Henk Broek maakt Spakenburg
inthousiast voor klederdracht
Sticker van het jaar
0BE
Over kleding en financiën
UW PROBLEEM 00K HET ONZE
'Nog ruim 1200 vrouwen zijn kostuum trouw gebleven
Uw Kunstgebit
u
DAG 12 APRIL 1977
VARIA
Trouw/Kwartet
tor Fred Lammers
AKENBURG „De klederdracht hier
tf ik nog een jaar of vijfentwintig, dan
het wel bekeken. Het Spakenburgse
5tuum zal bij feestelijke gelegenheden
later nog wel tevoorschijn worden
ïaald, maar je zult die klederdracht
b niet meer dagelijks op straat kunnen
b, zoals nu nog ruim 1200 vrouwen in
akenburg, Bunschoten en de
iuiJurtschap Eemdijk het kostuum trouw
Ge q gebleven."
g r
ik Koelewijn kan het weten. Al is hij nog
sdaiar dertig, in Spakenburg en ver daarbuiten
Eui it hij bekend als deskundige op kle-
a d drachtgebied. Vandaar zijn nauwe contacten
Beft het Nederlands Openluchtmuseum in
ihem. dat hem enige jaren geleden benoemde
.werkconnectie". wat in de praktijk betekent
Henk er direct bij wordt betrokken als in
Icenburg aankopen moeten worden gedaan
ir het museum.
c is een echte Spakenburger. „Mijn voorou-
woonden hier al in 1600 en waarschijnlijk
veel eerder. Dat verklaart dat alles wat met
dorp heeft te maken mij zo boeit. Dat had ik
ils kind van een jaar of acht, als ik ging graven
de boomgaard van mijn grootouders. Ik was'
d dolgelukkig als ik oude scherven vond. Toen
een jaar of veertien was. ging ik de boer op om
vragen of ze soms oude dingen te koop hadden
ar ze toch niet meer naar omkeken."
kon in die tijd voor weinig geld nog leuke
;en in de wacht slepen. Al mijn zakgeld be-
edde ik eraan. Ik had nooit geld, wel spullen,
sloeg ik thuis op zolder op, tot ergernis van
in moeder, die het toen maar vreemd vond dat
ir zoon van die ,oude troep' aansleepte."
gingen de aankopen boven Henks begro-
De koperen miniatuurtjes die nu op zijn
rinj fnhuis aan de Oude Schans op de
oorsteen een ereplaats hebben bijvoorbeeld
waar hij destijds vijftien gulden voor moest
rtellen.
Ining
dergelijke gevallen sloot ik een lening bij
®e' Kjtvader. Hij hield het geld dat ik hem
,nl ilildig was dan in op het zakgeld dat ik elke
ek van hem kreeg. Na zijn dood heb ik gezien
hij die transacties nauwkeurig in zijn zak-
ekje bijhield. Heel ontroerend vond ik dat."
groeide Henks verzameling: oude ge-
iksvoorwerpen, afbeeldingen, maar ook on-
:de\en van en vaak complete historische Spa-
uburgse kostuums". Die interesse werd door
grootouders gevoed. Grootmoeder van
oeders kant hield ook van oude dingen. Oor-
ronkelijk was haar man visser, zoals vroeger
na iedereen in het dorp. Toen hij met groot-
der, een boerendochter uil Bunschoten,
uwde, is hij voorgoed aan land gebleven en
c boer geworden, wat hij diep in zijn hart al
1 was. Grootmoeder ging meteen aan de slag
grootvaders kleding aan de nieuwe situatie
te passen, want boeren droegen broeken met
dere kenmerken dan vissers. In het dorp bleef
t niet onopgemerkt. Het leverde grootvader de
naam Hendrik Broek op. Iedereen had hier
leger een bijnaam en veel Spakenburgers heb-
dat nog. Zo'n naam gaat soms generaties
g in een familie mee. Waarschijnlijk omdat ik
;elfde voornaam heb als grootvader, heb ik
bijnaam geërfd. In Spakenburg kent iede-
n me als Henk Broek."
