let zanger zijn is een
nnen achter jezelf aan'
Ezel als voorbeeld
Kindermarkt op Koninginnedag
UW PROBLEEM 00K HET ONZE
>mard Kruysen wil geen'professioneel mooie toontjes' maken
I
g.
=INDAG 25 APRIL 1977
VARIA
Trouw/Kwartet PS6 rh7
sr Fred Lammers
"VsWIJK „Alles wat je
d probeert te doen is moei-
Deze uitspraak van een
lanse visser, jaren geleden
ïbiza, heeft de bariton Ber-
d Kruysen (44) nooit meer
Als zanger ervaart hij
■elijks de juistheid van die
Brden. Hoewel hij zingt zo-
als het hem heugt als
ien van zeven trad hij al op
ens een dorpsfeest in Zuid-
nkrijk, waar hij een groot
1 van zijn jeugd doorbracht
rindt hij deze manier om je
-niiten niet eenvoudig.
is een worsteling. Je hebt altijd
een of andere moeilijkheid, er
tkeert altijd wel iets aan. Het is
gevecht tegen omstandigheden
buitenaf, dingen die je mee-
ikt of een stem die het vertikt",
Bernard Kruysen. Wat dat
ste betreft heeft hij moeilijke
inden achter de rug met een bij-
chronische keelontsteking. Hij
It verscheidene concerten moe
afzeggen. De Mattheus Passion
kl«e Rotterdamse Doelen, die recht-
eks op de t.v. kwam. heeft hij
aald. maar vraag niet hoe en on
welke grote spanning. En nog is
oorlopig geen rust bij. Op 29 april
k.t hij in.de Doelen de Poolse mis
Martinot en ruim een week later
hij met „Die Haghe Sangers"
j de Sowjet-Unie om in Le-
frrad en Riga te concerteren. Het
die* hem verauchten: ..Zanger zijn is
onnatuurlijk leven. Het is een
kepen achter jezelf aan".
n ki ambachtelijk
lingt Bernard Kruysen in opera's
ieeft hij liederenrecltals, het reli-
L ize werk is hem met name dier-
t"jr. Passionen afwerken, zoals bij
Van collega's vaak het geval is. al
len ze dat niet gemakkelijk toege-
-j. is er bij hem niet bij. „Je moet er
-ledig achter staan als je zingt,
erjers val je door de mand. De men-
kej die naar je komen luisteren heb-
meteen door als het niet echt is.
-i^ar hoef je geen groot muziekken-
voor te zijn. zelfs de melkboer om
ar hoek bij wijze van spreken, die
te nooit naar een concert gaat,
ïlt zoiets aan. Helaas geldt voor
collega's, ik zal geen namen
et»men, dat zij er alleen op uit zijn
^JDie toontjes te produceren. Zij
t veel te ambachtelijk bezig".
g^>r Bernard Kruysen is zingen veel
vapr dan professioneel mooie
s aatjes maken. „Ik wil bereiken dat
j^mensen die naar me komen luiste-
zich even in een andere, betere
?eld wanen. Ik wil andere mensen
(fen, hen uit de sleur van hun
inebestaan halen, hen deelgenoot
Jten van een gevoel dat diep in
te|) allen leeft. Dat is voor mij kunst.
poosje geleden trad hier een
Duitse zanger op. Hij zong lie-
van Hugo Wolf. Hij deed dat
groot gemak en gaf ons
j-pinisch een les, maar ik ben er
)rkin leeg uit gekomen als ik de con-
tzaal binnen was gegaan. Een
weken later was er een liederen-
md van een man, die de helft van
programma verpestte door de
luwen en een nog niet beheersen
j het vak, maar achter zijn zingen
zo'n persoonlijke overtuiging.
m alles erbij in het niet viel. Ik zat
ia te grienen in mijn stoel. Die
■n had wat veel beroepszangers
isen. Bezieling, een menen wat je
Het sleutelen aan en schieten met wapens is een grote liefhebberij
van tenor Bernard Kruysen. (Foto Dirk Ketting)
zingt, dat is het. Dat merk je ook bij
de Mattheus Passion. Daarbij heb ik
alles meegemaakt, ook heel extreme
gevallen, waarbij ik tijdens de
laatste koralen dacht: ze moeten ze
ker de trein halen".
