Het gedenkteken van de namen Gereformeerde vrouwen bezig met geloofsvragen Het nu volgend lied Brief beleidsombuiging aan IKON-bestuurder Kruyswijk VANDAAG VOORBIJGANGERS Nijmegen: hervormd- gereformeerde herverkaveling WOENSDAG 4 MEI 1977 KERK Trouw/Kwartet LEEUWARDEN In een open brief aan IKON-bestuursiid dr A. Kruys- wijk vraagt het comité Beleidsom buiging IKON niet langer vertrou wen te schenken aan de kerkelijke zendgemachtigde. Het comité beschuldigt de IKON van „zielsverwoestend horizonta- lisme" en „ongehoorzaamheid aan het Evangelie." Het comité meent dat de IKON het gezicht op de Bijbel op zo'n ontstellende wijze heeft ver duisterd. dat „gesproken kan wor den van het volgen van de anti religie." Het comité zegt dat de IKON „in HJn horizontalistische blindheid" meent dat maatschappelijke structuren hét obstakel vormen naar een nieuwe samenleving en dat de kerkelijke omroep zwijgt over de menselijke geneigdheid tot zondigen en zijn noodzakelijke bekering. De IKON heeft zich achter de revolutie gedachte geschaard, zo merkt het comité op. In zijn brief haait het comité een aantal voorbeelden aan waaruit zou blijken dat de IKON horizontaal aanwezig is in de ether Deze betref fen vooral radio-uitzendingen, waar in aan onderdrukte minderheden of vroegere onderdrukten gelegenheid wordt gegeven hun opvattingen be kend te maken Naar aanleiding van de actie van het comité heeft de gereformeerde synode tot nu toe brieven van negen kerkeraden Cs Graveland. Hellendoorn. Kollum. Montloort. Ommen. Oosterend- Texel. Soest. Stad aan *t Haringvliet en Ternaard» en twee classes (Almkerk en Zuidhorn» ontvangen met bezwaren tegen de IKON-koers door A. J. Klei De EO heeft elke maandagmiddag een radioprogramma dat „Licht en uitzicht" heet. Deze rubriek wordt verzorgd door de hervormde domi nee P. P. J. Monster uit Hierden, die op stichtelijke wijze bekende psal men en geestelijke liederen aan de draad van een bepaald thema rijgt. Hij heeft een zeer uitgebreid gehoor van mensen, die óf het oud vertrou wen óf hun jeugdsentiment willen voeden. Ik schaar mijzelf onder één van deze belde soorten luisteraars. Mijn aardigheid in .Jacht en uit zicht" wordt echter verstoord door iets, wat ik ervaar als oneerlijkheid. Of dominee Monster het uit eigener beweging zo doet of dat de program maleiding van de EO hem het voor schrijft. weet ik niet. maar ik elk geval laat deze radiopastor altijd zorgvuldig na. het liedboek te noe men als hij daaruit een lied laat klinken. Bij elk ander lied geeft hij nauwkeurig de bron aan: (oude) her vormde bundel, Johannes de Heer of Olorleklokken. maar ais er een lied uit het liedboek komt. zegt hij al leen: het nu volgend lied Het liedboek wordt dus doodgezwe gen Best hoor. van mij mag het. maar dan moet )e er ook niet uit laten zingen. Een andere mogelijk heid is dat je van geen van de geko zen gezangen de komaf vermeldt. Doch wat nu gebeurt, is kinderach tig en oneerlijk. Je doetnet alsof je 't liedboek gesloten houdt, maar in werkelijkheid pak je wat graag (zoals deze week) gezang 300: Eens als de bazuinen klinken. En de luisteraars worden blijkbaar geacht te denken, dat dit lied zomaar uit de lucht is komen vallen. Zie het hierbij afge drukte programma. Mij is verteld of 't waar is, weet ik nietdat de dichter van gezang 300, de Rotterdamse priester Tom Naastepad, zich eens nijdig heeft ge maakt op de EO vanwege het veel vuldig anoniem gebruik van dit ge zang. Hij zou deze omroep toen ge schreven hebben, dat ze dit lied zij nentwege eindeloos de ether in mochten zenden, als ze er dan van maakten: Eens als de ajuinen stin ken (Voor wie 't woord niet kent. ajuin is: ui). Wat mij betreft, ik heb me op deze plek al eens eerder en igszins opgewonden over achterbaks gebruik van het liedboek (toen ging het over een blad. waarvan ik de naam ditmaal