,}ulliver opnieuw
rerkinderlijkt
Donald Duck,
zo druk als
een klein baasje
Bleke Octopus
kraakt badgasten
£J
DecoSol
Voorbeeldige film over
rstikte gevoelens
Een gouwe ouwe
uit de griezelhoek
Als 't kindje binnenkomt
eerste deel van „Gulliver's Travels"
ulliver's Reizen"), de bittere politieke
[re die door de Engelsman Jonathan
[ft in het prille begin van de achttiende
iw in een allegorisch manteltje werd
luid, beschrijft de avonturen van de
d in Lilliput, het rijk van de kleine
nsen, en is in vele landen (ook in het
:e) voornamelijk als kinderboek be
id geworden. Geen wonder dat Holly-
od er nog een schepje opgooide en er
eve sprookjes van maakte. In 1939
twerkte Max Fleischer de ontscherpte
I tot een aardige animatiefilm, ln 1960
>gde Jack Sher levende figuren met
enfilm-trucwerk te mengen en dat luk-
hem aardig, maar het scenario was
hl
Hunt is geregisseerd terwijl het Belgische
„Asterix"-team zich met de animatie be
moeide, zijn opnieuw alle puntige stekels
weggeknipt. Er wordt een lief kinderver
haaltje verteld, waarbij zelfs werd afge
zien van Disney-achtige griezeleffecten.
Gulliver (Richard Harris, de enige leven
de figuur in het getekende Lilliput) ver
keert van tijd tot tijd wel eens in le
vensgevaar, maar de ondertoon is zo jolig
en goedmoedig, dat zelfs een peuter er
geen nachtmerries van zal krijgen. Ge
schikt voor het hele gezin dus, maar wel
wat flets uitgevallen. Disney's oude films,
die allemaal opnieuw worden uitge
bracht, zullen er weinig concurrentie van
te duchten hebben.
W.W.-B.
de nieuwe „Gulliver", die door Peter Amsterdam-City l; Den Haag-Odeon 1, a.l.
Voor de liefhebbers van Donald Duck
heeft de Walt Disney-fabriek weer iets
nieuws gebrouwen: een programma van
acht korte filmpjes, die de snaterende
snoever naar het Wilde Westen verwijzen,
waar hij dikwijls van een koude kermis
thuiskomt, omdat eekhoorns, ezels, ne
ven en een luchtmatras (om maar enkele
tegenstanders te noemen) hem een strik
draaien van zijn eigen loeren. Soms wordt
hij vervangen door Pluto, Boris Boef en
Mickey Mouse, wat goedmoediger varian
ten van het fenomeen.
Blijkbaar is het altijd weer mogelijk om
nieuwe avonturen te verzinnen voor een
tekenfilmfiguur die, bedolven onder
rotsblokken, gemangeld tn machines,
platgereden door een truck, doorboord
door een stier, onvervaard taterend op
zijn grote, gele voeten terecht komt. Kin
deren vinden het heerlijk.
W.W.-B.
Amersfoort-Cineac I; Amsterdam-Cineac Regu-
liersbreestraat; Den Haag-Cinerama Buitenhof;
Rotterdam-Cineac N.R.C.; Utrecht-FUmac,
uitenhof;
Wie wil weten, hoe goed de film „Jaws"
was (die van de witte haai) moet naar
„Tentacles" van Oliver Heilmann gaan
kijken, maar wie het al wist hoeft beslist
niet.
't Is een bleek afleggertje van het beroem
de voorbeeld, met een slecht scenario (de
schok-punten worden met monotone re
gelmaat verkeerd gelegd) en een intrige
die zich hink-stap-sprongsgewijs voortbe
weegt. 't Gaat over een reusachtige octo
pus die, venijnig geworden door het half-
illegale gegraaf van een multi-national,
babies, jonge vrouwen en verlepte heren
zonder onderscheid des persoons kraakt.
Zoals bij een rampenfilm hoort, zijn er
heel wat befaamde acteurs ingeschakeld,
voornamelijk van de oude garde (John
Huston als een koppige Journalist; Shel
ley Winters als zijn mollige, manzieke I
zuster; Henry Fonda als gedistingeerde
magnaat, om er enkelen te noemen) maar
er wordt in het verhaal praktisch niets
met ze gedaan: poppetje gezien, kastje
dicht. De aardigste rollen worden ge
speeld door twee zachtaardige „killer"-
walvissen, die zich goedmoedig de tong
laten strelen, doch tenslotte met de octo- f
pus korte metten maken.
W.W.-B.
