszins een
automatische frontvorming met
het hedendaagse socialisme ople-
ivert.
Natuurlijk het mag zeker niet
worden uitgesloten, dat zowel de
christen-democratische als de soci
alistische politiek zich in de toe
komst belde steeds gerichter gaan
bezighouden met de noodzakelijke
ontsluiting van onze westerse tun
nel-samenleving. Maar de zeker
heid daarvan bestaat bij geen van
beide. Wel staat vast, dat ze ln dat
geval ook belde bereid moeten zijn
tot het appèl aan de samenleving,
dat mensen niet leven bij brood
alleen, maar voorrang hebben te
geven aan het gehoorzamen van
hun gestelde normen; waaronder
die van het recht, maar ook die van
het rentmeestenzijn, en ook die van
de zinvolle arbeid.
Dat normbesef, hoe bedreigd ook,
is nog steeds ln onze samenleving
aanwezig. Het is een erfgoed van
onze eigen westerse cultuur. Daar
bij aan te sluiten en dat te mobili
seren is dan ook eerder onze opga
ve dan een alles over één kam sche
rende, alleen maar negatief-spre
kende, structuristlsche samenle
vingskritiek.
Het ziet er naar uit, dat het
Peugeot-concera samen met
Citroën dit Jaar de Régie Re
nault als autofabrikant num
mer één van Frankrijk zal over
vleugelen. De samenwerking
tussen Renault en Peugeot
schijnt nu bovendien wel defi
nitief schipbreuk geleden te
hebben. Renault heeft toena
deringspogingen ondernomen
tot het Engelse staatsconcern
British Leyland.
De Franse autofrabricage is na de
Amerikaanse, Japanse en Duitse de
vierde ter wereld, maar de twee
Franse autoconcerns vormen bljeen-
geteld Europa's voornaamste perso
nenauto-industrie. Immers, in Duits
land en nog meer in Engeland be
heerst de Amerikaanse automo-
bielcndustrie een belangrijk deel
van de produktle, terwijl de Fransen
naast Renault en Peugeot-Citroën
alleen een sterk op de export aange
wezen dochteronderneming van
Chrysler ln hun land hebben, die
slechts zeventien procent van alle
Franse auto's maakt. Van de overige
83 procent valt op dit moment 43
procent toe aan Peugeot-Citroën en
40 procent aan Renault
Daarmee zijn de rollen omgedraaid,
want zelfs na de vorig Jaar beklon
ken fusie tussen Peugeot en Citroën
bleef Renault nog juist het grootste
autoconcern van Frankrijk. Deze
staatsonderneming in 1945 genati
onaliseerd doorstond zelfs de
oliecrisis op voorbeeldige wijze,
dank zij een modellenprogramma,
dat zowel toegespitst is op ruimte en
comfort'als op een zuinig benzine
verbruik. Maar Renault, al veelvul
dig geplaagd door stakingen, wil de
produktle niet te sterk opvoeren om
geen sociale problemen extra op te
roepen, wanneer de conjuctuur eens
tegenzit Dit geeft deze fabriek ook
onomwonden toe.
Zo kwam het dat het nieuwe model
Renault 14, dat overal erg goed aan
slaat, eigenlijk alleen maar de pro
blemen van levertilden verergerde,
terwijl Peugeot dat vorig Jaar de
Peugeot 204 uit produktle nam
zeer snel Inschoot op de vooral in het
buitenland toegenomen vraag. In de
eerste vier maanden van dit Jaar
nam de export van Peugeot met der
tig procent toe tot ruim 127.000 wa
gens, van Chrysler-Simca met twin
tig procent tot 116.000, van Citroën
met tien procent tot 115.000, terwijl
Renault's export slechts 2,5 procent
steeg tot 227.500. Daarentegen ging
Renault wel ln eigen land twintig
procent vooruit, maar dit leverde
slechts een produktiestijging van
nog geen zes procent op tegen acht
procent voor Peugeot, tien procent
voor Citroën en twintig procent voor
Chrysler-Simca. Samen bouwden
Peugeot en Citroën 482.000 auto's
242.000 Peugeots en 240.000 Citroëns
terwijl Renault tot en met april
een produktle van 452.000 noteerde.
