Het kapitalisme, voor iristen-democraten verklaard Titanenstrijd tussen Renault en Peugeot AUTOBIOGRAFIE Matra-Simca Rancho is een terreinauto-nieuwe-stijl talisme, anti-kapitalisme )artijvorming, of: Om de eerste plaats in de Franse auto-industrie leken over onderwijs, opvoeding beroepskeuze 'Terugroepen'wordt verplicht T rouw/Kwartet HS 11 Siccode Jong de ega „'eek voor de Tweede Kamerverkiezingen ruimde Trouw -iele pagina in voor een interessant tweegesprek tussen dr. Jager en prof. Arend Vermaat. In dat gesprek, dat met. betrekking had op de plaatsbepaling van het CDA ten van liberalisme en socialisme, dook regelmatig het 1 „kapitalisme" op. In hoeverre bestaat het vandaag nog, hoeverre moet het al dan niet radicaal worden rezen? En indien het radicaal moet worden afgewezen, dat dan niet belangrijke gevolgen voor de partijpolitieke lling van christenen? Brengt het hen niet automatisch op yn met socialisten, als bestrijders van het kapitalisme het eerste uur? dactie van Trouw heeft mij igd, bij dit tweegesprek over jjsme en partijvorming enke- ittekeningen te plaatsen. Ik t graag proberen, hoe moei et onderwerp overigens ook |n. Wellicht ls mijn bijdrage gemakkelijkst verteerbaar, ?er Ik ze probeer samen te in een vijftal stellingen. w erste: Het woord „kapitalis- ient bij voorkeur niet op de t westerse samenlevingsop- te worden betrokken, en mag iee zeker niet worden vereen- een voor de hand liggende om met deze stelling te be- De westerse samenlevings geen orde-uit-één stuk, ge- op slechts één beginsel en wen. Het is een complex voortgekomen uit een grote jheidenheid van geestelijke en irele impulsen. Reformatie, lastiek, renaissance en verlich- hebben elk gepoogd een eigen ipel op onze samenlevingsop- te zetten en van elk van Impulsen vertoont onze he- laagse samenlevingsopbouw ook de sporen. sterse democratie en vrij- ivattingen b.v. zijn door de wezenlijk en diepgaand iJÊvloed. En In de manier waarop ^"iememlngsgewijze productie samenleving functioneert, let alleen de Invloed zichtbaar j een expansief, wereldver- 'a» end humanisme, maar ook van :anlsch-gerichte gedachten- van een scholastiek, en ook iet reformatorische beginsel isprelde verantwoordelijkhe- luverelnltelt ln eigen kring). is het een ruwe en grove ipeling onze westerse samen- sopbouw als alleen-maar-ka- itAsch aan te merken. Veel er is het te spreken van kaplta- ,lche elementen binnen onze erse samenlevingsstructuur, of een bepaalde kapitalistische natuur van onze samenle- >rde. tweede. Kapitalisme en vooruit- [sgeloof houden nauw verband il elkaar: het kapitalisme kan wor- V gezien als het maatschappelijk 'ttuig voor een verzelfstandigd juitgangsstreven. e stelling ligt een bepaalde hatieve visie op het kapita le opgesloten. En wel één, die de Ilstlsche elementen in onze schappelijke orde in verband ■t met de culturele Impuls van |fcesterse vooruitgangsgeloof. arom 1687? een verdere uitwerking van lat vooruitgangsgeloof zelf ge- ft is en nog is moet ik ■■fcs volstaan met naar mijn I („Kapitalisme en vooruit- te verwijzen. Aleen dit: het erse vooruitgangsgeloof, zoals dat met name tijdens de ver- Ingstijd (1850 en later) heeft ekend, kenmerkte zich door diep vertrouwen ln de voort- van de menselijke weten- ppelijke kennis en in de vruch- die dit ook economisch voor geluk van de mensheid zou' jr. pen meebrengen. Hel hieraan ontstaat tijdens de „industriële revolutie" in het fn een ontwikkeling van de snlevingsorde in modem-kapi talistische richting. Daarbij kan dan dit kapitalisme worden om schreven als die wijze van inrich ting van de samenleving, waarbij voor de kracht van de menselijke vooruitgang op het vlak van de