De dans tussen de de beesten Rondrit voor vier dominees Van waterstof tot wederkomst 1 VANDAAGI ZATERDAG 30 APRIL 1977 Trouw/Kwartet door prof. dr G. N. Lammens In Chauvigny staat op de top van een, heuvel een kleine kerk. gebouwd vóór 1030 en gewijd aan de apostel Petrus. Beroemd is de kerk vanwege de wonderbare kapitelen van de zuilen rondom het koor. Een van de meest opvallende voor stellingen is een danser tussen leeuwen. Een man met twee licha men. vier voeten en één hoofd. Hij danst terwijl de leeuwen hem in de schouders bijten Maar de danser houdt hen vast bij de achterpoten en het lijkt alsof de dieren daar door machteloos zijn. Als een wer velstorm gaat hij tussen hen door. De beide lichamen en de vier voe ten geven aan zijn dans een grote bewegelijkheid. Het is alsof de beeldhouwer als een vroege Picas so de verschillende bewegingsfasen op één moment heeft willen vastleggen. Aan deze wonderbare danser herin nert de Leidse hoogleraar G.J. Hoenderdaal in Zijn onlangs veschenen boek over kerkdienst en liturgie: Riskant spel. In een epi loog schrijft de auteur dat hij ver langt naar een liturgie als een dans voor de Heer. zoals David danste voor de ark. Michal ten spijt. Litur gie als een feest van de vrijheid, waarin we door Christus zijn ge plaatst. Maar geen viering met ge sloten ogen. De danser van Chau vigny herkent de dieren en hun dreiging, maar hij is vrij. moedig en gelovig Zo staat de liturg als een dwaas in deze sombere godverge ten tijd. Secularisatie De epiloog is geen fraai slot op een saai betoog Heel het boek is vanuit deze bezieling geschreven als een getuigenis van iemand die er nog In gelooft en overtuigd is dat de lof zang in onze geseculariseerde we reld moet doorgaan. Maar lukt dat nog? Zijn er nog verbindingen tus sen de eredienst en de mens van onze tijd die tot in de diepste lagen van zijn wezen is beïnvloed door de de moderne machtstructuren en een hoog ontwikkelde technologie? Het is deze vraag die heel het boek beheerst en daarom benadert Hoenderdaal de liturgie niet histo risch of dogmatisch al komen deze aspecten in een tweetal funda mentele hoofdstukken wel aan de orde maar vanuit de méns. die in de liturgie vorm tracht te geven aan zijn geloven en ervaren. Getto noch woestijn Door secularisatie loopt de kerk het gevaar met haar eredienst te recht te komen in een getto of een woestijn. Het getto van een mooie. historisch verantwoorde liturgie zonder enige betekenis voor het modeme leven of de woestijn van een onliturgisch christendom dat als een ferment in de wereld wil werken maar het christelijk geloof doet opgaan in zijn sociale dimen sies. Belde reacties op de seculari satie zijn al even kwalijk. Een get to-kerk. verliefd op eigen liturgie, bedrijft afgoderij en een christen dom dat ophoudt over God te spre ken en niet meer onlosmakelijk is verbonden met de nieuwe werke lijkheid van Christus, is zinloos ge worden en nauwelijks meer interes sant. Voor prof. Hoenderdaal heeft de geseculariseerde wereld, die altijd ook onder de bevoogding door de kerk wéreld is geweest zowel positieve als negatieve kanten. En erzijds bracht de secularisatie vrij heid. mondigheid en humaniteit, anderzijds verleidde ze de mens tot vervreemding van God en van zichzelf, tot horigheid aan ideolo gieën economische grimmigheid en technologische ontwikkelingen, die hem bedreigen als de leeuwen de danser van Chauvigny. Leerhuis en vierhuis Secularisatie is dus een dubbelzin nig verschijnsel dat vraagt om aan passing en kritiek. Daarom is een vruchtbare dialoog noodzakelijk, niet tussen behoudzuchtige chris tenen die alleen maar kunnen kla gen over de verwording van