xclusieve stoffen
bdat Henk er niets voor voelde evenals zijn
der slager te worden, zocht hij het in zijn
Ibby uit zijn kinderjaren en zo heeft hij aan de
kde Schans vlakbij het haventje waar de
[iters nog steeds afmeren, al zijn ze minder
rijk dan voorheen een zaak waar hij het
buwvolk van Spakenburg, Bunschoten en
pdijk van het materiaal voorziet dat zij nodig
■en om hun klederdracht bij de tijd te hou-
i, zoals fleurige stofjes voor kraplappen, de
iuuste schouderstukken die een wezenlijk on-
fdeel vormen van het Spakenburgse kostuum.
t van ver komt smaakt lekker en dat gaat bij
k ook op. Dat wist zijn overgrootmoeder ook
die zo ondernemend was dat zij regelmatig bij
man in de botter stapte en zich dan in
huizen of een andere Zuiderzeestad, een eind
ii de buurt, aan wal liet zetten om daar op zoek
.gaan naar exclusieve stoffen, waar ze dan
bzelf en haar dochters op trakteerde, af-
ftstig bekeken door de rest van het dorp. De
eranciers van Henk zitten in Frankrijk, Duits-
4, Oostenrijk en Italië. De fabrikanten waar-
HENK KOELEWIJN over 25 jaar is het wel bekeken
mee hij relaties onderhoudt vervaardigen regel
matig stoffen volgens oud motief in Henks
opdracht.
„Ik smeer mijn klanten niets aan wat niet histo
risch verantwoord is. Het handelen in stoffen is
mijn broodwinning, maar ik zie het ook als het
dienen van een cultureel belang. Ik wil eraan
meehelpen dat er niet wordt geknoeid met die
klederdracht, omdat het een erfstuk is waar we
zuinig op moeten zijn."
Dat lukt me, al zeg Ik het zelf, aardig". Het is
zelfs zo dat Henk door zijn enthousiasme vrou
wen ertoe brengt van het burgerkostuum weer
op de klederdracht over te schakelen. Als ze
belangrijke onderdelen hebben bewaard is dat
mogelijk. Niet wanneer alles is verkocht: dan is
er nauwelijks een weg terug of je moet er vele
duizenden gulderi^ voor over hebben, want in
klederdracht lopen is niet even een pakje aan
trekken. Het Spakenburgse kostuum bestaat uit
vele onderdelen voor allerlei gelegenheden.
Dat de belangstelling voor het Spakenburgse
kostuum eerder toe- dan afneemt komt ook
doordat mensen in klederdracht tegenwoordig
anders worden bekeken dan enige jaren terug.
„Als je je vroeger in klederdracht buiten het
dorp vertoonde, werd je aangezien voor iemand
die uit een achtergebleven gebied kwam. Er
werden opmerkingen gemaakt in de geèst van:
hep je paling bij je? De mensen zien kle
derdrachten nu als iets bijzonders, als een stukje
levende historie. Degenen die het dragen worden
bewonderd en dat wil elke vrouw graag".
de Oude 8chans, waar Henk ze opkoopt voor het
Openluchtmuseum, voor de gemeente die een
eigen museum wil gaan oprichten of voor zijn
privé verzameling, die steeds omvangrijker
wordt. Zaken die daar niet interessant genoeg
voor zijn worden doorverkocht. „Overal haal ik
spullen vandaan. Een tijdje geleden heb ik leuke
dingen gevonden in een huis waar een paar oude
mensen een kluizenaarsbestaan hadden geleid.
Ik moest me er een weg banen door bergen vuil
en toen ik weer buiten stond zat ik onder de
vlooien. Tot de zaken die ik er heb weggehaald
behoren antieke kinderjurkjes. Kijk, hier heb ik
er een van. Nu dat is gereinigd is het een uniek
exemplaar. Aan de hand daarvan kunnen men
sen die dat willen op verantwoorde wijze dit
patroon namaken. Dat gaat ook met die capes
gebeuren. Ik ga de originelen uitlenen", vertelt
Henk en hij bergt het bietenrode kinderjurkje
weer zorgvuldig op in de grote eeuwenoude kast.
