!Wat kunnen we doen voor Oost-Timor?
an Huiten reikt medailles uit
lome en anglicanen willen eenheid
Ingreep in
uitgaven
overheid
Aan schipper,
chauffeur
en PTT'ers
'erklaring na ontmoeting beide kerkleiders
Twee hoofdagenten
uit Amsterdam
weer vrijgelaten
TROS voor
de rechtbank
Oud-praeses herv. synode
ds. Wesseldijk overleden
RTET
:RDAG 30 APRIL 1977
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
13
|n een verslaggever
^STERDAM In Vlissingen. Lelystad en Breda reikte staatssecretaris Van Huiten gisteren
o zestal eremedailles uit, verbonden aan de orde van Oranje Nassau. In Lelystad ontmoette
j een IJsselmeerschipper, in Breda een vrachtwagenchauffeur en in Vlissingen vier PTT'ers.
62-jarige schipper L. Smit kreeg
:ilveren eremedaille Hij is eige-
•schipper van het m.s. „Ens",
rmee hij sedert 1937 gevaren
tft voor de dienst der zuiderzee-
•ken Hij verzorgde onder meer
vervoer van directie en perso
on inélsleden van deze dienst. Ook
g vanift hij met zijn schip gewerkt bij
inpoldering van het IJsselmeer
t Ook bij het dijkherstel na de
,it die een van de meest ervaren stormvloedramp in Zeeland is hij
6 sla selm^erschippers is, werkte op onder alle weersomstandigheden ac-
*a alle crnte ivarlran tie{ oeweest
>wpari
Noordoostpolder, oostelijk en zuide
lijk Flevoland en het Markermeer.
Ook een zilveren eremedaille kreeg
de 62-jarige vrachtwagenchauffeur
P. van Oosterhout uit Prinsenbeek
die ruim veertig jaar als zodanig
werkzaam is in dienst van gebr. Si
mons Tranpsort b.v. in Breda In die
tijd is Van Oosterhout nooit door
eigen schuld betrokken geweest bij
een verkeersongeval en hij heeft
geen enkele zware verkeersovertre
ding begaan. Als internationaal
vrachtwagenchauffeur heeft hij
meer dan een half miljoen kilome
ters gereden.
In Vlissingen reikte hij aan vier
Zeeuwse PTT-ers onderscheidingen
uit. Goud was er voor G. de Vos (62)
uit Gapinge, sinds 1938 in dienst bij
de PTT. Deze besteller is een raadge
ver van vele inwoners en 26 jaar
gemeenteraadslid geweest. C de
Kam (64) uit Oost Souburg. P I de
Keuninck (63) uit Groede en J. Pad
mos (63) uit Dreischor kregen de
zilveren eremedaille. Zij zijn sedert
resp 1935, 1939 en 1937 in dienst van
de PTT. Zij zijn alle drie zeer actief
in het kerkelijk- en verenigingsleven.
(o links: de plechtigheden in de Sixtijnse kapel. Foto rechts: paus Paulus (links) en de aartsbisschop van Canterbury geven elkaar de vredeskus.
OME (Reuter) Paus Paulus VI
i de aartsbisschop van Canterbury
Donald Coggan hebben elkaar
pegezegd intensiever te zullen stre
len naar eenheid tussen de Rooms-
tatholieke Kerk en de kerk van En-
jeland.
een gemeenschappelijke verkla-
ig, die na een ontmoeting tussen
twee kerkleiders werd uitgegeven
,at dat beide keri.en haast zullen
tten achter studies om aankno-
.m ^ingspunten tussen beider theologie
te vinden en dat zij nauwer zullen
isamenwerken op het terrein van de
;urmissie.
ge
65De paus en de aartsbisschop hebben
lich verder ten doel gesteld te stre-
ren naar intercommunie van beide
-kerkgenootschappen. In een korte
predikatie in de Sixtijnse kapel
n ^waarschuwde de paus echter dat nog
;en lange weg moet worden afgelegd
ilvorens volledige eenheid tot stand
tan komen.
i kt
5o<De samenkomst in de kapel vormde
iet hoogtepunt van het bezoek van
dr. Coggan aan het Vaticaan. Beide
kerkleiders ontmoetten elkaar voor
de tweede maal. Tijdens de eucharis
tieviering gaven zij elkaar de vredes
kus. Van Vaticaanse zijde waren bij
de viering dertig kardinalen en vele
andere geestelijken aanwezig.