Deze cijfers geven ook een herstel
van Citroën onder leiding van Peu
geot weer. Het aparte merk, dat al
vóór de dood van André Citroën ln
1934 begon te tobben, heeft Jaren
aaneen gesteund op twee modellen
de 2 CV of Eend uit 1948 en de DS uit
1955. Die basis was te smal en het
bandenconcern Mlchelin, dat de fa
briek na een driegend falllisement
van André Citroën had overgeno
men, zocht naar een partner voor
Citroën binnen de automobielindus
trie. Die leek het in 1968 gevonden te
hebben ln Fiat. Maar het werd een
kortstondig samengaan: na vijf Jaar
trok Flat zich terug omdat het als
minderheidsaandeelhouder de
meerderheid ln Italiaanse handen
was door de president en De Gaulle
en Pompidou verboden Citroën
onvoldoende besturen kon.
Rationalisering in de Franse autoproduktfe: op de foto de lopende
band in de nieuwe fabriek van Citroën te Aulnay benoorden Parijs
ten oosten van de snelweg A 1. Hier worden de carrosserie en het
chassis van de CX automatisch samengevoegd zonder dat de band
stopt.
Inmiddels verging het Citroën beter
na de komst van het model GS in
1970. Er werd winst gemaakt en het
leek of het merk toch wel op eigen
benen kon staan. In 1974 bleek niets
minder waar. Ondanks de komst van
het nieuwe type CX, dat de DS
kwam opvolgen, raakte Citroën ln
ernstige meoilijkheden, omdat met
de 2 CV en afgeleide typen, de GS en
de CX de basis niet hecht genoeg
was. Om de problemen het hoofd te
bieden verzocht president Glscard
d'Estaing Peugeot de leiding bij Ci
troën over te nemen.
Peugeot had al eerder met Citroën
samengewerkt, namelijk van 1964
tot 1966. Maar toen wilde Citroën
Peugeot overnemen en daarvoor
voelde de familie Peugeot een
hugenoten geslacht, dat het auto-,
fietsen- en gereedschappenconcern
nog altijd leidt niets. Om die re
den ging Peugeot steeds meer aan
sluiting zoeken bij Renault, temeer
toen Flat en Citroën partners wer
den. Maar met de aankondiging van
de fusie Peugeot-Citroën, precies
tien Jaar na het besluit tot samen
gaan tussen Renault en Peugeot,
kwam aan dit laatste contact abrupt
een einde.
Dat was vorig Jaar en van beide
zijden werd toen nog gezegd, dat
indien dit gunstig mocht blijken, die
samenwerking toch nog verdiept zou
worden. Men was trouwens samen al
een eind onderweg. Renault en Peu
geot hebben gemeenschappelijke
motorenfabrieken, een yolledige uit
wisseling aan research, een op basis
van ieder de helft bekostigd veilig
heidsonderzoek. terwijl ook geza
menlijke meerderheidsbelangen in
verscheidene ondernemingen
bestaan.
Maar er bestond al wrevel tussen
belden o.m. doordat Renault Peu-
geot's concurrent ln de rijwielindus
trie Motobécane wilde overnemen
toen Peugeot zich met Citroën vere
nigde. Louis Renault en André Ci
troën waren altijd al aartsvijanden
geweest en bij Citroën zag men Re
nault als een geduchte concurrent
van staatswege, die o.m. de Renault
4 tegenover de 2 CV gesteld had en
de Renault 16 tegenover de DS. De
voormalige partners raakten steeds
verder uit elkaar Peugeot uitte zelfs
de beschuldiging, dat Renault ln we
zen gesubsidieerd wordt, terwijl Peu
geot belasting moet betalen.
Buitenland
Renault zoekt nu op zijn beurt part
ners ln het buitenland. Besprekin
gen met de Italiaanse concerns Fiat
en Alfa Romeo om gezamenlijk
dieselmotoren te gaan maken heb
ben een eerste resultaat opgeleverd
en thans wordt overleg gevoerd met
British Leyland om na te gaan of
samen motoren en andere onderde
len kunnen worden gebouwd, het is
daarbij wel frappant, dat Alfa Ro
meo, British Leyland en Ranault elk
staatsondernemingen zijn, die bij
toerbeurt winst en verlies plegen te
maken.