Bernard Kruysen zingt de Mattheus
Passion het liefst in een kerk, zoals
vorig jaar in de Michaelskirche in
Hamburg olv Günther Jena. „Dat
was een belevenis. Hij liet het ope
ningskoor drie keer langzamer zin
gen dan meestal gebeurt. Het was
ongelooflijk van spanning. De men
sen hielden de adem in".
Bernard Kruysen moet niets hebben
van statusuitvoeringen zoals in het
Amsterdamse Concertgebouw, waar
bij veel mensen alleen maar komen
om gezien te worden. „Als iets te
gerenommeerd is bekruipen mij de
zenuwen. Voordat ik begin zie ik dan
de critici zitten met hun hakbijltjes
om me eens op mijn nummer te
kunnen zetten en dan denk ik: hoe
kom je er zonder kleerscheuren af".
Jezelf zijn
Jezelf zijn tijdens het zingen. Dat is
wat Bernard Kruysen zich steeds
voor ogen houdt. „Als je niet jezelf
bent, heeft wat je brengt geen waar
de. Pas als je jezelf bent, kun je
anderen iets geven, voor anderen
wat betekenen".
De vader van Bernard is de onlangs
overleden kunstschilder Antoon
Kruysen. Bernard ontmoette hem
bewust voor de eerste keer toen hij
vijftien jaar was. „Mijn moeder ging
er met mij vandoor toen ik een baby
was, omdat ze het leven in armoede
met vader niet meer aan kon. Tot
die tijd dacht ik dat mijn stiefvader,
een Belgische zanger, mijn echte
vader was. Op een dag stapte er een
vreemde man bij ons binnen met
een gezicht door het leven gegroefd.
Hij ging tegenover me zitten en keek
me doordringend aan. Ik vroeg „Wie
bent u?" en hij zei „Ik ben je vader".
Zoiets is een vreemde gewaarwor
ding. We hebben lang gepraat en
sindsdien een goede verstandhou
ding opgebouwd. We zagen elkaar
twee keer per jaar. Vaker zou niet
goed gegaan zijn."
„Vader kon niemand in zijn naaste
omgeving verdragen, vooral niet ie
mand die in feite eenzelfde karakter
had, ondanks de verschillen die tus
sen ons bestonden. Vader was een
figuur die zijn hele leven zijn eigen
gang is gegaan in de kunst en zich
niets aantrok van modeverschijnse
len. Hij deed nooit concessies aan
het publiek. Ik ben een herschep
pend kunstenaar. Ik moet het werk
van een ander vertolken. Ik heb me
om bij de Mattheus Passion te blij
ven, te houden aan de visie van
Bach en van de dirigent. Als ik in de
Mattheus de Christuspartij zing,
moet ik niet de Christus van de
bijbel vertolken, maar de Christus
zoals Bach hem zag. De Christus
van de bijbel was wel even anders.
Dat was de man die met een zweep
de kooplieden de tempel uitjoeg en
de hogepriesters vertelde dat zij er
niet zoveel van terecht brachten.
Een mens z(t vast aan zijn aardse
schors. Je kunt iets nooit zo doen als
je diep in je hart voor ogen staat.
Daarom denk ik vaak: waar ben je
eigenlijk mee bezig. Is het wel zo
goed of is het drek?"
Bron voor eeuwen
Bernard Kruysen is ervan overtuigd
dat Bach het ook anders heeft ge
zien dan de wijze waarop zijn werk
nu wordt uitgevoerd. „Als Bach de
middelen- ter beschikking hadden
gestaan die wij nu hebben, zou hij
het stellig anders hebben aange
pakt, maar hij moest ook roeien met
de riemen die hij had. Ik denk echter
dat Bach wel gelukkig zou zijn ge
weest met het intense beleven van
zijn muziek zoals in Nederland ge
beurt. Dat zoveel mensen zich door
zijn nalatenschap aangesproken
voelen, dat hetgeen hij in zijn korte
leven tot stand heeft gebracht een
bron is voor eeuwen, daarin zóu hij
de vervulling van zijn leven zien.