De anglicaanse aartsbisschop zei na
afloop van de plechtigheid tegen
journalisten dat moeilijkheden naar
aanleiding van gemengde huwelij
ken tussen katholieken en anglica
nen een belangrijk onderwerp van
gesprek is geweest. „Sinds ik In Ro
me ben heb ik gewezen op de dra
ma's met kinderen uit gemengde hu
welijken wanneer hun ouders, die
beide praktiserend zijn toch niet sa
men de communie kunnen ontvan
gen", aldus dr. Coggan.
Het recente besluit van sommige
AMSTERDAM Twee Amster
damse hoofdagenten die maandag
door de rijksrecherche waren gear
resteerd zijn gisteren door de rech-
ter-commissaris in vrijheid gesteld.
Het zijn A.L.D.enN.J.W
Chinezen-experts van het bureau
bijzondere zaken van de centrale
recherche van het hoofdbureau van
politie.
Van de andere vier die donderdag
aan de rechter-commissaris werden
voorgeleid zijn er drie in vrijheid
gesteld en een blijft in voorarrest.
Van de sedert 12 april jl. gearresteer
de acht Amsterdamse politie-
De Amsterdamse hoofdofficier
van justitie, mr. A N Messchaert.
heeft meegedeeld dat volgende
week zal worden beslist over het
houden van een persconferentie
over het verloop en de resultaten
van het onderzoek van de rijksre
cherche naar eventuele corruptie,
gepleegd door leden van het
Amsterdamse politiekorps. Mr. van
HILVERSUM De TROS zal zich
op 16 mei voor de Amsterdamse
rechtbank moeten verantwoorden
voor het overtreden van de wet op
de kansspelen. In 1976 heeft de
TROS tussen 29 april en 7 oktober
een telefoonspel gespeeld, waarbij
luisteraars wanneer zij een bepaald
antwoord gaven. 1.000 gulden min
ee cent konden winnen. Dit gebeur
de ter propagering van de omroep
Later zijn hierover vragen gesteld in
de Tweede Kamer. Het daaruit
voortvloeiende onderzoek heeft de
overtreding aan het licht gebracht
De TROS geeft geen commentaar
op het komende rechtsgeding. Zij
wordt verdedigd door mr J W. Beks
uit Amsterdam en wacht volgens
een woordvoerder de uitspraak van
de rechter af.
Van onze Haagse redactie
DEN HAAG Een stevige ingreep
in het uitgavenbeleid van de over
heid moet voorkomen dat het Ne
derlandse volk met zeer forse belas
tingverhogingen te maken krijgt.
Die verhogingen zijn al opgenomen
in de meerjarenramingen van het
kabinet. Het is noodzakelijk, dat de
stijging van de belastingen en socia
le premies verder wordt beperkt dan
de zogeheten ..een-procents-
operatie" die het kabinet-Den Uyl
beoogt.
Dit is de strekking van een betoog,
dat staatssecretaris Van Rooijen (fi
nanciën, CDA) gisteren hield voor
de Tilburgse fiscalistenvereniging.
„In de komende jaren zijn zeer om
vangrijke tariefsverhogingen nodig,
zelfs bij een strikte toepassing van
de een-procentsnorm. Die norm is
echter moeilijk vol te houden Ten
einde belastingverhogingen binnen
de perken te houden moeten de col
lectieve lasten al in de komende
kabinetsperiode met minder dan
een procent toenemen. Ik denk aan
0,7 procent."
