De dans
tussen de
de beesten
Rondrit voor vier dominees
Van waterstof
tot wederkomst
1
VANDAAGI
ZATERDAG 30 APRIL 1977
Trouw/Kwartet
door prof. dr G. N. Lammens
In Chauvigny staat op de top van een, heuvel een kleine kerk.
gebouwd vóór 1030 en gewijd aan de apostel Petrus. Beroemd
is de kerk vanwege de wonderbare kapitelen van de zuilen
rondom het koor.
Een van de meest opvallende voor
stellingen is een danser tussen
leeuwen. Een man met twee licha
men. vier voeten en één hoofd. Hij
danst terwijl de leeuwen hem in de
schouders bijten Maar de danser
houdt hen vast bij de achterpoten
en het lijkt alsof de dieren daar
door machteloos zijn. Als een wer
velstorm gaat hij tussen hen door.
De beide lichamen en de vier voe
ten geven aan zijn dans een grote
bewegelijkheid. Het is alsof de
beeldhouwer als een vroege Picas
so de verschillende bewegingsfasen
op één moment heeft willen
vastleggen.
Aan deze wonderbare danser herin
nert de Leidse hoogleraar
G.J. Hoenderdaal in Zijn onlangs
veschenen boek over kerkdienst en
liturgie: Riskant spel. In een epi
loog schrijft de auteur dat hij ver
langt naar een liturgie als een dans
voor de Heer. zoals David danste
voor de ark. Michal ten spijt. Litur
gie als een feest van de vrijheid,
waarin we door Christus zijn ge
plaatst. Maar geen viering met ge
sloten ogen. De danser van Chau
vigny herkent de dieren en hun
dreiging, maar hij is vrij. moedig en
gelovig Zo staat de liturg als een
dwaas in deze sombere godverge
ten tijd.
Secularisatie
De epiloog is geen fraai slot op een
saai betoog Heel het boek is vanuit
deze bezieling geschreven als een
getuigenis van iemand die er nog In
gelooft en overtuigd is dat de lof
zang in onze geseculariseerde we
reld moet doorgaan. Maar lukt dat
nog? Zijn er nog verbindingen tus
sen de eredienst en de mens van
onze tijd die tot in de diepste lagen
van zijn wezen is beïnvloed door de
de moderne machtstructuren en
een hoog ontwikkelde technologie?
Het is deze vraag die heel het boek
beheerst en daarom benadert
Hoenderdaal de liturgie niet histo
risch of dogmatisch al komen
deze aspecten in een tweetal funda
mentele hoofdstukken wel aan de
orde maar vanuit de méns. die in
de liturgie vorm tracht te geven
aan zijn geloven en ervaren.
Getto noch woestijn
Door secularisatie loopt de kerk
het gevaar met haar eredienst te
recht te komen in een getto of een
woestijn. Het getto van een mooie.
historisch verantwoorde liturgie
zonder enige betekenis voor het
modeme leven of de woestijn van
een onliturgisch christendom dat
als een ferment in de wereld wil
werken maar het christelijk geloof
doet opgaan in zijn sociale dimen
sies. Belde reacties op de seculari
satie zijn al even kwalijk. Een get
to-kerk. verliefd op eigen liturgie,
bedrijft afgoderij en een christen
dom dat ophoudt over God te spre
ken en niet meer onlosmakelijk is
verbonden met de nieuwe werke
lijkheid van Christus, is zinloos ge
worden en nauwelijks meer interes
sant.
Voor prof. Hoenderdaal heeft de
geseculariseerde wereld, die altijd
ook onder de bevoogding door de
kerk wéreld is geweest zowel
positieve als negatieve kanten. En
erzijds bracht de secularisatie vrij
heid. mondigheid en humaniteit,
anderzijds verleidde ze de mens tot
vervreemding van God en van
zichzelf, tot horigheid aan ideolo
gieën economische grimmigheid
en technologische ontwikkelingen,
die hem bedreigen als de leeuwen
de danser van Chauvigny.
Leerhuis en vierhuis
Secularisatie is dus een dubbelzin
nig verschijnsel dat vraagt om aan
passing en kritiek. Daarom is een
vruchtbare dialoog noodzakelijk,
niet tussen behoudzuchtige chris
tenen die alleen maar kunnen kla
gen over de verwording van de we
reld en nihilistische vertegenwoor
digers van de secularisatie, maar
tussen christenen die de seculiere
wereld In h.iar eigen waarde laten
en mensen uit de wereld die het
gevaar van tyrannieke ideologiën
en het nihilisme onderkennen.