Zijn huis lijkt op een museum. Aan alles wat er
staat zijn herinneringen verbonden. Toch is het
geen pronkkamer. Bijna alles wordt dagelijks
gebruikt en dat maakt het dubbel plezierig. Bij
de schoorsteen staat de kerkstoof van Henks
overgrootmoeder en in dozen en kisten zelfs
onder het bed van Henk op zolder staan die
opgestapeld zitten de herinneringen aan Spa-
kenburgs verleden.
Rijntje
Capes
De klederdracht In Bunschoten en Spakenburg
leeft, en dat kan nog maar van weinig drachten
in ons land worden gezegd. Regelmatig wordt
het kostuum aangepast. Als je afbeeldingen van
de Spakenburgse dracht van een paar eeuwen
terug met de situatie nu vergelijkt, is het kos
tuum onherkenbaar veranderd. Er komen ook
dingen van vroeger terug.
Daarover verteltd Henk: „Ik ben erin geslaagd
een stof te laten maken, waar lange ruitjesschor-
ten van kunnen worden gemaakt, die een eeuw
geleden erg in zwang waren. Het halve dorp
draagt ze nu. Het komende najaar ga ik
nachtgrondsits in de handel brengen, een stof
die al jaren niet meer te koop is en waar vroeger
capes van werden vervaardigd. In Frankrijk heb
ik een adres gevonden waar ze het volgens oud
patroon voor me willen maken. Dat zal ongetwij
feld ook een rage worden. De mensen vinden het
leuk als ik iets nieuws breng. Dan staan ze 's
morgens soms rijen dik voor de winkeldeur."
Als mensen onderdelen van klederdrachten van
de hand willen doen, stappen ze ook vaak naar
door Mink van Rijsdijk
Stickers worden duidelijk niet gemaakt om in kinder
plakboeken tot een verzameling te groeien. Ze zijn
ontworpen en vervaardigd ter verbreiding van leuzen
en boodschappen, anders gezegd: stickers vormen een
niet meer weg te denken onderdeel van het reclame-
en propagandawezen. Dat zal de pret van het door
verzamelwoede aangetaste kind geenszins drukken.
Het jonge volkje heeft geen boodschap aan de
Waddenzee, waar ze wijs mee moeten zijn en van de
kreet ,,blij dat ik rij" worden ze niet vrolijk. Het
wervende, verhevene of zelfs stichtelijke tekstje op de
sticker, noch de kunstzinnigheid van het ontwerp
geldt als belangrijk.
Het doel van sparen zit uitsluitend in het vergroten
van de eens met een luttel exemplaar gestarte verza
meling van wat dan ook. De drang van sommige
autobezitters, die hun vervoermiddel volplakken met
plaatjes laat ik maar onbesproken. Iemand die maar
raak plakt is geen echte verzamelaar. Een propagan
dist voor een goed doel of een speciaal soort after
shave ben je natuurlijk niet als je vijftig goed-doel-
leuzen en ook nogeens vijftig merkartikelen aanprijst
in dan welgeteld honderd stickers op je automobiel
Het sparen van stickers heeft de oorspronkelijke
bedoeling van die dingen dus nogal verdoezeld. Zo nu
en dan echter merk je verbaasd dat er nog een paar
idealisten zijn die geloven in het effect van zo'n
plakding. Ze hebben mij spontaan gewonnen voor
hun geloof. Een sticker kan inderdaad doeltreffend
werken, mits er natuurlijk wel de juiste plaats voor
wordt gekozen.
Degene die een speciale-boodschap tot mij wilde laten
doordringen, ging bijzonder origineel te werk. Geheel
argeloos stapte ik onze badkamer binnen en werd
ogenblikkelijk geconfronteerd met een sticker, die
precies in het midden van de wastafelspiegel was
aangebracht. Ik las de oproep: Stem eens op een
vrouw. Kijk, kijk dacht ik monter, er wordt net als
vroeger weer geplakt voor de komende verkiezingen.
