Bandwerk ontluistert de mens De tekening van een lezer Threes van Dijck en Jan Peijnenburg ervoeren in fabriek: 32 rd tiW:W:WfiTEBMBB Commentaar ~)rfeer winst, géén werk (1) leer winst, géén werk (2) Minder koud alleen voor héél geduldigen stuur een brief Wraak laatste wens :RDAG 16 APRIL 1977 ___^T£RDAC BINNENLAND Trouw/Kwartet - financiële kringen is het jaarver- ag over 1976 van Philips met opti- lisme begroet. Het was geen ver ging dat de Amsterdamse effec- nbeurs positief op de financiële sultaten reageerde. Zo'n reactie is ok wel begrijpelijk, als men op de ntwikkeling van de winstcijfers let. 7, >ver 1975 nog een daling van 48 -- rocent en het nu pas verstreken ockjaar 1976 laat een stijging van iet minder dan 46 procent zien. 2/ jet name de intern genomen effi- intie-maatregelen hebben hun uit- king niet gemist. fraaie winstontwikkeling zal r de aandeelhouders betekenen bt op een, zij het geringe, divi- jendverbetering kan worden gere- d. Wie de cijfers van Philips in n wat breder perspectief plaatst en i oog heeft voor de sociale kant i de uitkomsten, wordt met een tel ander beeld geconfronteerd. tij het gehele concern (in alle lan- in) is de werkgelegenheid terugge- lopen van 397.000 naar 391.500 (-5500); in ons land daalde het aan tal arbeidsplaatsen van 91.000 naar 87.500 (-3600). De conclusie ligt voor de hand: meer winst werd niet omgezet in meer werk. Was dat wél het geval ge weest. dan had een stijging van het aantal arbeidsplaatsen met enkele duizenden een vrij normaal patroon opgeleverd. In wezen is het werkgelegen- heidsbeeld evenwel nog minder flo rissant, want er was in 1976 bij verscheidene onderdelen van Philips bovendien nog sprake van ar beidstijdverkorting voor duizenden arbeiders. En nu al lijkt het zeker dat ook in 1977 de werkgelegenheid bij deze multi-national in ons land verder zal teruglopen met vermoe delijk zo'n 4.000 man. Het is begrijpelijk en ook voor de hand liggend, dat deze ontwikkeling voor een ieder die op enigerlei ma nier met de werkloosheid te maken heeft, bijzonder teleurstellend is. door Barend Mensen EINDHOVEN Threes van Dijck en Jan Peijnenburg. die samen het boek „De blinde hoek" hebben geschreven om de aandacht te vestigen op de mensonwaardige kanten van onge schoold produktiewerk, hebben op hun „noodsignaal" veel reacties gekregen. Het valt hen wat tegen dat de vakbeweging nog niets van zich heeft laten horen, hoewel zij geruime tijd voordat „De blinde hoek" in de boekhandel lag, toch al kennis van het werk heeft kuhnen nemen. Ze betreuren ook dat in de publikaties over het boek alle nadruk is gelegd op het eerste deel het „werkboek" maar dat het tweede deel het „kerkboek" nauwelijks is aangehaald. lu kan men zich afvragen of de hier helste ontwikkeling een op izelf staande zaak is en bij andere r grote en grote ondernemingen f winst wèl in meer werk wordt mgezet. let komt ons voor dat Philips in lezen geen negatieve uitzondering irormt. ij ijHct beeld dat uit andere reeds ver- chenen jaarverslagen over 1976 j'k laar voren komt, vertoont in dit ka° ipzicht veel overeenkomst. Een bê unstige uitzondering vormt de uin lienstverlenende sector banken en na evensverzekeringen. Natuurlijk is het wel zo dat de jorzaken die tot de daling van het antal arbeidsplaatsen hebben ge- tid, al naar gelang de economische Jstiuiatie van een bedrijfstak zeer ver skillend van aard zijn (minder l'.vrag naar artikelen, goedkoper produceren elders, noem maar op). Hoe men er ook tegen aan kijkt, het begint er steeds meer op te lijken dat de werkloosheid van zeer lang durige aard zal zijn, als er geen geheel andere maatregelen worden getroffen. Van een snelle omzetting van meer winst in meer werk, nu er hier en daar sprake is van een opleving, moet men niet te veel heil ver wachten. Dat geldt ook voor de nogal vaak gehoorde bewering dat de dienst-verlenende sector nog veel arbeidskrachten zou kunnen opnemen. Dit zo zijnde is het hoogst noodza kelijk, dat veel meer aandacht wordt