1 De televisie in het bloed 'Magersfontein' O Magersfontein [et tijdselement de eldende kunst pd<mm 2iejaargang 1977-2 Nieuwe roman van Etienne Leroux l^pDAG 25 MEI 1977 Trouw/Kwartet H 15 y .-weede aflevering van "Openbaar Kunstbezit" in 1977 bet onderwerp "Kunst en tijd" waarmee in de.eerste ■ring werd begonnen, af. Het thema werd gekozen om de grijke rol'die "de tijd" speelt in het werk van laagse kunstenaars. ere overweging was, dat iogelijkheden biedt om lijkingen te trekken met 'e uitingen van kunst waarin Speet tijd aan de orde komt. erbij gereproduceerde raties geven van beide ten een voorbeeld. De jche surrealist René Magritte in zijn schilderijen vaak een "dagdromen" over de tijd kt. Bij uitzondering houden ils die hij aan zijn werk gaf ijk verband daarmee. Zo het hierbij afgebeelde erij uit 1962 als titel ssignol" (De nachtegaal). prstelling heeft daarmee te maken. Magritte heeft door de boogvorm van ïeel, een soort altaarstuk monument voor de tijd 'illen maken. De tegen- k »g tijd lelijkheid) -eeuwigheid 1Ke ïloosheid is verbeeld in de an aarde voortsnellende trein, ;in de wolken vagelijk ieembare afbeelding van I titelprent van Francois er voor het "Kunstkabinet londert der Aldervermaerd- ii ste Statuten of Antique-Beelden, Staande binnen Romen" uit 1702 is Vader Tijd afgebeeld als een leterlijke "aanvreter" van het marmer van een klassiek beeld. Hier is de Tijd als vernietiger gezien. Een min of meer komisch aandoende "vereeuwiging" van de onvermijdelijke vergankelijk heid van de kunst. In ongeveer zeventig afbeeldingen van kunst uit alle tijden, begeleid door een uitvoerige en informatieve tekst, wordt het thema Kunst en Tijd in deze tweede aflevering afgerond. Zoals wij al eerder berichtten kunnen abonnees van Openbaar Kunstbezit kiezen tussen de aflevering in losbladig systeem met opbergband, en de uitvoering in gebonden tijdschriftvorm met omslag die als "Kunstschrift" sinds kort los verkrijgbaar zijn in meer dan 50 musea, of, na aan vraag en overmaking van 9,50 giro 1665 van Openbaar Kunst bezit Amsterdam) worden toegezonden. „Le Rossignol" 1962. door Hans Ester In zijn ook binnen Zuid-Afrika omstreden boek 'Credo van 'n Afrikaner' gaat de Zuid- af rikaanse adjunctminister Treurnicht in op het belang van eigen taal en letterkunde voor de identiteit van de Afrikaner. De recentelijk verschenen Afri kaanse romans zijn hem blijkbaar in het verkeerde keelgat geschoten. Hij schrijft in het hoofdstuk 'Die taal en die volk': 'Ons het in bepaalde gevalle in die jongste tyd met 'n soort chaos-letterkunde ofslyk slykliteratuur te doen gekry. Vuilskrywery, 'n geploeter in seks en 'n vertrapping van die gesonde skaamtegevoel en kuis heid'. Enkele hoofdstukken later worden de schrijvers in kwestie met name genoemd: André P. Brink en Breyten Breytenbach. Daarmee vergat Treurnicht de naam van een schrijver te noemen, die als geen ander de Afrikaanse roman uit zijn rustieke rust heeft wakker- geschud: Etienne Leroux. Deze in 1922 te Oudtshoorn (Kaap) geboren schrijver behoort tot de generatie van de zogen. 'Sestiger'-schrijvers, die aan het eind van de jaren vijftig en in het begin van de jaren zestig de traditionele Afrikaanse roman omvormden tot een geheel nieuw literair medium. Nieuwe thema's, nieuwe vooral aan de Europese literatuur van de 20e eeuw ontleende structuren fungeerden als uitdrukking van een eigen zicht op de samenleving. De nieuwe romans waren de uitdrukking van het verschijnsel, dat de Afrikaanse prozaschrijver zich losmaakte van een hem door de natie opgedragen taak. De geciteerde woorden van Treurnicht vormen niets anders dan de enkele decennia geleden algemeen geaccepteerde opvatting over de plaats van de letterkunde in Zuid-Afrika. De eerste romans van Leroux waren 'Die eerste lewe van Colet' (1956), 'Hilaria' (1957) en 'Die Mugu' (1959). Discussie