!Wat kunnen we doen voor Oost-Timor? an Huiten reikt medailles uit lome en anglicanen willen eenheid Ingreep in uitgaven overheid Aan schipper, chauffeur en PTT'ers 'erklaring na ontmoeting beide kerkleiders Twee hoofdagenten uit Amsterdam weer vrijgelaten TROS voor de rechtbank Oud-praeses herv. synode ds. Wesseldijk overleden RTET :RDAG 30 APRIL 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet 13 |n een verslaggever ^STERDAM In Vlissingen. Lelystad en Breda reikte staatssecretaris Van Huiten gisteren o zestal eremedailles uit, verbonden aan de orde van Oranje Nassau. In Lelystad ontmoette j een IJsselmeerschipper, in Breda een vrachtwagenchauffeur en in Vlissingen vier PTT'ers. 62-jarige schipper L. Smit kreeg :ilveren eremedaille Hij is eige- •schipper van het m.s. „Ens", rmee hij sedert 1937 gevaren tft voor de dienst der zuiderzee- •ken Hij verzorgde onder meer vervoer van directie en perso on inélsleden van deze dienst. Ook g vanift hij met zijn schip gewerkt bij inpoldering van het IJsselmeer t Ook bij het dijkherstel na de ,it die een van de meest ervaren stormvloedramp in Zeeland is hij 6 sla selm^erschippers is, werkte op onder alle weersomstandigheden ac- *a alle crnte ivarlran tie{ oeweest >wpari Noordoostpolder, oostelijk en zuide lijk Flevoland en het Markermeer. Ook een zilveren eremedaille kreeg de 62-jarige vrachtwagenchauffeur P. van Oosterhout uit Prinsenbeek die ruim veertig jaar als zodanig werkzaam is in dienst van gebr. Si mons Tranpsort b.v. in Breda In die tijd is Van Oosterhout nooit door eigen schuld betrokken geweest bij een verkeersongeval en hij heeft geen enkele zware verkeersovertre ding begaan. Als internationaal vrachtwagenchauffeur heeft hij meer dan een half miljoen kilome ters gereden. In Vlissingen reikte hij aan vier Zeeuwse PTT-ers onderscheidingen uit. Goud was er voor G. de Vos (62) uit Gapinge, sinds 1938 in dienst bij de PTT. Deze besteller is een raadge ver van vele inwoners en 26 jaar gemeenteraadslid geweest. C de Kam (64) uit Oost Souburg. P I de Keuninck (63) uit Groede en J. Pad mos (63) uit Dreischor kregen de zilveren eremedaille. Zij zijn sedert resp 1935, 1939 en 1937 in dienst van de PTT. Zij zijn alle drie zeer actief in het kerkelijk- en verenigingsleven. (o links: de plechtigheden in de Sixtijnse kapel. Foto rechts: paus Paulus (links) en de aartsbisschop van Canterbury geven elkaar de vredeskus. OME (Reuter) Paus Paulus VI i de aartsbisschop van Canterbury Donald Coggan hebben elkaar pegezegd intensiever te zullen stre len naar eenheid tussen de Rooms- tatholieke Kerk en de kerk van En- jeland. een gemeenschappelijke verkla- ig, die na een ontmoeting tussen twee kerkleiders werd uitgegeven ,at dat beide keri.en haast zullen tten achter studies om aankno- .m ^ingspunten tussen beider theologie te vinden en dat zij nauwer zullen isamenwerken op het terrein van de ;urmissie. ge 65De paus en de aartsbisschop hebben lich verder ten doel gesteld te stre- ren naar intercommunie van beide -kerkgenootschappen. In een korte predikatie in de Sixtijnse kapel n ^waarschuwde de paus echter dat nog ;en lange weg moet worden afgelegd ilvorens volledige eenheid tot stand tan komen. i kt 5o<De samenkomst in de kapel vormde iet hoogtepunt van het bezoek van dr. Coggan aan het Vaticaan. Beide kerkleiders ontmoetten elkaar voor de tweede maal. Tijdens de eucharis tieviering gaven zij elkaar de vredes kus. Van Vaticaanse zijde waren bij de viering dertig kardinalen en vele andere geestelijken aanwezig. De anglicaanse aartsbisschop zei na afloop van de plechtigheid tegen journalisten dat moeilijkheden naar aanleiding van gemengde huwelij ken tussen katholieken en anglica nen een belangrijk onderwerp van gesprek is geweest. „Sinds ik In Ro me ben heb ik gewezen op de dra ma's met kinderen uit