Rabin of Peres: lood om oud ijzer 3Het harde spreidingsbeleid in Bolivia H Oude garde beheerst Israëlische Arbeiderspartij ^hjfcRDAG 14 MEI 1977 BUITENLAND Trouw/Kwartet 13 WLz- I I t 4 i ior James Dorsey coalitie van tegenstrijdige op- „.£lingen en belangen, machtsgroe- rb«i en persoonlijkheden die samen p' Israëlische Arbeiderspartij vor- *15-2: i, heeft zelden haar manoeuvres zo veel toneelspel uitgevoerd ip het congres van de partij eind hajjuari. Drieduizend afgevaardig- adre uit het hele land luisterden ge- «JJ lig naar de openingstoespraken b.jJ premier Jitzak Rabin, de voor- r van de Socialistische Interna- jale, Willy Brandt en andere jngsi!Jraanstaande internationale poli- Maar tegelijkertijd wisten de wezigen dat de kernvraag van congres pas de volgende dag depjteld zou worden. juni 'S." Rabin als zijn minister van defensie "on Peres, gebruiken al hun charme en hun ter beschikking staande kanalen als lijsttrekker van hun partij voor de akbi^iezingen gekozen te worden. Peres is populairder dan de wat doffere Rabin liepeilingen voorspelden dat de Arbei- partij met Peres als voorttrekker ze- w vijf procent meer van de stemmen zou nen veroveren dan wanneer Rabin in positie zou worden gehandhaafd. Dit k voor veel gedelegeerden, die zich n maakten over de verkiezingsover- jiing van hun partij van doorslaggeven- ictekenis te zijn. de garde Rabin werd gesteund door de mach- oude garde van de partij. Slechts 48 voor de beslissende dag sprak de „ou- Jme" Golda Meir zich openlijk uit ten van Rabin. Minister van financiën sjoea Rabinowitsch, die in een econo- die voor een groot deel afhankelijk is regeringssubsidies over veel invloed ■■^hikt. wist de weifelende plaatselijke yjfunctionarissen de juiste weg te wij- En minister van buitenlandse zaken. Allon tenslotte wierp zijn persoonlijk ige bij de Israëlische Arabieren en de ^j^zen in de weegschaal om de 95 afge- rdigden van deze groepen voor Rabin innen. iét nippertje leek het gélukt te zijn. :n alles wat in de strijd werd gewor- nas niemand verbaasd toen Rabin met een meerderheid van 41 stem- iwonnen had. Voor de tweede keer vier jaar had Rabin Peres versla- En toch werd Peres uiteindelijk de tar. Handelend na een tip stapte de ipondent van het Israëlische dagblad tz in de Verenigde Staten Dan Mar- t enkele weken na het partijcongres bank in New York binnen om vijftig ar op de rekening van een zekere me- buqfcuw Leah Rabin te storten. Margaliet had hiermee bewezen dat de familie Ra bin, in strijd met de Israëlische wet zonder vergunning een rekening in het buitenland bezat. Zodoende werd Rabin het volgende slachtoffer van een reeks financiële schan dalen in Israël. Daardoor werd Sjimon Peres alsnog lijsttrekker van de Israë lische Arbeiderspartij Weinig verschil Toch bleef de opvatting van veel politieke waarnemers overeind staan, dat er in feite, afgezien van de nuanceverschillen en ver schillen in persoonlijkheid, tussen Rabin en Peres weinig te kiezen viel. Ondanks zijn bewering dat hij de krachten van de verandering binnen de partij verte genwoordigt is Peres al vele jaren een vooraanstaand lid van de politieke en mili taire machtsgroep die voor een goed deel het beleid van de Arbeiderspartij bepaalt. Reeds in het begin van zijn politieke loop baan sloot Peres zich aan bij David Ben Goerion, die Israël's eerste premier werd. Ben Goerion stelde de toegewijdheid en de meedogenloosheid van Peres zo op prijs dat hij de toen pas 29 jaar oude jonge man benoemde tot directeur-generaal van het ministerie van defensie. Dientengevolge was Peres de belangrijkste architect van het geheime bondgenootschap met Frank rijk dat zijn vruchten afwierp tijdens de Frans-Britse-Israëlische aanval op Egypte in 1956. Tuen Ben-Goerion het aan de stok kreeg met zijn eigen partij en de nationalistische Rafi-partij ging vormen, volgde Peres hem naar de politieke wildernis. Nadat de meeste leden van Rafi, na de Zesdaagse oorlog in 1967 zich opnieuw aansloten bij de Arbeiderspartij