technologisch-onderbouwde eco nomische expansie structureel ln alle opzichten ruim baan wordt ge maakt. En wel met name door via markten de op basis van risico dragend kapitaal georganiseerde produktlehuishoudingen zo scherp mogelijk met eikaar te laten con curreren. Zo gezien ls het kapitalisme dus méér dan een bepaalde organisa tiewijze, of een bepaalde vorm van beheer van produktiemiddelen. Zo wel de organisatiewijze (de markte conomie) als de beheersvorm (voor namelijk particuliere eigendom) zijn n.l. zelf middelen om tot het eigenlijke doel te komen, namelijk de structurele veiligstelling van de krachten van een verzelfstandigde technische en economische voor uitgang in de samenleving. Want ln die vooruitgangsdoeleinden ligt de gelukshorizon voor allen ln de sa menleving: een geluk dat zich laat vertalen ln een groeiend Inkomen voor ledereen, meer luxe en meer vrije tijd. Daarvoor behoort ook een staat in zijn taakopvatting te allen tijde ruimte te maken: afstand nemend van het economisch leven wanneer het bedrijfsleven het zelf klaren kan; toesnellend wanneer de eco nomische-technologische vooruit gang dreigt te haperen (in tijden van werkloosheid) of dreigt achter te blijven (vergelijk de technologi sche wedloop tussen oost en west). Ten derde. Het kapitalisme als voer tuig van vooruitgang ls niet slechts een zaak van het verleden; het drijft ook nu nog de samenleving in de richting van haar afsluiting. Voor degenen die het kapitalisme zien als niet meer dan een organisa tiemethode, namelijk die van de puur-vrije markteconomie, is er alle reden om te stellen dat het kapitalisme niet meer bestaat. De overheid heeft steeds meer econo mische bevoegdheden tot zich ge trokken, er zijn reeksen van over heidsbedrijven gemeenschapsel- gendom), de kapitaalverschaffers hebben ln bedrijven soms nauwe lijks meer Iets te zeggen enz. In de zin echter waarin ln tweede stelling over kapitalisme ls gespro ken lijdt het geen twijfel dat bin nen onze samenlevingsorde het ka pitalisme nog steeds vóórtleeft. De noodzaak van materiele vooruit gang en technische vernieuwing wordt vooropgesteld en gehand haafd, ook waar dit zware aanpas- slngselsen aan de samenleving met zich brengt, zoals de aanvaarding van een groeiende structurele-tech- nologlsche werkloosheid; van soms Jachtige en monotone vormen van werk; van de Inschakeling van niet geheel te vertrouwen nieuwe ener giebronnen en van de stelselmatige omvorming van consumenten- smaken door een steeds meer ac tieve reclame hét smeermiddel van een groei-economle. De algehe le aanpassing van de samenleving aan een verzelfstandigd vooruit-, gangsstreven, dat door rivaliteit tussen produktlehuishoudingen wordt waargemaakt d&t ls voor mij de kern van het ook thans nog aanwezige kapitalisme binnen onze westerse samenlevingsopbouw. In de stelling ls ook gesproken van het daardoor heen-drijven van een samenleving naar een afgesloten of afgeplatte vorm van samenleving. Naarmate de samenlevingsopbouw bewuster op de noodzaak van een felle, verzelfstandigde economi sche en technische vooruitgang is georiënteerd, raakt ze namelijk steeds meer openheid, steeds meer dimensies van antwoord kwijt. Mensen worden objecten om mee te produceren en om prod uk ten aan te slijten; Instituties zoals staat en onderneming worden doelorganlsatles, grauw en uni form, om door de dienst aan de vooruitgang, het geluk tot stand te brengen; normen worden hinderpa len, zodra ze de vooruitgang zou den kunnen haperen. De dag van vandaag heeft ln een afgeplatte sa menleving geen eigen zin meer; ze heeft alleen nog maar zin ten op zichte van wat morgen en overmor gen moet zijn bereikt. Ja, zelfs