Zijn belangrijke plaats in de ontwikkeling van het Afrikaanse proza heeft Leroux echter vooral te danken aan zijn trilogie 'Sewe dae by die Silbersteins' (1962), 'Een vir Azazel' (1964) en 'Die derde oog' (1966). Rondom 'Sewe dae by die Silbersteins' ontstond een brede discussie, die echter niet verhin derde. dat de schrijver voor deze roman de Hertzogprijs voor literatuur ontving. Voor de onlangs, na een lang zwijgen verschenen roman 'Magersfontein, O Magers fontein!' (uitgeverij Human Rousseau. Kaapstad) heeft Leroux inmiddels ook een literaire prijs in ontvangst genomen. Ik vraag mij af. of hierbij niet de herinnering aan vorig werk een rol heeft gespeeld. Leroux' nieuwe roman heeft duidelijk kenmerken van zijn vroegere werk. maar is toch op een voor mij wezenlijk punt anders. Het gebeuren in deze nieuwe roman speelt zich in onze tijd af. Een filmteam gaat naar het dorpje Magersfontein. om onder leiding van Lord Sudden en Lord Seldom een film te maken over de slag van Magersfontein, die tijdens de Tweede Vryheidsoorlog op 11 december 1899 plaatsvond. Tijdens deze veldslag tussen Boer en Brit verloor de Schotse generaal Andrew Wauchope het leven. De roman begint met een beschrijving van de stoet auto's, die onderweg is naar Magersfontein. De verteller krijgt hierdoor de mogelijkheid, alle Inzittenden, spelers, technici, historici en de hiervoor uitgenodigde politici in een portrettengalerij voor te stellen. Bij het gezelschap voegen zich dan nog de kleurling Gert Garries, die op zijn fiets onderweg is, om het op de bagagedrager gebonden lijk van zijn kind te begraven en verkeersagent Le Grange, die zich geheel aan de taak wijdt, dit belangrijke, naar zijn mening politieke gebeuren veilig te laten verlopen. In tegenstelling tot de verwachting van de lezer wordt in het kader van de filmopnamen geen reconstructie van het verleden gemaakt. Gefilmd worden de voorbereidingen op de eigenlijke verfilming van de slag van Magersfontein, het geharrewar tussen de leidinggevende figuren over wat zich in 1899 heeft afgespeeld en de relaties tussen de figuren onderling. Wanorde De wanorde, die het gevolg is van de gebrekkige voorbereiding en van de bureaucratische houding van de ambtenaren der Zuidafrikaanse spoorwegen, wordt versterkt door de regen, die onophoudelijk en in steeds grotere hoeveelheden uit de lucht komt vallen. Op de dag, waarop de eigenlijke veldslag zal worden verfilmd, bereikt de chaos in een geweldige overstroming van het gebied rondom „Magersfonteinkoppie" zijn hoogtepunt. Onder de deelnemers aan het filmgebeuren zijn veel slachtoffers. In de epiloog wordt het bezoek van een minister aan het rampgebied beschreven. Zijn commentaar is een aaneenrijging van clichés. Op de persconferentie Etienne Leroux over de ramp worden geen vragen gesteld. In „Magersfontein, O Magersfontein!" hebben de optredende figuren in zekere mate type-karakter. Ze zijn niet als individu beschreven, maar worden door één bepaalde eigenschap of door hun maatschappelijke functie gedefinieerd. Daardoor ontstaat voor de lezer de mogelijkheid, het gebeuren in deze roman op het grotere geheel van de Zuidafrikaanse samenleving te betrekken. Tegelijkertijd wordt de lezer duidelijk, dat de verteller zich distantieert van de bijna als karikatuur beschreven figuren. Deze roman veronderstelt, dat de beschreven figuren als typisch voor Zuid-Afrika worden herkend. De intentie van het boek is, dat de lezer zich van de beschreven personen distantieert, maar tevens van die personen en functies in de werkelijkheid van Zuid-Afrika, die daarvoor model hebben gestaan. Dus ook hier, zoals in de genoemde trilogie, wordt Zuid-Afrika ln al zijn aspecten, van apartheid tot verkeer en waterstaat, op de hak genomen. Maar toch lijkt mij die kritiek minder overtuigend gerealiseerd dan in bijvoorbeeld. ,,Sewe