ging Peres weer deel van het kabinet uitmaken. Deze keer als aanhanger en vertrouweling van de eve neens vooraanstaande leider van Rafi en minister van defensie. Mosje Dajan. In 1973 viel de havik Dajan ten gevolge van de Oktoberoorlog in ongenade. Het sprak voor zich zelf dat Peres als zijn opvolger werd aangewezen. In zijn ambtsperiode werd Peres daarna de vertegenwoordiger van de hardste lijn binnen de Israëlische regering. Man van vrede? In vergelijking met Peres werd Rabin soms beschouwd als een gematigd poli ticus, een man van de vrede. Er is echter weinig ih de loopbaan van Rabin om deze bewering te staven. Als divisiecomman dant in 1948 begon Rabin zijn politieke carrière door Ben-Goerions inspanningen te steunen om het net opgebouwde leger van linkse officieren te zuiveren. Rabin was ook een van de eerste commandanten die rangen en onderscheidingstekenen in het tot dan toe zo trotse egalitaire leger van het land introduceerden Deel uitma kend van de militaire hiërarchie werd Ra bin in 1965 opperbevelhebber van de Israë lische strijdkrachten. Sjimon Peres (links) feliciteert Jitzak Rabin met zijn overwinning op het congres van de Israëlische Arbeiderspartij. Veel vruchten heeft het voor Rabin niet afgeworpen. Wegens een financieel schandaal nioest Rabin zich terugtrekken en werd Peres alsnog lijsttrekker van de partij bij de algemene verkiezingen van volgende week. Op deze post, die op het eerste gezicht niet politiek lijkt te zijn, speelde Rabin een belangrijke rol bij het duwen van de zach te en verzoeningsgezinde premier Levi Eschkol in de richting van een frontale botsing met de Arabieren. Onder zijn bevel nam het leger een agressieve houding aan bij grensincidenten. Het was niemand minder dan Mosje Dajan die Rabin er later publiekelijk van beschuldigde te heb ben bijgedragen aan de escalatie die ui teindelijk ontaardde in de Zesdaagse oor log. Met de tijdens deze oorlog verkregen roem kon Rabin zich echter terugtrekken als Israëlisch ambassadeur in Washington. Daar werkte hij aan de versteviging van de banden tussen de Verenigde Staten en Israël. In ruil voor politieke, militaire en economische steun van Amerika gal Israël via Rabin zijn zegen aan de Vietnam- oorlog. En in 1972 maakte Rabin van zijn aanzien bij en zijn invloed op de joodse gemeenschap in de Verenigde Staten ge bruik om steun voor de herverkiezing van Richard Nixon te werven. Niet toegeven Oorlogen Achter gesloten deuren geeft zowel Peres als Rabin uitdrukking aan zijn geloof ln de onvermijdelijkheid van toekomstige oorlo gen met de Arabische staten. Dientenge volge willen beide, leiders het grootste deel van de in 1967 door Israël bezette gebieden niet opgeven. Dat wil zeggen zij willen vasthouden aan die gebieden waarmee de Verenigde Staten, wier steun men bij een Dit is het laatste artikel van een serie naar aanleiding van de komende alge mene verkiezingen in Israël. Eerdere artikelen stonden in de krant van 12 en 13 mei. volgende oorlog absoluut noodzakelijk acht, akkoord gaat. Tegelijkertijd keren beide mannen zich tegen de door religieuze nationalistische extremisten geëiste an nexatie van het „gehele historische land van Israël". Deze houding wordt niet be paald door de vrees voor internationale reacties maar door de aarzeling om het Israëlische staatsburgerschap op te drin gen aan één miljoen Israël vijandige Pales- tijnen die dan al gauw veertig procent van de bevolking van Groot Israël zouden vormen. Vanzelfsprekend denken noch Peres noch Rabin er aan om toe te geven aan de Palestijnse eis voor nationale zelfbeschik king. Dit zo hebben beide heren herhaalde lijk laten weten zou het „begin van het einde van de staat Israël" inluiden. Beide mannen hebben in het verleden elke vorm van contact of dialoog met de Palestijnse Bevrijdingsbeweging (PLO) vierkant van de hand gewezen. „De enige plaats waar wij bereid zijn om hen te ontmoeten," zegt Rabin ronduit „is het slagveld". Toch hou den Peres en Rabin rekening