Henk Broek maakt Spakenburg inthousiast voor klederdracht Sticker van het jaar 0BE Over kleding en financiën UW PROBLEEM 00K HET ONZE 'Nog ruim 1200 vrouwen zijn kostuum trouw gebleven Uw Kunstgebit u DAG 12 APRIL 1977 VARIA Trouw/Kwartet tor Fred Lammers AKENBURG „De klederdracht hier tf ik nog een jaar of vijfentwintig, dan het wel bekeken. Het Spakenburgse 5tuum zal bij feestelijke gelegenheden later nog wel tevoorschijn worden ïaald, maar je zult die klederdracht b niet meer dagelijks op straat kunnen b, zoals nu nog ruim 1200 vrouwen in akenburg, Bunschoten en de iuiJurtschap Eemdijk het kostuum trouw Ge q gebleven." g r ik Koelewijn kan het weten. Al is hij nog sdaiar dertig, in Spakenburg en ver daarbuiten Eui it hij bekend als deskundige op kle- a d drachtgebied. Vandaar zijn nauwe contacten Beft het Nederlands Openluchtmuseum in ihem. dat hem enige jaren geleden benoemde .werkconnectie". wat in de praktijk betekent Henk er direct bij wordt betrokken als in Icenburg aankopen moeten worden gedaan ir het museum. c is een echte Spakenburger. „Mijn voorou- woonden hier al in 1600 en waarschijnlijk veel eerder. Dat verklaart dat alles wat met dorp heeft te maken mij zo boeit. Dat had ik ils kind van een jaar of acht, als ik ging graven de boomgaard van mijn grootouders. Ik was' d dolgelukkig als ik oude scherven vond. Toen een jaar of veertien was. ging ik de boer op om vragen of ze soms oude dingen te koop hadden ar ze toch niet meer naar omkeken." kon in die tijd voor weinig geld nog leuke ;en in de wacht slepen. Al mijn zakgeld be- edde ik eraan. Ik had nooit geld, wel spullen, sloeg ik thuis op zolder op, tot ergernis van in moeder, die het toen maar vreemd vond dat ir zoon van die ,oude troep' aansleepte." gingen de aankopen boven Henks begro- De koperen miniatuurtjes die nu op zijn rinj fnhuis aan de Oude Schans op de oorsteen een ereplaats hebben bijvoorbeeld waar hij destijds vijftien gulden voor moest rtellen. Ining dergelijke gevallen sloot ik een lening bij ®e' Kjtvader. Hij hield het geld dat ik hem ,nl ilildig was dan in op het zakgeld dat ik elke ek van hem kreeg. Na zijn dood heb ik gezien hij die transacties nauwkeurig in zijn zak- ekje bijhield. Heel ontroerend vond ik dat." groeide Henks verzameling: oude ge- iksvoorwerpen, afbeeldingen, maar ook on- :de\en van en vaak complete historische Spa- uburgse kostuums". Die interesse werd door grootouders gevoed. Grootmoeder van oeders kant hield ook van oude dingen. Oor- ronkelijk was haar man visser, zoals vroeger na iedereen in het dorp. Toen hij met groot- der, een boerendochter uil Bunschoten, uwde, is hij voorgoed aan land gebleven en c boer geworden, wat hij diep in zijn hart al 1 was. Grootmoeder ging meteen aan de slag grootvaders kleding aan de nieuwe situatie te passen, want boeren droegen broeken met dere kenmerken dan vissers. In het dorp bleef t niet onopgemerkt. Het leverde grootvader de naam Hendrik Broek op. Iedereen had hier leger een bijnaam en veel Spakenburgers heb- dat nog. Zo'n naam gaat soms generaties g in een familie mee. Waarschijnlijk omdat ik ;elfde voornaam heb als grootvader, heb ik bijnaam geërfd. In Spakenburg kent iede- n me als Henk Broek." xclusieve stoffen bdat Henk er niets voor voelde evenals zijn der slager te worden, zocht hij het in zijn Ibby uit zijn kinderjaren