Dat laatste heeft men ook wel van
Citroën kunnen zeggen, maar het
nog nooit ln de rode cijfers geraakte
Peugeot zag kans de rentabiliteit bij
Citroën vorig Jaar al volledig te her
stellen. Dit Jaar profiteren beide
merken Citroën nu ook met de ln
Frankrijk zo goed aangeslagen LN,
dat men dit model voor export nau
welijks kan leveren van de gunsti
ge conjunctuur. Daarbij doet zich
behalve de hausse ln export het feit
voor, dat ook de Franse autoverkoop
stijgt met rond twaalf procent, ter
wijl de import van buitenlandse mer
ken weer Iets ls teruggedrongen en
nu op rond één vijfde van de regi
straties komt. Geen enkel ander Eu
ropees land kent een dergelijk laag
importaandeel.
De Fransen zijn natuurlijk wat chau
vinistische kopers, maar hun in ei
gen land gefabriceerde wagens heb
ben elk een hoge mate van comfort,
waar de Fransman niet van af wil.
Daar komt bij, dat de Franse mer
ken zich sterk toeleggen op voor
wielaandrijving, de hobby van André
Citroën, die volledig door Renault
overgenomen is. Chrysler-Simca
heeft hierop met de llOOcc- en
1300cc- typen ook het zwaartepunt
liggen en Peugeot bouwt de 104 en
304 met voorwielaandrijving. Verder
hebben Citroën en Peugeot elk
diesels de CX, 304 en 504 en zijn
ook de middenin de oliecrisis uitge
brachte zescilinders toch wel een
succes geworden. Deze wagens,
waarvan Renault, Peugeot en Volvo
samen de motoren bouwen, oogsten
vooral ln Frankrijk succes. Peugeot
bouwde vorig Jaar 36.000 maal de
604, Renault 32.500 maal de 30 TS.
In Nederland ligt het aandeel van de
Franse merken op dit moment Juist
weer iets onder de dertig procent,
een aandeel dat de vier merken Re
nault, Peugeot, Simca en Citroën
sinds 1970 bereiken, maar dat in het
begin van de Jaren zestig nog twintig
procent bedroeg. Naar concern^ gere
kend staat Peugeot-Citroën in Ne
derland op de tweede plaats en Re
nault vijfde. GM leidt, Ford ls derde
den VW vlërde.
NGCENTRUM - Onder de ti-
Rap en z'n maat" schreef
pe Keuls een verslag over haar
pgen ln een opvangcentrum,
ngeren. waar zij een Jaar lang
"JUlgster werkte. Een aangrij-
verhaal over Jongeren die
baar geen kant uit kunnen,
"nderen die van huls weglopen
i school willen, die een verle-
kinderhuizen achter de rug
èn of/en aan drugs verslaafd
plemaal Jongeren die letterlijk
juurlijk geen dak meer boven
jjoofd hebben. Ambo, Baam,
IN Eveneens bij Ambo ver
ft van Edward Shorter: „De
ftg van het moderne gezin",
ftr, historicus aan de unlversl-
Toronto, laat zien hoe gezin
ftvelljk zich ln de laatste drie
*n ontwikkelden. Prijs 32,50.
flEPSKEUZE Intermediair
fracht 391, Amsterdam)
e weer een Jaarboek met infor
mer beroepskeuze voor afge
ven van het hoger onderwijs,
wnmlgen gratis, voor anderen
Op hetzelfde adres kunnen
Meerden van het voortgezet
*^J» gratis een wegwijzer voor.
ï- en studiekeuze bestellen
fcktief 77).
JEUGDCRIMINALITEIT „Ach
tergronden misdaad en straf" heet
de documentatiemap die het Vor
mingswerk Jong Volwassenen (Mari-
ahoek 1. Utrecht) samenstelde over
de onderwerpen criminaliteit van
Jongeren, recht, straf en hulpverle
ning.
OT EN SIEN Onder de titel „Over
en om de hoofden van Ot en Slen"
bundelde oud-inspecteur O. J. Stra-
ver zijn Ideeën over het onderwijs.
Schoolpers, Culemborg, 12.50.
HENNY „Neem nou Henny" is een
beeldverhaal, een fotoboek waarin
Michel Szulc Krzyzanowskl de situa
tie tekent waarin Henny thuis, ln de
koekjesfabriek en op het vormings
centrum leeft. Schoolverlaters kun
nen het fraaie boek gratis krijgen.