voor me houd). Intussen heeft de komst van het liedboek aan de gezangenkwestie, waarmee ons vaderlands calvinisme sinds jaar en dag gezegend is. een verfijning toegevoegd, welke wij niet over het hoofd mogen zien. Vroeger was het vrij eenvoudig, Je had vóór- en tegenstanders van het zingen van gezangen in de kerkdienst, je kon ze makkelijk uit elkaar houden. De te genstanders hielden bij een gezang hun lippen op elkaar geklemd of verlieten demonstratief het kerkge bouw. gaarne het martelaarschap van nagekeken te worden, op zich nemend. Tegenstanders van het lied boek schuilen echter onder beide groeperingen. Mensen die voor het overige graag een mooi gezang in de eredienst aanheffen, houden de mond dicht als de dominee een ge zang uit het nieuwe liedboek op geeft. en ze zijn in 't geheel niet te onderscheiden van de ware te genstanders van het „vrije" lied (al dus heet een gezang in de gezangen- strijd) in de eredienst. Ook in de kerk wordt de toestand steeds ingewik kelder. Overigens schijnt de gezangenkwes tie een typische Nederlandse specia liteit te zijn. Dr J. H. Gunning J. hzn (de man van „Pniêl") schreef eens: „Ik heb betrekkelijk veel gereisd in mijn leven, en oprechte kinderen Gods in allerlei kerken en landen ontmoet, maar nimmer iets anders dan verbazing ingeoogst wanneer ik verhaalde dat een groot deel mijner landgenoten, nog wel diegenen, wel- EO 16.15 Licht en uitzicht Psalm 25:2 en 6; Gezang 136 2I (NH-bundel): Lied 140 (Bundel Joh. jnT de Heer): Psalm 16 3 en 6; Lied 82 f,j iBundel Joh. de Heer); üed 380 te| (Bundel Glorieklokken); Lied 802 (Bundel Joh. de Heer); Gezang 243 (NH-bundel); Gezang 234 (NH-bun- *1 del); Psalm 56 5 en 6; Lied 634 rM (Bundel Joh. de Heer): Lied 568 1 Bundel Joh. de Heer); Eens al^M bazuinen klinken. 17.00 Eigenwji^^^fl ke zich voor de trouwste en geloo- vigste kinderen der Hervorming hou den, menen God en den Heiland het best te verheerlijken door niets dan Psalmen Davids in den eeredienst aan te heffen." Maar om op „Licht en uitzicht" van de EO terug te komen, afgelopen maandag was het dus weer zover en werd van het lied „Eens breekt in mij het zil'vren koord" precies gezegd dat dit lied 802 uit de bundel van Johannes de Heer was. maar het „Eens als de bazuinen klinken" ging nummerloos en naamloos de lucht in. Het was „ons slotlied", verder niks. Wat zijn dit eigenlijk voor ma nieren? Onze adressen: AMSTERDAM Postbus 859 Wibautstraat 131 Tel 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM/DORDRECHT Postbus 948 Westblaak 9. Rotterdam Tel. 010-115588 DEN HAAG/LEIDEN: Postbus 101 Parkstraat 22. Den Haag Tel. 070-469445 ZWOLLE/GRONINGEN: Postbus 3 Melkmarkt 56 Zwolle Tel 05200-17030 Riskant bestaan. Het zit diep in ons bestaan, 4 mei, dodendag. Dag van herdenken van hen die in het nazistisch geweld van de jaren veertig-vijfenveertig vielen. Het is een tweevoudig herdenken. Van hun dood. maar ook en juist van hun leven. Niet altijd gaat dat samen. Er zijn ook pure slachtoffers geweest. Die in de eerste dagen van de brute overval reeds ergens in het land door vuur uit de lucht of langs de weg getroffen werden. De wijze waarop zij stierven had niet te maken met hun leven. De dood, deze abrupte dood, stond haaks op hun leven, zoals dat bij mensen het geval is die plotseling heengaan. Maar bij anderen- bestond er verband tussen leven en dood. In hun wijze van bestaan was deze dood, hoe die dan ook voltrokken werd, al opgenomen. Hun bestaan was een bestaan met het risico van de dood. Zij wisten dat en toch brachten zij geen verandering in dat bestaan of deden zij pogingen om dat risico te ontgaan. Zij leefden riskantOmdat ze zich geroepen wisten tot dit'soort leven. Zij konden zich hun bestaan niet anders indenken dan zo, dat eerst met het risico van de dood dat bestaan en dat van vele anderen moest worden