gemengde hu welijken wanneer hun ouders, die beide praktiserend zijn toch niet sa men de communie kunnen ontvan gen", aldus dr. Coggan. Het recente besluit van sommige AMSTERDAM Twee Amster damse hoofdagenten die maandag door de rijksrecherche waren gear resteerd zijn gisteren door de rech- ter-commissaris in vrijheid gesteld. Het zijn A.L.D.enN.J.W Chinezen-experts van het bureau bijzondere zaken van de centrale recherche van het hoofdbureau van politie. Van de andere vier die donderdag aan de rechter-commissaris werden voorgeleid zijn er drie in vrijheid gesteld en een blijft in voorarrest. Van de sedert 12 april jl. gearresteer de acht Amsterdamse politie- De Amsterdamse hoofdofficier van justitie, mr. A N Messchaert. heeft meegedeeld dat volgende week zal worden beslist over het houden van een persconferentie over het verloop en de resultaten van het onderzoek van de rijksre cherche naar eventuele corruptie, gepleegd door leden van het Amsterdamse politiekorps. Mr. van HILVERSUM De TROS zal zich op 16 mei voor de Amsterdamse rechtbank moeten verantwoorden voor het overtreden van de wet op de kansspelen. In 1976 heeft de TROS tussen 29 april en 7 oktober een telefoonspel gespeeld, waarbij luisteraars wanneer zij een bepaald antwoord gaven. 1.000 gulden min ee cent konden winnen. Dit gebeur de ter propagering van de omroep Later zijn hierover vragen gesteld in de Tweede Kamer. Het daaruit voortvloeiende onderzoek heeft de overtreding aan het licht gebracht De TROS geeft geen commentaar op het komende rechtsgeding. Zij wordt verdedigd door mr J W. Beks uit Amsterdam en wacht volgens een woordvoerder de uitspraak van de rechter af. Van onze Haagse redactie DEN HAAG Een stevige ingreep in het uitgavenbeleid van de over heid moet voorkomen dat het Ne derlandse volk met zeer forse belas tingverhogingen te maken krijgt. Die verhogingen zijn al opgenomen in de meerjarenramingen van het kabinet. Het is noodzakelijk, dat de stijging van de belastingen en socia le premies verder wordt beperkt dan de zogeheten ..een-procents- operatie" die het kabinet-Den Uyl beoogt. Dit is de strekking van een betoog, dat staatssecretaris Van Rooijen (fi nanciën, CDA) gisteren hield voor de Tilburgse fiscalistenvereniging. „In de komende jaren zijn zeer om vangrijke tariefsverhogingen nodig, zelfs bij een strikte toepassing van de een-procentsnorm. Die norm is echter moeilijk vol te houden Ten einde belastingverhogingen binnen de perken te houden moeten de col lectieve lasten al in de komende kabinetsperiode met minder dan een procent toenemen. Ik denk aan 0,7 procent." Van een onzer verslaggevers DEN Haag Op 69-jarige leeftijd is gisteren onverwacht overle den de oud-praeses van de generale synode der Nederlandse hervormde kerk, ds H. J. F. Wesseldijk. Ds Wesseldijk was praeses van de hervormde synode van 1948 tot 1951 en van 1953 tot 1955. Daarvoor was hij van 1945 tot 1948 assessor van de synode geweest. In deze functies had hij een groot aandeel in de naoorlogse ontwikke ling van de hervormde kerk. Onder zijn voortvarende leiding kon het ontwerp nieuwe kerkorde worden behandeld, dat op 7 december 1950 definitief werd aangenomen en op 1 mei 1951 in werking trad. Bij zijn afscheid als synodepraeses in 1955 werd hij door de toenmalige assessor (latere synodepraeses) ds G de Ru gekaraktiseerd als man van grote helderheid, gestrengheid, ken nis van zaken en humor Geld Echter niet alleen op het gebied van de kerkregeling, maar ook op dat van de financiën toonde ds. Wessel dijk opmerkelijke bekwaamheden Hij was een van de weinige domi nees, die uitstekend kunnen reke nen, en had waarschijnlijk even ge makkelijk bankdirecteur als predi kant kunnen zijn. Daarom werd hij al gauw na 1945 voorzitter van wat toen nog de ..financiële commissie van de synode heette Later werd