de we reld en nihilistische vertegenwoor digers van de secularisatie, maar tussen christenen die de seculiere wereld In h.iar eigen waarde laten en mensen uit de wereld die het gevaar van tyrannieke ideologiën en het nihilisme onderkennen. Dit houdt in dat er momenteel veel te doen valt in het léérhuis. Dat is Immers de aangewezen plaats vopr discussie en in die discussie zal ook de eredienst betrokken moeten worden, want juist daarover wordt veel te weinig overlegd met hen die zich buiten de christelijke gemeen te voelen staan. Maar voor deze dialoog is niet de kerkdienst de geschikte gelegenheid. Terecht naar mijn gevoelen ontraadt Hoen derdaal een vermenging van leer- en vierhuis, bijvoorbeeld door de invoering van discussiedienst"n en nabespreking van preken Waar dit regel wordt, geraakt de kerkdienst te veel in het Intellectuele en elitai- re vlak en valt de nadruk weer uitsluitend op de preek De kerkdienst In de kerkdienst vieren we op speelse en feestelijke wijze de god delijke bevrijdingsdaden. Maar dit betekent niet dat eredienst en se cularisatie elkaar uitsluiten. Bij na dere doordenking blijkt dat ze el kaar veeleer wederzijds bevruch ten, zuiveren en stimuleren. „Al leen eredienst kan de secularisatie beletten om inhumaan te worden en secularisatie alleen kan de ere dienst er voor behoeden zinloos te worden." (Pannikar). Enerzijds heeft de kerkdienst in onze seculie re wereld een compensatorische, vertroostende funktie. De kerk hoeft zich hiervoor niet te schamen want juist daardoor functioneert ze kritisch ten opzichte van een on barmhartige maatschappelijke en economische orde. Anderzijds heeft de kerkdienst een comple mentaire betekenis: het leven alle dag ook het politieke leven moet er in doorstromen zodat de vertroosting niet in mindering komt op de bevrijding en de strijd tegen het demonisch geweld dat de mens vervreemdt van God. zijn me demens en van zichzelf Liturgie De ruimte ontbreekt om zelfs maar samen te vatten wat volgens Hoen derdaal de uitdaging van de secula risatie betekent voor het spelka rakter. het feestelijke en het artis tieke van de liturgie. Er zijn grondvormen van menselijk leven die niet onder de grauwe sluier van een consumptieve samenleving zijn verdwenen en waarop de litur gie kan inspelen. Kerkgang zou een feest moeten worden, dans tussen de beesten. Want waarom zou de confrontatie met het evangelie zo oneindig saai. zo overladen met woorden, zo burgerlijk moeten zijn? Van groot belang acht ik wat gezegd wordt over meditatie diensten en de zin van symboliek om mensen op weg te helpen die het bidden zijn verleerd evenals de opmerkingen over „geordende spontaneïteit" met het oog op de afkeer van het geïnstitutionaliseer de in onze samenleving. Een hoopvol en inspirerend boek. nergens gelijkhebberig of kwalijk- nemerig maar bemoedigend. Het wijst tal van wegen tot vernieuwing van kerkdienst en liturgie zonder dat men z'n toevlucht hoeft te ne men tot vervreemdende experi menten die toch nergens op uitlo pen. Als u het mij vraagt maar ik weet niet of iemand het mij vraagt is dit het boek waarmee we met z'n allen voorlopig aan het werk moeten: voorgangers, liturgische werkgroepen en al wie de kerkdienst ter harte gaat. Prof. dr. G. N. Lammens, hoogle raar in <fe praktische theologie aan de Vrije Universiteit bespreekt RIS KANT SPEL van Prof. dr G. J. Hoenderdaal; uitg. Boekencentrum te 's-Gravenhage 1977; 203 blz.; ƒ32.50. door dr. C. Rijnsdorp Een leraar scheikunde, zoon van een theoloog (kenner van het Oude Testament en het Hebreeuws), heeft door zijn studie de traditionele, protestants-christelijke geloofsvoor stellingen verloren. Niettemin