Dat neemt niet weg dat er veel din
gen zijn die niet kloppen. Bij sommi
ge uitvoeringen van de Mattheus
zou Bach zich in zijn graf omdraai
en. De massale eenvormige klank
van een monster-orkest is bijvoor
beeld in strijd met Bachs opvattin
gen. Als het aan mij lag, zou ik bij
een Mattheus Passie veel meer oude
instrumenten willen inschakelen en
meer tijd aan de voorbereiding be
steden. Nu moeten musici om wille
van hun bestaan op een dag soms
van alles door elkaar spelen. Een
repetitie kan er meestal nauwelijks
af. Alleen als een man als Von Kara-
jan hier komt. krijgt hij tien repeti
ties en als hij erom vroeg zou hij er
twintig krijgen. Als het goed is zou
je aan zo'n Mattheus Passion twee
tot drie weken moeten kunnen wer
ken om er alles uit te halen wat er
inzit."
Hoe belangrijk muziek is zien maar
weinigen in. „Je merkt dat hier in
Den Haag. Geld voor een goede con
certzaal is er niet, wel voor een
congresgebouw om te kletsen. Het
Residentie Orkest zit nu in een
sfeerloze ruimte, waar wij als zan
gers onze stemmen kapot staan te
zingen. In groter verband ziet het er
ook droevig uit. Als je kijkt hoe het
met de muzikale vorming op school
is gesteld! Op het gevaar af dat de
mensen denken dat ik communis
tisch ben, maar dan moet Je eens
kijken hoe dat in een land als Polen
gaat. Daar bespeelt bijna iedereen
een instrument. Dat heeft niets met
een systeem te maken. Bij ons kom
je thuis musiceren bijna niet meer
tegen. Het veel versmade huisorgel
tje, wat kan dat een persoonlijke
klank hebben als de kinderen erbij
gaan zingen en erbij op de blokfluit
gaan spelen."
Diepzeeduiker
Bernard Kruysen is een man van
uitersten. In de concertzaal is hij de
zanger. Daarnaast is hij de man die
graag houten meubels timmert,
naar de militaire schietbaan in Bre
da gaat om er zijn hobby pi
stoolschieten te beoefenen en is hij
de hartstochtelijke diepzeeduiker,
een sport waar hij zich in de zomer
maanden als hij met zijn gezin naar
Ibiza trekt om daar in een oude
boerderij ver van het moderne com
fort te leven, vol overgave mee be
zighoudt. Het is een belangstelling
die op het eerste gezicht in strijd is
met de levenswijze die zangers zich
moeten getroosten. Bernard Kruy
sen wil echter niet leven als een
kasplant.
„Ik ben een man van het zonnige
zuiden. Dat leven in de natuur, ver
weg van het ellebogenwerk, heb ik
nodig om weer op verhaal te komen
Want dat leven van concertzanger is
in de praktijk heus niet zo leuk als
velen denken. Je komt in vele
landen, maar wat je ervan ziet is
meestal niet meer dan een hotelka
mer, waar je in angst zit te wachten
op het moment van de terechtstel
ling. Na een concert gaat iedereen
na een fijne avond naar huis. Als
zanger sta je dan alleen in een kale
straat. Op dergelijke ogenblikken
denk ik vaak: wat doe je feitelijk?"
Terugkomend op dat diepzeeduiken
zegt Bernard: „Er wordt zoveel be
roepsmatig gedaan. Ik geloof niet in
eenzijdigheid. Ik wil zingen én dui
ken. Het is beide een uitdaging. Ik
wil als man weten waar mijn gren
zen liggen, ook als ik vecht met de
natuur in de diepzee. Kou, warmte,
pijn, dat wil ik voelen in mijn
botten."
door Mink van Rijsdijk
Gisteren na kerktijd baarde ons schaap Dora vlot en
deskundig twee zwarte zonen. Ze had de geboorte
niet duidelijk aangekondigd en deponeerde haar
kroost zonder veel omhaal in het koude gras. We
stonden op gepaste wijze het wonder te bekijken en
hielden de adem in. Want Tom, de ezel, stond er
zwaar en log als verloskundige oom naast. We
lokten hem naar het hek; een verkeerde stap van
zijn poten zou immers kindermoord beduiden. Hij
zwichtte voor de boterham, die we hem boden, maar
keek steeds schichtig om naar de kraamafdeling.
Lang niet hij zich niet paaien, de laatste hap schielijk
doorslikkend, verdween hij weer snel naar Dora, die
al aan haar moederplicht van het schoonlikken der
kinderen was begonnen. Met kleine rukjes bewoog
haar tong over een bibberend kleintje. Tom meende
waarschijnlijk dat het tempo veel te laag lag en de
wind te guur voor natte lammetjes.