Nu had ik natuurlijk allang in de krant gelezen dat
..Vrouwenbelangen" een actie voert om meer vrou
wen in de Tweede Kamer te krijgen. Door voor
keurstemmen uit te brengen op vrouwen die niet op
een verkiesbare plaats op de verkiezingslijsten staan,
hoopt men dat doel te bereiken. „Vrouwenbelangen"
maakt geen reclame voor een bepaalde partij, maar
wil de vrouw in het algemeen activeren om mee te
denken en mee te doen met het politieke gebeuren.
De discussie hierover kan oeverloos zijn, al zijn er
eigenlijk maar drie visies. „Ik stem niet zomaar een
vrouw," meent de een, ,,ik stem de naar mijn oordeel
meest deskundige figuur, om het even tot welk
geslacht die ook hoort." „We moeten wel op vrouwen
stemmen, ongeacht hun plaats op de lijst," vindt een
ander, „anders blijft politiek een mannenzaak." „Al
lemaal klets," stelt men ook nog steeds, „de vrouw
hoort thuis."
Wel, als u vannacht wakker wordt van sluipende
voetstappen in uw huis, schrik dan vooral niet. Ik
waar dan bij u rond als een echte ouderwetse verkie-
zings-plakster. Gelukkig hoef ik geen emmer stijfsel
mee te zeulen, even een natte spons over de achter
kant van de sticker en klaar ben ik. Als u dan
morgenochtend uw tanden staat te poetsen, ziet u het
direct. „Stem eens op een vrouw." Nee, dank u, ik
drink niet nog even een kop thee, er zijn zoveel
spiegels in de wijk, waar ik geacht word mijn plaktaak
te verrichten, dat ik geen tijd heb voor gezellige
babbels, noch voor twistgesprekken over de leus van
de sticker. Wat zegt u meneer? Meent u werkelijk dat
vrouwen geen politiek gevoel hebben? Ooit van
Marga Klompé gehoord en van Hannie van Leeuwen?
Trouwens, zo briljant zijn de mannen toch ook niet
uit de bus gekomen de afgelopen weken hè?
Stem eens op een vrouw. Geef de sticker rustig aan
kinderen of kleinkinderen voor hun plakboek. Het is
zeker de moeite waard hem zuinig te bewaren voor
later als hij zichzelf overbodig heeft gemaakt deze
sticker van het jaar.
door Annemarie Lücker
Een hoofdstuk op zich vormen de familiepapie
ren. Daar alleen al kunnen geïnteresseerden zich
urenlang mee vermaken. Mensen uit een grijs
verleden komen daarin tot leven, zoals een van
de voorouders van Henk, die op 23 februari 1824
in haar bijbeltje schreef op de dag dat haar man
vijftig jaar werd, dat „voor ruim acht dagen"
haar 21-jarige dochter Rijntje „is ontdekt en op
den derden dag in ruimte gesteld". Het tijdstip
van deze bekering wist zij precies te vermelden:
,,'s avonds om negen uren".
Veelzeggend is het bijschrift van de gelukkige
moeder: „Dit is nu mij eenige wens en begeerte
dat niet alleen eenige maar alle mij kinderen
mag zalig worden en als perelen mogte blinken
aan den troon".
Van geheel andere aard is de handgeschreven
overlijdensannonce van een ander familielid
waarin staat te lezen: „Dat de Heere zijne ziele
genadig moge zijn. Wij hebben het uit zijne
mond niet kunnen horen".
Dat verleden laat Henk niet onberoerd. „Omdat
zoveel voorouders hier hun voetstappen hebben
liggen, zijn echte Spakenburgers geloof ik zo
gehecht aan hun dorp. Al verandert er ook hier
de laatste tijd veel, het gemoedelijke is gebleven.
Je bent hier geen nummer voor elkaar."
Veel mensen weten niet wat ze per
jaar aan kleding uitgeven, sommigen
houden het exact bij. Gemiddeld
wordt in Nederland 11 tot tw.aa|f
procent van het bruto inkomen aan
kleding gespendeerd. Iedere
Nederlander besteedt gemiddeld
vijfhonderd gulden per jaar aan
kleding. Maak uit het blote hoofd
maar eens een lijstje van aanschaf
over afgelopen winter.