besteed aan studies en onderzoekin gen die een betere, lees rechtvaardi ger, verdeling van de bestaande hoe veelheid arbeidsplaatsen ten doel hebben. „Wij vinden dat op zichzelf wel be grijpelijk, omdat in het „werkboek" de arbeidssituatie van mensen, die gedoemd zijn dag in dag uit onge schoolde produktie arbeid te ver richten, op nogal schokkende wijze aan de kaak wordt gesteld. Maar het „kerkboek" is niet minder belang rijk. Dat is als het ware naar de kerken toegeschreven. Vooral als je het probleem vanuit de christelijke mensvisie bekijkt, moet je wel constateren hoe afschuwelijk het is dat aan grote groepen mensen ar beid is toegeschoven die hen af stompt, verruwt en hun het beeld van zichzelf als mens doet verliezen. „Nóg erger is dat wij met zijn allen hetzij uit gebrek aan belangstelling of uit gevoelloosheid dat gewóón vinden en er wel bij varen. De bedoe ling van het „werkboek" is de feiten, zoals wij die zelf dagelijks ervaren, te signaleren. Het „kerkboek" vraagt de kerken met klem zich in het pro bleem te verdiepen en er hun hou ding tegenover te bepalen. „Wij zijn door onze wijze van werken zij aan zij met de mensen over wie het gaat de kerk anders gaan ervaren dan vroeger. We begonnen ons werk in de fabriek om te kunnen gaan begrijpen waardoor juist de grote groep arbeidende bevolking het eerst geneigd is met de kerk te breken. We wilden achter de oorzaak van de dagelijks te constateren ver vreemding komen. Al zijn we de laatste zes jaar zeer praktisch bezig geweest, we zijn toch ook nogal be spiegelend van aard. Vandaar dat wij in ons boek een aan de basis ontwikkelde „levenstheologie" ver talen, die de kerk een ander gezicht zou kunnen geven. We noemen het schertsend maar met grote ernst be doeld: „een theologie van de koude grond". De kerk mist namelijk op dit wijde terrein de aansluiting op men sen in nood. Zij heeft geen zicht op een mens-ontluistering waartegen zij zich juist met kracht zou moeten verzetten". Maatschappelijk werkster Threes van Dijck (51) en pastor Jan Peijnen burg (47) weten waar zij over praten. Jarenlang al zijn ze bezig met de werkende jeugd. Peijnenburg sinds 1960 als door wijlen bisschop Bekkers benoemde „aalmoezenier voor de werkende jeugd", Threes van Dijck aanvankelijk als hoofdleidster van een „meisjeslevensschool" in Helmond. Het viel hen op dat de werkende jongeren het in de tijd waarin zich veel vernieuwingen voltrokken, de tijd ook waarin kreten opklonken als „God is dood", het niet meer konden volgen. In tegenstelling tot de stude rende jeugd, die meer informatie kreeg, hadden zij eigenlijk geen kans om van het kindergeloof naar een volwassen geloof toe te kunnen le ven. Dat trof hen beiden zo. dat ze besloten zich geheel aan de godsdienstige vorming van de jonge ren te wijden. Eerst deden zij dat indirect via een wat Threes van Dijck noemt „mo- derne religieuze leefgroep", een soort commune van gelijkgestemde jonge ren van 20 22 jaar. Na vier jaar kregen zij de handen vrij zelf te gaan doen wat zij de jonge mensen van hun groep hadden gevraagd: de fa briek Ingaan om met de arbeiders één te worden. „Wij stelden daarbij voorop dat het ons niet in de eerste plaats te doen was apostolair bezig te zijn, maar om zelf geschikt te worden met deze mensen om te gaan en hen te ver staan. Alleen door hetzelfde werk te doen als zij, door dagelijks met hen samen te zijn, zouden wij hen en zij ons kunnen gaan begrijpen. Eerst hadden we geen besef van wat het is als arbeidskracht te functioneren in het bedrijfsleven, maar al gauw kwa men we er achter dat ongeschoolde produktie arbeid, met name het bandwerk, ruwe sporen achterlaat op de menselijke geest. Net als onze collega's kregen wij eindeloos zich herhalende „deelarbeid" te doen van Een lopende band in een van de Philipsbedrijven. drie of van vijf of van tien minuten. We schrokken ervan dat in zo'n mo dern geoutilleerd bedrijf als Philips de arbeidende mens in het geheel niets betekent. Hij heeft zich aan te