hij secretaris van de generale financiële raad van de hervormde kerk. eerst naast zijn taak als predikant in Eindhoven, vanaf 1956 fulltime tot zijn emeritaat in 1973. In deze,functie had hij de zware taak. het financiële schip van de hervormde kerk (landelijk) door de woelige wateren van de jaren zestig en begin van de jaren zeventig te loodsen met als moeilijke hoogte punten de exploitatie van het Boe kencentrum en de SMRA. Een groot succes was de kerkbouwactie „Antwoord 64" van negen kerken samen, die door ds Wesseldijk werd geleid. Ds Wesseldijk werd in 1933 predi kant in Schoonebeek Vandaar ging hij in 1939 naar Eindhoven. De begrafenis is woensdagmiddag om een uur op Westduin na een dankdienst om elf uur in de Duin- zichtkerk, waarin een broer. ds. L. J Wesseldijk uit Nijmegen, zal voor gaan. Een belangrijke reden om de belas tingverhogingen te matigen vond Van Rooijen in het „afwentelen", dat bij voorbeeld gebeurt in de vorm van belastingvlucht. belasting ontduiking en fraude Volgens de staatssecretaris is sprake van een toenemende afwenteling „Ik wil niet zeggen, dat de belastingen en sociale premies niet meer verhoogd kunnen worden, dat de overheids uitgaven en sociale zekerheid niet mogen uitbreiden Maar er zijn mar ges. Die zijn smal. omdat er op korte termijn grenzen zijn aan de solidari teit van de mensen, die belastingen en sociale premies betalen", aldus Van Rooijen. Naar zijn mening kan de toenemen de afwenteling „nauwelijks los ge zien worden van het groeiende be roep op het beginsel van solidari teit". Minister-president Den Uyl betitel de het verhaal van Van Rooijen gis teren als „zeer speculatief". Hij zei op zijn wekelijkse persconferentie, dat nu nog geen enkele uitspraak gedaan kan worden over de toe komstige zwaarte en verdeling van de belastingdruk. „We moeten eerst kijken wat er te doen is met de baten van aardgasexport", aldus de premier. Staatssecretaris Van Rooijen had gezegd, dat het gebruik van extra aardgasbaten wel „enig soelaas" kan bieden voor inkrimping van de belastingplannen, maar op de lange re termijn tekortschiet. takken van de kerk van Engeland om vrouwen toe te laten tot het ambt is niet aan de orde geweest, maar de paus heeft al eerder gezegd dat hiermee een nieuw groot obsta kel is opgeworpen op de weg naar de eenheid. Paus en aartsbisschop heb ben drie studies van een gemengde commissie over het pauselijk gezag, de eucharistie en het priesterambt verwelkomd. Meyenfeldt heeft tegen alle acht po litiefunctionarissen bij de rechter commissaris een gerechtelijk voor onderzoek gevorderd. De acht poli tiemannen worden verdacht van het aannemen van steekpenningen van exploitanten van Chinese gokhui zen in de Amsterdamse binnenstad. j De arrestaties zijn een gevolg van het al in oktober vorig jaar door de rijksrecherche uit de hoofdstad be gonnen uitvoerig en diepgaande on derzoek naar eventuele corrupties gepleegd door leden van de Amster damse politiekorps. Naar schatting 400 werknemers van Stork Werkspoor Diesel in Amsterdam-Oost zijn vrijdagmiddag in een demonstratieve optocht naar het stadhuis getrokken om het gemeentebestuur steun te vragen in de strijd voor het behoud van de werkgelegenheid bij het VMF-concern. PvdA-fractievoorzitter Ed van Thijn (m) liep in de stoet mee en hield een spandoek vast. ■IJS ■■Na twee reacties van 'bevriende zijde' bil door dr. H. G. Schulte Nordholt en dr. J. Verkuyl )io Na twee reacties van bevriende zijde in Trouw van 21 en 26 april op ons artikel van 14 april verheugt het ons dat de redactie van Trouw een slotbeschouwing van onze hand wil publiceren. Er rzei valt inderdaad wel iets recht te zetten: 1. Wij zouden de heer Dunn misbruikt hebben voor ons doel de Indonesische wandaden stelselma tig te verdoezelen. Dit is onjuist. Dunn heeft ons uitdrukkelijk ver zocht