Van een onzer verslaggevers
DEN Haag Op 69-jarige leeftijd is gisteren onverwacht overle
den de oud-praeses van de generale synode der Nederlandse
hervormde kerk, ds H. J. F. Wesseldijk.
Ds Wesseldijk was praeses van de
hervormde synode van 1948 tot 1951
en van 1953 tot 1955. Daarvoor was
hij van 1945 tot 1948 assessor van de
synode geweest.
In deze functies had hij een groot
aandeel in de naoorlogse ontwikke
ling van de hervormde kerk. Onder
zijn voortvarende leiding kon het
ontwerp nieuwe kerkorde worden
behandeld, dat op 7 december 1950
definitief werd aangenomen en op 1
mei 1951 in werking trad.
Bij zijn afscheid als synodepraeses
in 1955 werd hij door de toenmalige
assessor (latere synodepraeses) ds
G de Ru gekaraktiseerd als man van
grote helderheid, gestrengheid, ken
nis van zaken en humor
Geld
Echter niet alleen op het gebied van
de kerkregeling, maar ook op dat
van de financiën toonde ds. Wessel
dijk opmerkelijke bekwaamheden
Hij was een van de weinige domi
nees, die uitstekend kunnen reke
nen, en had waarschijnlijk even ge
makkelijk bankdirecteur als predi
kant kunnen zijn. Daarom werd hij
al gauw na 1945 voorzitter van wat
toen nog de ..financiële commissie
van de synode heette Later werd hij
secretaris van de generale financiële
raad van de hervormde kerk. eerst
naast zijn taak als predikant in
Eindhoven, vanaf 1956 fulltime tot
zijn emeritaat in 1973.
In deze,functie had hij de zware
taak. het financiële schip van de
hervormde kerk (landelijk) door de
woelige wateren van de jaren zestig
en begin van de jaren zeventig te
loodsen met als moeilijke hoogte
punten de exploitatie van het Boe
kencentrum en de SMRA. Een groot
succes was de kerkbouwactie
„Antwoord 64" van negen kerken
samen, die door ds Wesseldijk werd
geleid.
Ds Wesseldijk werd in 1933 predi
kant in Schoonebeek Vandaar ging
hij in 1939 naar Eindhoven.
De begrafenis is woensdagmiddag
om een uur op Westduin na een
dankdienst om elf uur in de Duin-
zichtkerk, waarin een broer. ds. L. J
Wesseldijk uit Nijmegen, zal voor
gaan.
Een belangrijke reden om de belas
tingverhogingen te matigen vond
Van Rooijen in het „afwentelen",
dat bij voorbeeld gebeurt in de vorm
van belastingvlucht. belasting
ontduiking en fraude Volgens de
staatssecretaris is sprake van een
toenemende afwenteling „Ik wil
niet zeggen, dat de belastingen en
sociale premies niet meer verhoogd
kunnen worden, dat de overheids
uitgaven en sociale zekerheid niet
mogen uitbreiden Maar er zijn mar
ges. Die zijn smal. omdat er op korte
termijn grenzen zijn aan de solidari
teit van de mensen, die belastingen
en sociale premies betalen", aldus
Van Rooijen.
Naar zijn mening kan de toenemen
de afwenteling „nauwelijks los ge
zien worden van het groeiende be
roep op het beginsel van solidari
teit".
Minister-president Den Uyl betitel
de het verhaal van Van Rooijen gis
teren als „zeer speculatief". Hij zei
op zijn wekelijkse persconferentie,
dat nu nog geen enkele uitspraak
gedaan kan worden over de toe
komstige zwaarte en verdeling van
de belastingdruk. „We moeten eerst
kijken wat er te doen is met de
baten van aardgasexport", aldus de
premier.