door prof. dr. B. Goudzwaard vakorganisaties en partijen komen onder de aanpasslngsdruk te staan. Ze worden geacht zich alleen bezig te houden met de verdeling van wat aan economische vooruitgang wordt bereikt, en wel ten bate van hun eigen leden of kiezers. De voor uitgang zelf en het voortbestaan daarvan ls de grote, vaak onuitge sproken, stilzwijgende veronder stelling bij al die verdelingswoede. Het ls het gegeven waar zonder meer van wordt uitgegaan (ook wanneer die vooruitgang in de zin van produktiegroei op een gegeven moment bijvoorbeeld niet of nau welijks aanwezig ls). Ten vierde. Verzet tegen kapitalisti sche tendenzen in onze samenleving is voor politieke partijen een ge biedende eis. Maar het is alleen dan een zuiver verzet, wanneer het in het teken staat van de ontsluiting van de samenleving. Het Kapitalisme stelt het doel van een maximaal materieel geluk voorop, en onderwerpt derhalve zo wel de arbeidsprocessen, als de mensen met hun gewoonten en hun normen als de diverse Instel- lingn en organen van de samenle ving (ondernemingen, overheid, po litieke partijen, vakbeweging, enz.) aan de stille of harde dwang van een stroomlijning ten dienste van dat doeL Die afsluiting van de sa menleving ls vanuit christelijk oog punt mijns inziens onmogelijk te verdedigen. Zo komt een samenle ving onvoldoende aan het ant woord aan God en aan de mede mens toe. Daarom handhaaf Ik, ook naar een politieke beweging als het CDA, inderdaad de eis van een anti-kapitalistische opstelling. Maar daaraan moet dan wel onmid dellijk worden toegevoegd, dat dit antl-kapitallstlsme zich dan ook voor alles zal moeten uiten ln de bereidheid, die typisch kapitalitl- sche tendens tot afsluiting van de samenleving metterdaad tegen te gaan. Anders blijft dat antl-kapita- llsme vruchteloos en onder de maat Maar dat vergt nogal wat Het vergt een congruent streven om mensen en organisaties te doen af zien van hun streven naar een onaf gebroken Imkomens- en consump tie groei. Het vergt een beleid, dat ondernemingen vastprikt op brede re en diepere verantwoordelijkhe den dan produktiegroei en techni sche vernieuwing. Ondernemingen zullen moeten worden gehouden aan hun eigen intrinsieke verant woordelijkheid op het gebied van zowel het respect voor de omrin gende natuur, als van zinvolle kwa- llteltsproduktie, als van het moge lijk maken van meer humane en creatieve vormen van menselijke arbeid. De samenleving moet weer open naar het dragen van gezamen lijke verantwoordelijkheden, die door toedoen van de kapltallsti- sche tendens ln onze samenleving en bij de meeste van haar Inwoners steeds meer zijn afgeplat, wegge- slepen, ofwel soms ook onnodig overgenomen door een quasi-alwij- ze, het materiële geluk voor ons allen plannende overheid. Ten vijfde. Het wezenlijke politieke dilemma van onze tijd valt dan ook niet samen met de tegenstelling iibe- ralisme-socialisme, maar met de te genstelling tussen afsluiting en ont sluiting van de samenleving. Het veizet tegen het kapitalisme draagt pas vrucht, wanneer het zich metterdaad tegen de afsluiten de tendensen ln onze samenleving keert. Maar de vraag is dan wel, ln hoeverre zowel een CDA als een PvdA daaraan zullen toekomen. Die vraag geldt ook een PvdA. Het socialisme noemt zich van huls uit anti-kapltalistlsch dat ls Juist. Maar het ls ln vele opzichten ln onze tijd een kapitalistlsch-getint socialisme geworden. Het houdt veelal onverkort vast aan de nood zaak van een materiele vooruit gang in de samenleving. En het bekommert zich voor alle met pure verdélingsvragen: de vraag naar de verdeling van de bestaande en groeiende welvaart, de vraag naar de verdeling van de bestaande