te verklaren dat hij niet kon nagaan hoe zijn woorden in de Ne derlandse pers waren weergegeven omdat hij geen Nederlands leest en ook bepaald niet de bedoeling had een anti-Indonesische houding aan te nemen. Als dat de indruk zou zijn van de pers dan wilde hij daar zeer beslist tegenin gaan. Over militaire hulp aan Indonesië heeft Dunn niet met ons gesproken. Wel heeft hij een bijzondere status voor Oost-Timor de beste oplossing genoemd. Dat hij bedoelde dat dit pas kon nadat de Indonesiërs aan het militair geweld een einde zouden hebben gemaakt, heeft hij ons niet gezegd. Als hij dat later wel zegt. lijkt het erop dat hij l tegen de een iets anders zegt dan tegen de ander. Hij maakte echter een open en eerlijke indruk. Getallen 2. Wij hebben niet ontkend of ver doezeld dat er moorden zijn ge pleegd. Een burgeroorlog en een in vasie van een militaire macht is al tijd gruwelijk. Dunn heeft ook niet gezegd dat alleen de Indonesiërs ge welddaden op hun geweten zouden hebben. In juli 1975 een maand voor de greep naar de macht van het U.D.T. heeft het Fretilin al men sen in Oicusi vermoord. Dunn dacht van i 30 man. In Timor (waar S. N. begin augustus 1975 was) sprak men van „ontzettend veel doden". In dit verband is het goed iets meer te zeggen van de waarde van getallen uit Timorese mond Deze cultuur kent niet de kwantitatieve exactheid van de onze. Toen een Amerikaan van de hulpverlening in 1945 aan een Tlmorees hoofd vroeg hoe oud hij was. antwoordde deze „100 jaar". 'Omstanders gingen lachen. Hij ver beterde zich en zei prompt: „Nee, ik ben 5 jaar". Zo cijferloos zijn de Portugees sprekende mensen van Oost-Timor uiteraard niet, maar wat te denken van een bericht in ,a Luta', een Portugese krant, van 29 decem ber 1975, waarin Ramos Horta de Indonesische regering beschuldigt: „ongeveer één miljoen patriotten ge liquideerd te hebben en meer dan 200.000 personen gevangen te hou den". Dit zou dan gebeurd zijn bin nen drie weken na de inval op een bevolking van rond 650.000 Inwoners (eventueel 750.000). Conclusie: geen enkel getal is be trouwbaar. Dunn verklaarde tegen over ons uitdrukkelijk dat een getal van 100.000 doden onmogelijk waar kon zijn. Als wij zeggen dat er „dui zenden slachtoffers zijn gevallen" dan zegt dit niets over een bepaalde orde van grootte. Het getal van 10.000 dat Dunn noemt kan best te laag zijn, we weten dit niet. We ver moeden dat het er duizenden zijn, dit betekent: zeer, zeer veel. En nog maals: iedere dode is een verschrik king. Maar het is zeker dat het Freti lin begonnen is met geweld al voor augustus 1975. Er waren vluchtelin gen uit Oicusi en Oost-Timor ln West-Timor. Men sprak over 40.000 man. Misschien waren het er 400, maar men vlucht niet met achterla ting van huis en have zonder dodelij ke angst. Na de coup van de U.D.T. in de nacht van 10 op 11 aug., die zonder bloed vergieten is verlopen, sloeg het Freti lin 18 aug. terug. Van de 30.000 inwoners zouden er 6.000 Zijn overgebleven, de rest was gedood of gevlucht, onder wie de meeste Chi nezen. Een oncontroleerbaar be richt, maar er zijn doden gevallen, er zijn mensen gevlucht. Ook bij de invasie van de Indonesiërs zijn vele doden gevallen maar berichten over massale afslachting en zijn eveneens oncontroleerbaar. Als De Groene van 13 april zegt dat Dunn toen zelf op Timor was, dan is dit weer een voorbeeld van onjuiste voorlichting. Hij ls voor aug. 1975 uit Dili ver trokken. Status 3 De politieke status. Inderdaad is aansluiting bij Indonesië het enige alternatief, niet alleen op econo mische gronden de vermoedens over koper en goud zijn al eeu wenoud, van 1770-1778 is de Franse ingenieur Pilon in dienst van de V.O.C. er al naar op zoek geweest, zonder resultaat; ook in de koloniale tijd is er herhaaldelijk tevergeefs naar bodemschatten gezocht. En in