Staatssecretaris Van Rooijen had
gezegd, dat het gebruik van extra
aardgasbaten wel „enig soelaas"
kan bieden voor inkrimping van de
belastingplannen, maar op de lange
re termijn tekortschiet.
takken van de kerk van Engeland
om vrouwen toe te laten tot het
ambt is niet aan de orde geweest,
maar de paus heeft al eerder gezegd
dat hiermee een nieuw groot obsta
kel is opgeworpen op de weg naar de
eenheid. Paus en aartsbisschop heb
ben drie studies van een gemengde
commissie over het pauselijk gezag,
de eucharistie en het priesterambt
verwelkomd.
Meyenfeldt heeft tegen alle acht po
litiefunctionarissen bij de rechter
commissaris een gerechtelijk voor
onderzoek gevorderd. De acht poli
tiemannen worden verdacht van het
aannemen van steekpenningen van
exploitanten van Chinese gokhui
zen in de Amsterdamse binnenstad.
j De arrestaties zijn een gevolg van
het al in oktober vorig jaar door de
rijksrecherche uit de hoofdstad be
gonnen uitvoerig en diepgaande on
derzoek naar eventuele corrupties
gepleegd door leden van de Amster
damse politiekorps.
Naar schatting 400 werknemers van Stork Werkspoor Diesel in Amsterdam-Oost zijn vrijdagmiddag in
een demonstratieve optocht naar het stadhuis getrokken om het gemeentebestuur steun te vragen in
de strijd voor het behoud van de werkgelegenheid bij het VMF-concern. PvdA-fractievoorzitter Ed van
Thijn (m) liep in de stoet mee en hield een spandoek vast.
■IJS
■■Na twee reacties van 'bevriende zijde'
bil
door dr. H. G. Schulte Nordholt en dr. J. Verkuyl
)io Na twee reacties van bevriende zijde in Trouw van 21 en 26 april op ons artikel van 14 april
verheugt het ons dat de redactie van Trouw een slotbeschouwing van onze hand wil publiceren. Er
rzei valt inderdaad wel iets recht te zetten:
1. Wij zouden de heer Dunn
misbruikt hebben voor ons doel de
Indonesische wandaden stelselma
tig te verdoezelen. Dit is onjuist.
Dunn heeft ons uitdrukkelijk ver
zocht te verklaren dat hij niet kon
nagaan hoe zijn woorden in de Ne
derlandse pers waren weergegeven
omdat hij geen Nederlands leest en
ook bepaald niet de bedoeling had
een anti-Indonesische houding aan
te nemen. Als dat de indruk zou zijn
van de pers dan wilde hij daar zeer
beslist tegenin gaan. Over militaire
hulp aan Indonesië heeft Dunn niet
met ons gesproken. Wel heeft hij een
bijzondere status voor Oost-Timor
de beste oplossing genoemd. Dat hij
bedoelde dat dit pas kon nadat de
Indonesiërs aan het militair geweld
een einde zouden hebben gemaakt,
heeft hij ons niet gezegd. Als hij dat
later wel zegt. lijkt het erop dat hij
l tegen de een iets anders zegt dan
tegen de ander. Hij maakte echter
een open en eerlijke indruk.
Getallen
2. Wij hebben niet ontkend of ver
doezeld dat er moorden zijn ge
pleegd. Een burgeroorlog en een in
vasie van een militaire macht is al
tijd gruwelijk. Dunn heeft ook niet
gezegd dat alleen de Indonesiërs ge
welddaden op hun geweten zouden
hebben. In juli 1975 een maand
voor de greep naar de macht van het
U.D.T. heeft het Fretilin al men
sen in Oicusi vermoord. Dunn dacht
van i 30 man. In Timor (waar S. N.
begin augustus 1975 was) sprak men
van „ontzettend veel doden". In dit
verband is het goed iets meer te
zeggen van de waarde van getallen
uit Timorese mond Deze cultuur
kent niet de kwantitatieve exactheid
van de onze. Toen een Amerikaan
van de hulpverlening in 1945 aan een
Tlmorees hoofd vroeg hoe oud hij
was. antwoordde deze „100 jaar".