en zo heeft hij aan de kde Schans vlakbij het haventje waar de [iters nog steeds afmeren, al zijn ze minder rijk dan voorheen een zaak waar hij het buwvolk van Spakenburg, Bunschoten en pdijk van het materiaal voorziet dat zij nodig ■en om hun klederdracht bij de tijd te hou- i, zoals fleurige stofjes voor kraplappen, de iuuste schouderstukken die een wezenlijk on- fdeel vormen van het Spakenburgse kostuum. t van ver komt smaakt lekker en dat gaat bij k ook op. Dat wist zijn overgrootmoeder ook die zo ondernemend was dat zij regelmatig bij man in de botter stapte en zich dan in huizen of een andere Zuiderzeestad, een eind ii de buurt, aan wal liet zetten om daar op zoek .gaan naar exclusieve stoffen, waar ze dan bzelf en haar dochters op trakteerde, af- ftstig bekeken door de rest van het dorp. De eranciers van Henk zitten in Frankrijk, Duits- 4, Oostenrijk en Italië. De fabrikanten waar- HENK KOELEWIJN over 25 jaar is het wel bekeken mee hij relaties onderhoudt vervaardigen regel matig stoffen volgens oud motief in Henks opdracht. „Ik smeer mijn klanten niets aan wat niet histo risch verantwoord is. Het handelen in stoffen is mijn broodwinning, maar ik zie het ook als het dienen van een cultureel belang. Ik wil eraan meehelpen dat er niet wordt geknoeid met die klederdracht, omdat het een erfstuk is waar we zuinig op moeten zijn." Dat lukt me, al zeg Ik het zelf, aardig". Het is zelfs zo dat Henk door zijn enthousiasme vrou wen ertoe brengt van het burgerkostuum weer op de klederdracht over te schakelen. Als ze belangrijke onderdelen hebben bewaard is dat mogelijk. Niet wanneer alles is verkocht: dan is er nauwelijks een weg terug of je moet er vele duizenden gulderi^ voor over hebben, want in klederdracht lopen is niet even een pakje aan trekken. Het Spakenburgse kostuum bestaat uit vele onderdelen voor allerlei gelegenheden. Dat de belangstelling voor het Spakenburgse kostuum eerder toe- dan afneemt komt ook doordat mensen in klederdracht tegenwoordig anders worden bekeken dan enige jaren terug. „Als je je vroeger in klederdracht buiten het dorp vertoonde, werd je aangezien voor iemand die uit een achtergebleven gebied kwam. Er werden opmerkingen gemaakt in de geèst van: hep je paling bij je? De mensen zien kle derdrachten nu als iets bijzonders, als een stukje levende historie. Degenen die het dragen worden bewonderd en dat wil elke vrouw graag". de Oude 8chans, waar Henk ze opkoopt voor het Openluchtmuseum, voor de gemeente die een eigen museum wil gaan oprichten of voor zijn privé verzameling, die steeds omvangrijker wordt. Zaken die daar niet interessant genoeg voor zijn worden doorverkocht. „Overal haal ik spullen vandaan. Een tijdje geleden heb ik leuke dingen gevonden in een huis waar een paar oude mensen een kluizenaarsbestaan hadden geleid. Ik moest me er een weg banen door bergen vuil en toen ik weer buiten stond zat ik onder de vlooien. Tot de zaken die ik er heb weggehaald behoren antieke kinderjurkjes. Kijk, hier heb ik er een van. Nu dat is gereinigd is het een uniek exemplaar. Aan de hand daarvan kunnen men sen die dat willen op verantwoorde wijze dit patroon namaken. Dat gaat ook met die capes gebeuren. Ik ga de originelen uitlenen", vertelt Henk en hij bergt het bietenrode kinderjurkje weer zorgvuldig op in de grote eeuwenoude kast. Zijn