heeft het geestelijk milieu van zijn jeugd hem mede gevormd en een onverliesbare indruk op hem gemaakt. Hij kent de bijbel intiem. Vele jonge intellectuelen verke ren in zijn situatie. Zij kunnen in twee totaal verschillende werel den gaan leven, werelden die el kaar uitsluiten: het esoterisch (al leen voor ingewijden verstaanba re) spreken van de kerk in haar eredienst, en het op proefnemin gen gebaseerde studie- en ar beidsveld van een exacte we tenschap In deze gespletenheid kan men jarenlang leven, maar hier liggen ernstige gevaren op de loer, gevaren van /psychische aard. De weg van de minst sterke weerstand is zich geheel tot zijn taak van wetenschap te wenden, de kerk met haar oneigenlijk spreken de rug toe te keren en te proberen de restanten van zijn opvoeding te verdringen. Anders Drs. A. J. Schoneveld heeft het anders gedaan. Geïnspireerd door de opvattingen van Teilhard de Chardin heeft hij gezocht naar 'een levende verbinding tussen de bijbel en zijn eigen wetenschap pelijk specialisme. Hij kon dit doen omdat hij gelooft dat het moderne wetenschappelijke we reldbeeld een directe consequen tie is van de bijbelse boodschap. Het resultaat is een helaas als pocketboek uitgegeven werk, getiteld Van Waterstof tot Weder komst (Boekencentrum bv. 's-Gravenhage, 150 blz.. 17,90). Merkwaardigerwijs is dit boek min of meer opgezet als een improvisatie. Dit wijst erop dat de auteur al schrijvende met zichzelf over het onderwerp in het reine wilde komen. Hierdoor heeft het een autobiografische inslag en het karakter van een persoon lijk getuigenis. Goed te volgen Ik zal mij wel wachten over dit werk een oordeel uit te spreken. De schrijver Verwacht trouwens zelf veel tegenspraak. Daarbij komt dat uw recensent een volsla gen vreemdeling is op het gebied van de natuurwetenschappen. Dit behoeft overigens voor de lec tuur geen bezwaar te zijn. want de gedachte van drs. Schoneveld is goed te volgen. Er bestaat een wijdverbreid misverstand dat men een boek alleen mag waarde ren als men het ermee eens is en dat men in het tegenovergestelde geval het moet veroordelen. Wie alleen datgene prijst of aanprijst waarmee hij het eens is. prijst welbezien alleen zichzelf. Het door velen als kloof ervaren verschil tussen geloof en we tenschap. wat bij intellectuelen van chfistelijken huize kan leiden tot breuk, frustratie, onverschil ligheid. psychische ontwrichting, ja zelfs tot schizofrenie, kan en moet worden overbrugd, of liever gedempt. In dit pogen is Schone- velds zeer persoonlijke en eerlijke confessie want dit is het tenslotte een waardevolle bij drage, althans voor hen die niet helemaal vastgevroren zitten aan de traditie van hun milieu. Wie van zijn eigen traditie geen af stand kan nemen, die nooit kan relativeren, kan die traditie niet voortzetten, alleen invriezen. Uitspraken Laat ik eindigen met enkele mar kante uitspraken uit de vele die ik bij de lectuur heb aangestreept. „De lezer zal bemerken dat de opstanding van Jezus voor mij een wezenlijk geloofsfeit blijft." (bl. 44). Het is belachelijk „dat we nog steeds onderscheid maken tussen geestés- en natuurwe tenschappen" (56). „Het natuur wetenschappelijk wereldbeeld is open naar onvoorstelbare moge lijkheden die een hoger zijnsni- veau inhouden" (102). „De diep tragische verwijdering die vanaf de eerste eeuw na Christus tussen joden en christenen gegroeid is. is een van de oorzaken van de defor matie die het christelijk geloof al kort na zijn ontstaan heeft onder gaan" (107). „De visie die ik in dit hoofdstuk ontwikkeld hel? is in wezen totaal verschillend van de orthodoxe visie. Het wonderlijke is echter dat ik dikwijls