Zijn verantwoordelijkheid als oom voelende, likte
hij het andere jong met grote en toch erg voorzich
tige halen droog. Moeder schaap was blij met de
hulp, maar loerde toch zo nu en dan wat verbouwe
reerd naar de veel grotere tong, die merkwaardiger
wijs niet minder teder was dan de hare.
Even later strekte Tom zich uit in het gras. Zijn
petekinderen kropen in de beschutting van zijn
brede rug om daar blijmoedig een beetje te wennen
aan wat hun leven ging worden.
We waren nog helemaal ontdaan van het nauwelijks
te geloven en toch wel ontroerende tafereel, toen er
een jongetje op de stoep stond. Hij kwam ijlings uit
de zondagsschool gefietst om kan-niet-schelen-waar
zijn vriendjes voor te zijn om een bijdrage te
incasseren voor de Parking Boys van Nairobi in
Kenya. Wie kent de tragiek van deze jongens niet?
Of ze nog een moeder hebben weten ze niet, maar ze
zijn in ieder geval dakloos. Ze proberen een paar
centen te verdienen door aan automobilisten een
parkeerplaatsje te wijzen. Krijgen ze, naar eigen
idee, daarvoor een te lage vergoeding, dan weten ze
daar wel raad op. Een zijspiegel is vlug gepikt en een
gekaapte koplamp brengt ook ergens wel een aardi
ge duit op. Kleine verschoppelingen zijn het, altijd
hongerig, vuil en haveloos, nergens gewenst,
's Nachts slapen ze dicht tegen elkaar aangedrukt
om nog wat warm te blijven op straat. In die
nachtelijke uren kruipt de horde solidair bij elkaar,
maar overdag werkt ieder voor zichzelf om te
overleven.
De Hollandse pater Grol probeert al jaren van die
grote groep kansloze kinderen een gedeelte op te
vangen en iets van een toekomst voor hen op te
bouwen. Hij zorgt dat ze iets leren, geeft hun eten
en drinken maar vooral geborgenheid en liefde. Een
groot aantal van die jongens is niet werkelijk meer te
helpen. Ze kunnen de spanning van de straat,
compleet met diefstallen cn benzine snuiven niet
meer missen. Een nog veel grotere groep is niet te
redden omdat het pater Grol aan geld ontbreekt
voor al zijn plannen.
Hollandse zondagsschoolkinderen zijn nu druk in de
weer daar iets aan te doen. Wat zal de pater blij zijn
met dit initiatief, natuurlijk ook met de financiële
steun, maar niet minder met het feit dat kinderen in
Nederland zijn parkeerjongens willen helpen.
Ja, maar, hoor ik iemand zeggen, doet de regering
van Kenya dan niets, die is toch primair verantwoor
delijk? Zeker, maar een halve kilometer buiten het
centrum van Nairobi ligt de Mathare Vallei, een
krottenwijk waar 80.000 mensen „wonen". Hun
onderkomen bestaat uit stukken hout en karton en
met vellen plastic afgewerkte hutjes. Een derde
wereldland kan niet alles tegelijk aanpakken, het
stelt zelf de voorkeurslijst op van problemen die
opgelost moeten worden en dat zijn er zeer vele.
Wellicht zouden wij die Parking Boys voorrang
geven. Wel dat is dan mooi geregeld, want wij
kunnen nu iets voor hen doen. Misschien zelfs veel.
Mag ik zo vrij zijn mijn Tom als voorbeeld te
stellen? Hij is „maar" een ezel en kijk hoe lief en
toegewijd hij hielp twee zwarte lammetjes levensvat
baar te maken. Hij liet hen niet verkommeren in de
schrale voorjaarswind.
door Annemarie Lucker
Ieder jaar op Koninginnedag is de
anders zo rustige en chique winkel
straat bij ons om de hoek het terrein
van de kinderen die er vrijmarkt
houden. Zelfs de meest respectabele
winkeliers laten toe dat er concurre
rende handel wordt gedreven voor
hun pui en letterlijk op hun stoep.
Sommigen gaan zo ver dat ze limo
nade en andere versnaperingen aan
de kinderen uitdelen; de overstel
pende drukte maakt het de dagelijk
se klanten toch onmogelijk om zelfs
het pand te betreden.