huis lijkt op een museum. Aan alles wat er staat zijn herinneringen verbonden. Toch is het geen pronkkamer. Bijna alles wordt dagelijks gebruikt en dat maakt het dubbel plezierig. Bij de schoorsteen staat de kerkstoof van Henks overgrootmoeder en in dozen en kisten zelfs onder het bed van Henk op zolder staan die opgestapeld zitten de herinneringen aan Spa- kenburgs verleden. Rijntje Capes De klederdracht In Bunschoten en Spakenburg leeft, en dat kan nog maar van weinig drachten in ons land worden gezegd. Regelmatig wordt het kostuum aangepast. Als je afbeeldingen van de Spakenburgse dracht van een paar eeuwen terug met de situatie nu vergelijkt, is het kos tuum onherkenbaar veranderd. Er komen ook dingen van vroeger terug. Daarover verteltd Henk: „Ik ben erin geslaagd een stof te laten maken, waar lange ruitjesschor- ten van kunnen worden gemaakt, die een eeuw geleden erg in zwang waren. Het halve dorp draagt ze nu. Het komende najaar ga ik nachtgrondsits in de handel brengen, een stof die al jaren niet meer te koop is en waar vroeger capes van werden vervaardigd. In Frankrijk heb ik een adres gevonden waar ze het volgens oud patroon voor me willen maken. Dat zal ongetwij feld ook een rage worden. De mensen vinden het leuk als ik iets nieuws breng. Dan staan ze 's morgens soms rijen dik voor de winkeldeur." Als mensen onderdelen van klederdrachten van de hand willen doen, stappen ze ook vaak naar door Mink van Rijsdijk Stickers worden duidelijk niet gemaakt om in kinder plakboeken tot een verzameling te groeien. Ze zijn ontworpen en vervaardigd ter verbreiding van leuzen en boodschappen, anders gezegd: stickers vormen een niet meer weg te denken onderdeel van het reclame- en propagandawezen. Dat zal de pret van het door verzamelwoede aangetaste kind geenszins drukken. Het jonge volkje heeft geen boodschap aan de Waddenzee, waar ze wijs mee moeten zijn en van de kreet ,,blij dat ik rij" worden ze niet vrolijk. Het wervende, verhevene of zelfs stichtelijke tekstje op de sticker, noch de kunstzinnigheid van het ontwerp geldt als belangrijk. Het doel van sparen zit uitsluitend in het vergroten van de eens met een luttel exemplaar gestarte verza meling van wat dan ook. De drang van sommige autobezitters, die hun vervoermiddel volplakken met plaatjes laat ik maar onbesproken. Iemand die maar raak plakt is geen echte verzamelaar. Een propagan dist voor een goed doel of een speciaal soort after shave ben je natuurlijk niet als je vijftig goed-doel- leuzen en ook nogeens vijftig merkartikelen aanprijst in dan welgeteld honderd stickers op je automobiel Het sparen van stickers heeft de oorspronkelijke bedoeling van die dingen dus nogal verdoezeld. Zo nu en dan echter merk je verbaasd dat er nog een paar idealisten zijn die geloven in het effect van zo'n plakding. Ze hebben mij spontaan gewonnen voor hun geloof. Een sticker kan inderdaad doeltreffend werken, mits er natuurlijk wel de juiste plaats voor wordt gekozen. Degene die een speciale-boodschap tot mij wilde laten doordringen, ging bijzonder origineel te werk. Geheel argeloos stapte ik onze badkamer binnen en werd ogenblikkelijk geconfronteerd met een sticker, die precies in het midden van de wastafelspiegel was aangebracht. Ik las de oproep: Stem eens op een vrouw. Kijk, kijk dacht ik monter, er wordt net als vroeger