Oost-Timor is tot 1956 ondanks gro te verwachtingen eveneens van olie nog niets gevonden. Be langrijker is het motief dat er onder het Fretilin ook nooit een democra tische staat kan ontstaan omdat de leiding bestaat uit de kleine geasi- mlleerde bovenlaag met als kern de 107 leerlingen die in 1953 vervolgon derwijs genoten. Deze bovenlaag vormt zeker nog geen 5 procent van de bevolking (dat zou minstens 30.000 man zijn). Ook economisch hebben zij de macht in handen; de meeste koffietuinen zijn ln hun be zit, zeker nu de Portugezen bijna allen vertrokken zijn. De afstand tussen deze Portugees sprekende bovenlaag en de bevolking is groot. Groter dan tussen de meer dan 250.000 Tetun sprekende Oosttimo- rezen en de 150.000 eveneens Tetun sprekende Westtimorezen. Dit geldt ook voor de Bunaq. De koloniale grens liept dwars door deze twee volken heen. De aarzeling van Indonesië om ln te grijpen is er inderdaad geweest. Er waren en er zullen nog wel men sen zijn die niets voor welk militair avontuur dan ook voelen. Na Soe- karno is Indonesië niet meer gericht op Imperialistische expansie. Presi dent Soeharto en Malik voelden er ook weinig voor. Dit wil uiteraard niet zeggen dat er geen militairen waren die wel wilden ingrijpen maar niet zo dat ze maar een la hadden open te trekken om er een afgerond plan uit tevoorschijn te halen, er is wel militaire activiteit aan de grens geweest vóór december 1945, toch besloot Indonesië pas na de onafha- neklijkheidsverklaring tot de inva sie over te gaan Op internationaal diplomatieke gronden kon de beslis sing moeilijk eerder vallen. Dit „on zin" te noemen klinkt kinderlijk. Uiteraard heeft Indenesië na 18 au gustus, toen het Fretilin naar de macht greep, rekening moeten hou- dem met de eventuele noodzaak in te grijpen. Indonesië zat met de moeilijkheid: snel ingrijpen zou mi litair gezien effectiever kunnen zijn maar lag diplomatiek moeilijk. Het Fretilin had hetzelfde probleem: de onafhankelijkheid uitroepen ver grootte de kans op ingrijpen van Indonesische zijde, maar het nala ten belette de kans op internationa le erkenning. Ook is het onjuist dat het Fretilin een regeling probeerde te treffen om tot een vreedzame dékolonisatie te komen. De naam „het Revolutionaire Front voor een Onafhankelijk Oost-Timor" en de gewelddadige greep naar de macht op 18 augustus 1975 spreken wel andere taal. VRIJHEIDSHELDEN. De integratie is nog niet bereikt want, zo zegt Dunn, nog maar 20 9 25% van het frontgebied is in Indo nesische handen. Op welk ogenblik? Is dat nog zo? Het leger van het Fretilin heeft, dankzij de ervaring in de wrede koloniale oorlog tegen de vrijheidsbewegingen in Afrika en dankzij de moderne NAVO-wapens, die het wist te bemachtigen, hard teruggeslagen na de Indonesische invasie. Het bevreemdt ons daarom dat ook het comité Zuidelijk Afrika mee heeft gedaan aan een reactie op ons stuk. We dachten dat het Ango- lacomité vele malen geschreven heeft over wreedheden van de Por tugese troepen. En nu deze troepen In Timor vechten zijn zij ineens vrij heidshelden? ZIJ zijn niet beter en niet slechter geworden Waarschijn lijk vechten zij nu gemotiveerder en eventueel fanatieker. Wij veroorde len hen niet doch stellen slechts dat zij voor een onmogelijke zaak strij den en dat is diep tragisch, evenals de dood van de vele Indonesische militairen die zullen zijn gesneu veld. Deze slachtoffers moeten wor den meegeteld als men het heeft over de doden die op Oost-Timor zijn gevallen Volgens de bevindin gen van de Amerikaanse commissie schijnt nu de situatie te zijn gewij zigd, indien althans de leden van deze commissie twee dagen in ver schillende richtingen hebben kun nen rondreizen, zoals in de krant staat. Niet Indonesisch Dat de U.D.T. constructief mee werkt aan integratie vindt de werkgroep een „lachertje" omdat