slog slechts een handvol blinden (an een toekomst tegemoet zien 'Stage volwaardige vorm van onderwijs' Aassale slachtingen op Oost-Timor loor Indonesische militairen -oor wie voor wat en hoeveel pionierswerk in Ivoorkust geeft eerste resultaat Van alle lezers een gulden (of iets meer) ïstraliër licht geruchtmakend rapport toe Tweetal schreef boek: 'Leren doe je niet alleen op school' DAG e APRIL 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet RH15 van onze actie. stufttussen **asen en pkstéren: hulp p het blinde kind d«|een deel van Afri- Met name in «orkust, waar de (4£itserse Caritas ;eza stoot heeft ge8e- ot*V tot de vestiging velf) een instituut tvï voor de jeugd met sterk verminderd ge zichtsvermogen. De eerste besprekingen begonnen in 1972, in november 1974 be gon men met drie kinderen en wat er nu aanwezig is, daarover lichten wij u verder in. Het pro ject heeft veel geld gekost, men is ver boven de begroting gegaan in de direct noodzakelijke hulpverlening en heeft een beroep ge daan op de Caritas Neerlandica, beter bekend onder de naam Mensen in Nood. Deze instan tie werkt samen met vele en velerlei orga nisaties in binnen- en buitenland. Het doel van Men sen in Nood is het verlenen van hulp in bijzondere noodsi tuaties, bijvoor beeld: voedselhulp, hulp bij rampen en hulp aan vluchtelin ge. De stichting Mensen in Nood werkt nauw samen met andere Caritas- organisaties, die ver enigd zijn in Caritas Internationals (meer dan 100 orga nisaties op het ge bied van maatschap pelijke dienstverle ning) De stichting Mensen in Nood heeft toegezegd te steunen met een be drag van f 75.000. In dit geval doet zij me de een beroep op on ze lezers. nut Ger Lak Enkele tientallen kilometers van de hoofdstad Abidjan, slechts bereikbaar via zeer hobbelige landwegen, liggen sinds nog geen twee jaren de gebouwen van het blindeninstituut. gint te komen. Bedacht moet wor den dat Ivoorkust zo'n negen maal groter is dan Nederland (322500 vier kante kilometer), vijf tot zes miljoen inwoners heeft en honderdduizen den gastarbeiders. Een vijfde deel aan blinden in de tweede grote stad in het noorden van Ivoorkust. Boua- ké. Een stad die binnen de 25 jaar haar inwonertal van 53.000 tot 160.000 zag oplopen. Er bestaan voornemens om inheem- van de bevolking leeft in steden met jse leerkrachten op te leiden, die blin- i de simpele vraag: „Wat deed men tot voor kort in de nu onafhankelijk zijnde Franstalige bieden in Westafrika om de blinde mensheid te helpen" kan met één woord worden volstaan. Iets. Dit in tegenstelling tot de streken waar de Engelsen het voor het zeggen gehad hebben. Na tweede wereldoorlog zijn daar vijftig tot zestig instituten van de grond gekomen in landen als nzania, Kenya, Nigeria, Ghana en Zambia. I960, het jaar van de onafhanke leid. hadden de Fransen in irkust de macht in handen. Zij en helaas nimmer pogingen om uitvinding van hun beroemde fSjgenoot Louis Braille, het braille- hjrift, in hun buitengebieden te ver ÉBeiden. Hoewel dit schrift al sedert Ü99 bestond. Braille, in 1809 gebo werd op driejarige leeftijd blind stierf in 1852. Toch. aan de andere it, is zijn onvervangbare methode de aanleiding tot oprichting van nu bestaande „Institut National irien pour la promotion des aveug- in Yopougon, een van de voor den van het zich snel uitbreiden- Abidjan, de hoofdstad van Ivoor- it. aarom ik niet? zijn werkkamer, dertig graden in schaduw in het gebied waar een r hoog vochtgehalte het klamme t afaaat bepaalt, praten we met nsburkard Meier. De leider van instituut, zelf blind op dertienja- ,eeftijd- Nu even in vijftig, in Ir_® kamer ernaast is zijn vrouw Maja k aan het werk en buiten speelt enige jongen van zes met wat ide kameraadjes. „Eens." aldus Meier, namens de Zwitserse ca- uitge^onden, „moesten wat [lingen van mij schrijven overeen idenproject in