weer geplakt voor de komende verkiezingen. Nu had ik natuurlijk allang in de krant gelezen dat ..Vrouwenbelangen" een actie voert om meer vrou wen in de Tweede Kamer te krijgen. Door voor keurstemmen uit te brengen op vrouwen die niet op een verkiesbare plaats op de verkiezingslijsten staan, hoopt men dat doel te bereiken. „Vrouwenbelangen" maakt geen reclame voor een bepaalde partij, maar wil de vrouw in het algemeen activeren om mee te denken en mee te doen met het politieke gebeuren. De discussie hierover kan oeverloos zijn, al zijn er eigenlijk maar drie visies. „Ik stem niet zomaar een vrouw," meent de een, ,,ik stem de naar mijn oordeel meest deskundige figuur, om het even tot welk geslacht die ook hoort." „We moeten wel op vrouwen stemmen, ongeacht hun plaats op de lijst," vindt een ander, „anders blijft politiek een mannenzaak." „Al lemaal klets," stelt men ook nog steeds, „de vrouw hoort thuis." Wel, als u vannacht wakker wordt van sluipende voetstappen in uw huis, schrik dan vooral niet. Ik waar dan bij u rond als een echte ouderwetse verkie- zings-plakster. Gelukkig hoef ik geen emmer stijfsel mee te zeulen, even een natte spons over de achter kant van de sticker en klaar ben ik. Als u dan morgenochtend uw tanden staat te poetsen, ziet u het direct. „Stem eens op een vrouw." Nee, dank u, ik drink niet nog even een kop thee, er zijn zoveel spiegels in de wijk, waar ik geacht word mijn plaktaak te verrichten, dat ik geen tijd heb voor gezellige babbels, noch voor twistgesprekken over de leus van de sticker. Wat zegt u meneer? Meent u werkelijk dat vrouwen geen politiek gevoel hebben? Ooit van Marga Klompé gehoord en van Hannie van Leeuwen? Trouwens, zo briljant zijn de mannen toch ook niet uit de bus gekomen de afgelopen weken hè? Stem eens op een vrouw. Geef de sticker rustig aan kinderen of kleinkinderen voor hun plakboek. Het is zeker de moeite waard hem zuinig te bewaren voor later als hij zichzelf overbodig heeft gemaakt deze sticker van het jaar. door Annemarie Lücker Een hoofdstuk op zich vormen de familiepapie ren. Daar alleen al kunnen geïnteresseerden zich urenlang mee vermaken. Mensen uit een grijs verleden komen daarin tot leven, zoals een van de voorouders van Henk, die op 23 februari 1824 in haar bijbeltje schreef op de dag dat haar man vijftig jaar werd, dat „voor ruim acht dagen" haar 21-jarige dochter Rijntje „is ontdekt en op den derden dag in ruimte gesteld". Het tijdstip van deze bekering wist zij precies te vermelden: ,,'s avonds om negen uren". Veelzeggend is het bijschrift van de gelukkige moeder: „Dit is nu mij eenige wens en begeerte dat niet alleen eenige maar alle mij kinderen mag zalig worden en als perelen mogte blinken aan den troon". Van geheel andere aard is de handgeschreven overlijdensannonce van een ander familielid waarin staat te lezen: „Dat de Heere zijne ziele genadig moge zijn. Wij hebben het uit zijne mond niet kunnen horen". Dat verleden laat Henk niet onberoerd. „Omdat zoveel voorouders hier hun voetstappen hebben liggen, zijn echte Spakenburgers geloof ik zo gehecht aan hun dorp. Al verandert er ook hier de laatste tijd veel, het gemoedelijke is gebleven. Je bent hier geen nummer voor elkaar." Veel mensen weten niet wat ze per jaar aan kleding uitgeven, sommigen houden het exact bij. Gemiddeld wordt in Nederland 