Rabin of Peres:
lood om oud ijzer
3Het harde spreidingsbeleid in Bolivia
H
Oude garde beheerst Israëlische Arbeiderspartij
^hjfcRDAG 14 MEI 1977
BUITENLAND
Trouw/Kwartet
13
WLz-
I I t 4
i
ior James Dorsey
coalitie van tegenstrijdige op-
„.£lingen en belangen, machtsgroe-
rb«i en persoonlijkheden die samen
p' Israëlische Arbeiderspartij vor-
*15-2: i, heeft zelden haar manoeuvres
zo veel toneelspel uitgevoerd
ip het congres van de partij eind
hajjuari. Drieduizend afgevaardig-
adre uit het hele land luisterden ge-
«JJ lig naar de openingstoespraken
b.jJ premier Jitzak Rabin, de voor-
r van de Socialistische Interna-
jale, Willy Brandt en andere
jngsi!Jraanstaande internationale poli-
Maar tegelijkertijd wisten de
wezigen dat de kernvraag van
congres pas de volgende dag
depjteld zou worden.
juni
'S." Rabin als zijn minister van defensie
"on Peres, gebruiken al hun charme en
hun ter beschikking staande kanalen
als lijsttrekker van hun partij voor de
akbi^iezingen gekozen te worden. Peres is
populairder dan de wat doffere Rabin
liepeilingen voorspelden dat de Arbei-
partij met Peres als voorttrekker ze-
w vijf procent meer van de stemmen zou
nen veroveren dan wanneer Rabin in
positie zou worden gehandhaafd. Dit
k voor veel gedelegeerden, die zich
n maakten over de verkiezingsover-
jiing van hun partij van doorslaggeven-
ictekenis te zijn.
de garde
Rabin werd gesteund door de mach-
oude garde van de partij. Slechts 48
voor de beslissende dag sprak de „ou-
Jme" Golda Meir zich openlijk uit ten
van Rabin. Minister van financiën
sjoea Rabinowitsch, die in een econo-
die voor een groot deel afhankelijk is
regeringssubsidies over veel invloed
■■^hikt. wist de weifelende plaatselijke
yjfunctionarissen de juiste weg te wij-
En minister van buitenlandse zaken.
Allon tenslotte wierp zijn persoonlijk
ige bij de Israëlische Arabieren en de
^j^zen in de weegschaal om de 95 afge-
rdigden van deze groepen voor Rabin
innen.
iét nippertje leek het gélukt te zijn.
:n alles wat in de strijd werd gewor-
nas niemand verbaasd toen Rabin
met een meerderheid van 41 stem-
iwonnen had. Voor de tweede keer
vier jaar had Rabin Peres versla-
En toch werd Peres uiteindelijk de
tar. Handelend na een tip stapte de
ipondent van het Israëlische dagblad
tz in de Verenigde Staten Dan Mar-
t enkele weken na het partijcongres
bank in New York binnen om vijftig
ar op de rekening van een zekere me-
buqfcuw Leah Rabin te storten. Margaliet
had hiermee bewezen dat de familie Ra
bin, in strijd met de Israëlische wet zonder
vergunning een rekening in het buitenland
bezat. Zodoende werd Rabin het volgende
slachtoffer van een reeks financiële schan
dalen in Israël. Daardoor werd Sjimon
Peres alsnog lijsttrekker van de Israë
lische Arbeiderspartij
Weinig verschil
Toch bleef de opvatting van veel politieke
waarnemers overeind staan, dat er in feite,
afgezien van de nuanceverschillen en ver
schillen in persoonlijkheid, tussen Rabin
en Peres weinig te kiezen viel.
Ondanks zijn bewering dat hij de krachten
van de verandering binnen de partij verte
genwoordigt is Peres al vele jaren een
vooraanstaand lid van de politieke en mili
taire machtsgroep die voor een goed deel
het beleid van de Arbeiderspartij bepaalt.
Reeds in het begin van zijn politieke loop
baan sloot Peres zich aan bij David Ben
Goerion, die Israël's eerste premier werd.