met de moge lijkheid dat een Amerikaanse bemiddeling enige vorm van overeenkomst met de Ara bische staten mogelijk zal maken. Een dergelijke overeenkomst zou waarschijn lijk geen werkelijke vrede zijn maar zou Israël een paar jaar adempauze geven waarin het zijn greep op belangrijke delen van de in 1967 bezette gebieden zou kun nen verstevigen. De afgelopen dagen blijkt echter dat zowel Rabin als Peres begint te vrezen dat de Verenigde Staten mogelij kerwijs het heft in eigen handen zullen nemen en aan Israël een definitieve oplos sing van het conflict in het Midden-Oosten zullen opleggen. Net als op het terrein van de buitenlandse politiek hebben Rabin en Peres ook op het terrein van de binnenlandse politiek bijna gelijkluidende opvattingen. De drukkende last van de militaire uitgaven zal het land houden aan de rand van het faillissement en de afhankelijkheid van grote injecties met buitenlands kapitaal, voornamelijk uit de Verenigde Staten, vergroten. Hier door zal nauwelijks geld over blijven voor de sociale en onderwijskundige hervor mingen die beide politici zo vaak in hun toespraken in het vooruitzicht hebben gesteld. Integendeel, met een stagnerende econo mie en een hollende inflatie die de kosten van levensonderhoud in de afgelopen 27» jaar heeft verdubbeld lijkt een verdere verlaging van de levensstandaard in Israël in de toekomst bijna onvermijdelijk Ter wijl investeerders met belangrijke buiten landse relaties hun legale en illegale winsten blijven vergroten, groeit de onvre de bij de Israëlische arbeiders. Deze onvre de denkt men in sommige regeringskrin gen in Israël te kunnen oplossen door het afdwingen van een wet die voorziet in de instelling van arbitragecommissies ter be handeling van loonconflicten. hierbij in feite stakingen verbiedend. Schandalig In deze situatie is het bepaald niet zeker dat de Israëlische Arbeiderspartij in staat zal zijn na de verkiezingen die coalitierege ring die haar schikt te vormen. Met een zich verslechterende economische situatie en een voortdurende oorlogsdreiging die duizenden jonge Israelis elk jaar het land doet verlaten wordt de publieke opinie minder verdraagzaam tegenover de elite van de Arbeiderspartij, die de oude socia listische waarden van de stichters van de partij opzij heeft gezet en bezig is het eigen bed zo goed mogelijk te spreiden. Deze situatie werd nog eens onderstreept toen één dag voor het begin van het congres van de Arbeiderspartij Asjer Jad- lin, een vooraanstaand lid van de partij, oud-directeur van het ziekenfonds van de vakbeweging en oorspronkelijk verleden jaar door de regering benoemd tot gouver neur van de centrale bank van Israël, we gens corruptie tot vijf Jaar gevangenis werd veroordeeld. Jadlin, die tijdens zijn proces toegaf steekpenningen in ontvan gst te hebben genomen ten gunste van de partijkas, stelde een groot aantal andere vooraanstaande Israëlische politici ln een kwaad daglicht. Onder meer leidde dit in januari tot de zelfmoord van de Israëlische minister van huisvesting Avraham Offer. De schandalen bleven niet tot deze affaire beperkt. Zoals reeds werd gezegd moest premier Rabin zijn kandidatuur intrekken omdat hij een lUégale bankrekening ln het buienland bezat. Ook de bondgenoot van Sjimon Peres, oud-minister van buiten landse zaken Abba Eban kwam in op spraak Ook hij wordt ervan verdacht mo gelijk de deviezenbepalingen van de staat te hebben overschreden Zulke schandalen en de groeiende afstand tussen arm en rijk na bijna dertig jaar „socialistisch" bestuur in Israël doet vele kiezers van de Arbeiderspartij tot naden ken stemmen. Velen van hen zullen vol gende week vermoedelijk op de rechtse Likoed, op de Democratische Beweging van Jigal Jadin of zelfs op de linkse partij en gaan stemmen. Maar de Arbeiderspartij zal waarschijnlijk ook nog een andere groep kiezers verliezen. Overgeleverd aan de regeringsbureaucratie meenden vele Arabieren in het verleden dat het raad zaam was om blijk te geven van hun steun