en groeiende macht Maar daardoor veronderstelt het veeleer die econo mische groei en technocratische macht van het kapitalisme, dan dat het een serieuze poging doet hen beide ln onze samenleving een bescheidener plaats te wijzen en tot heroriëntatie te dwingen. Dat bepaalt ook mijn antwoord aan zowel dr Jager als aan dr Ver- maat. Ik bevestig graag aan dr Ja ger, dat ook het CDA anti-kapita listisch zal moeten zijn. Maar ik geef tegelijkertijd dr Vermaat ge heel en al toe, dat dit noodzakelijke anti-kapltallsme nog geenszins een automatische frontvorming met het hedendaagse socialisme ople- ivert. Natuurlijk het mag zeker niet worden uitgesloten, dat zowel de christen-democratische als de soci alistische politiek zich in de toe komst belde steeds gerichter gaan bezighouden met de noodzakelijke ontsluiting van onze westerse tun nel-samenleving. Maar de zeker heid daarvan bestaat bij geen van beide. Wel staat vast, dat ze ln dat geval ook belde bereid moeten zijn tot het appèl aan de samenleving, dat mensen niet leven bij brood alleen, maar voorrang hebben te geven aan het gehoorzamen van hun gestelde normen; waaronder die van het recht, maar ook die van het rentmeestenzijn, en ook die van de zinvolle arbeid. Dat normbesef, hoe bedreigd ook, is nog steeds ln onze samenleving aanwezig. Het is een erfgoed van onze eigen westerse cultuur. Daar bij aan te sluiten en dat te mobili seren is dan ook eerder onze opga ve dan een alles over één kam sche rende, alleen maar negatief-spre kende, structuristlsche samenle vingskritiek. Het ziet er naar uit, dat het Peugeot-concera samen met Citroën dit Jaar de Régie Re nault als autofabrikant num mer één van Frankrijk zal over vleugelen. De samenwerking tussen Renault en Peugeot schijnt nu bovendien wel defi nitief schipbreuk geleden te hebben. Renault heeft toena deringspogingen ondernomen tot het Engelse staatsconcern British Leyland. De Franse autofrabricage is na de Amerikaanse, Japanse en Duitse de vierde ter wereld, maar de twee Franse autoconcerns vormen bljeen- geteld Europa's voornaamste perso nenauto-industrie. Immers, in Duits land en nog meer in Engeland be heerst de Amerikaanse automo- bielcndustrie een belangrijk deel van de produktle, terwijl de Fransen naast Renault en Peugeot-Citroën alleen een sterk op de export aange wezen dochteronderneming van Chrysler ln hun land hebben, die slechts zeventien procent van alle Franse auto's maakt. Van de overige 83 procent valt op dit moment 43 procent toe aan Peugeot-Citroën en 40 procent aan Renault Daarmee zijn de rollen omgedraaid, want zelfs na de vorig Jaar beklon ken fusie tussen Peugeot en Citroën bleef Renault nog juist het grootste autoconcern van Frankrijk. Deze staatsonderneming in 1945 genati onaliseerd doorstond zelfs de oliecrisis op voorbeeldige wijze, dank zij een modellenprogramma, dat zowel toegespitst is op ruimte en comfort'als op een zuinig benzine verbruik. Maar Renault, al veelvul dig geplaagd door stakingen, wil de produktle niet te sterk opvoeren om geen sociale problemen extra op te roepen, wanneer de conjuctuur eens tegenzit Dit geeft deze fabriek ook onomwonden toe. Zo kwam het dat het nieuwe model Renault 14, dat overal erg goed aan slaat, eigenlijk alleen maar de pro blemen van levertilden verergerde, terwijl Peugeot dat vorig Jaar de Peugeot 204 uit produktle nam zeer snel Inschoot op de vooral in het buitenland toegenomen vraag. In de eerste vier maanden van dit Jaar nam de export van Peugeot met der tig procent toe tot ruim 127.000 wa gens, van Chrysler-Simca met twin tig procent tot 116.000, van Citroën met tien procent tot 115.000, terwijl Renault's export slechts 2,5 