Dit houdt in dat er momenteel veel
te doen valt in het léérhuis. Dat is
Immers de aangewezen plaats vopr
discussie en in die discussie zal ook
de eredienst betrokken moeten
worden, want juist daarover wordt
veel te weinig overlegd met hen die
zich buiten de christelijke gemeen
te voelen staan. Maar voor deze
dialoog is niet de kerkdienst de
geschikte gelegenheid. Terecht
naar mijn gevoelen ontraadt Hoen
derdaal een vermenging van leer-
en vierhuis, bijvoorbeeld door de
invoering van discussiedienst"n en
nabespreking van preken Waar dit
regel wordt, geraakt de kerkdienst
te veel in het Intellectuele en elitai-
re vlak en valt de nadruk weer
uitsluitend op de preek
De kerkdienst
In de kerkdienst vieren we op
speelse en feestelijke wijze de god
delijke bevrijdingsdaden. Maar dit
betekent niet dat eredienst en se
cularisatie elkaar uitsluiten. Bij na
dere doordenking blijkt dat ze el
kaar veeleer wederzijds bevruch
ten, zuiveren en stimuleren. „Al
leen eredienst kan de secularisatie
beletten om inhumaan te worden
en secularisatie alleen kan de ere
dienst er voor behoeden zinloos te
worden." (Pannikar). Enerzijds
heeft de kerkdienst in onze seculie
re wereld een compensatorische,
vertroostende funktie. De kerk
hoeft zich hiervoor niet te schamen
want juist daardoor functioneert ze
kritisch ten opzichte van een on
barmhartige maatschappelijke en
economische orde. Anderzijds
heeft de kerkdienst een comple
mentaire betekenis: het leven alle
dag ook het politieke leven
moet er in doorstromen zodat de
vertroosting niet in mindering
komt op de bevrijding en de strijd
tegen het demonisch geweld dat de
mens vervreemdt van God. zijn me
demens en van zichzelf
Liturgie
De ruimte ontbreekt om zelfs maar
samen te vatten wat volgens Hoen
derdaal de uitdaging van de secula
risatie betekent voor het spelka
rakter. het feestelijke en het artis
tieke van de liturgie. Er zijn
grondvormen van menselijk leven
die niet onder de grauwe sluier van
een consumptieve samenleving
zijn verdwenen en waarop de litur
gie kan inspelen. Kerkgang zou een
feest moeten worden, dans tussen
de beesten. Want waarom zou de
confrontatie met het evangelie zo
oneindig saai. zo overladen met
woorden, zo burgerlijk moeten
zijn? Van groot belang acht ik wat
gezegd wordt over meditatie
diensten en de zin van symboliek
om mensen op weg te helpen die
het bidden zijn verleerd evenals de
opmerkingen over „geordende
spontaneïteit" met het oog op de
afkeer van het geïnstitutionaliseer
de in onze samenleving.
Een hoopvol en inspirerend boek.
nergens gelijkhebberig of kwalijk-
nemerig maar bemoedigend. Het
wijst tal van wegen tot vernieuwing
van kerkdienst en liturgie zonder
dat men z'n toevlucht hoeft te ne
men tot vervreemdende experi
menten die toch nergens op uitlo
pen. Als u het mij vraagt maar ik
weet niet of iemand het mij vraagt
is dit het boek waarmee we met
z'n allen voorlopig aan het werk
moeten: voorgangers, liturgische
werkgroepen en al wie de
kerkdienst ter harte gaat.
Prof. dr. G. N. Lammens, hoogle
raar in <fe praktische theologie aan
de Vrije Universiteit bespreekt RIS
KANT SPEL van Prof. dr G. J.
Hoenderdaal; uitg. Boekencentrum
te 's-Gravenhage 1977; 203 blz.;
ƒ32.50.
door dr. C. Rijnsdorp
Een leraar scheikunde, zoon van een theoloog (kenner van
het Oude Testament en het Hebreeuws), heeft door zijn
studie de traditionele, protestants-christelijke geloofsvoor
stellingen verloren. Niettemin heeft het geestelijk milieu
van zijn jeugd hem mede gevormd en een onverliesbare
indruk op hem gemaakt. Hij kent de bijbel intiem.