Waarschijnlijk valt het bedrag nog
behoorlijk tegen, terwijl u het gevoel
had „niets" bijzonders te hebben
gekocht.
De stichting Economisch
Huishoudelijk Beheer in Den Haag
geeft een boekje uit met de titel
„Kleedgeld voor hem, voor haar,
voor het hele gezin", waarin
overzichten van kosten, aanschaf en
budgetten en een hele reeks
wetenswaardigheden over kleding te
vinden zijn. Bij het lezen van deze
informatie krijg je het gevoel datje
alles veel handiger en economischer
kunt doen. Gelukkig wordt rekening
ADVERTENTIE
gehouden met afwijkende factoren
zoals gezinssamenstelling,
representatie, slijtage, extra
behoeften van verschillende
leeftijdsgroepen en natuurlijk
Inkomsten.
Uit een aantal voorbeelden is het
misschien aardig het kleedplan van
een 28-Jarige vrouw-met-baan te
bekijken, zoals in het boekje is
gegeven. Gemiddelde gebruiksduur
wordt op twee Jaar geschat,
uitzondering vormen een duster
(drie Jaar) en t-shlrts (één Jaar). De
geschatte jaarkosten komen dus op
de helft van de koopprijs. Nu heeft
niemand eenzelfde startpunt want
iedereen bezit nog wel modieuze of
draagbare kleren. Het lijstje bevat
het volgende: winterjas, koopprijs:
150 gulden, coat 98 gulden, regenjas
120 gulden, 2 lange broeken honderd
gulden, 2 vesten 70 gulden, 3 truitjes
78 gulden, 2 t-shirts 24 gulden, 4
blouses 128 gulden. 2 rokken
negentig gulden, lange rok 65
gulden, 2 jurken (een lange) 150
gulden, lingerie en toebehoren
honderd gulden, 2 paar schoenen 160
gulden, een paar laarzen 120 gulden,
3 nachtponnen 75 gulden, duster 55
gulden, bikini 28 gulden en
accessoires honderd gulden. De
gedeelde jaarkosten komen totaal
op 850.80 gulden.
Nu hoeft niemand zich aan deze
raming te houden, iedereen zal
andere behoeftes hebben. Mijn
persoonlijke veranderingen in dit
plan (34, twee kinderen en werk)
komen neer op het volgende: voor
een echte mooie winterjas betaal ik
minimaal 180 gulden, inplaats van
een coat brei ik een lang vest voor
betzelfde bedrag aan materiaal.
Inplaats van twee vesten koop ik een
effen blazer honderd gulden, die op
alle broeken, rokken en Jurken staat.
Inplaats van drie truitjes kies ik een
grote wijde trui vijftig gulden, en een
dun coltruitje voor twintig gulden.
De vier bloesjes beperk ik tot drie:
een ruiten werkmanshemd tien
gulden, een zijden witte blouse
zestig gulden, een tuniekblouse
(opahemd) dertig gulden. Drie
t-shlrts voor dertig gulden. De maxi
rok laat ik vallen, maar ik geef meer
uit aan een feestjurk en de „daagse"
Jurk wil ik ook met bloesjes kunnen
dragen, 240 gulden. Ik heb liever
twee paar laarzen en een paar
schoenen voor samen 310 gulden.
Oude t-shirts en overhemden dienen
als aardige nachtpon, ik koop een
nachtpon voor onverwachte
momenten, twintig gulden. Voor
accessoires trek ik meer uit omdat
die nu eenmaal een belangrijk
onderdeel zijn voor modieuze
variaties, tweehonderd gulden. Mijn
totaal komt op 924,30, maar dan
ben ik ook dik tèvreden.
Omgerekend betekent dat ongeveer
75 gulden per maand.
Hoe houdt U de gehele dag
stevig op zijn plaats?
Het Is niet nodig, dat U angst heeft, dat Uw
gebit losschiet bij het eten, lachen ot nieten!