procent steeg tot 227.500. Daarentegen ging Renault wel ln eigen land twintig procent vooruit, maar dit leverde slechts een produktiestijging van nog geen zes procent op tegen acht procent voor Peugeot, tien procent voor Citroën en twintig procent voor Chrysler-Simca. Samen bouwden Peugeot en Citroën 482.000 auto's 242.000 Peugeots en 240.000 Citroëns terwijl Renault tot en met april een produktle van 452.000 noteerde. Deze cijfers geven ook een herstel van Citroën onder leiding van Peu geot weer. Het aparte merk, dat al vóór de dood van André Citroën ln 1934 begon te tobben, heeft Jaren aaneen gesteund op twee modellen de 2 CV of Eend uit 1948 en de DS uit 1955. Die basis was te smal en het bandenconcern Mlchelin, dat de fa briek na een driegend falllisement van André Citroën had overgeno men, zocht naar een partner voor Citroën binnen de automobielindus trie. Die leek het in 1968 gevonden te hebben ln Fiat. Maar het werd een kortstondig samengaan: na vijf Jaar trok Flat zich terug omdat het als minderheidsaandeelhouder de meerderheid ln Italiaanse handen was door de president en De Gaulle en Pompidou verboden Citroën onvoldoende besturen kon. Rationalisering in de Franse autoproduktfe: op de foto de lopende band in de nieuwe fabriek van Citroën te Aulnay benoorden Parijs ten oosten van de snelweg A 1. Hier worden de carrosserie en het chassis van de CX automatisch samengevoegd zonder dat de band stopt. Inmiddels verging het Citroën beter na de komst van het model GS in 1970. Er werd winst gemaakt en het leek of het merk toch wel op eigen benen kon staan. In 1974 bleek niets minder waar. Ondanks de komst van het nieuwe type CX, dat de DS kwam opvolgen, raakte Citroën ln ernstige meoilijkheden, omdat met de 2 CV en afgeleide typen, de GS en de CX de basis niet hecht genoeg was. Om de problemen het hoofd te bieden verzocht president Glscard d'Estaing Peugeot de leiding bij Ci troën over te nemen. Peugeot had al eerder met Citroën samengewerkt, namelijk van 1964 tot 1966. Maar toen wilde Citroën Peugeot overnemen en daarvoor voelde de familie Peugeot een hugenoten geslacht, dat het auto-, fietsen- en gereedschappenconcern nog altijd leidt niets. Om die re den ging Peugeot steeds meer aan sluiting zoeken bij Renault, temeer toen Flat en Citroën partners wer den. Maar met de aankondiging van de fusie Peugeot-Citroën, precies tien Jaar na het besluit tot samen gaan tussen Renault en Peugeot, kwam aan dit laatste contact abrupt een einde. Dat was vorig Jaar en van beide zijden werd toen nog gezegd, dat indien dit gunstig mocht blijken, die samenwerking toch nog verdiept zou worden. Men was trouwens samen al een eind onderweg. Renault en Peu geot hebben gemeenschappelijke motorenfabrieken, een yolledige uit wisseling aan research, een op basis van ieder de helft bekostigd veilig heidsonderzoek. terwijl ook geza menlijke meerderheidsbelangen in verscheidene ondernemingen bestaan. Maar er bestond al wrevel tussen belden o.m. doordat Renault Peu- geot's concurrent ln de rijwielindus trie Motobécane wilde overnemen toen Peugeot zich met Citroën vere nigde. Louis Renault en André Ci troën waren altijd al aartsvijanden geweest en bij Citroën zag men Re nault als een geduchte concurrent van staatswege, die o.m. de Renault 4 tegenover de 2 CV gesteld had en de Renault 16 tegenover de DS. De voormalige partners raakten steeds verder uit elkaar Peugeot uitte zelfs de beschuldiging, dat Renault ln we zen gesubsidieerd wordt, terwijl Peu geot belasting moet betalen. Buitenland Renault zoekt nu op zijn beurt part ners ln het buitenland. Besprekin gen met de Italiaanse concerns Fiat en Alfa Romeo om gezamenlijk