passen aan het werk. het is niet andersom. Dat kan doordat de visie van het bedrijfsleven op die mens zeer armzalig is; dat kan doordat die mens daar volslagen machteloos te genover staat. We kwamen dingen tegen, die we niet voor mogelijk had den gehouden". Steeds scherper Gesprekken met de mensen op de afdeling maakte het beeld van de negatieve invloed van deze stompzinnige langdurig en in hoog tempo verrichte arbeid steeds scher per. Zintuiglijke afstomping, geeste lijke nood. klachten over de gezond heid, geen vermogen of lust om bui ten werktijd nog iets creatiefs te doen, onvrede met de wereld en met zichzelf of volslagen onverschillig heid, Threes van Dijck en Jan Peij nenburg herkenden het als duidelij ke tekenen van menselijke neer gang. „Natuurlijk Is het zo dat wij die van buiten gekomen zijn, scherper zien dan de mensen zelf. Zij ervaren niet wat wij ervaren, wij aan het werk met hen daarentegen wel wat zij ervaren. Wanneer de mensen ertoe komen met ons te praten, herken nen wij ln hun klachten wat wij zelf ook zijn gaan voelen. Je kunt het probleem niet afdoen door te bewe- HET WEER door Hans de Jong Tekeningen, bij voorkeur m figgend formaat, sturen aan: Trouw, jury politieke prent. Postbus 859. Amsterdam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden. WAPEN0RD6R. VAN DE EEUW HieRTeKBNeN n.u.e. (op oe sTippeiTjes)^ r*=7F ffllu f i Gisteren waren er nog buien met strooigoed (Rozendaal tot nu toe op alle 15 aprildagen neerslag), vandaag zullen de condities voor al aanvankelijk beter zijn met royalere opklaringen. Het sys teem dat het iets beter met ons voor heeft is een hogedruk gebied bij zuidwestrEngeland. Het had gisterenavond nog 1025 mb in de kem maar vertoonde tekenen wat te verzwakken. Het vertoonde te kenen wat te verzwakken. Het trok naar het zuidoosten en gaat dus iets dichter bij ons komen. Het veroorzaakte een verwarming in de bovenlucht en dat was giste ren boven de Britse eilanden al duidelijk merkbaar. Vergeleken met donderdagmiddag was de temperatuur in oost-Schotland 8 en aan de Engelse zuidoostkust 7 graden gestegen. De voor jaarsbuien zijn hierdoor gedwon gen de aftocht te blazen maar het andere voorjaarsverschijnsel nachtvorst bleef ons nog wel bo ven het hoofd hangen ook al wer den er minder scherpe tempera tuurdalingen verwacht dan op Paaszondag. En nu de hamvraag: Hoe zal het weer zondag zijn? Ondanks aanwezigheid van een nog altijd krachtige hoogtestro ming uit noordwest denk ik dat het over het geheel gezien wel zal meevallen. Met name in het zuid en van het land. De temperatuur kan daar wat hoger worden tot 11 12 graden vooral als de zon doorbreekt. Ook België ziet het met dat hogedruk gebied wel zit ten en tipt de hoogste temperatu ren op 13 graden. De kans op regen en motregen zal daar ver moedelijk in de loop van zondag toch ook wel groter worden maar in de eerste plaats in het noorden en noordwesten van het land. Vooral deze gebieden zijn kwetsbaarder nu zich langs Schotland storingen in de rich ting van de Noordzee en Dene marken wringen. Ze worden daar opgepikt door de eerder genoem de noord-westelijke hoogtestro ming, die evenwel een wat meer west-oost richting kan krijgen. En daardoor zal het misschien nog wel even duren alvorens ons hele land in de nattige sfeer komt. Gunstig is dat er zachtere oceaan- lucht in aantocht is. Het is deze lucht die zich ten westen en noorden van het eerder genoemde hogedrukgebied tot een nieuw of fensief heeft samengebald dat ge steund wordt door een depressie ontwikkeling bij IJsland. Het is te hopen dat het Ierse hoge drukgebied niet te snel verder trekt, anders vallen we in de loop van de volgende week snel terug in een volgende koude golf van de Noordpool. Op IJsland en in de zeegebieden ten noorden ervan zijn gisteren sneeuwstormen op gestoken bij -1 tot -5 graden. De barometers stijgen daar. Een west-Duitse trailer ten noordwes ten van IJsland rapporteerde vrij dagmiddag een oost-noordooster storm van kracht 9 Beaufort