Het grappige is dat het publiek voor
een groot deèl bestaat uit volwasse
nen die minstens zo gretig kopen als
de kinderen. Sommige standjes zien
er zó uit dat je nauwelijks geloven
kunt door kinderen bedacht te zijn.
De winst wordt meestal onmiddel
lijk omgezet bij de concurrenten,
waarbij de standjes enige tijd trouw
hartig onbewaakt blijven.
Ieder jaar is er al weken een duidelij
ke trend te bespeuren, want er wordt
openlijk gepraat over de plannen.
Was er vorig jaar een overvloedig
aanbod van popcorn voor 25 cent,
plakken zelf gebakken cake en koek
jes voor een dubbeltje, dit jaar dreigt
het een massale kledingverkoop te
worden. Dat de kinderen al op zeer
jonge leeftijd modebewust zijn blijkt
uit de uiterst kritische selectie. Geen
klerenkast blijft gespaard en moe
ders krijgen ineens te horen dat ze er
toch belachelijk uitzien in minstens
de helft van hun garderobe, zodat
Koninginnedag een prima aanlei
ding is om daar op een behoorlijke
manier vanaf te komen. Todden en
vodden worden van zolder gehaald,
want je weet nooit wie er nog wat in
ziet. Bij sommige kinderen zit de
handelsgeest er al jong in, ze verko
pen reclame-geschenken zoals pos
ters. speldjes en ballpoints. Anderen
gebruiken hun fantasie en doen
overtollig of kinderachtig speelgoed
van de hand, ze verkopen zorgvuldig
geprepareerde plantestekjes, bak
ken pannekoeken op straat of ma
ken sterrekers-boterhammetjes met
suiker en citroen.
Wie niet sterk is moet slim zijn en
van zijn talenten gebruik maken.
Verbijsterend en ontroerend waren
twee kleine meisjes van een Jaar of
tien die onverstoorbaar temidden
van het feestgewoel een klassiek
straatconcert gaven voor viool en
blokfluit. De zwarte versleten hoed
aan hun voeten sprak boekdelen;
geen volwassene durfde er voorbij te
gaan zonder er tenminste een kwar
tje te hebben gestort.
Kleiwerkjes, asbakken en vaasjes en
kleine handgemaakte tasjes aan een
koordje vinden gretig aftrek bij ou
ders die bij alle kleine bekenden
toch iets kopen willen.
Mijn geslaagde aanwinsten van het
vorig jaar; een gebloemd emaille
pannetje met deksel voor een gul
den, een dienblaadje voor een één
persoons ontbijt, een gulden, en een
oude schoolplaat met een bijbelse
afbeelding 2.50 betreur ik niet. Ik
ben benieuwd waarmee ik dit Jaar
thuis kom. wie weet; met het afge
dankte sjaaltje van de buurvrouw
VRAGEN uitsluitend in envelop sturen neer postbus S07. Voorburg
Per vreeg een gulden In poetzegels, het liefst in weerden ven S5 en
45 cte. bijvoegen, en beslist niet een de buitenkent opplekken
Geheimhouding verzekerd Brlefkeerten worden terzi|de gelegd
AAG: Wil u nog eens herhalen
wegen men moet gaan, om na
dood het lichaam beschibaar te
fllen voor de wetenschap?
erlfTWOORD: Het stenciltje over dit
runflerwerp kan men op de gebruike-
vaite manier (zie kop van rubriek) bij
vegs aanvragen.
r dMg: Al een hele tijd ben ik op zoek
ar een dubbeltje of kwartje uit
>3 (mijn geboortejaar). Centen en
livers zijn er wel uit dat jaar. Is
ralf toeval of werden er in dt jaar
orsjemaal geen kwartjes en dub-
e Jtjes geslagen. Zo niet: waarom?
>eft wel: Hoe kom ik er dan aan?
oord: Stop met het zoeken, in
<2 en 1953 werden er helemaal
ieePn kwartjes en dubbeltjes gesla-
Dit hangt samen met het uit de
ok^oop nemen van de zilveren dub-
teiltjes (10 september 1953). Bij de
kwartjes was dat al gebeurd
15 augustus 1950. Hier volgen
;e getallen van de muntslag van
n volgende jaren: dub-
Itjes: 1951: 54.200.000. 1954:
000, 1955: 18.200.000; kwartjes:
38.400.000. 1951: 33.200.000.