'Omstanders gingen lachen. Hij ver
beterde zich en zei prompt: „Nee, ik
ben 5 jaar". Zo cijferloos zijn de
Portugees sprekende mensen van
Oost-Timor uiteraard niet, maar wat
te denken van een bericht in ,a Luta',
een Portugese krant, van 29 decem
ber 1975, waarin Ramos Horta de
Indonesische regering beschuldigt:
„ongeveer één miljoen patriotten ge
liquideerd te hebben en meer dan
200.000 personen gevangen te hou
den". Dit zou dan gebeurd zijn bin
nen drie weken na de inval op een
bevolking van rond 650.000 Inwoners
(eventueel 750.000).
Conclusie: geen enkel getal is be
trouwbaar. Dunn verklaarde tegen
over ons uitdrukkelijk dat een getal
van 100.000 doden onmogelijk waar
kon zijn. Als wij zeggen dat er „dui
zenden slachtoffers zijn gevallen"
dan zegt dit niets over een bepaalde
orde van grootte. Het getal van
10.000 dat Dunn noemt kan best te
laag zijn, we weten dit niet. We ver
moeden dat het er duizenden zijn,
dit betekent: zeer, zeer veel. En nog
maals: iedere dode is een verschrik
king. Maar het is zeker dat het Freti
lin begonnen is met geweld al voor
augustus 1975. Er waren vluchtelin
gen uit Oicusi en Oost-Timor ln
West-Timor. Men sprak over 40.000
man. Misschien waren het er 400,
maar men vlucht niet met achterla
ting van huis en have zonder dodelij
ke angst.
Na de coup van de U.D.T. in de nacht
van 10 op 11 aug., die zonder bloed
vergieten is verlopen, sloeg het Freti
lin 18 aug. terug. Van de 30.000
inwoners zouden er 6.000 Zijn
overgebleven, de rest was gedood of
gevlucht, onder wie de meeste Chi
nezen. Een oncontroleerbaar be
richt, maar er zijn doden gevallen, er
zijn mensen gevlucht. Ook bij de
invasie van de Indonesiërs zijn vele
doden gevallen maar berichten over
massale afslachting en zijn eveneens
oncontroleerbaar. Als De Groene
van 13 april zegt dat Dunn toen zelf
op Timor was, dan is dit weer een
voorbeeld van onjuiste voorlichting.
Hij ls voor aug. 1975 uit Dili ver
trokken.
Status
3 De politieke status. Inderdaad is
aansluiting bij Indonesië het enige
alternatief, niet alleen op econo
mische gronden de vermoedens
over koper en goud zijn al eeu
wenoud, van 1770-1778 is de Franse
ingenieur Pilon in dienst van de
V.O.C. er al naar op zoek geweest,
zonder resultaat; ook in de koloniale
tijd is er herhaaldelijk tevergeefs
naar bodemschatten gezocht. En in
Oost-Timor is tot 1956 ondanks gro
te verwachtingen eveneens van
olie nog niets gevonden. Be
langrijker is het motief dat er onder
het Fretilin ook nooit een democra
tische staat kan ontstaan omdat de
leiding bestaat uit de kleine geasi-
mlleerde bovenlaag met als kern de
107 leerlingen die in 1953 vervolgon
derwijs genoten. Deze bovenlaag
vormt zeker nog geen 5 procent van
de bevolking (dat zou minstens
30.000 man zijn). Ook economisch
hebben zij de macht in handen; de
meeste koffietuinen zijn ln hun be
zit, zeker nu de Portugezen bijna
allen vertrokken zijn. De afstand
tussen deze Portugees sprekende
bovenlaag en de bevolking is groot.
Groter dan tussen de meer dan
250.000 Tetun sprekende Oosttimo-
rezen en de 150.000 eveneens Tetun
sprekende Westtimorezen. Dit geldt
ook voor de Bunaq. De koloniale
grens liept dwars door deze twee
volken heen.
De aarzeling van Indonesië om ln
te grijpen is er inderdaad geweest.