verdedigd, veilig gesteld tegen een onmenselijke vijand. Er was iets gekomen tussen hen en wat wij een gelukkig leven noemen, een bestaan met toekomst. Vóór die toekomst lag voor hun besef het grote onrecht, dat eerst tot elke prijs weg moest. Anders was er geen toekomst. En zo werden ze de mannen en vrouwen van een riskant bestaan. Vaak gedragen door een diep geloof dat het zo moest en een even diep vertrouwen dat dit alleen uitzicht1 bood. Aan hen denken wij deze dag en stfaks in de avond, als het stil wordt, maar nooit stil in onze gedachten. Want op de achtergrond horen we hier en daar en overal schieten. En vallen mensen opnieuw omdat het niet anders kan in hun bestaan. NED. HERV. KERK Beroepen: te Sassenheim (toez.): W. J. van Asselt te Uitwijk; te Benne- kom: J. Jongerden te Harderwijk; te Beverwijk-Heemskerk: J. Visser te Nieuw Stadskanaal; te Hilversum: H. P. Venema te Blaricum; te Utrecht (met als nevenopdracht doordenking en stimulering stede lijk diaconaat): W. A. Z. Tieman te rmerend. Aangenomen naar Assendelft: K. C. L. Eldering kand. te Amsterdam le ring stedelijk diaconaat): W. A. Z. Tieman te naar Gelselaar: J. Kok laatstelijk predikant te Doe- tinchem. leraar godsdienst chr. Scholengemeenschap te Harden- berg. GEREF. KERKEN VRIJG. Beropen te Vrouwenpolder en Monster J. J. Poutsma, kand. te Nij- ega; te Hasselt: C. J. Smelik te En schede; te Mariënberg: R. T. Urban te Goes. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Borssele en te Franklin Lake (USA): M. Mondria te Waar denburg. Bedankt voor Amsterdam C.: J. Kos ter te Barnevëld. VRIJE BV. GEM. Bedankt voor Kampen: H. Braven te Goes. Nell Alexander Voor het eerst in de 153-jarige ge schiedenis van de baptistenunie in Groot-Brittannië en Ierland is een vrouw tot vice-voorzitter gekozen. Het is mevrouw Nell Alexander. Zij is de vermoedelijke toekomstige op volger van dr. Ernest A. Payne, die nu nóg voorzitter is van de unie Mevrouw Alexander komt uit Cambridge en is 62 jaar. Van een onzer verslaggevers NIJMEGEN De gezamenlijke planningscommissie van de her vormde gemeente en de gerefor meerde kerk van Nijmegen is bezig met een plan om de hele stad te verdelen in gezamenlijke hervormd- gereformeerde subwijken. Bij het opstellen van het „samen-op weg"-plari wilde de commissie niet uitgaan van het oude patroon var één wijk per dominee, omdat het onzeker is, hoeveel predikantsplaat sen Nijmegen in de toekomst kan handhaven. Wel wilde de commissie voorwaarden scheppen, waardoor de gemeenteleden meer werk zou den kunnen doen. Kleine wijken maken het de kerkleden gemakke lijker, elkaar te kennen en medewer kers te vinden voor bepaalde activii teiten. Vandaar het plan om de stad te verdelen in kleine „subwijken" van zo'n tweehonderd tot vierhonderd adressen en aan elke subwijk enige zelfstandigheid te geven. Na herver- 'deling van de werkzaamheden zoi| elke predikant dan zorg krijgen over! een aantal subwijken, naast eventu eel een andere taak. die ten behoeve van de gehele gemeente wordt uitge oefend. Bijna alle (huidige) wijkker- keraden hebben al positief op hel plan gereageerd. door Hanna Lam Vroeg ln de morgen brachten wij in Jeru zalem een bezoek aan Yad Vashem, het geenkteken voor dezes miljoen Joden die *de ood vonden ln de Tweede Weredoorlog. Yad Vahem. het gedenkteken et geenkte ken voor de zes miljoen joden die de ood vonden in de Tweede Weredoorlog. Yad Vahem. het gedenkteken et van de na men. In Jesaja 56:5 staat: „Ik geef hun in mijn huis en binnen mijn muren een gedenkteken en een naam, beter dan zo nen en dochters; ik geef hun een eeuwige naam. die niet uitgeroeid zal worden." Er viel een ongekende beschroomdheid over onze groep. Wie liepen langs de laan waar de bomen geplant zijn voor hen, die ln de oorlog van bijzondere betekenis zijn ge weest voor het joodse volk. Zachtjes