dieselmotoren te gaan maken heb ben een eerste resultaat opgeleverd en thans wordt overleg gevoerd met British Leyland om na te gaan of samen motoren en andere onderde len kunnen worden gebouwd, het is daarbij wel frappant, dat Alfa Ro meo, British Leyland en Ranault elk staatsondernemingen zijn, die bij toerbeurt winst en verlies plegen te maken. Dat laatste heeft men ook wel van Citroën kunnen zeggen, maar het nog nooit ln de rode cijfers geraakte Peugeot zag kans de rentabiliteit bij Citroën vorig Jaar al volledig te her stellen. Dit Jaar profiteren beide merken Citroën nu ook met de ln Frankrijk zo goed aangeslagen LN, dat men dit model voor export nau welijks kan leveren van de gunsti ge conjunctuur. Daarbij doet zich behalve de hausse ln export het feit voor, dat ook de Franse autoverkoop stijgt met rond twaalf procent, ter wijl de import van buitenlandse mer ken weer Iets ls teruggedrongen en nu op rond één vijfde van de regi straties komt. Geen enkel ander Eu ropees land kent een dergelijk laag importaandeel. De Fransen zijn natuurlijk wat chau vinistische kopers, maar hun in ei gen land gefabriceerde wagens heb ben elk een hoge mate van comfort, waar de Fransman niet van af wil. Daar komt bij, dat de Franse mer ken zich sterk toeleggen op voor wielaandrijving, de hobby van André Citroën, die volledig door Renault overgenomen is. Chrysler-Simca heeft hierop met de llOOcc- en 1300cc- typen ook het zwaartepunt liggen en Peugeot bouwt de 104 en 304 met voorwielaandrijving. Verder hebben Citroën en Peugeot elk diesels de CX, 304 en 504 en zijn ook de middenin de oliecrisis uitge brachte zescilinders toch wel een succes geworden. Deze wagens, waarvan Renault, Peugeot en Volvo samen de motoren bouwen, oogsten vooral ln Frankrijk succes. Peugeot bouwde vorig Jaar 36.000 maal de 604, Renault 32.500 maal de 30 TS. In Nederland ligt het aandeel van de Franse merken op dit moment Juist weer iets onder de dertig procent, een aandeel dat de vier merken Re nault, Peugeot, Simca en Citroën sinds 1970 bereiken, maar dat in het begin van de Jaren zestig nog twintig procent bedroeg. Naar concern^ gere kend staat Peugeot-Citroën in Ne derland op de tweede plaats en Re nault vijfde. GM leidt, Ford ls derde den VW vlërde. NGCENTRUM - Onder de ti- Rap en z'n maat" schreef pe Keuls een verslag over haar pgen ln een opvangcentrum, ngeren. waar zij een Jaar lang "JUlgster werkte. Een aangrij- verhaal over Jongeren die baar geen kant uit kunnen, "nderen die van huls weglopen i school willen, die een verle- kinderhuizen achter de rug èn of/en aan drugs verslaafd plemaal Jongeren die letterlijk juurlijk geen dak meer boven jjoofd hebben. Ambo, Baam, IN Eveneens bij Ambo ver ft van Edward Shorter: „De ftg van het moderne gezin", ftr, historicus aan de unlversl- Toronto, laat zien hoe gezin ftvelljk zich ln de laatste drie *n ontwikkelden. Prijs 32,50. flEPSKEUZE Intermediair fracht 391, Amsterdam) e weer een Jaarboek met infor mer beroepskeuze voor afge ven van het hoger onderwijs, wnmlgen gratis, voor anderen Op hetzelfde adres kunnen Meerden van het voortgezet *^J» gratis een wegwijzer voor. ï- en studiekeuze bestellen fcktief 77). JEUGDCRIMINALITEIT „Ach tergronden misdaad en straf" heet de documentatiemap die het Vor mingswerk Jong Volwassenen (Mari- ahoek 1. Utrecht) samenstelde over de onderwerpen criminaliteit van Jongeren, recht, straf en hulpverle ning. OT EN SIEN Onder de titel „Over en om de hoofden van Ot en Slen" bundelde oud-inspecteur O. J. Stra- ver zijn Ideeën over het onderwijs. Schoolpers, Culemborg, 12.50. HENNY „Neem nou Henny" is een beeldverhaal, een fotoboek waarin Michel Szulc Krzyzanowskl