Er waren en er zullen nog wel men
sen zijn die niets voor welk militair
avontuur dan ook voelen. Na Soe-
karno is Indonesië niet meer gericht
op Imperialistische expansie. Presi
dent Soeharto en Malik voelden er
ook weinig voor. Dit wil uiteraard
niet zeggen dat er geen militairen
waren die wel wilden ingrijpen maar
niet zo dat ze maar een la hadden
open te trekken om er een afgerond
plan uit tevoorschijn te halen, er is
wel militaire activiteit aan de grens
geweest vóór december 1945, toch
besloot Indonesië pas na de onafha-
neklijkheidsverklaring tot de inva
sie over te gaan Op internationaal
diplomatieke gronden kon de beslis
sing moeilijk eerder vallen. Dit „on
zin" te noemen klinkt kinderlijk.
Uiteraard heeft Indenesië na 18 au
gustus, toen het Fretilin naar de
macht greep, rekening moeten hou-
dem met de eventuele noodzaak in
te grijpen. Indonesië zat met de
moeilijkheid: snel ingrijpen zou mi
litair gezien effectiever kunnen zijn
maar lag diplomatiek moeilijk. Het
Fretilin had hetzelfde probleem: de
onafhankelijkheid uitroepen ver
grootte de kans op ingrijpen van
Indonesische zijde, maar het nala
ten belette de kans op internationa
le erkenning. Ook is het onjuist dat
het Fretilin een regeling probeerde
te treffen om tot een vreedzame
dékolonisatie te komen. De naam
„het Revolutionaire Front voor een
Onafhankelijk Oost-Timor" en de
gewelddadige greep naar de macht
op 18 augustus 1975 spreken wel
andere taal.
VRIJHEIDSHELDEN.
De integratie is nog niet bereikt
want, zo zegt Dunn, nog maar 20 9
25% van het frontgebied is in Indo
nesische handen. Op welk ogenblik?
Is dat nog zo? Het leger van het
Fretilin heeft, dankzij de ervaring in
de wrede koloniale oorlog tegen de
vrijheidsbewegingen in Afrika en
dankzij de moderne NAVO-wapens,
die het wist te bemachtigen, hard
teruggeslagen na de Indonesische
invasie. Het bevreemdt ons daarom
dat ook het comité Zuidelijk Afrika
mee heeft gedaan aan een reactie op
ons stuk. We dachten dat het Ango-
lacomité vele malen geschreven
heeft over wreedheden van de Por
tugese troepen. En nu deze troepen
In Timor vechten zijn zij ineens vrij
heidshelden? ZIJ zijn niet beter en
niet slechter geworden Waarschijn
lijk vechten zij nu gemotiveerder en
eventueel fanatieker. Wij veroorde
len hen niet doch stellen slechts dat
zij voor een onmogelijke zaak strij
den en dat is diep tragisch, evenals
de dood van de vele Indonesische
militairen die zullen zijn gesneu
veld. Deze slachtoffers moeten wor
den meegeteld als men het heeft
over de doden die op Oost-Timor
zijn gevallen Volgens de bevindin
gen van de Amerikaanse commissie
schijnt nu de situatie te zijn gewij
zigd, indien althans de leden van
deze commissie twee dagen in ver
schillende richtingen hebben kun
nen rondreizen, zoals in de krant
staat.
Niet Indonesisch
Dat de U.D.T. constructief mee
werkt aan integratie vindt de
werkgroep een „lachertje" omdat
een aantal van de U.D.T-leden is
gevlucht naar Portugal - dat is juist;
het zijn zij die het sterkst geassimi
leerd waren en omdat Indonesië
geen enkele basis onder de bevol
king van Oost-Timor zou hebben.
Op welke gronden zou de bevolking
pro-Indonesisch zijn? Men voelt zich
veel meer Tetun, Bunaq en we
kunnen nog wel 15 namen noemen
van verschillende volken, waarvan
er sommigen de laatste 10.000 jaar
nooit enig contact hebben gehad
met Indonesië. Maar er is onder deze
volken ook geen Oosttimorees na
tionaal bewustzijn.