Een weinig Dentofix 'a morgens op de
gebitsplaat gestrooid houdt Uw gebit on
wrikbaar op zijn plaats en doel U alle vroe
gere ongemakken vergeten. Dentofli is
verkrijgbaar bij apotheken en drogisterijen.
VRAGEN ultelultend In envelop sturen neer postbus 507 Voorburg.
Per vraeg een gulden in postzegels het liefst in weerden ven 55 en
45 ets bijvoegen, en beslist niet een de buitenkant opplakken
Geheimhouding verzekerd Briefkaarten worden terzijde gelegd
\AG: Waarmee zullen we nu die
nposthoop eens een beetje aan
oog onttrekken? We zouden weer
5 tomaten of Oostindische Kers
misschien komkommers kunnen
ten. Vóór de keuze bepaald was
un het.
rwoORD: (met de post) Een on-
lezeressen. gedachtig aan de vra-
over pompoenen en courgettes
verleden jaar. zond ons een zakje
stevige zaden van de door onze
jenstelsters zo zeer verlangde
«te pompoen" volgens de milde
enkster veel lekkerder dan cour-
en voor verschillende recepten
ikbaar. In Wageningen had men
raif Pitten met veel succes gezaaid.
zoete pompoenen had men in een
—a logische winkel gekocht. Volgens
""[bijgevoegde beschrijving kan de-
vrucht gemakkelijk gekweekt
den, ook in potten. De kleuren
de vruchten zijn prachtig. Re-
én waren bijgevoegd voor soep.
soufflé frieten, beignets en een
Wge taart. Wij zijn nu al be-
'wd en geven gaarne door dat de
IJl evens afkomstig zijn van „Lima"
t-Martens-Latem. België no 26.
'VULLING (in natura):
iwsgierig geworden door alle
lekoekpraat van een vorige
onderzochten we de mogelijk
heid om zelf Oranjekoek uit Akkrum
te proeven. Een van onze lezers
maakte een omwegje en bracht een
grote platte vierkante doos, met een
Friese jol erop, mee en daar lag 40 x.
40 cm heerlijkheid in: twee dunne
lagen koek. Daartussen een dunne
uiterst fijn gemalen (of gewreven)
vulling. Samen ongeveer 'h cm dik.
Daarover een zacht roze glazuur en
n
K>e
alsof dat nog niet lekker genoeg was.
was het hele geval „opgemaakt" met
dikke crème in verschillende kleuren
in sierlijke krullen en met Franse
vruchtjes en chocolaatjes gekroonde
roosjes. We hebben er geweldig van
genoten en vele grote en kleine geïin-
teresseerden hielpen daarbij. Ik ge
loof wel, dat de in Limburg wonende
Friezin zo'n taart kan maken (al zal
het een heel gedoe zijn).
VRAAG: Ik kreeg laatst een zeer
interessant boekje in handen, dat
geschreven is door John R.W. Stott.
Wie is deze schrijver?
ANTWOORD: Stott is een zeer be
kend evangelist, herder en leraar In
Engeland. In 1950 werd hij beroepen
tot lector van All Souls Church in
Londen en daar werkt hij nog steeds.
Als bijbelverklaarder en conferentie
spreker is hij ook buiten Engeland
zeer bekend. Een van zijn toespra
ken op het Internationale Wereld
evangelisatiecongres te Lausanne
(1974) groeide uit tot zijn boek:
Christian Mission in the modern
world. Dit is een van zijn vele wer
ken; andere zijn: Balanced Christia
nity en Basic Christianity (uitgave in
Nederland Gideon Hoornaar).
VRAAG? Bestaat er ook een vergelij
kend overzicht van olie- en vet-
soorten?
ANTWOORD: Ook in deze rubriek
hebben we meermalen over dit on
derwerp geschreven. Een zeer duide
lijke en uitvoerige lijst van 21 spijs
oliën, bakvet, roomboter, margarine
en halvarine publiceerde het Voor
lichtingsbureau voor de Voeding
postbus 1772, Den Haag. Men kan dit
persbericht 1666 bij deze instantie
bestellen door op de adreszijde van
een briefkaart, gericht aan bo
venstaand adres bij te plakken 0,95,
er heel duidelijk naam en adres te
schrijven, met de bestelling 1 x 1666.