dae by die Silbersteins". De figuren zijn mijns inziens te zeer karikatuur, om de lezer werkelijk bij het gebeuren te betrekken en hem de negatieve kant van de eigen samenleving te laten zien. Er zijn te veel uitwijkmogelijkheden naar het alleen maar lachen. Boeiende kanten heeft deze roman zonder twijfel. Maar of hij het niveau van het vorige werk haalt, waardoor Leroux als acteur toegang kreeg tot de Penguin Classics reeks vraag ik mij af. Ik ben benieuwd naar het volgende werk. Filmkroniek door dr H. S. Visscher Een van de meest fascinerende dingen uit Truffauts science fictionfilm. "Fahrenheit 451" heb ik altijd de rol van de tele visie gevonden. In die nieuwe wereld van de toekomst is er uiterlijk maar heel weinig ver anderd, behalve de functie van de brandweer, de uitbanning van het boek, en het "kamer breed" formaat van het televi siescherm. Maar het televisiemedium zélf is een zeer opvallende rol gaan sper len: het is het belangrijkste instru ment waarmee de mens constant in een soort van oneigenlijk leven wordt gehouden; zijn werkelijke le ven zonder enig boek is een soort van infantiele half-slaap, waarin de presentators van de t.v.- programma's "ooms" en "tantes" zijn geworden, en waarin de toe schouwer listig gesuggereerd wordt dat hijzelf er een actief aandeel in heeft en op de meest onmiddellijke manier deelneemt aan wat er op dat bepaalde moment "gebeurt". Later in de film, als de hoofdper soon met auto's en helikopters ach tervolgd wordt, wordt de mensen opgedragen in hun huizen te blij ven, en via de t.v. die achtervolging die in hun onmiddellijke omgeving plaats vindt, te volgen. Zo smaken ze ook de voldoening, te zien, hoe de achtervolgde tenslotte doodge schoten wordt en zij zullen nooit weten, dat de werkelijkheid voor hun gerief vervalst is: de neerge schoten man is helemaal niet de- geen die oorspronkelijk achtervolgd werd en tenslotte heeft weten te ontkomen. Integratie Die totale integratie van het tele visiemedium in het denk- en ge dragspatroon van de mens heeft Marshall McLuhan in de zestiger jaren aangeduid met zijn beroemd geworden uitspraak: "The medium is the message", d wz. niet de "boodschap" die het medium over brengt, is van belang, maar het functioneren van het medium zelf, als verlengstuk van onze zintuig lijke "huishouding". McLuhan trekt daar dan nog een conclusie uit: "Wanneer wij eenmaal onze zintui gen en zenuwstelsels hebben over geleverd aan de willekeurige mani pulaties van hen die winst pogen te maken uit de huur van onze Peter Finch in „Network" ogen, oren en zenuwen, hebben wij er ook echt geen zeggenschap meer over." McLuhan had het script voor de film "The Network" kunnen schrij ven; in feite is het geschreven door Paddy Chayevski, die net als de regisseur van de film, Sidney Lu- met, in de aanvangsperiode van de televisie bij dat medium werkzaam is geweest. De tijd van de on schuld" dus. waarnaar ook de oud gedienden van "The Network" met nostalgie terugzien, geconfronteerd als zij nu zijn met een bikkelharde televisiepraktijk, waarin alles ge dicteerd wordt door het "kijkcijfer'. Aangezien in Amerika een moor dende concurrentie bestaat tussen talloze particuliere t.v.-maatschap- Pijen, die uitsluitend bestaan bij de gratie van de "sponsors", is dat kijkcijfer nóg oneindig veel meer doorslaggevend dan bijvoorbeeld in Nederland al is het zeer wel mo gelijk parallellij nen te trekken Kijkcijfers Harold Beale. nieuwspresentator, krijgt te lage kijkcijfers, en dienten gevolge zijn ontslag. Hij heeft psy chisch door persoonlijke omstan digheden nogal wat te verduren gehad en zijn ontslagaanzegging doet de deur dicht: in zijn laatste uitzendingen treedt hij zó buitenis sig op door niet alleen zijn eigen werkzaamheden maar alle infor matie die over de t.v. komt als "bullshit" aan de kaak te stellen, dat zijn