Amsterdam-Tuschinski I; Den Haag-Passage; Roi-
terdam-Corso; Hilversum-Rex; De-» Ljsch-t.uro 2;
Ensehede-Alhambra; Haarlcm-Lido; Heerlen-U 1;
Arnhem-Luxor; Eindhoven-Chicago, 14 j.
il DIVORCE HEUREUX
IE
eense filmer Henning Carlsen
1962 debuteerde met de anti-
ïeidsfilm „Dilemma", die clan-
In in Zuid-Afrika werd opgeno-
1 heeft met „Un divorce heu-
1 („Een gelukkige scheiding"),
Deens-Franse co-produktie
Ij Frankrijk het merendeel
e acteurs en Denemarken de
sche staf leverde, een voor-
ge film gemaakt.
n op deze pagina breken wij de
,t m( iver het Nederlandse scenario-
l Welnu, geen betere leerstof
Filmacademie lijkt me moge-
an Henning Carlen's film want
etere (originele) filmscript kan
ach nauwelijks wensen. Tegen-
ngen dat Nederland zo'n klein
is, gelden niet: Denemarken is
lein.
Ier
cenario is zo goed, omdat de
kkeling zowel verrassend als
h is en elk karakter is'voorzien
en degelijke onderbouw. Her-
1 - elijk wordt van de rechte, tra-
10 iele weg afgeweken, maar de
en waarlangs de intrige zich
weegt hebben wel degelijk
!l en leiden naar een doel. De
Is zinnig en geestig en de uitne-
te acteurs op het lijf geschre-
door W. Wielek-Berg
ven. Zelfs het oppervlakkigste ge
sprek helpt de handeling voort en
stoot door naar diepere lagen, zonder
dat er van gewilde diepzinnigheid
sprake is. Integendeel, deze zedenko-
medie, gesitueerd in de betere krin
gen, is in de eerste plaats onderhou
dend en amusant.
Een zeer rijke man, die alleen woont
in een van alle luxe gemakken voor
zien buitenhuis en het doktersbe-
roep niet om den brode maar als
hobby beoefent, vindt als hij meteen
vriend op zijn eigen terrein jaagt,
een leegstaande auto met daarin een
afscheidsbrief en een lege tube
slaaptabletten. Hij volgt het spoor
terug, vindt een jongeman in coma,
besluit de zelfmoordenaar te redden
en wedt met zijn vriend om een aan
tal flessen kostbare wijn dat hij hem
weer levensvreugde zal bijbrengen.
Wie is die vriend eigenlijk? De man
van zijn vroegere vrouw, met wie hij
op zeer goede voet staat: het paar
komt regelmatig de week-ends bij-
hem doorbrengen. Als de jongeman
weer bij kennis is gekomen en in het
geheel niet dankbaar blijkt voor het
herschonken leven, steeds herhaalt
dat hij het toch weer zal doen, zijn
gastheer en diens knecht pest en
treitert dat het een aard heeft en zich
zelfs door verrukkelijk eten niet laat
sussen, wordt die „gelukkige schei
ding" onder het motto „Zo kan het
ook onder beschaafde mensen, je
hoeft geen liefdesverdriet te heb
ben" voortdurend als tegenargu
ment gebruikt. De dokter gaat zelfs
zover, dat hij een van zijn vriendin
nen wil afstaan voor het goede doel,
doch ook deze geste wordt niet ge
apprecieerd. En langzaam komt er
iets aan het licht: de scheiding was
niet zo „gelukkig", de dokter wil zijn
vrouw terug, hij speelt de goede
vriend om haar te herwinnen.
Als er tussen de jongeman en de
geliefde vrouw een verhouding ont
staat, brengt de jacht de ontkno
ping: de jongeman kiest de dood,
zijn daad wordt mogelijk gemaakt
door een truc van de dokter, die zijn
wereldwijze en tolerante zelf niet
meer is van de jaloezie. Misschien zal
men bij het lezen van deze beschrij
ving aan decadentie denken. Het mi
lieu waarin de film speelt is ook
decadent, maar Carlsen vereenzel
vigt zich er niet mee: voortdurend is
er een lichte ondertoon van walging
I DE BRUID VAN FRANKENSTEIN
Scène uit „Een gelukkige scheiding"
en van verdriet om al dat negeren en
omkeren en spelen van en met ge
voelens, die nooit ontaardt in zede-
meesterij. Je zou kunnen zeggen:
rolgordijnen.
Ook van buiten
attraktief.
Bii doehetzeli zaken,
woninginrichting en watenhuizen
Carlsen houdt van zijn figuren, maar
hij heeft ook een hekel aan ze, hij
veracht ze en bewondert ze. Dat be
tekent dat hij zich intens met hen
heeft bezig gehouden.