Afrika. Een confe Ave, die moest leiden tot de invoe- ng van het brailleschrift. Ik was oen Semiijarlehrer en muziekleraar i Zwitserland (piano). Ook vernam dat Ivoorkust belangstelling had steun ?ocht voor het blindenon- wijs eg dat men mensen zocht, meenden daarvoor geschikt te Ik dacht: waarom zal ik zelf niet in? Ik vroeg drie jaren verlof en loende. Het is zeer inspannend feest en dit jaar ga ik terug." Herr Meier merk je niet. dat hij aal niets kan zien. Hij zegt dat er lavo Hansburkard Meier, met zijn opvouwbare witte stok en draag tas, op een ronde door de loka len. Hier lezen zijn vingers wat een leerling, die nog maar pas wat braille kent, er van heeft gemaakt. Oneindig is het geduld van de leerkrachten, die de kin deren, van wie nog maar enke len iets kunnen zien voor niet al te lange tijd, begeleiden. echt niet te veel nadelen aan het blind zijn kleven, hoewel het natuur lijk ook geen voordeel is. In feite is hij een levende reclame voor het instituut, allerwegen, tot ver in de regeringskringen, constateert men tot wat voor arbeid ook blinden in staat kunnen zijn en dat wekt veler verbazing „Als dit project er niet tussen was gekomen, had ik een con certreis door uw land gemaakt. Ja wel, ik weet ook een beetje wat kran- tewerk is. Zelfs haastkarweien, want ik verzorgde kritieken voor een groot dagblad in de Swiez." Herr Meier spreekt Schweizer-Deutsch en als dat rap gesproken wordt, kun je ei genlijk beter op het Frans overgaan. Klein wonder Als men terugkijkt op de afgelopen periode, is er veel reden tot dankbaarheid. Toen het echtpaar Meier, in het gezelschap van Fritz Steiner en zijn vrouw Rosmarie Stei- ner-Oertig in Ivoorkust aankwam, was daar alleen een stukje land en bood de regering hun onderdak in een hotel. Van overheidswege zag men het grote belang van het pro ject, maar men miste de ervaring en de pioniersgeest die opgebracht moesten worden. Als men weet hoe in ons eigen land na vele jaren via acties en verenigingen de hulp aan blinden tot stand is gekomen, is het een wonder dat na slechts enige ja ren in de school zestig mensen intern zijn en dat er dagelijks zo'n honderd maaltijden worden geserveerd. Kinderen en volwassenen, men be gon met drie leerlingen krijgen zoda nig onderricht dat ze allemaal kun nen terugkeren in de maatschappij, als volwaardig lid van die samenle ving. De moeilijkheden moeten ech ter niet worden onderschat. Niet ver geten mag worden dat niet alleen in Ivoorkust doch ook in de omliggen de landen het blind zijn veelal als een straf en een vloek wordt gezien. Men vreest besmetting en ook van de ouderen die in het instituut zijn, hebben de vrouwen hen om die re den verlaten. De gehandicapten zijn daardoor extra kwetsbaar, en geïso leerd vaak van hun omgeving. Blind meer dan 30.000 inwoners. In twee bioscopen draait nu een korte voor film over het blindenwerk en zeer belangrijk is, dat de televisie binnen afzienbare tijd een programma hoopt op te nemen. Van hogerhand is men positief. De kosten die aan alle arbeid ten grondslag liggen, be dragen tot nu toe drie miljoen gulden. De regering heeft besloten ook, naast de Unesco, deel te nemen in de kosten. Het is zelfs niet uitgesloten dat reeds in 1978 alle zaken door inheemse krachten zullen worden waargenomen. Als men ter plaatse ziet met welke geestdrift zij aan het project deelnemen, hoeft men echt geen pessimistische gedachten te koesteren. zijn en bedelen is hetzelfde voor ve len. Ook ontziet men zich niet, hoe wel het officieel verboden is, van de inkomsten die een blinde uit mede lijden ontvangt, met hele families te leven. Bekendheid Langzaamaan begint men te merken dat, hoe gering dan ook, het werk in de interessesfeer van meerderen be- Uitbreiding Kinderen van alle gezindten worden geholpen. De plaatsruimte is nog be perkt, maar er zijn grote plannen. Ook uit