Het is wel zo voordelig als men zich
schriftelijk opgeeft voor deze weke
lijkse persberichten, waarvan het
jaarabonnement 8 gulden kost. Wij
tekenen hierbij aan, dat men bij een
instantie met een heel grote corres
pondentie wèl desgevraagd een
postzegel extra op een briefkaart
mag plakken. Bij brieven aan het
adres van deze rubriek k&n dat zeer
beslist niet.
AANVULLING: op het antwoord be
treffende het schilderij van Jan As-
selijn Men maakt ons attent op de
bespreking in Openbaar Kunstbezit
8/64/no 1 door P.J.J. van Thiel. Te
vens op het artikel van dr R. van
Luttervelt (Holl. Musea uitgave Gaa-
de, Den Haag, c. ed. Aimery Somogy
Paris 1960). Ten slotte op het artikel
van dr G.Knuttel Wzn. (in de Neder
landse Schilderkunst van Van Eyck
tot van Gogh, Becht Amsterdam
1950 blz 346). Hartelijk dank voor dit
uitgebreide onderzoek.
VRAAG: Mèt zegels erbij, maar geen
adres. Weer een abonnee, die, tegen
de 60, Zich zorgen maakt over de
uitkering die hij zal krijgen. Dit is
kennelijk iemand die graag wil we
ten, hoe het „wetje van Boersma" of
liever de WWV (u heeft ook gezien
dat die v uitgevallen was in een
vroeger antwoord) in zijn geval
„overkomt".
ANTWOORD: Vragen als deze kan
men beter zelf direct richten tot
Voorlichting Sociale Zaken via
postbus 51. Den Haag. Wel voldoen
de gegevens erbij schrijven. Nooit
officiële stukken in brieven Inslui
ten, tenzij men daarom vraagt. In
dat geval aangetekend verzenden.
Meestal is een fotocopy voldoende.
VRAAG: Iemand vertelde, sprekend
over Rodin, dat te Praag een groot
gedenkteken, gewijd aan Johannes
Husz ook door deze beeldhouwer
gemaakt zou zijn.
ANTWOORD: Op de AltstadtRing
te Praag staat het indrukwekkende
Hussiten denkmal, waarvan we ons
kunnen voorstellen, dat het associa
ties opwekt met de „Burgers van
Calais". Verder echter niet dan vage
gedachten. De beeldhouwer van dit
monument is Sturza.
VRAAG: In het wapen van
Warnsveld (bij Zutphen) staat een
mannefiguur. een reus met vleugels,
een knots in de hand, met de voeten
op een rad. Wat betekent dat alles?
Zelfs op de secretarie van die ge
meente kon men het niet zeggen.
VBAAG: Hoe onderhouden wij een
salontafel die samengesteld werd
uit stukken Noorse leisteen.
ANTWOORD: WIJ lieten ons op onze
beurt voorlichten en als resultaat
kwam hieruit: A Gextrapolish, die
verdund wordt toegepast. Vragen
hier over bij Koenehuls, Blnckhorst-
laan 170, Den Haag.
VRAAG: Als ik oude spoorbiels in
mijn tuintje gebruik (ze zijn gecreo-
soteerd), vermoord ik dan niet mijn
planten daarmee?
ANTWOORD: Zeil zou ik niet zo
gauw met een creosootprodukt in de
buurt van mijn planten dulden,
maar sedert een tuinarchitect een
zwaar geteerd de beschoeiing bij
mijn buren heeft aangebracht, uiter
aard grenzend aan mijn border, wil
ik eens afwachten wat dat gaat wor
den. „In een kas kan dat niet, maar
bulten verwaait het wel." Enfin, ik
houd u op de hoogte. Mijn ad-vies:
Maak die biels eerst stevig schoon,
schurend met een borstel of luiwa
gen met warm water. Dan goed la
ten drogen. Daarna een rottingwer-
end verfprodukt als kopernaphten-
aat of een sadollne, dat kan geen
kwaad.