aan de belangrijkste politieke kracht in het land. Bovendien beschouwden zij het alternatief van de Arbeiderspartij, name lijk een door de Likoed samengestelde regering als een nog erger kwaad. Deze aarzelende steun aan de Arbeiderspartij zou echter inderdaad verleden tijd kunnen zijn. Arabieren Discriminatie van Arabieren heeft een nieuwe generatie radtkale intellectuelen geproduceerd die niet meer „oo moessa" het Arabische begrip voor Oom Tom, wil len zijn. De landonteigeningen in Galilea verleden jaar leidden tot een algehele sta king op de Dag van het Land, die de regering met ongekende hardheid be antwoordde. Leger- en politie-optreden veroorzaakten de dood van zes Israëlische Arabieren en de verwonding en arrestatie van tientallen anderen. Aan dit kwetsend optreden werd een beledigende houding toegevoegd toen verleden jaar het Koenig- rapport uitlekte, waaruit bleek dat sommi ge hoge regeringsfunctionarissen voor stander waren van een nog veel sterkere discriminatie van de Israëlische Arabie ren. De districtscommissaris van het voor namelijk door Arabieren bewoonde Gali lea, Koenig, bleef ook na het uitlekken van zijn rapport op zijn post gehandhaafd en de regering weigerde zich van hem te dis tantiëren. Veie Araoieren zuilen daarom volgende week hun stem aan de commu nisten geven die hopen hun aantal zetels ln de volgende Knesseth te kunnen verdub belen. Toch wordt de Arbeiderspartij terecht vaak als een „coöperatie ter behoud vgn de macht" omschreven. Opvallend is hoe el kaar bestrijdende stromingen, met volle dig elkaar uitsluitende opvattingen hun kibbelarijen opeens opzij zetten en de rijen sluiten zodra hun posities in gevaar drei gen te komen. Wanneer blijkt dat dit hen nu opnieuw is gelukt dan zijn de kansen groot dat Sjimon Peres de volgende pre mier van Israël zal worden gS^ Van een medewerker -tin Presencia, de katholieke kritische krant van Bolivia, ver den scheen onlangs een schrijnende foto van een doodarme en bad ioodzieke man die na een verblijf van een paar dagen in het itaatsziekenhuis van La Paz met ziekenhuiskleding en al op itraat was gezet. Hij kon geen geld meer op tafel leggen voor low irerdere behandeling en hij nam dure plaatsruimte in ten koste 1 in Van de meer draagkrachtigen. dergelijke situaties zijn tekenend nji voor de armoede en de onderont- J hkkeling in een land als Bolivia. Maar toch steken dergelijke ge- i >eurtenissen als men de luxe van 'Pl ie rijke bovenlaag ziet en de uitga- 50!Ven worden gedaan voor presti geobjecten zoals de bouw van twee énorme voetbalstadions in de Boli viaanse hoofdstad La Paz. t jBijna twee derde deel van de Boli- 'iaanse bevolking is werkzaam in ~^*le landbouw. Dat is meer dan in elk ander Zuidamerikaans land. let inkomen per hoofd van de be volking. momenteel geschat op 1000 gulden per jaar. is mede daar door het laagste op het Zuidameri- tojkaanse continent. Het gaat welis- 'aar goed met de economie van tet land mede dankzij de stabiele !>olitieke situatie, maar de „campe- sinos" (boeren) plukken nauwelijks ;i« enige vruchten van het feit dat 'lPresident Banzer er in geslaagd is hi nu al vijf jaar achtereen in het M-ifzadel te blijven. H Landhervorming In 1953 vond na een revolutie een algemene landhervorming plaats, he grote haciendas werden opge- _,deeld onder de voormalige iandar- "^beiders De grote meerderheid van deze campesinos woont op de kale, dorre, 4000 meter hoog gelegen Al- „Uplano (hoogvlakte) Elk gezin rvfeg 20 n tien hectare toegewezen, be herverdeling leidde echter nau welijks tot enige lotsverbetering. Men ging voort met de verbouw van de oude vertrouwde gewassen 'graan en bonen) op de vertrouwde W'ize. met hak en houten ploeg. De boeren hoopten dat de weergoden - en dan vooral de god van de at regen hen daarbij niet in de p st®ek zouden laten. Van integratie van de boeren in de economie van bet land was nauwelijks sprake De meeste producten waren bestemd voor eigen consumptie. Na vijfentwintig jaar is deze situa