Ben Goerion stelde de toegewijdheid en de
meedogenloosheid van Peres zo op prijs
dat hij de toen pas 29 jaar oude jonge man
benoemde tot directeur-generaal van het
ministerie van defensie. Dientengevolge
was Peres de belangrijkste architect van
het geheime bondgenootschap met Frank
rijk dat zijn vruchten afwierp tijdens de
Frans-Britse-Israëlische aanval op Egypte
in 1956.
Tuen Ben-Goerion het aan de stok kreeg
met zijn eigen partij en de nationalistische
Rafi-partij ging vormen, volgde Peres hem
naar de politieke wildernis. Nadat de
meeste leden van Rafi, na de Zesdaagse
oorlog in 1967 zich opnieuw aansloten bij
de Arbeiderspartij ging Peres weer deel
van het kabinet uitmaken. Deze keer als
aanhanger en vertrouweling van de eve
neens vooraanstaande leider van Rafi en
minister van defensie. Mosje Dajan. In
1973 viel de havik Dajan ten gevolge van
de Oktoberoorlog in ongenade. Het sprak
voor zich zelf dat Peres als zijn opvolger
werd aangewezen. In zijn ambtsperiode
werd Peres daarna de vertegenwoordiger
van de hardste lijn binnen de Israëlische
regering.
Man van vrede?
In vergelijking met Peres werd Rabin
soms beschouwd als een gematigd poli
ticus, een man van de vrede. Er is echter
weinig ih de loopbaan van Rabin om deze
bewering te staven. Als divisiecomman
dant in 1948 begon Rabin zijn politieke
carrière door Ben-Goerions inspanningen
te steunen om het net opgebouwde leger
van linkse officieren te zuiveren. Rabin
was ook een van de eerste commandanten
die rangen en onderscheidingstekenen in
het tot dan toe zo trotse egalitaire leger
van het land introduceerden Deel uitma
kend van de militaire hiërarchie werd Ra
bin in 1965 opperbevelhebber van de Israë
lische strijdkrachten.
Sjimon Peres (links) feliciteert Jitzak Rabin met zijn overwinning op het
congres van de Israëlische Arbeiderspartij. Veel vruchten heeft het voor
Rabin niet afgeworpen. Wegens een financieel schandaal nioest Rabin zich
terugtrekken en werd Peres alsnog lijsttrekker van de partij bij de algemene
verkiezingen van volgende week.
Op deze post, die op het eerste gezicht niet
politiek lijkt te zijn, speelde Rabin een
belangrijke rol bij het duwen van de zach
te en verzoeningsgezinde premier Levi
Eschkol in de richting van een frontale
botsing met de Arabieren. Onder zijn bevel
nam het leger een agressieve houding aan
bij grensincidenten. Het was niemand
minder dan Mosje Dajan die Rabin er
later publiekelijk van beschuldigde te heb
ben bijgedragen aan de escalatie die ui
teindelijk ontaardde in de Zesdaagse oor
log. Met de tijdens deze oorlog verkregen
roem kon Rabin zich echter terugtrekken
als Israëlisch ambassadeur in Washington.
Daar werkte hij aan de versteviging van de
banden tussen de Verenigde Staten en
Israël. In ruil voor politieke, militaire en
economische steun van Amerika gal Israël
via Rabin zijn zegen aan de Vietnam-
oorlog. En in 1972 maakte Rabin van zijn
aanzien bij en zijn invloed op de joodse
gemeenschap in de Verenigde Staten ge
bruik om steun voor de herverkiezing van
Richard Nixon te werven.