de preken van orthodoxe theologen als voor mij. gezaghebbend ervaar" (120). „Het échte bidden in mijn leven tot nu toe is misschien geweest: het in gedachten voortdurend be zig zijn met deze problematiek" (133). „Alles bij elkaar genomen verwacht ik dat ons wereldbeeld de komende decennia ingrijpen der gewijzigd-zal worden dan ooit in het verleden geschied is" (141). „Ik zie de natuurwetenschap dui delijk niet als een autonome we tenschap, maar wil haar in dienst stellen van de theologie, die als het goed is alle levensgebieden omvat" (143). Poging De schrijver belijdt geen echte, rechtstreekse godservaring te kennen. Men kan zijn boek zien als een uitvoerige poging dit ge mis te dichten. Of hij Hem tasten of vinden mocht. Iemand wiens gehele geestelijke bestaan uitge rekend op zo'n onmiskenbare er varing berust, zal natuurlijk een heel ander boek schrijven. Maar hij zal deze merkwaardige ver- rtienging van vrijzinnigheid en orthodoxie niet willen missen, want aan een boek als dit heeft men meer dan aan pleidooien voor het christelijk geloof van verdachte wetenschappelijk allooi. Zaterdagmiddag 7 mei te drie uur vangt in Vorden een rondrit aan voor vier dominees. Deze eerwaarden hebben gemeen, dat zij allen herder en leraar van de hervormde gemeente aldaar geweest zijn. De gebeurtenis vormt een onderdeel van een uitgebreid onthaal, dat hervormd Vorden zijn nog in leven zijnde oud-predikanten bereidt. Het begint vrijdagmiddag 6 mei met. uiteraard, een ontvangst Deze wordt gevolgd door het nuttigen van brood en het bekijken van dia's, waarna de gemeenteleden zich op de gasten mogen storten. De al vermelde rijtoer vindt zijn afsluiting ln een etentje, dat opgediend zal worden in een als rustiek omschreven restaurant Zondagochtend stelt het leraarlievende Vorden twee van de vier rondgeredenen in staat te laten horen, hoe zij het er op de kansel nog van afbrengen en onder de koffie kan opnieuw lucht gegeven worden aan de gevoelens van genegenheid Jegens de oud-voorgangers Maandag 9 mei moeten de Vordense hervormden weer gewoon aan 't werk. maar de vier dominees mogen netzo lang blijven logeren als zij willen. Ik meld dit zo uitvoerig, omdat het een helder licht werpt op de zorgvuldige wijze, waarop hervormd Vorden ernst maakt met de aansporing van Paulus in Hebreeën dertien, en daarvan het zevende vers: „Gedenkt uwer voorgangeren. die u het Woord Gods gesproken hebben" Ze hadden in Vorden ook. net als ik. kunnen denken dat dit apostolisch vermaan slaat op overleden dominees Dan is het gedenken vrij eenvoudig, je hoeft niemand naar een al dan niet rustieke uitspanning te rijden. Je stelt met de armen over elkaar vast dat 't toch zulke beste kerels waren en Je gaat over tot de orde van de dag. Nee. redeneert hervormd Vorden dat. zou je zeggen, toch al de handen vol heeft aan z'n tegenwoordige twee predikanten, nee. Paulus schrijf t alleen over hen die ons het Woord gesproken hébben, verdere bijzonderheden laat hij achterwege, en degenen, die wij moeten gedenken, behoeven dus niet persé gestorven te zijn. 't Is al voldoende als zij in Vorden gestaan hebben. Aan deze royale uitleg van Paulus' bedoelingen hebben de vier hun uitnodiging te danken. Het zijn (met hun echtgenotes): J. H. Jansen (die van 1941 tot 1973 de Vordense gemeente diende). E. B. RIJnders (1946 tot 1951). J Langstraat 1951 tot 1958) en J. J. van Zorge (1959 tot 1968). Van hen ken Ik er twee. op een afstand tenminste. Ds. Langstraat natuurlijk als de eerste erkende televisie-dagsluiter in ons vaderland, en ds. Jansen als de man. die ter synode met grote vaardigheid een tafelbel hanteerde, wanneer iemand zijn spreektijd