Als ze het bestellen bij de Landelijke
organisatie vormingswerk werkende
Jongeren, Laurensdreef 49, Utrecht,
hoeven ze alleen 3,- verzendkosten
te betalen.
LOVEY Mary MacCracken vertelt
ln het boek „Lovey, een heel bijzon
der kind" hoe het achtjarige meisje
Hannah in een klasje met emotio
neel gestoorde kinderen na twee
maanden zwijgzaamheid begint te
praten en zelfs te zingen. Ambo,
17,50.
De kleine Matra-fabriek en de
Franse dochteronderneming
(ADVERTENTIE)
van het Amerikaanse Chrysler-
concern hebben na de driezit-
ter Bagheera-coupé nu een ex
ceptionele terreinwagen uitge
bracht. Het bijzondere er aan
ls, dat deze Matra-Simca Ran
cho geen vierwiel- maar voor
wielaandrijving heeft.
In heel de wereld ls de terreinwagen
als tussenvorm van een comblnatle-
en een bestelauto ln trek, vanwege
de praktische voordelen. De Ameri
kaanse Chevrolet Blazer, de Japanse
Toyota Landcrulser en de Engelse
Range Rover bieden een unieke
ruimte en rijeigenschappen, waar
mee de automobilist zich een weg
door onbegaanbaar terrein ploegt.
Deze auto's zijn echter, doordat alle
vier de wielen aangedreven worden,
knap prijzig. Matra-Simca stelt daar
nu een uiterlijk weinig afwijkend
model tegenover, dat op twee wielen
wordt aangedreven. Uiteraard de
voorwielen, want daarmee trekt de
wagen beter door zanderig, bosach
tig gebied of zelfs door riviertjes.
Behalve het kostprijsvoordeel door
maar twee wielen aan te drijven ls
een pluspunt dat de ln massapro-
duktle vervaardigde techniek van de
ook op de voorwielen aangedreven
8lmca 1308 OT gebruikt kon wor
den. De weliswaar Iets zwaardere
Rancho 1130 kilo komt met de
anderhalve liter-motor van 80 DIN-
pk vlot vooruit: officieel komt de top
zelfs op 145 km per uur. De wagen
staat vrij hoog op de wielen en heeft
met extra getraliede halogeen-lam
pen. een beschermende metalen beu
gel en kunststof bumpers aan de
voorkant ook het uiterlijk van een
wagen op mee op Safari te gaan.
Een goed veercomfort. een binnen
ruimte voor 2200 liter of 500 kilo
bagage en een extra verkrijgbaar
systeem om de voorwielen uit het
zand weer los te krijgen vervolma
ken deze terrelnauto-nieuwe-stljl,
die met een prijs van rond de twintig
mille ongeveer de helft kost van de
wagens waarbij tweemaal zoveel
wielen worden aangedreven. De
driedeurs carrosserie is vervaardigd
uit metaal en gewapend polyester en
vastgeklonken op een metalen on
derstel.
De koets wordt rondom door een
glasvezel gordel beschermd. Het in
terieur ls niet te barbaars afgewerkt
en biedt comfortabel plaats aan vijf
personen, waarmee de Rancho ook
een goede reiswagen is, die natuur
lijk voor onconventionele vakan
tiegangers zeer aantrekkelijk zal
blijken. De wagen komt alleen pas
dit najaar in Nederland.
De ruime Rancho van Matra-Simca. Een buiten-auto" noemt de
fabrikant dit originele ontwerp.
De Europese Commissie te Brussel wil de autofabrikanten (aan verplichten
het „terugroepen" van auto's officieel aan te kondigen, indien sprake is van
fabricagefoutcn. Het terugroepen geschiedt In dc praktijk reeds als het risico
bestaat dat breuk of andere storing tot ongevallen kan leiden. De klanten
moeten dan met hun wagen terug naar de dealer.
Tot nu toe Is het initiatief tot dit terugroepen van auto's geheel overgelaten aan
de fabrikanten. In de Verenigde Staten bestaan daartoe echter wettelijke
maatregelen, die de Europese landen nog niet kennen. Een dergelijke wetge
ving zou nu Europees moeten worden vastgesteld, aldus de Commissie.