bij aanhoudende sneeuwval. Ook op het eilandje Jan Mayen is het weer bijna niet te harden met -13 graden bij een krachtige noorde lijke wind. De barometer is daar tot boven 1025 mb gestegen. Een andere uitdiepende dpressie bivakkeerde gisteren in het zuid en van Joegoslavië. Titograd kreeg uit een onweerzöne maar even 35 mm regen in 6 uur tijd. Volop zomer was het aan de Costa del Sol met al om één uur 's middags een temperatuur van 26 graden. Op hetzelfde moment meldde Bordeaux maar 8 graden. Dr. H. ten Cate, nu nog klimato- loog van het KNMI, maar binnen kort met pensioen, wees mij er op dat de koudste Pasen van deze eeuw niet die van 1964, maar van 1908 is geweest. „Ik geef toe, dat Pasen in 1964 erg koud was, maar de gemiddelde temperatuur was in 1908 nog later, hoewel het toen toch een echte late Pasen was Die Paasdagen van 1908 (19 en 20. april) zullen in dit opzicht moei lijk te overtreffen zijn". Gelet op de gemiddelde tempera tuur is dit zo. maar gekeken naar de maxima (4,5 graden C in 1964 tegenover 7,5 graden C in 1908) speelt Pasen 1908 bepaald niet de eerste viool. Het bericht betref fende de koudste Paas van de eeuw ln 1964 had ik overgenomen uit een krant van 31 maart 1964: „Koudste Pasen in deze eeuw". De Bilt heeft de koudste Paasda gen tot dusver in deze eeuw ach ter de rug en men kan veilig aan nemen, dat dit in vrijwel het gehe le land het geval is geweest, zo heeft het KNMI meegedeeld In de Bilt is de temperatuur op beide feestdagen niet hoger dan 4,5 graden C. boven het vriespunt gekomen: Een waarde die onge veer normaal is voor januari. ren dat de meesten hun situatie als iets vanzelfsprekends aanvaarden, al is het wel zo dat zij zich de nood waarin zij verkeren niet altijd be wust zijn. Wat hun dwars zit kunnen zij vaak zelf niet herkennen, laat staan verklaren. Er zijn er zelfs bij die hun werk wel fijn vinden. Dat is het ergste wat wij geconstateerd hebben: het langzamerhand verlie zen van je eigen persoonlijkheid, het niet meer beseffen dat Je als mens te goed bent om als verlengstuk van een machine te dienen. Onder niveau „Is het niet tekenend dat een afde lingschef er met voldoening over sprak dat in een bij een sociale werkplaats ondergebrachte monta ge-afdeling precies hetzelfde werk als dat van ons voortreffelijk wordt verricht door geestelijk gehandicap ten? Je schrikt er toch wel even van, dat zo'n man er helemaal aan voor bijgaat dat geestelijk valide mensen dus gedwongen zijn werk to doen dat ver onder hun niveau ligt. Men staat daar niet eens bij stil. En waarom zou men ook? De mens speelt geen belangrijkere rol in het massaproduktieproces dan die van een radertje in een machine. Valt hij uit, dan wordt hij vervangen." Jan Peijnenburg en Threes van Dijck zeggen met nadruk dat hun kritiek op de ongeschoolde produk- tiearbeid en de systemen die daarbij worden gevolgd niet alleen Philips raakt. Je komt het overal tegen, het is een wereldprobleem. „Wanneer", aldus Peijnenburg. „het totale be drijfsleven maar iets van zijn koude materialistische mensvisie zou op geven, wanneer de arbeidende mens alleen nog maar een tikkeltje hoger zou worden gewaardeerd, zou er al veel ten goede keren. Men zou dan vanzelf naar oplossingen zoeken om de mens niet aan het werk kapot te laten gaan. Terwijl men theoretisch verdedigt dat de mens wel degelijk serieus wordt genomen, blijkt dit in de harde praktijk gewoon niet waar te zijn. De arbeid is zijn scheppende waarde ontnomen en leeg geworden doordat hij wordt opgedeeld in vele kleine doeltaken, losstaand van het resul taat. Als je dergelijk werk, dat als menselijke creativiteit ls gedood, dag in dag uit moet doen, sterf je zelf ook stilaan af. Waarbij dan nog komt, dat zij die het beroerdste werk moeten doen ook nog het slechts worden betaald. Dit schreeu wende onrecht is onder ons even eens een normale zaak. Je wordt betaald naar gelang je verstand hebt en niet naar je inzet of Je per soonlijk waarde. Zo is dat. 