11 tot tw.aa|f procent van het bruto inkomen aan kleding gespendeerd. Iedere Nederlander besteedt gemiddeld vijfhonderd gulden per jaar aan kleding. Maak uit het blote hoofd maar eens een lijstje van aanschaf over afgelopen winter. Waarschijnlijk valt het bedrag nog behoorlijk tegen, terwijl u het gevoel had „niets" bijzonders te hebben gekocht. De stichting Economisch Huishoudelijk Beheer in Den Haag geeft een boekje uit met de titel „Kleedgeld voor hem, voor haar, voor het hele gezin", waarin overzichten van kosten, aanschaf en budgetten en een hele reeks wetenswaardigheden over kleding te vinden zijn. Bij het lezen van deze informatie krijg je het gevoel datje alles veel handiger en economischer kunt doen. Gelukkig wordt rekening ADVERTENTIE gehouden met afwijkende factoren zoals gezinssamenstelling, representatie, slijtage, extra behoeften van verschillende leeftijdsgroepen en natuurlijk Inkomsten. Uit een aantal voorbeelden is het misschien aardig het kleedplan van een 28-Jarige vrouw-met-baan te bekijken, zoals in het boekje is gegeven. Gemiddelde gebruiksduur wordt op twee Jaar geschat, uitzondering vormen een duster (drie Jaar) en t-shlrts (één Jaar). De geschatte jaarkosten komen dus op de helft van de koopprijs. Nu heeft niemand eenzelfde startpunt want iedereen bezit nog wel modieuze of draagbare kleren. Het lijstje bevat het volgende: winterjas, koopprijs: 150 gulden, coat 98 gulden, regenjas 120 gulden, 2 lange broeken honderd gulden, 2 vesten 70 gulden, 3 truitjes 78 gulden, 2 t-shirts 24 gulden, 4 blouses 128 gulden. 2 rokken negentig gulden, lange rok 65 gulden, 2 jurken (een lange) 150 gulden, lingerie en toebehoren honderd gulden, 2 paar schoenen 160 gulden, een paar laarzen 120 gulden, 3 nachtponnen 75 gulden, duster 55 gulden, bikini 28 gulden en accessoires honderd gulden. De gedeelde jaarkosten komen totaal op 850.80 gulden. Nu hoeft niemand zich aan deze raming te houden, iedereen zal andere behoeftes hebben. Mijn persoonlijke veranderingen in dit plan (34, twee kinderen en werk) komen neer op het volgende: voor een echte mooie winterjas betaal ik minimaal 180 gulden, inplaats van een coat brei ik een lang vest voor betzelfde bedrag aan materiaal. Inplaats van twee vesten koop ik een effen blazer honderd gulden, die op alle broeken, rokken en Jurken staat. Inplaats van drie truitjes kies ik een grote wijde trui vijftig gulden, en een dun coltruitje voor twintig gulden. De vier bloesjes beperk ik tot drie: een ruiten werkmanshemd tien gulden, een zijden witte blouse zestig gulden, een tuniekblouse (opahemd) dertig gulden. Drie t-shlrts voor dertig gulden. De maxi rok laat ik vallen, maar ik geef meer uit aan een feestjurk en de „daagse" Jurk wil ik ook met bloesjes kunnen dragen, 240 gulden. Ik heb liever twee paar laarzen en een paar schoenen voor samen 310 gulden. Oude t-shirts en overhemden dienen als aardige nachtpon, ik koop een nachtpon voor onverwachte momenten, twintig gulden. Voor accessoires trek ik meer uit omdat die nu eenmaal een belangrijk onderdeel zijn voor modieuze variaties, tweehonderd gulden. Mijn totaal komt op 924,30, maar dan ben ik ook dik tèvreden. Omgerekend betekent dat ongeveer 75 gulden per maand. Hoe houdt U de gehele dag stevig op zijn plaats? Het Is niet nodig, dat U angst heeft, dat Uw gebit losschiet bij het