Niet toegeven
Oorlogen
Achter gesloten deuren geeft zowel Peres
als Rabin uitdrukking aan zijn geloof ln de
onvermijdelijkheid van toekomstige oorlo
gen met de Arabische staten. Dientenge
volge willen beide, leiders het grootste deel
van de in 1967 door Israël bezette gebieden
niet opgeven. Dat wil zeggen zij willen
vasthouden aan die gebieden waarmee de
Verenigde Staten, wier steun men bij een
Dit is het laatste artikel van een serie
naar aanleiding van de komende alge
mene verkiezingen in Israël. Eerdere
artikelen stonden in de krant van 12
en 13 mei.
volgende oorlog absoluut noodzakelijk
acht, akkoord gaat. Tegelijkertijd keren
beide mannen zich tegen de door religieuze
nationalistische extremisten geëiste an
nexatie van het „gehele historische land
van Israël". Deze houding wordt niet be
paald door de vrees voor internationale
reacties maar door de aarzeling om het
Israëlische staatsburgerschap op te drin
gen aan één miljoen Israël vijandige Pales-
tijnen die dan al gauw veertig procent van
de bevolking van Groot Israël zouden
vormen.
Vanzelfsprekend denken noch Peres noch
Rabin er aan om toe te geven aan de
Palestijnse eis voor nationale zelfbeschik
king. Dit zo hebben beide heren herhaalde
lijk laten weten zou het „begin van het
einde van de staat Israël" inluiden. Beide
mannen hebben in het verleden elke vorm
van contact of dialoog met de Palestijnse
Bevrijdingsbeweging (PLO) vierkant van
de hand gewezen. „De enige plaats waar
wij bereid zijn om hen te ontmoeten," zegt
Rabin ronduit „is het slagveld". Toch hou
den Peres en Rabin rekening met de moge
lijkheid dat een Amerikaanse bemiddeling
enige vorm van overeenkomst met de Ara
bische staten mogelijk zal maken. Een
dergelijke overeenkomst zou waarschijn
lijk geen werkelijke vrede zijn maar zou
Israël een paar jaar adempauze geven
waarin het zijn greep op belangrijke delen
van de in 1967 bezette gebieden zou kun
nen verstevigen. De afgelopen dagen blijkt
echter dat zowel Rabin als Peres begint te
vrezen dat de Verenigde Staten mogelij
kerwijs het heft in eigen handen zullen
nemen en aan Israël een definitieve oplos
sing van het conflict in het Midden-Oosten
zullen opleggen.
Net als op het terrein van de buitenlandse
politiek hebben Rabin en Peres ook op het
terrein van de binnenlandse politiek bijna
gelijkluidende opvattingen. De drukkende
last van de militaire uitgaven zal het land
houden aan de rand van het faillissement
en de afhankelijkheid van grote injecties
met buitenlands kapitaal, voornamelijk
uit de Verenigde Staten, vergroten. Hier
door zal nauwelijks geld over blijven voor
de sociale en onderwijskundige hervor
mingen die beide politici zo vaak in hun
toespraken in het vooruitzicht hebben
gesteld.
Integendeel, met een stagnerende econo
mie en een hollende inflatie die de kosten
van levensonderhoud in de afgelopen 27»
jaar heeft verdubbeld lijkt een verdere
verlaging van de levensstandaard in Israël
in de toekomst bijna onvermijdelijk Ter
wijl investeerders met belangrijke buiten
landse relaties hun legale en illegale
winsten blijven vergroten, groeit de onvre
de bij de Israëlische arbeiders. Deze onvre
de denkt men in sommige regeringskrin
gen in Israël te kunnen oplossen door het
afdwingen van een wet die voorziet in de
instelling van arbitragecommissies ter be
handeling van loonconflicten. hierbij in
feite stakingen verbiedend.
Schandalig
In deze situatie is het bepaald niet zeker
dat de Israëlische Arbeiderspartij in staat
zal zijn na de verkiezingen die coalitierege
ring die haar schikt te vormen. Met een
zich verslechterende economische situatie
en een voortdurende oorlogsdreiging die
duizenden jonge Israelis elk jaar het land
doet verlaten wordt de publieke opinie
minder verdraagzaam tegenover de elite
van de Arbeiderspartij, die de oude socia
listische waarden van de stichters van de
partij opzij heeft gezet en bezig is het eigen
bed zo goed mogelijk te spreiden.