kijkcijfer opeens met spron gen toeneemt Het charisma dat hij uitstraalt, blijkt precies de latente publieke onvrede met het hele mo derne leven te raken, en Diana, een ambitieuze programmaleidster, krijgt de kans om een volledig pe riodiek "show"-programma om deze moderne boeteprediker op te bou wen. Totdat Beales "roeping" hem drijft tot prediking van een door multi-nationals beheerst utopia, en de kijkcijfers snel dalen, zodat Dia na en haar staf van Beale af willen. Omdat Beale echter door de grote kracht achter de televisiemaat schappij beschermd wordt, moet men hem drastisch uit de weg rui men: door een moordaanslag tij dens zijn uitzending Zodat zelfs zijn einde weer "televisie-voer" wordt. Dat is de meest wezenlijke kritiek die Lumets harde, sarcastische en op zijn tijd komische satire op het medium uitoefent: alles wat zich in de werkelijkheid aanbiedt, tot de meest ingrijpende dingen toe. wordt „televisie-voer". Dat geldt voor Beales aankondiging dat hij zelfmoord zal plegen dat geldt evenzeer voor de extreme politieke organisatie, die bankovervallen pleegt en daarvan een keurig, „on the spot" gemaakt super-8 filmpje aan het tv-station doet toekomen. Diana, die ervan overtuigd is dat „even the news has to have a little showmanship", maakt contact met de groep en sluit een soort „contract". waarbij de tv- maatschappij aan de groep finan ciële hulp verstrekt in ruil voor meer „on the spot" verfilmde bank overvallen, die dan periodiek(!) in Diana's program uitgezonden zul len worden Het duurt niet lang of we zien de extremisten even hys terisch en gillend onderhandelen over honoraria, percentages en kijkcijfers als Diana en haar staf. De werkelijkheid wordt constant en systematisch vertaald en ver valst in informatie. Zo wordt de mens zelf steeds meer vertaald in informatie. McLuhan betoogde dat met zijn „the medium is the messa ge", „The Network" maakt zijn stelling op een even briljante als verkillende wijze aanschouwelijk. Daarom is het einde de moord op Beale ook niet een dwaze ontspo ring. Natuurlijk moet dat niet zon der meer realistisch aangeduid worden maar in essentie heeft het een ijzeren consequentie: zelfs het waanzinnige besluit om Beale te vermoorden wordt ervaren en verwerkt als informatie. De werke lijkheid zelf is onbereikbaar ge worden. In „The Network" is er mafir één man die er het leven bij weet te houden, hoe verslaafd hij ook aan de televisie in de gedaante van Diana! is: dat is Schuhmacher, die als hoofd van het „News De partment" voor Diana heeft moe ten wijken. Zijn passie voor haar vervreemdt hem van zijn reéele ge luk, want Diana is maar een vreem de minnares zij heeft Schuhma cher al eerder toevertrouwd hoe ontoereikend ze seksueel functio neert. Later, in een „romantisch" intiem samenzijn met hem, beleeft ze haar orgasme "eerder aan haar opgewonden prietpraat over haar programma en het kijkcijfer dan aan de erotiek. Schuhmacher wéét het: in een beslissend gesprek op het eind van hun relatie, spreekt hij onomwonden uit, hoe zij ook voor hun verhouding dus de realiteit haar .script" heeft dus de vertaling in tv, in informatie Lumets film neemt soms visionai re, metafysische vormen aan, zoals in het onderhoud van Beale met Jenkins, de hoogste baas. dat wat lokatie en mise-en-scène betreft iets infernaals heeft evenals de kll-blauwe kikvorsperspectiefop name van de wolkenkrabber waar in de tv-maatschapplj gehuisvest is. Dat is geen overdrijving of ont sporing. maar bittere ernst tereake van ons aller leven dat via een nieuw medium continu ln informa tie wordt omgezet en daardoor steeds minder „leven", steeds min der „werkelijkheid" wordt. Beale is, als de film begint, al door de televisie vermoord. Aan het einde is de moord inderdaad „informa tie" geworden. De cirkel is ge sloten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 15