tie nauwelijks veranderd. Voor veel boeren is de situatie zelfs slechter geworden. De verdeling van het land onder de nieuwe generaties heeft het gemiddeld landbezit per gezin doen afnemen tot 3 a 5 hecta re. Het is vrijwel onmogelijk hier een minimaal bestaan op te heb ben. Velen trekken naar de stad ln de hoop daar werk te vinden. Meestal brengen ze het niet verder dan een marginaal bestaan. Ze ver richten los-vaste arbeid als sjou wer, klusjesman of handelaar. Zo ziet men bijvoorbeeld in La Paz iedere ochtend op bepaalde punten van de stad een lange rij mannen staan die hun arbeidsdiensten aan belangstellende passanten aanbie den de Boliviaanse vorm van een arbeidsbureau. Overbevolking Sinds het begin van de jaren zestig zijn er door de regering pogingen ondernomen de toenemende over bevolking van de Aitiplano en van een aantal valleien een halt toe te roepen. De mensen uit de regio's worden aangemoedigd te verhui zen naar nog maagdelijke subtro pische gebieden in andere delen van het land. Men spreekt in dit verband over „kolonisatiegebie den" en „kolonisten". Het is be langwekkend dat een dergelijke politiek niet alleen in Bolivia, maar ook in Brazilië, Colombia, Ecuador en Peru wordt gevoerd landen waar men met soortgelijke proble men te kampen heeft De overbe volking is niet het enige motief voor deze politiek. Minstens zo be langrijk is het in cultuur brengen van potentieel rijkere gronden. De produktie hiervan kan een positie ve uitwerking op de betalingsba lans hebben Kinderwagens zijn er in Boliva niet Er zijn verschillende soorten kolo nisten. In de eerste plaats zijn er de zogenaamde „gedirigeerde kolonis ten". Ditzijn boeren van de Aitipla no en de valleien die met financiële en technische steun van de over heid zich in een kolonisatiegebied vestigen. De regering draagt er zorg voor dat de kolonist een hectare land volgezaaid met rijst, eten voor een jaar. een aantal werktuigen en een infrastructuur (wegen, ge zondheidsinstellingen) ter beschik king staan. Iedere kolonist heeft recht op twaalf hectare land. Wel moet hij deze voorzieningen ln de loop van de tijd terugbetalen. In de tweede plaats zijn er „sponta ne kolonisten" afkomstig van de Aitiplano en de valleien Zij trek ken op eigen houtje naar de koloni satiegebieden waar zij een stukje grond kopen en zonder verdere steun van de overheid een bestaan proberen op te bouwen Hun leven zal. na een veel moeilijker begin, verder veel overeenkomst met de eerste groep vertonen. Het voor deel Is dat zij geen grote schuld hoeven af te lóssen. Tenslotte is er een groep „moderne boeren" of ondernemers, onder wie ook buitenlanders, die grote stuk ken land opkopen om daarop ka toenplantages of grote veeteeltbe drijven te beginnen. Dit soort be drijven treft men evenwel meer in de tropische gebieden bulten de officieel vastgestelde kolonisatie gebieden aan. Sinds 1950 zijn ongeveer 50.000 ge zinnen blijvend naar de tropische en subtropische gebieden verhuisd. Deze getallen blijven aanzienlijk beneden de plannen van de rege ring en bieden dan ook nauwelijks soelaas voor de overbevolking van de Aitiplano en de valleien. Sedert. 1950 zijn' er daar namelijk vier maal zoveel mensen bijgekomen door het grote geboorteoverschot Er hebben wel veel meer dan 50 000 gezinnen pogingen gedaan om zich in de gebieden te vestigen maar een groot deel van hen (de schattingen lopen van veertig tot vijftig pro cent) kon niet op tegen de grote moeilijkheden en keerde na kortere of langere tijd terug. Tropisch Tijdens een bezoek dat ik onlangs bracht aan Alto Beni, een van de kolonisatiegebieden, sprak ik met verscheidene kolonisten en functi onarissen. Alto Beni is een dichtbe groeid heuvelachtig gebied op 250 kilometer afstand van de hoofd stad La Paz. De gemiddelde jaar temperatuur is er 30 graden en de jaarlijkse neerslag bedraagt 1400 mm (Nederland ca. 700 mm). Deze neerslag valt vrijwel helemaal in de zomer, die hier duurt van december tot april. In deze periode wordt