Deze situatie werd nog eens onderstreept
toen één dag voor het begin van het
congres van de Arbeiderspartij Asjer Jad-
lin, een vooraanstaand lid van de partij,
oud-directeur van het ziekenfonds van de
vakbeweging en oorspronkelijk verleden
jaar door de regering benoemd tot gouver
neur van de centrale bank van Israël, we
gens corruptie tot vijf Jaar gevangenis
werd veroordeeld. Jadlin, die tijdens zijn
proces toegaf steekpenningen in ontvan
gst te hebben genomen ten gunste van de
partijkas, stelde een groot aantal andere
vooraanstaande Israëlische politici ln een
kwaad daglicht. Onder meer leidde dit in
januari tot de zelfmoord van de Israëlische
minister van huisvesting Avraham Offer.
De schandalen bleven niet tot deze affaire
beperkt. Zoals reeds werd gezegd moest
premier Rabin zijn kandidatuur intrekken
omdat hij een lUégale bankrekening ln het
buienland bezat. Ook de bondgenoot van
Sjimon Peres, oud-minister van buiten
landse zaken Abba Eban kwam in op
spraak Ook hij wordt ervan verdacht mo
gelijk de deviezenbepalingen van de staat
te hebben overschreden
Zulke schandalen en de groeiende afstand
tussen arm en rijk na bijna dertig jaar
„socialistisch" bestuur in Israël doet vele
kiezers van de Arbeiderspartij tot naden
ken stemmen. Velen van hen zullen vol
gende week vermoedelijk op de rechtse
Likoed, op de Democratische Beweging
van Jigal Jadin of zelfs op de linkse partij
en gaan stemmen. Maar de Arbeiderspartij
zal waarschijnlijk ook nog een andere
groep kiezers verliezen. Overgeleverd aan
de regeringsbureaucratie meenden vele
Arabieren in het verleden dat het raad
zaam was om blijk te geven van hun steun
aan de belangrijkste politieke kracht in
het land. Bovendien beschouwden zij het
alternatief van de Arbeiderspartij, name
lijk een door de Likoed samengestelde
regering als een nog erger kwaad. Deze
aarzelende steun aan de Arbeiderspartij
zou echter inderdaad verleden tijd kunnen
zijn.
Arabieren
Discriminatie van Arabieren heeft een
nieuwe generatie radtkale intellectuelen
geproduceerd die niet meer „oo moessa"
het Arabische begrip voor Oom Tom, wil
len zijn. De landonteigeningen in Galilea
verleden jaar leidden tot een algehele sta
king op de Dag van het Land, die de
regering met ongekende hardheid be
antwoordde. Leger- en politie-optreden
veroorzaakten de dood van zes Israëlische
Arabieren en de verwonding en arrestatie
van tientallen anderen. Aan dit kwetsend
optreden werd een beledigende houding
toegevoegd toen verleden jaar het Koenig-
rapport uitlekte, waaruit bleek dat sommi
ge hoge regeringsfunctionarissen voor
stander waren van een nog veel sterkere
discriminatie van de Israëlische Arabie
ren. De districtscommissaris van het voor
namelijk door Arabieren bewoonde Gali
lea, Koenig, bleef ook na het uitlekken van
zijn rapport op zijn post gehandhaafd en
de regering weigerde zich van hem te dis
tantiëren. Veie Araoieren zuilen daarom
volgende week hun stem aan de commu
nisten geven die hopen hun aantal zetels ln
de volgende Knesseth te kunnen verdub
belen.