Vele jonge intellectuelen verke
ren in zijn situatie. Zij kunnen in
twee totaal verschillende werel
den gaan leven, werelden die el
kaar uitsluiten: het esoterisch (al
leen voor ingewijden verstaanba
re) spreken van de kerk in haar
eredienst, en het op proefnemin
gen gebaseerde studie- en ar
beidsveld van een exacte we
tenschap In deze gespletenheid
kan men jarenlang leven, maar
hier liggen ernstige gevaren op de
loer, gevaren van /psychische
aard.
De weg van de minst sterke
weerstand is zich geheel tot zijn
taak van wetenschap te wenden,
de kerk met haar oneigenlijk
spreken de rug toe te keren en te
proberen de restanten van zijn
opvoeding te verdringen.
Anders
Drs. A. J. Schoneveld heeft het
anders gedaan. Geïnspireerd door
de opvattingen van Teilhard de
Chardin heeft hij gezocht naar
'een levende verbinding tussen de
bijbel en zijn eigen wetenschap
pelijk specialisme. Hij kon dit
doen omdat hij gelooft dat het
moderne wetenschappelijke we
reldbeeld een directe consequen
tie is van de bijbelse boodschap.
Het resultaat is een helaas als
pocketboek uitgegeven werk,
getiteld Van Waterstof tot Weder
komst (Boekencentrum bv.
's-Gravenhage, 150 blz.. 17,90).
Merkwaardigerwijs is dit boek
min of meer opgezet als een
improvisatie. Dit wijst erop dat
de auteur al schrijvende met
zichzelf over het onderwerp in het
reine wilde komen. Hierdoor heeft
het een autobiografische inslag
en het karakter van een persoon
lijk getuigenis.
Goed te volgen
Ik zal mij wel wachten over dit
werk een oordeel uit te spreken.
De schrijver Verwacht trouwens
zelf veel tegenspraak. Daarbij
komt dat uw recensent een volsla
gen vreemdeling is op het gebied
van de natuurwetenschappen.
Dit behoeft overigens voor de lec
tuur geen bezwaar te zijn. want de
gedachte van drs. Schoneveld is
goed te volgen. Er bestaat een
wijdverbreid misverstand dat
men een boek alleen mag waarde
ren als men het ermee eens is en
dat men in het tegenovergestelde
geval het moet veroordelen. Wie
alleen datgene prijst of aanprijst
waarmee hij het eens is. prijst
welbezien alleen zichzelf.
Het door velen als kloof ervaren
verschil tussen geloof en we
tenschap. wat bij intellectuelen
van chfistelijken huize kan leiden
tot breuk, frustratie, onverschil
ligheid. psychische ontwrichting,
ja zelfs tot schizofrenie, kan en
moet worden overbrugd, of liever
gedempt. In dit pogen is Schone-
velds zeer persoonlijke en eerlijke
confessie want dit is het
tenslotte een waardevolle bij
drage, althans voor hen die niet
helemaal vastgevroren zitten aan
de traditie van hun milieu. Wie
van zijn eigen traditie geen af
stand kan nemen, die nooit kan
relativeren, kan die traditie niet
voortzetten, alleen invriezen.
Uitspraken
Laat ik eindigen met enkele mar
kante uitspraken uit de vele die ik
bij de lectuur heb aangestreept.
„De lezer zal bemerken dat de
opstanding van Jezus voor mij
een wezenlijk geloofsfeit blijft."
(bl. 44). Het is belachelijk „dat we
nog steeds onderscheid maken
tussen geestés- en natuurwe
tenschappen" (56). „Het natuur
wetenschappelijk wereldbeeld is
open naar onvoorstelbare moge
lijkheden die een hoger zijnsni-
veau inhouden" (102). „De diep
tragische verwijdering die vanaf
de eerste eeuw na Christus tussen
joden en christenen gegroeid is. is
een van de oorzaken van de defor
matie die het christelijk geloof al
kort na zijn ontstaan heeft onder
gaan" (107). „De visie die ik in dit
hoofdstuk ontwikkeld hel? is in
wezen totaal verschillend van de
orthodoxe visie. Het wonderlijke
is echter dat ik dikwijls de preken
van orthodoxe theologen als voor
mij. gezaghebbend ervaar" (120).
„Het échte bidden in mijn leven
tot nu toe is misschien geweest:
het in gedachten voortdurend be
zig zijn met deze problematiek"
(133). „Alles bij elkaar genomen
verwacht ik dat ons wereldbeeld
de komende decennia ingrijpen
der gewijzigd-zal worden dan ooit
in het verleden geschied is" (141).
„Ik zie de natuurwetenschap dui
delijk niet als een autonome we
tenschap, maar wil haar in dienst
stellen van de theologie, die als
het goed is alle levensgebieden
omvat" (143).