de rijst, het voornaamste voedingsge was, gezaaid en (in april) geoogst. Mijn bezoek viel midden in de oogsttijd. Behalve rijst wordt veel koffie, cacao en bananen ver bouwd. Grote overgang Het leven van de kolonist gaat niet over rozen. Afkomstig uit de droge hoogvlakte met ijle lucht wordt hij opeens neergezet in een hete, voch tige streek vol met vijandige para sieten en vliegen. Deze brengen de gevreesde gele koorts over. Verder heerst er in deze streek veel tuberculose, waaraan tachtig pro cent van de ouderen lijdt. De Jonge ren zijn er over het algemeen tegen ingeënt. In het hele gebied van de Alto Beni met 16 000 inwoners is maar één klein hospltaaltje, één ambulance en twee gediplomeerde artsen. Deze brengen een groot deel van hun tijd echter zoek in La Paz. Medisch en onderwijzend perso neel ls alleen met dwangmaatrege len naar het platteland te krijgen Ze worden verplicht in de „campo" één tot twee Jaar te blijven wei ken na het beëindigen van hun studie De verder ln het gebied verspreid liggende gezondheidsvoorzienin gen zijn zowel materieel als perso neel slecht uitgerust. Voor een wat ernstiger ziektegeval moet men wel naar het hospitaaltje. Een indruk van de moeilijkheden die dat geeft levert het volgende aan den lijve ondervonden voorbeeld. Onderweg Om in Sararia te komen kun Je. als Je de kaart wilt geloven, de hoofd weg verlaten en na de passering van een brug over een afstand van 25 kilometer een zijweg volgen Een paar jaar geleden kon dat ook in derdaad. zij het een paar dagen De brug was er namelijk door de civie le afdeling van het leger nog geen maand gelegd of ze werd op een kwade dag door de sterk gezwollen rivier meegesleurd. Ondanks vele smeekbeden werd er niets aan deze situatie veranderd. Om in Sararia te komen moet je nu met de boot of, als je dat niet kunt betalen, lopen over de weg en tot Je middel door de rivier waden. Aan dat laatste ben ik op een zonnige dag vol goede moed begonnen. Vijf uur later arriveerde ik zwetend en met blaren onder mijn voeten in Sararia. En dan te bedenken dat de plaatselijke bewoners ook nog vele kilo's bagage over die afstand meesjouwen. In het gebied van Sararia wordt door Nederlandse vrijwilligers ge tracht de vorming van coöperaties te stimuleren Daarvoor was ik hierheen gekomen. In het kleine dorpsschooltje werd met de plaat selijke gezinshoofden over dit on derwerp van gedachten gewisseld. Van de kant van de kolonisten be stond een heel gereserveerde hou ding: de zoveelste persoon die met fraaie plannen komt. Dat het hier om een buitenlander ging was wel iets positiefs. Over het algemeen steken buitenlanders de financiële bijdragen niet ln eigen zak Voor onze terugtocht wisten we een boot te charteren. Op het strandje bij de rivier troffen we een vrouw aan. onbeweeglijk, met een doek over haar gezicht Ze bleek dood ziek te zijn. gloeiend van koorts. Haar man zat 100 meter verderop Ze waren kennelijk naar de oever van de rivier gegaan ln de hoop door een boot meegenomen te wor den. Beiden waren niet veel ouder dan twintig. De Jonge man maakte echter geen aanstalten om ons te vragen of ze mee konden varen. Als hij dat vroeg dan zou hij ook moe ten betalen en dat kon hij niet. We vroegen de schipper de man en de vrouw mee te nemen en af te leve ren bij het hospitaal. Maar wat zou er gebeurd zijn als er die dag eens niet een goedwillende schipper op de boot had gevaren? Het hospitaal in Alto Beni staat onder beheer van Franciscaner pa ters en neemt ln tegenstelling tot het genoemde staatsziekenhuis al le mensen die zich aanmelden op. Pas na behandeling wordt gekeken in hoeverre de patiént de behande ling kan betalen. Eventueel wordt er een regeling getroffen zodat de rekening ln etappes betaald wordt of na de oogst of door middel van het verrichten van werkzaamheden voor het hospitaal. De hulp van particuliere instellingen en van kerken blijft voorlopig zeker nood zakelijk ln Bolivia

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 13