eten, lachen ot nieten! Een weinig Dentofix 'a morgens op de gebitsplaat gestrooid houdt Uw gebit on wrikbaar op zijn plaats en doel U alle vroe gere ongemakken vergeten. Dentofli is verkrijgbaar bij apotheken en drogisterijen. VRAGEN ultelultend In envelop sturen neer postbus 507 Voorburg. Per vraeg een gulden in postzegels het liefst in weerden ven 55 en 45 ets bijvoegen, en beslist niet een de buitenkant opplakken Geheimhouding verzekerd Briefkaarten worden terzijde gelegd \AG: Waarmee zullen we nu die nposthoop eens een beetje aan oog onttrekken? We zouden weer 5 tomaten of Oostindische Kers misschien komkommers kunnen ten. Vóór de keuze bepaald was un het. rwoORD: (met de post) Een on- lezeressen. gedachtig aan de vra- over pompoenen en courgettes verleden jaar. zond ons een zakje stevige zaden van de door onze jenstelsters zo zeer verlangde «te pompoen" volgens de milde enkster veel lekkerder dan cour- en voor verschillende recepten ikbaar. In Wageningen had men raif Pitten met veel succes gezaaid. zoete pompoenen had men in een —a logische winkel gekocht. Volgens ""[bijgevoegde beschrijving kan de- vrucht gemakkelijk gekweekt den, ook in potten. De kleuren de vruchten zijn prachtig. Re- én waren bijgevoegd voor soep. soufflé frieten, beignets en een Wge taart. Wij zijn nu al be- 'wd en geven gaarne door dat de IJl evens afkomstig zijn van „Lima" t-Martens-Latem. België no 26. 'VULLING (in natura): iwsgierig geworden door alle lekoekpraat van een vorige onderzochten we de mogelijk heid om zelf Oranjekoek uit Akkrum te proeven. Een van onze lezers maakte een omwegje en bracht een grote platte vierkante doos, met een Friese jol erop, mee en daar lag 40 x. 40 cm heerlijkheid in: twee dunne lagen koek. Daartussen een dunne uiterst fijn gemalen (of gewreven) vulling. Samen ongeveer 'h cm dik. Daarover een zacht roze glazuur en n K>e alsof dat nog niet lekker genoeg was. was het hele geval „opgemaakt" met dikke crème in verschillende kleuren in sierlijke krullen en met Franse vruchtjes en chocolaatjes gekroonde roosjes. We hebben er geweldig van genoten en vele grote en kleine geïin- teresseerden hielpen daarbij. Ik ge loof wel, dat de in Limburg wonende Friezin zo'n taart kan maken (al zal het een heel gedoe zijn). VRAAG: Ik kreeg laatst een zeer interessant boekje in handen, dat geschreven is door John R.W. Stott. Wie is deze schrijver? ANTWOORD: Stott is een zeer be kend evangelist, herder en leraar In Engeland. In 1950 werd hij beroepen tot lector van All Souls Church in Londen en daar werkt hij nog steeds. Als bijbelverklaarder en conferentie spreker is hij ook buiten Engeland zeer bekend. Een van zijn toespra ken op het Internationale Wereld evangelisatiecongres te Lausanne (1974) groeide uit tot zijn boek: Christian Mission in the modern world. Dit is een van zijn vele wer ken; andere zijn: Balanced Christia nity en Basic Christianity (uitgave in Nederland Gideon Hoornaar). VRAAG? Bestaat er ook een vergelij kend overzicht van olie- en vet- soorten? ANTWOORD: Ook in deze rubriek hebben we meermalen over dit on derwerp geschreven. Een zeer duide lijke en uitvoerige lijst van 21 spijs oliën, bakvet, roomboter, margarine en halvarine publiceerde het Voor lichtingsbureau voor de Voeding postbus 1772, Den Haag. Men kan dit persbericht 1666 bij deze instantie