'Basis' machteloos De schrijvers van „De blinde hoek" zien wel oplossingen, maar geen di recte mogelijkheden tot verwezen lijking daarvan. Zeker niet in een tijd van internationale economische spanningen zal er van „boven" Iets ten goede te verwachten zijn. De „basis" is te machteloos om zelf Iets in het meedogenloze robotsysteem te kunnen doorbrkeen. Maar het is al heel wat als de mensen zichzelf weer bewust gaan worden, dat zij zich ertegen gaan wapenen hun mens-zijn in deze zinloosheid te ver liezen. De kerken, maar zeker ook de vakbeweging (die naar de mening van Jan Peijennburg in tegenstel ling tot vroeger vrijwel geen sociaal gerichte aandacht meer schenkt aan de arbeider als individu) moeten hen daarbij helpen. „Ondanks alles bevat ons boek hoopvolle perspectieven", zegt Peij nenburg. „We zien om ons heen vele veranderingen zich voltrekken. Alle narigheid van het ogenblik kan een vingerwijzing zijn naar een nieuwe periode voor de mensheid, waarin zij ook al wil zij dat misschien zelf niet gedwongen wordt te komen tot andere waarden, tot een andere levenswerkelijkheid. Ik zie daarin Gods zorg, die toch herstelt wat wij hebben bedorven. De uitkomst van dat hele proces zou kunnen zijn dat wij in een andere levensstijl gaan ervaren dat wij met minder hébben meer kunnen zfjn." Een legpuzzel met vijfduizend stukjes zoals die kort geleden van Rembrandts Nachtwacht is ge maakt heet ontiegelijk moeilijk. En eentje voor beginnende puzze laartjes, die uit misschien maar tien stukjes bestaat, noemen we kinderlijk eenvoudig. Ómdat Juist simpel lijkende dingen vaak het moeilijkst blijken te zijn, gaat dat onderscheid natuurlijk lang niet altijd op. Neem bijvoor beeld „de kabouter": een puzzeltje met een kinderlijke naam, rood van kleur zoals het althans een deel van een fatsoenlijke kabouter betaamt. Om te zien een doodge wone rechthoek, die uitzeven onge lijke stukjes is samengesteld. En toch een van de ingewikkeldste Puzzeltjes die we de laatste jaren zijn tegengekomen. Leg daar maar een pijp van, of een schortje, een stropdas, een hoedje of een zespun tig soort ster. Zelfs met de voor beelden voor je fieus is dat razend moeilijk .J>e kabouter" is dan ook geen ge wone puzzel. Het is een „tangram", een Chinees legspel dat veel geduld van de speler eist. „De puzzelaar kan het winnen wanneer hij er met geduld en vernuft in slaagt met de beschikbare stukjes het gekozen voorbeeld te leggen; hij kan ook verliezen als hem dat met al zijn inzicht en ervaring niet lukt. Hij kan zelfs door tangram vernederd worden, wanneer hij de verleiding niet kan weerstaan om achter in het boek bij de oplossingen te spie ken". Zo staat het een beetje op z'n Chinees gezegd in „het nieu we tangram boek", een uitgave van Landshoff in Bentveld- Aerdenhout. Daar staat ook in, dat het spel lang geleden, omstreeks 1800, uit China naar Europa is over gewaaid. Het werd toen vreselijk populair en de Duitse uitgever Richter bracht in de tweede helft van die eeuw zelfs een hele serie variaties op het Chinese origineel uit. Die „Richter-stukken" waren van rode baksteen, maar de tangrams van nu zijn van stevig, gekleurd karton gemaakt. Het boek bestaat voor 99 procent uit voorbeelden die uit de stukjes van acht tangrams gelegd moeten worden. Achterin staan, zoals inmiddels al duidelijk, de oplossingen, maar die zijn er alleen in gezet om achteraf de ge vonden oplossing te kunnen controleren, of „omdat zijn nachtrust op het spel staat", want de uitgever weet ook wel hoe moei lijk de puzzels zijn. De grondvor men van de acht tangrams lijken meestal niet erg op hun namen: je hebt het wonderei, de hartebreker, het cirkelraadsel, de toornstiller, de bliksemafleider, de dierentuin, de geduldtoetser en de al genoemde kabouter. De geduldtoetser een achthoek wordt de allermoei lijkste genoemd, maar ook het wonderei mag er zijn. hoewel zes van de negen stukjes tamelijk makkelijk te plaatsen zijn doordat ze een ronde kant hebben. Maar om van negen stukjes „elerdop" een vogel vliegend, omkijkend, pik kend of zwemmend te maken, daarvoor heb je evengoed veel ge duld en doorzicht nodig. Dit nieuwe tangram kost 29,50, waarvoor de puzzelaar dan een boek met honderden voorbeelden terugkrijgt, waarop hij uren, zelfs dagen achtereen zijn tanden kan stukbijten. En dan maar weer over nieuw beginnen, want wat die tangrams betreft is dit een „einde loos" boek. ONZE WERELD TELT.. ca 6000 soorten wed- ca 3mi!