Poging
De schrijver belijdt geen echte,
rechtstreekse godservaring te
kennen. Men kan zijn boek zien
als een uitvoerige poging dit ge
mis te dichten. Of hij Hem tasten
of vinden mocht. Iemand wiens
gehele geestelijke bestaan uitge
rekend op zo'n onmiskenbare er
varing berust, zal natuurlijk een
heel ander boek schrijven. Maar
hij zal deze merkwaardige ver-
rtienging van vrijzinnigheid en
orthodoxie niet willen missen,
want aan een boek als dit heeft
men meer dan aan pleidooien
voor het christelijk geloof van
verdachte wetenschappelijk
allooi.
Zaterdagmiddag 7 mei te drie
uur vangt in Vorden een
rondrit aan voor vier
dominees. Deze eerwaarden
hebben gemeen, dat zij allen
herder en leraar van de
hervormde gemeente aldaar
geweest zijn.
De gebeurtenis vormt een
onderdeel van een uitgebreid
onthaal, dat hervormd Vorden zijn
nog in leven zijnde
oud-predikanten bereidt. Het
begint vrijdagmiddag 6 mei met.
uiteraard, een ontvangst Deze
wordt gevolgd door het nuttigen
van brood en het bekijken van
dia's, waarna de gemeenteleden
zich op de gasten mogen storten.
De al vermelde rijtoer vindt zijn
afsluiting ln een etentje, dat
opgediend zal worden in een als
rustiek omschreven restaurant
Zondagochtend stelt het
leraarlievende Vorden twee van de
vier rondgeredenen in staat te
laten horen, hoe zij het er op de
kansel nog van afbrengen en onder
de koffie kan opnieuw lucht
gegeven worden aan de gevoelens
van genegenheid Jegens de
oud-voorgangers Maandag 9 mei
moeten de Vordense hervormden
weer gewoon aan 't werk. maar de
vier dominees mogen netzo lang
blijven logeren als zij willen.
Ik meld dit zo uitvoerig, omdat het
een helder licht werpt op de
zorgvuldige wijze, waarop
hervormd Vorden ernst maakt met
de aansporing van Paulus in
Hebreeën dertien, en daarvan het
zevende vers: „Gedenkt uwer
voorgangeren. die u het Woord
Gods gesproken hebben" Ze
hadden in Vorden ook. net als ik.
kunnen denken dat dit apostolisch
vermaan slaat op overleden
dominees Dan is het gedenken vrij
eenvoudig, je hoeft niemand naar
een al dan niet rustieke
uitspanning te rijden. Je stelt met
de armen over elkaar vast dat 't
toch zulke beste kerels waren en Je
gaat over tot de orde van de dag.
Nee. redeneert hervormd Vorden
dat. zou je zeggen, toch al de
handen vol heeft aan z'n
tegenwoordige twee predikanten,
nee. Paulus schrijf t alleen over hen
die ons het Woord gesproken
hébben, verdere bijzonderheden
laat hij achterwege, en degenen,
die wij moeten gedenken,
behoeven dus niet persé gestorven
te zijn. 't Is al voldoende als zij in
Vorden gestaan hebben.
Aan deze royale uitleg van Paulus'
bedoelingen hebben de vier hun
uitnodiging te danken. Het zijn
(met hun echtgenotes): J. H.
Jansen (die van 1941 tot 1973 de
Vordense gemeente diende). E. B.
RIJnders (1946 tot 1951). J
Langstraat 1951 tot 1958) en J. J.
van Zorge (1959 tot 1968). Van hen
ken Ik er twee. op een afstand
tenminste. Ds. Langstraat
natuurlijk als de eerste erkende
televisie-dagsluiter in ons
vaderland, en ds. Jansen als de
man. die ter synode met grote
vaardigheid een tafelbel hanteerde,
wanneer iemand zijn spreektijd
overschreed.
Hoe zullen deze emeriti zich voelen,
nu zij zo nadrukkelijk in het
gedenken van voormalige
gemeenteleden worden betrokken?
Ds Jansen heeft het 't
gemakkelijkst, hij is in Vorden
blijven wonen en kan mijns inziens
met een knikje van
verstandhouding op goed gekozen
momenten volstaan. De overige
drie. die een pyama en een
tandenborstel moeten inpakken
teneinde mee te maken wat het is.
voorwerp van gedenken te zijn.
krijgen het moeilijker. Hoe moet
hun houding zijn? Ze kunnen niet
volstaan met een laf: „Dat had je
nou niet moeten doen", maar
evenmin uitroepen dat Vorden
groot gelijk had met hen nog eens
in de bloemetjes te zetten. Het is
door A. J. Klei
zaak, een aanvaardbaar midden
hiertussen te vinden.