Toch wordt de Arbeiderspartij terecht
vaak als een „coöperatie ter behoud vgn de
macht" omschreven. Opvallend is hoe el
kaar bestrijdende stromingen, met volle
dig elkaar uitsluitende opvattingen hun
kibbelarijen opeens opzij zetten en de rijen
sluiten zodra hun posities in gevaar drei
gen te komen. Wanneer blijkt dat dit hen
nu opnieuw is gelukt dan zijn de kansen
groot dat Sjimon Peres de volgende pre
mier van Israël zal worden
gS^ Van een medewerker
-tin Presencia, de katholieke kritische krant van Bolivia, ver
den scheen onlangs een schrijnende foto van een doodarme en
bad ioodzieke man die na een verblijf van een paar dagen in het
itaatsziekenhuis van La Paz met ziekenhuiskleding en al op
itraat was gezet. Hij kon geen geld meer op tafel leggen voor
low irerdere behandeling en hij nam dure plaatsruimte in ten koste
1 in Van de meer draagkrachtigen.
dergelijke situaties zijn tekenend
nji voor de armoede en de onderont-
J hkkeling in een land als Bolivia.
Maar toch steken dergelijke ge-
i >eurtenissen als men de luxe van
'Pl ie rijke bovenlaag ziet en de uitga-
50!Ven worden gedaan voor presti
geobjecten zoals de bouw van twee
énorme voetbalstadions in de Boli
viaanse hoofdstad La Paz.
t jBijna twee derde deel van de Boli-
'iaanse bevolking is werkzaam in
~^*le landbouw. Dat is meer dan in
elk ander Zuidamerikaans land.
let inkomen per hoofd van de be
volking. momenteel geschat op
1000 gulden per jaar. is mede daar
door het laagste op het Zuidameri-
tojkaanse continent. Het gaat welis-
'aar goed met de economie van
tet land mede dankzij de stabiele
!>olitieke situatie, maar de „campe-
sinos" (boeren) plukken nauwelijks
;i« enige vruchten van het feit dat
'lPresident Banzer er in geslaagd is
hi nu al vijf jaar achtereen in het
M-ifzadel te blijven.
H Landhervorming
In 1953 vond na een revolutie een
algemene landhervorming plaats,
he grote haciendas werden opge-
_,deeld onder de voormalige iandar-
"^beiders De grote meerderheid van
deze campesinos woont op de kale,
dorre, 4000 meter hoog gelegen Al-
„Uplano (hoogvlakte) Elk gezin
rvfeg 20 n tien hectare toegewezen,
be herverdeling leidde echter nau
welijks tot enige lotsverbetering.
Men ging voort met de verbouw
van de oude vertrouwde gewassen
'graan en bonen) op de vertrouwde
W'ize. met hak en houten ploeg. De
boeren hoopten dat de weergoden
- en dan vooral de god van de
at regen hen daarbij niet in de
p st®ek zouden laten. Van integratie
van de boeren in de economie van
bet land was nauwelijks sprake De
meeste producten waren bestemd
voor eigen consumptie.
Na vijfentwintig jaar is deze situa
tie nauwelijks veranderd. Voor veel
boeren is de situatie zelfs slechter
geworden. De verdeling van het
land onder de nieuwe generaties
heeft het gemiddeld landbezit per
gezin doen afnemen tot 3 a 5 hecta
re. Het is vrijwel onmogelijk hier
een minimaal bestaan op te heb
ben. Velen trekken naar de stad ln
de hoop daar werk te vinden.
Meestal brengen ze het niet verder
dan een marginaal bestaan. Ze ver
richten los-vaste arbeid als sjou
wer, klusjesman of handelaar. Zo
ziet men bijvoorbeeld in La Paz
iedere ochtend op bepaalde punten
van de stad een lange rij mannen
staan die hun arbeidsdiensten aan
belangstellende passanten aanbie
den de Boliviaanse vorm van een
arbeidsbureau.