|ard stuks seiplanten (granen, i vee vruchten,groen ten eic Een van de politieke gevangenen in Tsjechoslowakije voor wie Amnes ty International een rechtvaardige behandeling probeert te be werkstelligen. is de 52-jarige pater Stefan Jaworsky. Hij was pastoor in Muran (in het zuiden van Slowa kije) en werd op 26 november 1975 in zijn woning gearresteerd, toen hij met ongeveer tien jongeren godsdienstige onderwerpen be sprak. De jongeren werden later vrijgelaten, maar Jaworsky moest op 31 maart vorig jaar in Roznawa terechtstaan. De zitting zou open baar zijn, maar desondanks werd het publiek onder wie veel fami lieleden en bekenden niet toege laten. Er ontstond een relletje, waa rop de president, dr. Stefan Gacek, de zitting verdaagde. Het proces werd op een geheime plaats voort gezet. Het vonnis en de precieze beschul digingen tegen Jaworsky zijn lang onbekend gebleven. Maar op 26 ja nuari j.l. berichtte de „Prawda van Bratislawa", dat pater Jaworsky door het gerechtshof van Kosice in hoger beroep veroordeeld was tot twee jaar vrijheidsstraf, door te brengen in een „heropvoedings- groep". Hij werd er van verdacht Jongeren te hebben aangezet om naar radio Vatikaan te luisteren en hun boeken hebben gegeven, en verder films te hebben vertoond met het doel „het aantal religieuze activisten te vermeerderen". Vol gens de laatste berichten bevindt de pater zich in de gevangenis van Ilawa, waar hij zware ondergrondse arbeid moet verrichten. Zijn ge zondheidstoestand zou zeer slecht zijn. Beleefde brieven, waarin wordt aangedrongen op het in vrijheid stellen van pater Stefan Jaworsky. omdat zijn gevangenschap in strijd is met artikel 19 (iedereen heeft recht op vrije meningsuiting) van de ook door Tsjechoslowakije on dertekende Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. kun nen gericht worden aan: Dr. Gus- tóv Husék President van de CSSR Praha-Hrad Tsjechoslo wakije. Wie kaatst moet de bal verwachten en als het goed is. heeft baas Jan van een café ln het Limburgse Schlnveld dan ook wel op een gein tje gerekend toen hij van vakantie thuis kwam. Maar misschien had hij niet gedacht dat het grapje ver der ging dan het bordje „werk in uitvoering" en de rode lamp voor zijn café: daarachter bleek een ste vige muur zijn portiek hermetisch af te sluiten, zodat Jan noch zijn vrouw met het vu Lie vakantiegoed en de bagage in huls konden en zelfs niet ln hun etablissement. Daar zou nog heel wat aan vooraf gaan. „De Limburger" weet dat de. cafébaas met houweel en hamer aan het werk moest om een door gang in de vakkundig gemetselde muur te hakken, en ook dat hij er waarschijnlijk niet zó kwaad om was, omdat hij zelf „grossiert" in grappen. Nooit had mevrouw Sandra West. de weduwe van een miljonair uit de Amerikaanse staat Texas, iets te wensen over gehad. Vandaar ver moedelijk dat haar laatste wens een bijzonder bizarre was: na haar dood wilde ze. net als de farao's in het oude Egypte, met haar liefste bezit begraven worden. Anders dan die farao's koos zij daarvoor haar favoriete, snelle Ferran uit. maar toen ze eenmaal overleden was gaf haar testament toch wel wat pro blemen. Uiteindelijk moest de rechter uitspreken dat haar laatste wens vervuld kon worden. En zo is mevrouw West in haar mooiste kanten japon, in haar auto op een comfortabele stoel zittend, in een stalen container gereden, waarna het geheel is bijgezet in het familie- ghaf. De rest van haar beztittlngen. inclusief het lieve sommetje van zeven miljoen gulden, mocht haar zwager houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 5