een aantal van de U.D.T-leden is gevlucht naar Portugal - dat is juist; het zijn zij die het sterkst geassimi leerd waren en omdat Indonesië geen enkele basis onder de bevol king van Oost-Timor zou hebben. Op welke gronden zou de bevolking pro-Indonesisch zijn? Men voelt zich veel meer Tetun, Bunaq en we kunnen nog wel 15 namen noemen van verschillende volken, waarvan er sommigen de laatste 10.000 jaar nooit enig contact hebben gehad met Indonesië. Maar er is onder deze volken ook geen Oosttimorees na tionaal bewustzijn. Dat leeft wel bij de Timorees- Portugese bovenlaag als kleine éli- tegroep, zij hebben geen ander va derland dan OostrTimor, Het trieste van elke dekolonisatie is dat de mensen van gemengd bloed ver scheurd worden door loyaliteit aan twee vaderlanden en meestal het kind van de koloniale rekening wor den. De schrijvers van de tweede reactie stellen dat ons artikel beter had kunnen heten: „Wat kunnen we doen voor de Indonesische gene raals?" Denken zij dat de lezers van Trouw gevoelig zijn voor dergelijke demagogie? Dit is iets te naïef ge dacht. We hebben, zoals te lezen valt, geschreven over de tragedie van de dekolonisatie van Oost- Timor. En onze conclusie is dat er geen ander alternatief is dan aan sluiting bij Indonesië. Waarom zou het Indonesische leger dan moeten terugtrekken? Hulp verlenen Ten slotte blijft de vraag: wat kunnen wij doen? Direct hulpverle nen aan slachtoffers: bijv. aan de vluchtelingen uit Oost-Timor en West-Timor. Het eigenlijke opbouw werk door ons kan inderdaad pas beginnen na een internationale re geling van de status van Oost- Timor. Indonesië is al begonnen met het opbouwwerk In het Chr. Dagblad „Sinar Harapan" van 9 april wordt bericht uit Dill over de opbouw van tientallen basisscholen in dit gebied waar onder het Portu gese regiem weinigen onderwijs ont gingen. Een landbouwingenieur die deze ge bieden zeer goed kent berichtte ons over de opzet van agrarische projec ten op vrij grote schaal, waarover ook 't zelfde blad bericht op dezelfde datum. Mevr. De Vreede, die zoveel deed voor het onderwijs voor gehan dicapten in Indonesië vertelde ons dat voor deze vorm van onderwijs nu reeds onderwijzeressen ln oplei ding zijn in Jakarta vanuit Oost- Timor. Wij hebben in ons artikel gepleit voor steun aan zulke opbou- wactiviteiten vla geëigende kanalen in Indonesië en uit 't buitenland. Wij verwachten voor Oost-Timor niets van de V.N. We verwachten het meest van een samenwerking tussen dit gebied binnen een geheel, waar van het in de prekoloniale tijd deel uitmaakte. De koloniale machtheb bers, Nederlanders en Portugezen trokken willekeurige grenzen door dit gebied, dat één geheel vormde Nu zowel van binnenuit als vanuit de Republiek die grenzen uitgewist worden verbaast het ons te merken dat het Indonesië-comité en het co mité Zuidelijk Afrika, die met ons de strijd tegen het kolonialisme strijden, geen begrip tonen voor wat tot de werkelijke opbouw van dat gebied dient en dat zij degenen, die daar wel begrip voor tonen met Insi nuaties honen De Australische hoogleraar H.W. Arndt schreef ln maart 1977 in „Canberra Times" en „The Age" dat de Oost-Timor kwes tie door sommige groeperingen in zijn land is aangegrepen als een stok om Indonesië te slaan en om de verhouding tussen Indonesië en Australië te vertroebelen ln plaats van als een aanleiding om Indonesië en Oost-Timor te helpen bij de op bouw van dat verwaarloosde gebied, WIJ zijn het met die benadering ge heel eens en verwachten niets,dan ellende van een benadering, zoals die bepleit wordt door de schrijvers van de reactie en willen opnieuw de vraag accentueren: Wat kunnen we doen voor Oost-Timor? (Eerdere afleveringen ln de discussie over Oost-Timor publiceerden wij 14, 21 en 26 april)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 13