wer den de namen gemompeld. Soms bleef men peinzend even staan en volgde men ln gedachten het spoor terug. En zo kwa men wij bij de muur waarop de tekenen waren aangebracht van de ondergang van het joodse volk en de hoop die bleef bij de overlevenden. Naftaii Bezem maakte vier reliëfs op een muur van 60 vierkante meter, waarin de ondergang en de opgang van het joodse Naast de fabriek zien wij een vis. De kop gescheiden van de romp. De vis symboli seert de sprakeloosheid van het volk. Een vis kan niet spreken. Zo verging het de mensen ook. Zij deden hun mond niet open! In het reliëf laaien de vlammen op in de synagogen, en in de huizen en dor pen. Wij zien een voet. een hoofd, een hand. Een hand die grijpt naar een wa pen. half speer, half geweer. Een andere hand grijpt naar een ladder! Een ladder van de hoop? Is het een teken of is het een droom? Een droom van Jakob die de Engelsen zag komen en gaan uiteen open hemel en de stem die beloofde, als in een droom: Ik zal je niet verlaten! Of is de ladder het symbool van de hoop, van de opgang naar het land? In het derde reliëf wordt het gaan naar het land uitgebeeld. Een klein scheepje komt aangedreven uit het land van de duisternis. Niet door het water, maar door de lucht vaart het scheepje en het wordt bewaakt door de vleugel van een engel. Nu is het geen engel die hem behoedt op weg naar de hemel, maar het is een engel die meegaat op weg naar het beloofde land. Een rest is overgebleven. Die rest is niet meer dan een sjebbisch mannetje met een Van een onzer verslaggevers ROTTERDAM „Ik heb het gevoel, dat u ongecompliceerd bezig bent met het Evangelie. U aanvaardt de woorden van de Heer en denkt tegelijk aan andere mensen. Wat mij betreft gaan onze kerken door enkele brandingen heen naar een kerkelijk leven, waarin u zich thuisvoelt: waarin het Evangelie kinderlijk ter harte genomen en eenvoudig toegepast wordt." volk op Indrukwekkende wijze wordt uit gebeeld. In het centrum van het eerste reliëf staat een fabriek met een fa briekspijp waaruit de rook in kringen wegtrekt naar de hemel. Tegen de ach tergrond van de fabriek zelf gaat een lange rij mensen in een laatste optocht, wie weet waar naar toe? Het is het gruwe lijke beeld van de mensenverwerkende industrie. In dit eerste reliëf staat de hele wereld op z'n kop! Onder de poort van de fabriek is een vrouwenfiguur zichtbaar, ondersteboven. Zij heeft sabbathskaar- sen in haar handen geklemd. Maar de kaarsen die zij ter ere van de sabbath aanstak, branden nu de dood in haar Zijn ogen hebben te veel gezien. En wie weet op het grensgebied van dood en hoop waar je kijken moet? De vlam van de ondërgang draagt het kleine bootje mee. maar ook wapens. Het scheepje heeft geen benzine nodig. Het vaart op de kracht van de spade, het wiel en de sjof ar. In het vierde reliëf zien wij een herboren volk dat groeit in grootte en sterkte. Het is gegrondvest in een leeuw. Uit de leeu weogen vallen tranen, want in al z'n sterkte en grootheid kan de leeuw niet vergeten wat voorbij is. Hij huilt om het verleden. Maar het verleden is voorbij. De wereld staat niet meer ondersteboven, maar recht overeind. De kaarsen branden Hanna Lam, de auteur van deze bijdra ge publiceerde zowel gedichten als proza. Met deze woorden karakteriseerde de gereformeerde synodepraeses ds. C. Mak gisteren de gereformeerde vrouwenbond tijdens de jaarlijkse- ontmoetingsdag, waarop het veertig jarig bestaan van de bond gevierd werd. Een kleine vierduizend dames uit het hele land woonden deze Jubi leumviering in het Ahoy-complex bij. Tijdens deze dag werd de opbrengst bekendgemaakt van de jublleumac- tie „8amen geven samen leven": 75 000 gulden. Dertigduizend gulden hiervan werd overhandigd aan ds. D. N Wouters, de voorzitter van de stichting d«- Regenboog, die zich ln Amsterdam inzet voor aan drugs ver slaafde Jongeren. Het resterend ge deelte is bestemd voor het cadeau, dat de gereformeerde vrouwenbond bij zijn Jubileum heeft aangeboden aan de kerken. Het is het boekje „Samen kom je verder". Dit boekje gaat over de geloofsoverdracht in de gezinnen. Kleingelovig De geloofsoverdracht stond centraal tijdens deze ontmoetingsdag gis teren. Tweede Kamerlid mevrouw J. G. Kraaljeveld-Wouters. oudpresi dente van de vrouwenbond, hield een Inspirerende toespraak.