Dat leeft wel bij de Timorees-
Portugese bovenlaag als kleine éli-
tegroep, zij hebben geen ander va
derland dan OostrTimor, Het trieste
van elke dekolonisatie is dat de
mensen van gemengd bloed ver
scheurd worden door loyaliteit aan
twee vaderlanden en meestal het
kind van de koloniale rekening wor
den. De schrijvers van de tweede
reactie stellen dat ons artikel beter
had kunnen heten: „Wat kunnen we
doen voor de Indonesische gene
raals?" Denken zij dat de lezers van
Trouw gevoelig zijn voor dergelijke
demagogie? Dit is iets te naïef ge
dacht. We hebben, zoals te lezen
valt, geschreven over de tragedie
van de dekolonisatie van Oost-
Timor. En onze conclusie is dat er
geen ander alternatief is dan aan
sluiting bij Indonesië. Waarom zou
het Indonesische leger dan moeten
terugtrekken?
Hulp verlenen
Ten slotte blijft de vraag: wat
kunnen wij doen? Direct hulpverle
nen aan slachtoffers: bijv. aan de
vluchtelingen uit Oost-Timor en
West-Timor. Het eigenlijke opbouw
werk door ons kan inderdaad pas
beginnen na een internationale re
geling van de status van Oost-
Timor. Indonesië is al begonnen met
het opbouwwerk In het Chr.
Dagblad „Sinar Harapan" van 9
april wordt bericht uit Dill over de
opbouw van tientallen basisscholen
in dit gebied waar onder het Portu
gese regiem weinigen onderwijs ont
gingen.
Een landbouwingenieur die deze ge
bieden zeer goed kent berichtte ons
over de opzet van agrarische projec
ten op vrij grote schaal, waarover
ook 't zelfde blad bericht op dezelfde
datum. Mevr. De Vreede, die zoveel
deed voor het onderwijs voor gehan
dicapten in Indonesië vertelde ons
dat voor deze vorm van onderwijs
nu reeds onderwijzeressen ln oplei
ding zijn in Jakarta vanuit Oost-
Timor. Wij hebben in ons artikel
gepleit voor steun aan zulke opbou-
wactiviteiten vla geëigende kanalen
in Indonesië en uit 't buitenland.
Wij verwachten voor Oost-Timor
niets van de V.N. We verwachten het
meest van een samenwerking tussen
dit gebied binnen een geheel, waar
van het in de prekoloniale tijd deel
uitmaakte. De koloniale machtheb
bers, Nederlanders en Portugezen
trokken willekeurige grenzen door
dit gebied, dat één geheel vormde
Nu zowel van binnenuit als vanuit
de Republiek die grenzen uitgewist
worden verbaast het ons te merken
dat het Indonesië-comité en het co
mité Zuidelijk Afrika, die met ons
de strijd tegen het kolonialisme
strijden, geen begrip tonen voor wat
tot de werkelijke opbouw van dat
gebied dient en dat zij degenen, die
daar wel begrip voor tonen met Insi
nuaties honen De Australische
hoogleraar H.W. Arndt schreef ln
maart 1977 in „Canberra Times" en
„The Age" dat de Oost-Timor kwes
tie door sommige groeperingen in
zijn land is aangegrepen als een stok
om Indonesië te slaan en om de
verhouding tussen Indonesië en
Australië te vertroebelen ln plaats
van als een aanleiding om Indonesië
en Oost-Timor te helpen bij de op
bouw van dat verwaarloosde gebied,
WIJ zijn het met die benadering ge
heel eens en verwachten niets,dan
ellende van een benadering, zoals
die bepleit wordt door de schrijvers
van de reactie en willen opnieuw de
vraag accentueren: Wat kunnen we
doen voor Oost-Timor?
(Eerdere afleveringen ln de discussie
over Oost-Timor publiceerden wij
14, 21 en 26 april)