6.400.000, 1955: 10.000.000. U
dat er heel wat nodig was, om
buiten omloop gestelde munten
de, vervangen
j6$AAG: Binnenkort wordt in onze
d^k weer grote schoonmaak ge-
lra5iden. Men lacht tegenwoordig om
woord, maar ik geef u de verze
kering dat het hard nodig is. dat nu
nd dan toe doen. Ook het koper
ti^ndelaars, lessenaars, zandloper,
m jorhek en kronen) krijgt een beurt,
maar ik ben er niet tevreden over:
Wij gebruiken, het bekende busje
koperpoets, maar het koper wordt
weer zo gauw dof en de kleur is tè
lichtgeel. Hoe krijg ik nu een
warmdiepe koperglans?
ANTWOORD: Voor alle zekerheid
hebben we contact opgenomen met
de kosterijen van verschillende ou
de kerken, met verschillende musea,
o.a. met het kasteel Duyvenvoorde
bij Voorschoten, met de Rljksmonu-
mentendienst te Zeist en tenslotte
met het Centraal Laboratorium te
Amsterdam en al deze inlichtingen
waren terug te brengen op datzelfde
busje koperpoets, dat echter niet
het wondermiddel bevat, waardoor
poetsen overbodig is geworden.
Massief koper kan men hiermee tal
loze keren mooi maken. De klem-
van het koper wordt niet beïnvloed
door dit middel, maar hangt samen
met de soort en de samenstelling
van de metalen. Er is donkerbruin,
rood, geel koper enz. en als een voor
werp helgeel wordt, is daar weinig
aan te doen. Hoe het nu dof kan
worden? Tegenwoordig doen we al
les met het woord milieuverontreini
ging af en Inderdaad kan een
stinkslootje bij de kerk of een slecht
werkende riolering al in voldoende
mate voor verontreinigde lucht zor
gen, om de rest buiten beschouwing
te laten. Heeft u echter voorwerpen,
die niet van massief koper zijn, dan
is veel poetsen beslist verkeerd. Een
keer mooi maken en dan laten ver
nissen in een dompelbad (of het zelf
doen). Vernis maakt de voorwerpen
iets geler. Komt er echter heet
kaarsvet op een geverniste kande
laar, dan smelt het vernis en de
verontreiniging komt door het ont
stane gaatje toch naar binnen. Na al
deze gesprekken met kosters en hun
vrouwen keken we het koperwerk in
de kerk met nog meer waardering
aan. Sterkte bij het poetsen,
mevrouw.
VRAAG: Wie was Grace Darling en
weet u meer van haar te vertellen?
ANTWOORD: We aarzelden tussen
een popstar of een filmbeauty of
misschien een zendelinge. Niets van
dat alles: elke ijverige, middelbare
scholier, die het boekje: „A new rea
der for modern times" heeft doorge-
spijkerd, weet beter. Voor alle zeker
heid hebben we de Encyclopedia
Brittannlca maar eens over haar op
geslagen: Grace Horsley Darling,
dochter van de vuurtorenwachter
op Longstone Island (een van de
Fames voor de kust van Northum
berland). In de nacht van 7 septem
ber 1838 liep het schip Forfarshire
op de rotsen van Big Harcar. De
reddingsboot van het vaste land kon
niet uitvaren vanwege de woeste
zee. Grace werd wakker, wekte haar
vader, sloeg een regencape over
haar nachtpon en met een klein roei
bootje slaagden de dappere mensen
er in vier mannen en een vrouw te
redden. Later konden nog vier man
nen gered worden. Grace en haar
vader ontvingen de Gold medal of
Human society en een heleboel geld,
want heel Engeland was vol bewon
dering voor het 23-jarige meisje. He
laas stierf zij vijf jaar later aan tu
berculose. Op het kerkhof te Bam-
burgh kan men haar grafmonument
zien: een gotlsch-aandoend soort
tempeltje, met een zwaar ijzeren
hek en het beeld van een heel Jong
meisje, dat slaapt met een roeispaan
in de armen. De Fame-ellanden
staan bekend als een belangrijk vo
gelreservaat. Eigendom van Natio
nal Trust.
VRAAG: Hoe oud zou deze Friese
stoelklok kunnen zijn? Er komen
verschillende Jaartallen in voor,
waarschijnlijk ingekrast door repa
rateurs uit vroeger tijd. Het oudste
Jaartal is 1850. Hoe kan ik deze klok
tegen diefstal beveiligen?