„Wij wil len het woord van God doorgeven aan onze kinderen, aan de mensen om ons heen, maar wij voelen ons zelf vaak zo machteloos, twijfelend borsten. Haar levensbron, de wortel van het moederschap, wordt door het vuur gedood. hoed achterop z'n hoofd. Gelaten staart hij voor zich uit. Het is een mens, die het grote leed nog bij zich draagt. Hij vaart, maar naar de toekomst kijkt hij niet om. weer in de joodse gezinnen en de moeders kunnen Vrijdagavonds in vrijheid bid den: „Geloofd zijt Gij Heer, onze God, Koning der wereld, die ons heilige opdrachten gaf. waaronder de opdracht om de Sabbathslampen te ontsteken." De kaarsen branden weer naast de bladeren van de cactusplant waaruit de sabra, de nieuwe generatie groeit. Wij keerden langzaam terug naar de bus. De felle zon scheen in onze ogen haast te uitbundig. De woorden waren schaars en men schaamde zich niet voor z'n tranen. „Zes miljoen", mompelde een reisge noot," en iedere naam is een verhaal! Wat stond er ook alweer in Jesaja?" „Ik geef hun een eeuwige naam, die niet uitge groeid zal worden „Wij zijn kinderen van deze tijd. Wij leven permanent in de spanning om enerzijds niet onder te gaan onder de machten van deze tijd, die ons afbrengen van de sporen van recht en gerechtigheid, en anderzijds ons ook niet te isoleren en we reldvreemd te worden. In beide ge vallen komt ons geloofsgetuigenis niet meer over. De vaders en moe ders van deze tijd kunnen niet meer met de antwoorden van onze vaders toe." Zij noemde het voor de geloofso verdracht van het grootste belang, de goden van de tijd te ontdekken en de baas te worden, zoals het vooruitgangsgeloof, de consumptie mentaliteit. de prestatiedwang. „Wij moeten onze kinderen, onze mede- en kleingelovig. Daarom is ons ge loofsgetuigen vaak zo onzeker en weinig aanstekelijk. Zijn wij zelf wel» voldoend bereid ons open te stellen voor de boodschap van het heil?" vroeg zij. Een overzicht van de jubileumviering van de gereformeerde vrouwenbond. Rechts^ de R.E.T.- harmonie onder leiding van de heer A. Goudkade. mensen het geloof voorleven, voor doen en zo een klimaat scheppen, waarin over God gesproken l£an worden". Hoop Ds M- J. van der Veen-Schenkeveld uit Krimpen aan den IJssel gihg daarop door en noteerde signalen van hoop: het project zending in Nederland, de vernieuwingen in de liturgie, het omroeppastoraat, het bezig zijn met de Joodse achtergron den van de bijbel, nieuwe le vensstijl. X-Y, Betaald Antwoord, het project Rekenschap geven van de hoop. Overal zijn kleine groepen mensen, die eraan gaan staan. De bijbel blijkt nieuw te inspireren. Telkens weer barst de bijbel uit de kaders, die wij gemaakt hebben, en moti veert tot nieuw geloven. Met het boekje „Samen kom je ver der" wil de vrouwenbond daar een verdere bijdrage aan geven. Het is tot stand gekomen in samenwerking met het deputaatschap jeugd en jongerenpastoraat. Het bevat ge spreksmateriaal voor zes avonden. „Wij reiken nu de gesprekstof aan als eerste aanzet. Nu moet het werk verder in de gemeenten gebeuren door als ouderen en jongeren samen te luisteren naar het oude Woord, dat altijd weer nieuw is", aldus ds Hogenhuis van het deputaatschap. En bondspresidente mevrouw D. de Jong-Bakker spoorde alle vrouwen verenigingen aan, bij de kerkeraden aan te kloppen om hier samen aan te gaan werken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 2