Overbevolking
Sinds het begin van de jaren zestig
zijn er door de regering pogingen
ondernomen de toenemende over
bevolking van de Aitiplano en van
een aantal valleien een halt toe te
roepen. De mensen uit de regio's
worden aangemoedigd te verhui
zen naar nog maagdelijke subtro
pische gebieden in andere delen
van het land. Men spreekt in dit
verband over „kolonisatiegebie
den" en „kolonisten". Het is be
langwekkend dat een dergelijke
politiek niet alleen in Bolivia, maar
ook in Brazilië, Colombia, Ecuador
en Peru wordt gevoerd landen
waar men met soortgelijke proble
men te kampen heeft De overbe
volking is niet het enige motief
voor deze politiek. Minstens zo be
langrijk is het in cultuur brengen
van potentieel rijkere gronden. De
produktie hiervan kan een positie
ve uitwerking op de betalingsba
lans hebben
Kinderwagens zijn er in Boliva niet
Er zijn verschillende soorten kolo
nisten. In de eerste plaats zijn er de
zogenaamde „gedirigeerde kolonis
ten". Ditzijn boeren van de Aitipla
no en de valleien die met financiële
en technische steun van de over
heid zich in een kolonisatiegebied
vestigen. De regering draagt er zorg
voor dat de kolonist een hectare
land volgezaaid met rijst, eten voor
een jaar. een aantal werktuigen en
een infrastructuur (wegen, ge
zondheidsinstellingen) ter beschik
king staan. Iedere kolonist heeft
recht op twaalf hectare land. Wel
moet hij deze voorzieningen ln de
loop van de tijd terugbetalen.
In de tweede plaats zijn er „sponta
ne kolonisten" afkomstig van de
Aitiplano en de valleien Zij trek
ken op eigen houtje naar de koloni
satiegebieden waar zij een stukje
grond kopen en zonder verdere
steun van de overheid een bestaan
proberen op te bouwen Hun leven
zal. na een veel moeilijker begin,
verder veel overeenkomst met de
eerste groep vertonen. Het voor
deel Is dat zij geen grote schuld
hoeven af te lóssen.
Tenslotte is er een groep „moderne
boeren" of ondernemers, onder wie
ook buitenlanders, die grote stuk
ken land opkopen om daarop ka
toenplantages of grote veeteeltbe
drijven te beginnen. Dit soort be
drijven treft men evenwel meer in
de tropische gebieden bulten de
officieel vastgestelde kolonisatie
gebieden aan.
Sinds 1950 zijn ongeveer 50.000 ge
zinnen blijvend naar de tropische
en subtropische gebieden verhuisd.
Deze getallen blijven aanzienlijk
beneden de plannen van de rege
ring en bieden dan ook nauwelijks
soelaas voor de overbevolking van
de Aitiplano en de valleien. Sedert.
1950 zijn' er daar namelijk vier maal
zoveel mensen bijgekomen door
het grote geboorteoverschot Er
hebben wel veel meer dan 50 000
gezinnen pogingen gedaan om zich
in de gebieden te vestigen maar een
groot deel van hen (de schattingen
lopen van veertig tot vijftig pro
cent) kon niet op tegen de grote
moeilijkheden en keerde na kortere
of langere tijd terug.
Tropisch
Tijdens een bezoek dat ik onlangs
bracht aan Alto Beni, een van de
kolonisatiegebieden, sprak ik met
verscheidene kolonisten en functi
onarissen. Alto Beni is een dichtbe
groeid heuvelachtig gebied op 250
kilometer afstand van de hoofd
stad La Paz. De gemiddelde jaar
temperatuur is er 30 graden en de
jaarlijkse neerslag bedraagt 1400
mm (Nederland ca. 700 mm). Deze
neerslag valt vrijwel helemaal in de
zomer, die hier duurt van december
tot april. In deze periode wordt de
rijst, het voornaamste voedingsge
was, gezaaid en (in april) geoogst.
Mijn bezoek viel midden in de
oogsttijd. Behalve rijst wordt veel
koffie, cacao en bananen ver
bouwd.
Grote overgang
Het leven van de kolonist gaat niet
over rozen. Afkomstig uit de droge
hoogvlakte met ijle lucht wordt hij
opeens neergezet in een hete, voch
tige streek vol met vijandige para
sieten en vliegen. Deze brengen de
gevreesde gele koorts over.