Ik zou deze te gedenken
voorgangers als voorbereidende
lectuur de preek willen aanbevelen,
welke dr. J. H. Gunning J. Hzn. bij
zijp gouden ambtsjubileum hield
in zijn eerste gemeente te
Wilhelminadorp. Gunning
verklaart daarin, „dubbel
verbaasd" te zijn dat de gemeente
„zulk een vriendelijke herinnering
aan mijn onvolkomen dienst" heeft
behouden, hij vindt de
belangstelling van zijn
oud-gemeenteleden
„verkwikkend" en attendeert er
tevens op dat hij op zijn manier
zijn best gedaan heeft. Ziedaar een
mooi evenwicht. Gunning wijst ofi>
de aardige karaktertrekken van de
hem gedenkende gemeente, zonder
zichzelf geheel weg te cijferen.
Intussen vraag ik mij af of de
Vordense gemeente, zo grif tot
gedenken gereed, voldoende beseft
welke moeilijkheden hier liggen.
Enerzijds zullen zij de voorgangers,
die hun het Woord gesproken
hebben, duidelijke tekenen van
hun genegenheid willen en ook
moeten geven, anderzijds dienen
zij dit niet zó uitbundig te doen dat
hun huidige voorgangers het
gevoel krijgen, kerels van niks te
zijn. Dit brengt mee dat op zichzelf
onschuldig-hartelijke uitroepen
als: „Dominee, wij missen u nog
dagelijks", volstrekt vermeden
dienen te worden. Als 't goed is (en
ik heb niet vernomen dat 't niet
goed is) gevoelt hervormd Vorden
geen gemis, want er is geen
vakature.
Ze hebben het er tegenwoordig
vaak over. dat iets een uitdaging
voor de gemeente is. Onze
gedachten gaan dan meestal in de
richting van arme stumpers ver
weg. maar de uitdaging kan ook
wel eens gestalte krijgen m
oud-voorgangers vlak voor je neus.
Kijk maar naar de hervormde
gemeente te Vorden
(advertentie)
De Kerkeraad van de-
hervormde gemeente
Ried c.a. - Schingen c.a.
zou graag in kontakt komen m^t
een
PREDIKANT of KANDIDAAT
die een beroep naar deze ge
meente in overweging wil nemen.
Gedacht wordt aan iemand die
- de gemeente wil voorgaan in een
eigentijds verstaan van de Schrif
ten
- naast aandacht voor pastoraat,
speciaal oog heeft voor aposto-
laire aspekten van het gemeente
zijn (werken met rand- en buiten
kerkelijken)
Geboden wordt
- een kleine gemeenschap van
broeders en zusters (190 lidma
ten)
- ruime pastorie traktement
volgens groep I.
Inlichtingen en èen bek nop/te
schets van de gemeente kunnen
worden aangevraagd bij de beroe
pingskommissie p/a L. Wallinga,
Zweinserweg 10, Peins (05171-243)
of bij de scriba van de kerkeraad A
Tilstra, Dr. V. Ringersstr 9 Ried
(05171 289)
Reakties worden gaarne binnen 14
dagen na verschijning van dit blad
ingewacht.