bestellen door op de adreszijde van een briefkaart, gericht aan bo venstaand adres bij te plakken 0,95, er heel duidelijk naam en adres te schrijven, met de bestelling 1 x 1666. Het is wel zo voordelig als men zich schriftelijk opgeeft voor deze weke lijkse persberichten, waarvan het jaarabonnement 8 gulden kost. Wij tekenen hierbij aan, dat men bij een instantie met een heel grote corres pondentie wèl desgevraagd een postzegel extra op een briefkaart mag plakken. Bij brieven aan het adres van deze rubriek k&n dat zeer beslist niet. AANVULLING: op het antwoord be treffende het schilderij van Jan As- selijn Men maakt ons attent op de bespreking in Openbaar Kunstbezit 8/64/no 1 door P.J.J. van Thiel. Te vens op het artikel van dr R. van Luttervelt (Holl. Musea uitgave Gaa- de, Den Haag, c. ed. Aimery Somogy Paris 1960). Ten slotte op het artikel van dr G.Knuttel Wzn. (in de Neder landse Schilderkunst van Van Eyck tot van Gogh, Becht Amsterdam 1950 blz 346). Hartelijk dank voor dit uitgebreide onderzoek. VRAAG: Mèt zegels erbij, maar geen adres. Weer een abonnee, die, tegen de 60, Zich zorgen maakt over de uitkering die hij zal krijgen. Dit is kennelijk iemand die graag wil we ten, hoe het „wetje van Boersma" of liever de WWV (u heeft ook gezien dat die v uitgevallen was in een vroeger antwoord) in zijn geval „overkomt". ANTWOORD: Vragen als deze kan men beter zelf direct richten tot Voorlichting Sociale Zaken via postbus 51. Den Haag. Wel voldoen de gegevens erbij schrijven. Nooit officiële stukken in brieven Inslui ten, tenzij men daarom vraagt. In dat geval aangetekend verzenden. Meestal is een fotocopy voldoende. VRAAG: Iemand vertelde, sprekend over Rodin, dat te Praag een groot gedenkteken, gewijd aan Johannes Husz ook door deze beeldhouwer gemaakt zou zijn. ANTWOORD: Op de AltstadtRing te Praag staat het indrukwekkende Hussiten denkmal, waarvan we ons kunnen voorstellen, dat het associa ties opwekt met de „Burgers van Calais". Verder echter niet dan vage gedachten. De beeldhouwer van dit monument is Sturza. VRAAG: In het wapen van Warnsveld (bij Zutphen) staat een mannefiguur. een reus met vleugels, een knots in de hand, met de voeten op een rad. Wat betekent dat alles? Zelfs op de secretarie van die ge meente kon men het niet zeggen. VBAAG: Hoe onderhouden wij een salontafel die samengesteld werd uit stukken Noorse leisteen. ANTWOORD: WIJ lieten ons op onze beurt voorlichten en als resultaat kwam hieruit: A Gextrapolish, die verdund wordt toegepast. Vragen hier over bij Koenehuls, Blnckhorst- laan 170, Den Haag. VRAAG: Als ik oude spoorbiels in mijn tuintje gebruik (ze zijn gecreo- soteerd), vermoord ik dan niet mijn planten daarmee? ANTWOORD: Zeil zou ik niet zo gauw met een creosootprodukt in de buurt van mijn planten dulden, maar sedert een tuinarchitect een zwaar geteerd de beschoeiing bij mijn buren heeft aangebracht, uiter aard grenzend aan mijn border, wil ik eens afwachten wat dat gaat wor den. „In een kas kan dat niet, maar bulten verwaait het wel." Enfin, ik houd u op de hoogte. Mijn ad-vies: Maak die biels eerst stevig schoon, schurend met een borstel of luiwa gen met warm water. Dan goed la ten drogen. Daarna een rottingwer- end verfprodukt als kopernaphten- aat of een sadollne, dat kan geen kwaad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 7