omringende landen, in feite het geheel Franstalige Westafri- kaanse gebied, toont men belang stelling voor het werk. Uiterst verheugend mag genoemd worden de uitnodiging van rege ringszijde om te adviseren voor een tweede centrum voor hulpverlening Twee van de leraren zijn blind. Zij geven leiding bij het vlechten van manden en korven. Ook andere blinden zijn, na hun opleiding, in het centrum werkzaam. Zij leren anderen landbewerking, een heeft met cassetterecorder en blindenschriftmachine een onder wijzerscursus gevolgd en iemand houdt zich bezig met het omzet ten van de gewone taal in braille. de kinderen in de dorpen gaan op zoeken en begeleiden. Overigens leerkrachten die zelf niets meer kun nen zien zijn in en buiten het insti tuut werkzaam. Twee leraren, oud leerlingen, helpen de volwassenen zich bekwamen in het vlechten van matten en korven. De landbouwkun dig ingenieur, ook blind, leidt leerlin gen op voor het buitenwerk. Lezen en schrijven zijn niet voldoende voor de kinderen. Vier van hen zijn inmid dels als telefonist werkzaam. Zoals gezegd, de begroting voor het werk is ruim overschreden. Wellicht ook omdat er zo ontzettend veel bij zaken zijn. waar men niet buiten kan. Nadat men in gehuurde lokali teiten was begonnen, zijn in oktober 1975 na zeven maanden hard werken een school met internaat, werkplaat sen en dienstwoningen gereed geko men. Naast het lezen en schrijven in blindenschrift wordt geleerd hoe het land te bewerken, de dieren te ver zorgen en rieten voorwerpen te ver vaardigen. Zonder bandrecorders, auto's en machines kan men niet, verplicht onderwijs via de televisie moet worden gevolgd en de leerkrachten zijn extra belast door dat zij het getoonde moeten zien over te brengen aan kinderen, die het gebodene op de schermen niet kunnen waarnemen. Opleiding en huisvesting van leerkrachten zijn nu nog vaste las ten, die straks door de regering wor den overgenomen. Zware arbeid van vrijwilligers begint vruchten af te werpen. Drie jaar hard werken in een zeer vochtig tropisch gebied, van 's ochtends vroeg en doorgaans 's avonds om acht uur onder de klam boe. Uiterst- precies worden de cijfers van alle kosten bijgehouden en wie, zoals wij, vluchtig de posten beziet komt tot de ontdekking dat elke stuiver hier een welbesteed geldstuk is. In een tweede en laatste artikel ko men we nader op dit grootse werk in Westafrika terug, dat zelfs zo aanste kelijk werkte dat de landsregering ge vraagd heeft haar behulpzaam te zijn bij de realisering van de plannen voor een tweede instituut. Gelijk aan het voorbeeld in Abidjan, waar men zelf nog niet uit de financiële zorgen is. U kunt die helpen verlichten door in deze dagen een klein bedrag, misschien boven uw normale zen- dingsuitgave, aan „Mensen in Nood" over te maken en zo een waardevolle bijdrage te leveren aan een zeer apart stukje ontwikkeling in de derde wereld. Als alle lezers vier kwartjes kunnen missen vóór of tussen de feestdagen, dan kan het zelfs zijn dat er meer geld binnen komt dan gevraagd is. Bedenk, dat uw gift gaat naar een land. waar vooraf ingevulde girobil jetten en zelfs collectebussen niet bestaan Mensen in Nood heeft naast dit project in het sponsorprogram ma 'Neem een kind voor uw rekening' dit jaar nog 43 projéc- ten in vele landen in Azie, Mid den en Zuid-Amerika en Afrika. Deze projecten dragen direct of indirect bij aan de oplossing van de voornaamste problemen waarmee kinderen en jeugdigen in landen van de derde wereld worden geconfronteerd. Die problemen betreffen onder an dere de zorg voor de gezondheid door middel van preventieve en curatieve maatregelen op het gebied van de moeder- en kind zorg en de voeding; onderwijs, vorming en training in school- of ander verband, teneinde het kind voor te bereiden op zijn toekomstige taak in de samenle ving; aandacht voor kwetsbare groepen