Onze adressen:
AMSTERDAM
Postbus 859
Wibautstraat 131
Tel. 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/DORDRECHT:
Postbus 948
Westblaak 9. Rotterdam
Tel. 010-115588
DEN HAAG/LEIDEN:
Postbus 101
Parkstraat 22. Den Haag
Tel. 070-469445
ZWOLLE/GRONINGEN
Postbus 3
Melkmarkt 56. Zwolle
Tel. 05200-17030
BEVRIJD
..Goed. z'n familieleden kwamei
Hem dus halen, want ze dachtei
Hij door z'n eten zo te verwaarld
duidelijk tekenen van abnormal
vertoonde. Maar wat veel erger
dé Jeruzalemse schriftgeleerder*
deden er nog een schepje bovenste
Die zeiden wij weten hoe dat kol
Hij is niet wat Hij is. of wat Hij |r
schijnt te zijn. Hij is een trawan^
van Beëlzebub en die geeft Hem»si<
kracht om boze geesten uit te In{
werpen. Nou. ik kan je vertellenL
Hij dat hoorde en Hij reageerde Ln
erop. Hij vroeg ze of het soms fr£
mogelijk was dat de satan de sal m(
uitdreef Hebben jullie wel eens^ei
koninkrijk gezien dat tegen zich» Zj
verdeeld is. of een huis dat je
verscheurd is? Wat komt daarva t
terecht? Jullie zouden blij moet r
zijn. want dat zou het einde van l(j
satan betekenen. De satan die ri
zichzelf verslindt. Niemand kan js
huis van een kampioenbokser c
binnengaan en de zaak leegslepty
als hij niet eerst die krachtpatser
buiten gevecht gesteld heeft" D^d
schreef Markus ongeveer (3.22-27
Een late leerling van hem schrijffer
dit bij. „Dat is toch duidelijk, he
Hoe kunnen wij ooit uit de ds
omklemming van de boze macht
gered worden als er niet iemand je
komt die de grootste van die £d,
machten zelf voor zijn rekening jak
neemt. Zo kan je het verhaal vantdi
Jezus ook lezen. Hij heeft de dun
overwonnen. Hij heeft het beest >n
ons maltraiteert gegrepen en
uitgeworpen. We zijn bevrijd"
ïb
advertenties
Internationale ontmoetingsdag
NES AMMIM
(chr. nederzetting N.-Israël)
op zat. 7 mei in Johanneskerk
Utrecht-Overvecht
- Nes Ammim als interna
tionaal projekt;
- presentatie eindresultaat
huizenaktie;
- prof. dr. H. Berkhof als
spreker
Muzikale medewerking; zan
ger/gitarist Boas Sharabi;
jeugdkoor Lechayim o.l.v.
Jan v.d. Heuvel uit Huizen
(N.H.).
Aanmelden: Nes Amrhim-
Ned., van Lynden v. Sanden-
burgl. 43 Utrecht waarna U
U toegangsbiljet ontvangt.
verkenning en bezinninc
Reeks geschriften over de verhoudir
van de kerk en het joodse volk - Herv
Geref. en Chr. Geref. - 4 x per jaar voc
13.50 - elk nummer gewijd aan éér
speciaal onderwerp losse nrs 3,75
juni as aanvang 11e jaargang
Een greep uit eerder verschenen en noc
verkrijgbare losse nummers
ds J. Dijk:
Hal Llndsey: protest of fantast?
drs J. Slomp:
Joden, christenen en muelims:
een driehoeksverhouding? (3e druk)
dr J. L. Koole:
Sebbst en zondeg (2e druk)
dr U. H. Kollaard:
Isreel en de Palestijnen (2e druk)
drs H. G. Lelh:
Karl Marx en de emancipatie der Joden
enzovoort.
Besteladres- Dienstencentrum Geref
Kerken Leusden. postrek. 513153. telel
033-43244, atd brochure-verkoop
3^53] boekennieuw:
voor Moederdag:
Nel Veerman
PORTRET VAN EEN MOEDER
92 blz.. 8,90
Een bijzonden diep ontroerend
boekje over de moeder van een
groot gezin, gezien door de
ogen van de nog jonge oudste
dochter.
A. M. de Moor-Ringnalda
VROUWEN ALS L EN IK
3e druk. 232'blz geb. 16.50
Beschrijving van een groot r
aantal vrouwenfiguren uit de
Bijbel. Het is zeer opmerkelijk
hoeveel deze vrouwen lijken op
de vrouwen van nu.
Mink van Rijsdijk
HOOR HAAR EENS
2e druk. 108 blz., 11.25
De christenvrouw en de (vrou-
wen)-emancipatiebeweging.
Een boekje voor vrouwen én
mannen
Walter Trobisch
LEEN MIJ JE OGEN
2e druk. 80 blz.. 7,90
Binnen enkele maanden een 2e
druk van dit boekje dat gaat
over een gelukkiger leven met 4
jezelf en met de ander Geen
naastenliefde zonder eigen lief
de en hoe je het gevoel van
zinloosheid van bidden en bij-1
bellezen te boven kunt komen.
Ds. W. Schouten en Ds. S. de Vries
AVONDZEGEN Bijbels Dagboek
3e druk. 386 blz geb 29.50 i
Een nieuwe druk van dit veel
gevraagde dagboek voor de ou-
dere mens. die weet van het
licht dat door de rijkdom van
de bijbelse boodschap in de
avond valt.
Verkrijgbaar m de boekhandel
H KOK KAMPEN