Verder heerst er in deze streek veel
tuberculose, waaraan tachtig pro
cent van de ouderen lijdt. De Jonge
ren zijn er over het algemeen tegen
ingeënt. In het hele gebied van de
Alto Beni met 16 000 inwoners is
maar één klein hospltaaltje, één
ambulance en twee gediplomeerde
artsen. Deze brengen een groot deel
van hun tijd echter zoek in La Paz.
Medisch en onderwijzend perso
neel ls alleen met dwangmaatrege
len naar het platteland te krijgen
Ze worden verplicht in de „campo"
één tot twee Jaar te blijven wei ken
na het beëindigen van hun studie
De verder ln het gebied verspreid
liggende gezondheidsvoorzienin
gen zijn zowel materieel als perso
neel slecht uitgerust. Voor een wat
ernstiger ziektegeval moet men wel
naar het hospitaaltje. Een indruk
van de moeilijkheden die dat geeft
levert het volgende aan den lijve
ondervonden voorbeeld.
Onderweg
Om in Sararia te komen kun Je. als
Je de kaart wilt geloven, de hoofd
weg verlaten en na de passering
van een brug over een afstand van
25 kilometer een zijweg volgen Een
paar jaar geleden kon dat ook in
derdaad. zij het een paar dagen De
brug was er namelijk door de civie
le afdeling van het leger nog geen
maand gelegd of ze werd op een
kwade dag door de sterk gezwollen
rivier meegesleurd. Ondanks vele
smeekbeden werd er niets aan deze
situatie veranderd.
Om in Sararia te komen moet je nu
met de boot of, als je dat niet kunt
betalen, lopen over de weg en tot Je
middel door de rivier waden. Aan
dat laatste ben ik op een zonnige
dag vol goede moed begonnen. Vijf
uur later arriveerde ik zwetend en
met blaren onder mijn voeten in
Sararia. En dan te bedenken dat de
plaatselijke bewoners ook nog vele
kilo's bagage over die afstand
meesjouwen.
In het gebied van Sararia wordt
door Nederlandse vrijwilligers ge
tracht de vorming van coöperaties
te stimuleren Daarvoor was ik
hierheen gekomen. In het kleine
dorpsschooltje werd met de plaat
selijke gezinshoofden over dit on
derwerp van gedachten gewisseld.
Van de kant van de kolonisten be
stond een heel gereserveerde hou
ding: de zoveelste persoon die met
fraaie plannen komt. Dat het hier
om een buitenlander ging was wel
iets positiefs. Over het algemeen
steken buitenlanders de financiële
bijdragen niet ln eigen zak
Voor onze terugtocht wisten we een
boot te charteren. Op het strandje
bij de rivier troffen we een vrouw
aan. onbeweeglijk, met een doek
over haar gezicht Ze bleek dood
ziek te zijn. gloeiend van koorts.
Haar man zat 100 meter verderop
Ze waren kennelijk naar de oever
van de rivier gegaan ln de hoop
door een boot meegenomen te wor
den. Beiden waren niet veel ouder
dan twintig. De Jonge man maakte
echter geen aanstalten om ons te
vragen of ze mee konden varen. Als
hij dat vroeg dan zou hij ook moe
ten betalen en dat kon hij niet. We
vroegen de schipper de man en de
vrouw mee te nemen en af te leve
ren bij het hospitaal. Maar wat zou
er gebeurd zijn als er die dag eens
niet een goedwillende schipper op
de boot had gevaren?
Het hospitaal in Alto Beni staat
onder beheer van Franciscaner pa
ters en neemt ln tegenstelling tot
het genoemde staatsziekenhuis al
le mensen die zich aanmelden op.
Pas na behandeling wordt gekeken
in hoeverre de patiént de behande
ling kan betalen. Eventueel wordt
er een regeling getroffen zodat de
rekening ln etappes betaald wordt
of na de oogst of door middel van
het verrichten van werkzaamheden
voor het hospitaal. De hulp van
particuliere instellingen en van
kerken blijft voorlopig zeker nood
zakelijk ln Bolivia