ANTWOORD: De hulsindustrie be
gon ln het laatste kwart van de 17e
eeuw met de vervaardiging van deze
bijzondere klokken, die wel enige
overeenkomst vertonen met de
Zaanse klokken, maar beslist geen
kopie zijn. Dat uw klok heel wat
ouder is dan de door u genoemde
inscriptie, kan men opmaken uit het
feit, dat er maar één wijzer is en één
gewicht. De vóór 1700 gedateerde
exemplaren zijn zwaarder ln uitvoe
ring en hebben meestal gedraalde
hoekpllaren. Wij raden u het aardige
boekje aan van W. F. J. Hana, „Frie
se klokken". Unieboek, Bussum
I8BN 90 228 4240 1. Wat het tweede
gedeelte van uw vraag betreft: Op
de nieuwtjestafel van het Bouw
centrum (postbus 229, Rotterdam)
zagen we een Blijf-af-slot, waar
door de klok met een keilbout in een
muur vastgezet wordt. Het geheel
wordt mét een slot afgezet. Een af
sluitbaar ophangsysteem dus. Kos
ten inclusief BTW 75,-. Eveneens
was daar te .zien een espagnoletbe-
veillger.
VRAAG: Wij hebben een leren kof-
ferklst gekregen, heel zwaar en heel
mooi, maar het leer stinkt gruwelijk.
Is daar niets aan te doen?
ANTWOORD: Weinig, vrezen we:
het leer is slecht gelooid en afhan
kelijk van de temperatuur ln huis
ruikt dat meer of minder vies. WIJ
hebben wel enige ervaring met dit
soort koffers (Slngaporekoffers).
Een chlorophlelhoudend middel (of
gewoon een WC-blokje) verandert
de stank. Wij hebben zelfs wel eens
een filterblokje (uit een koelkast) er
in gelegd.
VRAAG: Wij hebben elke keer als
wij kamperen last van horden mie
ren. Iedereen spuit op die camping
wel acht keer per dag de wagen van
binnen en van buiten schoon, maar
't helpt niet veel. Op de bus staat
Non Toxic, maar de mieren gaan er
wel dood van (dat is tenminste de
bedoeling).
ANTWOORD. Wij staken ons licht
op bij iemand die als bestuurslid
van een internationale caravanclub
heel wat ervaring heeft en de meeste
grote campings van Europa kent.
Dit zijn zijn woorden: Als wij ergens
komen, zoeken wij een plaats en dan
beslist niet onder romantische
bomen, want de mieren laten zich
pardoes op de wagen vallen. Vervol
gens bespuit ik alles wat in contact
met de grond komt (wielen, paaltjes,
onderkant van trapje) grondig met
Roxasept, maar verder niet onder
de wagen. De randen van de luifel
worden eveneens behandeld. Mijn
vrouw heeft ervoor gezorgd, dat de
wagen van binnen pijnlijk schoon is.
Alie voorraad-potjes en busjes slui
ten hermetisch en de afvoer van het
wasbakje wordt, als het gebruikt is,
met heet water grondig gereinigd.
Die afvoer is meestal voor velen de
ingangspoort van de mieren. Nooit
vuile kopjes of glaasjes met zoet-
resten laten staan in het afwasteil
tje, maar zo mogelijk altijd direct
buiten afwassen. Gebruikte
handdoeken en lijfgoederen elke
dag buiten wassen en buiten drogen.
Onder de wagen zet men een Jam
potje met boeren wormkruid,
brandnetel, kruizemunt of bieslook.
Een gezellig vaasje met lavendel of
afrikaantjes in de wagen staat leuk
en wordt door mieren niet gewaar
deerd. Op deze manier wordt er mi
nimaal gespoten en mieren hebben
we nooit.
VRAAG: Het muurtje van mijn bor
der ziet er elk Jaar weer grocnultge-
slagen uit. Kan ik het bespuiten met
iets dat vochtwerend is?
ANTWOORD: Dat heeft weinig zin,
want aan de andere kant zit vochti
ge aarde en de stenen worden toch
weer opnieuw vochtig. Met heet wa
ter kan u met een stevige borstel de
groene algen doden en afspoelen.
Op een warme dag, als de stenen er
warm en doorzond uitzien, zou u
met betonverf de goede kleur kun
nen aanbrengen en dat zo als nodig
herhalen.