de situa tie tekent waarin Henny thuis, ln de koekjesfabriek en op het vormings centrum leeft. Schoolverlaters kun nen het fraaie boek gratis krijgen. Als ze het bestellen bij de Landelijke organisatie vormingswerk werkende Jongeren, Laurensdreef 49, Utrecht, hoeven ze alleen 3,- verzendkosten te betalen. LOVEY Mary MacCracken vertelt ln het boek „Lovey, een heel bijzon der kind" hoe het achtjarige meisje Hannah in een klasje met emotio neel gestoorde kinderen na twee maanden zwijgzaamheid begint te praten en zelfs te zingen. Ambo, 17,50. De kleine Matra-fabriek en de Franse dochteronderneming (ADVERTENTIE) van het Amerikaanse Chrysler- concern hebben na de driezit- ter Bagheera-coupé nu een ex ceptionele terreinwagen uitge bracht. Het bijzondere er aan ls, dat deze Matra-Simca Ran cho geen vierwiel- maar voor wielaandrijving heeft. In heel de wereld ls de terreinwagen als tussenvorm van een comblnatle- en een bestelauto ln trek, vanwege de praktische voordelen. De Ameri kaanse Chevrolet Blazer, de Japanse Toyota Landcrulser en de Engelse Range Rover bieden een unieke ruimte en rijeigenschappen, waar mee de automobilist zich een weg door onbegaanbaar terrein ploegt. Deze auto's zijn echter, doordat alle vier de wielen aangedreven worden, knap prijzig. Matra-Simca stelt daar nu een uiterlijk weinig afwijkend model tegenover, dat op twee wielen wordt aangedreven. Uiteraard de voorwielen, want daarmee trekt de wagen beter door zanderig, bosach tig gebied of zelfs door riviertjes. Behalve het kostprijsvoordeel door maar twee wielen aan te drijven ls een pluspunt dat de ln massapro- duktle vervaardigde techniek van de ook op de voorwielen aangedreven 8lmca 1308 OT gebruikt kon wor den. De weliswaar Iets zwaardere Rancho 1130 kilo komt met de anderhalve liter-motor van 80 DIN- pk vlot vooruit: officieel komt de top zelfs op 145 km per uur. De wagen staat vrij hoog op de wielen en heeft met extra getraliede halogeen-lam pen. een beschermende metalen beu gel en kunststof bumpers aan de voorkant ook het uiterlijk van een wagen op mee op Safari te gaan. Een goed veercomfort. een binnen ruimte voor 2200 liter of 500 kilo bagage en een extra verkrijgbaar systeem om de voorwielen uit het zand weer los te krijgen vervolma ken deze terrelnauto-nieuwe-stljl, die met een prijs van rond de twintig mille ongeveer de helft kost van de wagens waarbij tweemaal zoveel wielen worden aangedreven. De driedeurs carrosserie is vervaardigd uit metaal en gewapend polyester en vastgeklonken op een metalen on derstel. De koets wordt rondom door een glasvezel gordel beschermd. Het in terieur ls niet te barbaars afgewerkt en biedt comfortabel plaats aan vijf personen, waarmee de Rancho ook een goede reiswagen is, die natuur lijk voor onconventionele vakan tiegangers zeer aantrekkelijk zal blijken. De wagen komt alleen pas dit najaar in Nederland. De ruime Rancho van Matra-Simca. Een buiten-auto" noemt de fabrikant dit originele ontwerp. De Europese Commissie te Brussel wil de autofabrikanten (aan verplichten het „terugroepen" van auto's officieel aan te kondigen, indien sprake is van fabricagefoutcn. Het terugroepen geschiedt In dc praktijk reeds als het risico bestaat dat breuk of andere storing tot ongevallen kan leiden. De klanten moeten dan met hun wagen terug naar de dealer. Tot nu toe Is het initiatief tot dit terugroepen van auto's geheel overgelaten aan de fabrikanten. In de Verenigde Staten bestaan daartoe echter wettelijke maatregelen, die de Europese landen nog niet kennen. Een dergelijke wetge ving zou nu Europees moeten worden vastgesteld, aldus de Commissie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 11