overschreed. Hoe zullen deze emeriti zich voelen, nu zij zo nadrukkelijk in het gedenken van voormalige gemeenteleden worden betrokken? Ds Jansen heeft het 't gemakkelijkst, hij is in Vorden blijven wonen en kan mijns inziens met een knikje van verstandhouding op goed gekozen momenten volstaan. De overige drie. die een pyama en een tandenborstel moeten inpakken teneinde mee te maken wat het is. voorwerp van gedenken te zijn. krijgen het moeilijker. Hoe moet hun houding zijn? Ze kunnen niet volstaan met een laf: „Dat had je nou niet moeten doen", maar evenmin uitroepen dat Vorden groot gelijk had met hen nog eens in de bloemetjes te zetten. Het is door A. J. Klei zaak, een aanvaardbaar midden hiertussen te vinden. Ik zou deze te gedenken voorgangers als voorbereidende lectuur de preek willen aanbevelen, welke dr. J. H. Gunning J. Hzn. bij zijp gouden ambtsjubileum hield in zijn eerste gemeente te Wilhelminadorp. Gunning verklaart daarin, „dubbel verbaasd" te zijn dat de gemeente „zulk een vriendelijke herinnering aan mijn onvolkomen dienst" heeft behouden, hij vindt de belangstelling van zijn oud-gemeenteleden „verkwikkend" en attendeert er tevens op dat hij op zijn manier zijn best gedaan heeft. Ziedaar een mooi evenwicht. Gunning wijst ofi> de aardige karaktertrekken van de hem gedenkende gemeente, zonder zichzelf geheel weg te cijferen. Intussen vraag ik mij af of de Vordense gemeente, zo grif tot gedenken gereed, voldoende beseft welke moeilijkheden hier liggen. Enerzijds zullen zij de voorgangers, die hun het Woord gesproken hebben, duidelijke tekenen van hun genegenheid willen en ook moeten geven, anderzijds dienen zij dit niet zó uitbundig te doen dat hun huidige voorgangers het gevoel krijgen, kerels van niks te zijn. Dit brengt mee dat op zichzelf onschuldig-hartelijke uitroepen als: „Dominee, wij missen u nog dagelijks", volstrekt vermeden dienen te worden. Als 't goed is (en ik heb niet vernomen dat 't niet goed is) gevoelt hervormd Vorden geen gemis, want er is geen vakature. Ze hebben het er tegenwoordig vaak over. dat iets een uitdaging voor de gemeente is. Onze gedachten gaan dan meestal in de richting van arme stumpers ver weg. maar de uitdaging kan ook wel eens gestalte krijgen m oud-voorgangers vlak voor je neus. Kijk maar naar de hervormde gemeente te Vorden (advertentie) De Kerkeraad van de- hervormde gemeente Ried c.a. - Schingen c.a. zou graag in kontakt komen m^t een PREDIKANT of KANDIDAAT die een beroep naar deze ge meente in overweging wil nemen. Gedacht wordt aan iemand die - de gemeente wil voorgaan in een eigentijds verstaan van de Schrif ten - naast aandacht voor pastoraat, speciaal oog heeft voor aposto- laire aspekten van het gemeente zijn (werken met rand- en buiten kerkelijken) Geboden wordt - een kleine gemeenschap van broeders en zusters (190 lidma ten) - ruime pastorie traktement volgens groep I. Inlichtingen en èen bek nop/te schets van de gemeente kunnen worden aangevraagd bij de beroe pingskommissie p/a L. Wallinga, Zweinserweg 10, Peins (05171-243) of bij de scriba van de kerkeraad A Tilstra, Dr. V. Ringersstr 9 Ried (05171 289) Reakties worden gaarne binnen 14 dagen na verschijning van dit blad ingewacht. Onze adressen: AMSTERDAM Postbus 859 Wibautstraat 131 Tel. 