Prachtige acteurs dragen hun steen
tje bij tot het welslagen van deze
sublieme film: Jean Rochefort als de
quasi-onkwetsbare dokter; Daniel
Ceccaldi als de eeuwig trimmende,
eerder schuwe dan de openbaarheid
zoekende acteur die de dok
tersvrouw trouwde; André Dussolier
als de recalcitrante zelfmoordenaar:
Bulle Ogier als de door ieder aanbe
den vrouw en Bernadette Lafont als
een van de vriendinnen, die met su
perieure onverschilligheid de dokter
neemt zoals hij is. Dergelijke films
moesten er meer zijn.
Amsterdam-Kriterion, 18 jr.
Mary Shelley, de vrouw van de En
gelse dichter, publiceerde in 1818 een
griezelverhaal met ethische en pae-
dagogische ondertonen dat „Fran
kenstein" heette. Het diende meer
dan een eeuw later als basis van
allerlei filmische varianten (behalve
„Het monster van Frankenstein"
kennen we „De Bruid van Fran
kenstein", „Het Huis van Fran
kenstein", „De geest van Fran
kenstein", „Ik was een teen-ager
Frankenstein", „De vloek van Fran
kenstein" en ga zo maar voort) die
een wijdverbreid misverstand niet
uit de weg vermochten te ruimen:
velen denken nog steeds dat het
monster Frankenstein heet, maar
die naam droeg'de maker.
De beroemdste monstervertolker die
er ooit is geweest en waarschijnlijk
ooit zal komen was Boris Karloff
(gestorven in 1969). Zijn make-up en
slepende stem zijn sindsdien veel
geïmiteerd, maar zijn belangrijkste
waarmerk kon men niet namaken:
hij gaf de levende dode, het uit on
derdelen van lijken vervaardigde on
ding, menselijke waardigheid en
droefgeestigheid mee. Zijn ge
welddadigheid is onmiskenbaar,
maar ook zijn gevoel voor liefde en
schoonheid.
De eerste Frankenstein-film was van
James Whale en stamt uit 1931. De
zelfde regisseur maakte in 1935 „The
Bride of Frankenstein" („De Bruid
van Frankenstein"), ook met Karloff
in de hoofdrol, waarin het hoge ni
veau werd gehandhaafd.
In „De Bruid van Frankenstein"
word' Frankenstein (hij is niet dood.
hij leeft en ook het monster blijkt
aan de vlammen van de brandende
molen uit de eerste film te zijn ont
komen) dooi een diabolische dokter
met list en geweld gedwongen, om
voor zijn schepsel een partner te
creeëren, hetgeen naar oude zede
gepaard gaat met overmatig electri-
citeitsgebruik en de inzet van een
paar vliegers. Als de bruid levend en
wel uit haar lijkwade wordt verlost,
blijkt ze een schrikwekkende gelij
kenis te vertonen met iemand die we
reeds in het begin van de film zagen.
Een aardig trekje maar het arme
monster komt er weer bekaaid af.
Whale verdeelt zijn griezeleffecten
uitstekend en weet zonder veel ver
toon een sfeer van koude angst op te
roepen. Liefhebbers van het genre
mogen deze klassieke film niet
missen.
W.W.B.
Amsterdam-The Movies, 18 j.
DEBUUT VAN
IUCHKA VAN BRAKEL
f - jJrS!
ika van Brakel, die in kleine
bekendheid verwierf door haar
films („Sabotage". „Baby in de
de documentaires „Een an-
kijk op zwakzinnigheid.
Jan Vrijman), „Wie als een
e geboren is. en „Ouder
en") en in grotere kring door
aandeel in het vierluik „Zwaar-
'ige verhalen voor bij de centra-
irwarming", kreeg van produ-
Matthijs van Heyningen de kor-
man „Het Debuut" van Hester
aangeboden als basis voor
ldï eerste lange speelfilm en zei na
no» Aarzelen „ja."
detKien het boek gaat over de
vt «verhouding tussen een veer-
irtf ihg meisje en een man van
[•middelbare leeftijd, hing heel
d van het vinden van de juiste
voor de vrouwelijke hoofdrol,
in. Toen de zestienjarige Mari-
Graaf zich aandiende met haar
Helpend „naturel" zal er in het
earn dan ook wel een storm van
blijdschap zijn opgestoken,
j 't kindje binnenkomt Juicht
bet huisgezin" en zoal meer.
tiaad, Marina de Graaf was een
Ze beweegt zich natuurlijk,
'draagt ziCh natuurlijk, ze weet
Hens over te brengen en
ika van Brakel zal haar goed
geleid. Zó goed, lijkt het wel.
de andere spelers geheel ver-
En niet alleen de acteurs, ook
technisch, logisch en psycholo
gisch evenwicht van de intrige. Dat
ligt niet zozeer aan de regie of aan
het camerawerk van Theo van de
Sande, als wel aan het scenario van
Nouchka van Brakel en Carel Donk).