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM/DORDRECHT: Postbus 948 Westblaak 9. Rotterdam Tel. 010-115588 DEN HAAG/LEIDEN: Postbus 101 Parkstraat 22. Den Haag Tel. 070-469445 ZWOLLE/GRONINGEN Postbus 3 Melkmarkt 56. Zwolle Tel. 05200-17030 BEVRIJD ..Goed. z'n familieleden kwamei Hem dus halen, want ze dachtei Hij door z'n eten zo te verwaarld duidelijk tekenen van abnormal vertoonde. Maar wat veel erger dé Jeruzalemse schriftgeleerder* deden er nog een schepje bovenste Die zeiden wij weten hoe dat kol Hij is niet wat Hij is. of wat Hij |r schijnt te zijn. Hij is een trawan^ van Beëlzebub en die geeft Hem»si< kracht om boze geesten uit te In{ werpen. Nou. ik kan je vertellenL Hij dat hoorde en Hij reageerde Ln erop. Hij vroeg ze of het soms fr£ mogelijk was dat de satan de sal m( uitdreef Hebben jullie wel eens^ei koninkrijk gezien dat tegen zich» Zj verdeeld is. of een huis dat je verscheurd is? Wat komt daarva t terecht? Jullie zouden blij moet r zijn. want dat zou het einde van l(j satan betekenen. De satan die ri zichzelf verslindt. Niemand kan js huis van een kampioenbokser c binnengaan en de zaak leegslepty als hij niet eerst die krachtpatser buiten gevecht gesteld heeft" D^d schreef Markus ongeveer (3.22-27 Een late leerling van hem schrijffer dit bij. „Dat is toch duidelijk, he Hoe kunnen wij ooit uit de ds omklemming van de boze macht gered worden als er niet iemand je komt die de grootste van die £d, machten zelf voor zijn rekening jak neemt. Zo kan je het verhaal vantdi Jezus ook lezen. Hij heeft de dun overwonnen. Hij heeft het beest >n ons maltraiteert gegrepen en uitgeworpen. We zijn bevrijd" ïb advertenties Internationale ontmoetingsdag NES AMMIM (chr. nederzetting N.-Israël) op zat. 7 mei in Johanneskerk Utrecht-Overvecht - Nes Ammim als interna tionaal projekt; - presentatie eindresultaat huizenaktie; - prof. dr. H. Berkhof als spreker Muzikale medewerking; zan ger/gitarist Boas Sharabi; jeugdkoor Lechayim o.l.v. Jan v.d. Heuvel uit Huizen (N.H.). Aanmelden: Nes Amrhim- Ned., van Lynden v. Sanden- burgl. 43 Utrecht waarna U U toegangsbiljet ontvangt. verkenning en bezinninc Reeks geschriften over de verhoudir van de kerk en het joodse volk - Herv Geref. en Chr. Geref. - 4 x per jaar voc 13.50 - elk nummer gewijd aan éér speciaal onderwerp losse nrs 3,75 juni as aanvang 11e jaargang Een greep uit eerder verschenen en noc verkrijgbare losse nummers ds J. Dijk: Hal Llndsey: protest of fantast? drs J. Slomp: Joden, christenen en muelims: een driehoeksverhouding? (3e druk) dr J. L. Koole: Sebbst en zondeg (2e druk) dr U. H. Kollaard: Isreel en de Palestijnen (2e druk) drs H. G. Lelh: Karl Marx en de emancipatie der Joden enzovoort. Besteladres- Dienstencentrum Geref Kerken Leusden. postrek. 513153. telel 033-43244, atd brochure-verkoop 3^53] boekennieuw: voor Moederdag: Nel Veerman PORTRET VAN EEN MOEDER 92 blz.. 8,90 Een bijzonden diep ontroerend boekje over de moeder van een groot gezin, gezien door de ogen van de nog jonge oudste dochter. A. M. de Moor-Ringnalda VROUWEN ALS L EN IK 3e druk. 232'blz geb. 16.50 Beschrijving van een groot r aantal vrouwenfiguren uit de Bijbel. Het is zeer opmerkelijk hoeveel deze vrouwen lijken op de vrouwen van nu. Mink van Rijsdijk HOOR HAAR EENS 2e druk. 108 blz., 11.25 De christenvrouw en de (vrou- wen)-emancipatiebeweging. Een boekje voor vrouwen én mannen Walter Trobisch LEEN MIJ JE OGEN 2e druk. 80 blz.. 7,90 Binnen enkele maanden een 2e druk van dit boekje dat gaat over een gelukkiger leven met 4 jezelf en met de ander Geen naastenliefde zonder eigen lief de en hoe je het gevoel van zinloosheid van bidden en bij-1 bellezen te boven kunt komen. Ds. W. Schouten en Ds. S. de Vries AVONDZEGEN Bijbels Dagboek 3e druk. 386 blz geb 29.50 i Een nieuwe druk van dit veel gevraagde dagboek voor de ou- dere mens. die weet van het licht dat door de rijkdom van de bijbelse boodschap in de avond valt. Verkrijgbaar m de boekhandel H KOK KAMPEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 2