Het is uitermate slecht, zoals vrijwel
alle Nederlandse filmscripts. Kom
mer en kwel heerst er in die branche,
niemand schijnt van het vak kaas te
hebben gegeten.
In „Het debuut" wordt zelfs aan de
meest eenvoudige eisen niet vol
daan. In een driehoeksverhouding
moeten toch alle drie zuilen waarop
de affaire steunt aan bod komen? Er
moet toch voortdurend van een wis
selwerking sprake zijn? Maar Hugo
(Gerard Cox), de vriend van Caro-
liens ouders, die met zijn vrouw op
verlof is uit Zambia en voor de avan
ces van het kind zwicht, is een goed
moedige sukkelaar, geheel gespeend
Kittg Cqurbois en Marina de Oraaf in „Het debuut"
van ondergrond, die eerder medelij
den wekt dan begeerte. „Ach, als dat
kind dat nu zo graag wil", zie je hem
denken wanneer hij met haar de
liefde bedrijft.
Je kunt daar Gerard Cox de schuld
wel van geven, maar dat is niet eer
lijk: als de tekstschrijver niet de
moeite doet om zijn gevoelens te
verwoorden, kan hij niet voort. Die
sex gaat trouwens zo stommelig en
duwerig in zijn werk, dat je later niet
koud of warm wordt wanneer Caro-
lien door een jongeman wordt ver
kracht die meent dat ze vogelvrij is,
omdat ze met een oudere man in bed
heeft gelegen 't Is net een stoeipar
tij, die een tikkeltje uit de hand
loopt en geen schanddaad, zoals wel
degelijk door de regisseuse werd be
doeld. Zo zie je maar weer, niets
blijft ongestraft: de stunteligheid
van het scenario tast ook de expres
siemogelijkheden van het sterretje
aan (ze heeft overigens een zwaar
Utrechts accent, terwijl ze een dok
tersdochter uit Amsterdam moet
verbeelden, dat komt de geloofwaar
digheid niet ten goede).
Maar komt Gerard Cox er bekaaid
af. voor de manier waarop zijn vrouw
Rita (Pleuni Touw) in een hoek
wordt gedrukt zijn waarlijk geen
woorden te vinden. Uit de synopsis
moeten we leren, dat de verhouding
met haar man „verfrist" wordt door
zijn avontuur met Carollen, doch in
de film merken we daar in het geheel
niets van. Ze schuifelt schichtig
voort, het mooie hoofd permanent
gebogen, een sporadische Sterrecla
me-tekst in de mond. Zo spreekt ze
haar echtgenoot voortdurend met
„schat" aan en roept, wanneer haar
door een enge man een enge
droomflat wordt aangeprezen: „O, in
zo'n huis heb ik altijd willen wonen!"
De psyche van dat filmmens zal geen
psychiater kunnen bevroeden: die
zit er namelijk niet in. Doordat alle
aandacht is gericht op Carolien en
alle volwassenen rigoreus in de kou
worden gezet (vader, moeder en ou
dere zuster lijden ook aan trutterig-
heid in diverse gradaties) komen de
scènes op school er het beste vanaf
en is Caroliens uitstoting uit de ge
meenschap van haar leeftijdsgeno
ten het meest ontroerende deel van
de film. Maar die scènes kunnen hem
niet redden.
Jammer. Het boekje van Hester Al-
bach, hoe oppervlakkig ook geschre
ven, had best een goed uitgangspunt
kunnen vormen omdat zo'n taboe-
beladen verhouding een onderzoek
waard is. Maar dat scenario. Is
het nu werkelijk zo moeilijk om aan
gedragen materiaal in een adequate
vorm te gieten? Met inlevingsvermo
gen en evenwichtsgevoel kom je een
heel eind.
W. W.-B.
Amersfoort-Cineac I en Alhambra; Amster-
dam-Alhambra; Den Haag-Metropole en Ca
mera; Leidrn-Sludio; Rottcrdam-Thalia;
Utrccht-Rembrandt, 18 jr.
iwm
Boris Karloff in „De bruid van Frankenstein"