die ten gevolge van bij zondere omstandigheden (ver lies van een of beide ouders, verwaarlozing, crimineel ge drag, lichamelijke en/of geeste lijke handicap) speciale zorg no dig hebben; maatregelen ter be vordering van het gezinsleven en de voorziening van goede ontspanningsmogelijkheden voor de jeugd; opleiding en trai ning van staf en personeel van organisaties en instellingen op het gebied van kinder- en jeugdzorg. Uw bedrag is welkom op giro 1111222 ten name van Mensen in Nood, Den Bosch, met vermelding 'Blinden Ivoorkust'.Wij houden u op de hoogte van de stand van zaken. in een onzer redacteuren Indonesische militairen die op 7 december 1975 de hoofdstad Dili van Oost-Timor binnenvielen bben zich schuldig gemaakt (en doen dat nog steeds) aan massale slachtingen onder de lokale volking. Over het aantal lopen de schattingen uiteen, maar volgens een katholieke organisatie Indonesië, die zich bezig houdt met humanitaire hulp, ligt het aantal doden rond de 100.000. Dit gt de Australische ex-diplomaat James Dunn, die een geruchtmakend rapport over de situatie in Dst-Timor heeft samengesteld. nn, die in de jaren zestig consul Opst-Timor is geweest en het land arria ook nog verschillende malen Bit bezocht, is momenteel in Ne- rland en zal vandaag een onder lid hebben met minister van ont- fcelingssamenwerking Jan Dinsdag had hij een ontmoe- met staatssecretaris Kooij- ns. die hij nader inlichtte over de latie in Oost-Timor. Dunn zelf ooft niet dat het aantal slachtof- onder de Timorese bevolking zo og is (het zou inhouden dat een de deel van de bevolking ver- iord zou zijn) maar heeft het cijfer zijn rapport opgenomen als uit- aak van de Indonesische katho- ie groep, die het weer van twee esters in de hoofdstad Dili had nomen. uchtelingen cijfer werd fel aangevochten 'r de onderminister van buiten- dse zaken Oakland, die 10.000 do- noemt. „Alsof dat niet genoeg is je ongerust over te maken," al- Dunn. Van Indonesische zijde is drie maal toe een aantal van *00 tot 60.000 „slachtoffers, meest uwen en kinderen" genoemd. La- had men het over een zelfde aan- ..doden". mensen die zouden zijn moord door aanhangers van het nn werd na de coup van 25 april 4 in Portugal door de Austra- he regering naar Oost-Timor ge- urd om de komende ontwikkelin- in dit gebied te volgen. Tijdens burgeroorlog op Oost-Timor, tus- het Fretilin en de UDT (die voor fgratie met Indonesië was) leidde *en hulpverleningsteam Tijdens Fretilin-periode maakt hij de „ge-, tae oorlog" van de Indonesische troepen tegen het Fretilin mee. Dunn is nu hoofd van de afdeling buitenlandse zaken van de Austra lische parlementaire onder- zoeksdienst. Hij maakt begin dit jaar, op verzoek van een aantal Australische actie-groepen een reis naar Portugal, waar hij sprak met vluchtelingen uit Oost-Timor. Op deze gesprekken en recente informa tie uit Oost-Timor is zijn rapport gebaseerd. In het rapport wordt melding ge maakt van veelvuldige moordpartij en, verkrachtingen, martelingen en plundering onder de bevolking door de Indonesische militairen. In de steden en dorpen die in Indone sische handen zijn is het nu betrek kelijk rustig, maar de moordpartij en ln de berggebieden gaan nog door. In deze berggebieden voert het Fretilin een guerrilla-oorlog tegen de Indonesische militairen en vol gens Fretilin-woordvoerders heeft de verzetsbeweging het grootste ge bied buiten de steden in handen en wordt het gesteund door de meer derheid van de bevolking. Voor wa pens en munitie is het Fretilin nu afhankelijk van veroveringen op de Indonesische troepen. De beweging krijgt geen hulp van buitenaf. Ra dioberichten, in het Australische Darwin opgevangen, meldden dat het Fretilin de afgelopen weken gro te hoeveelheden wapens van Ameri kaanse makelij heeft buitgemaakt. Verder werd gezegd dat de Indone sische marine en luchtmacht de zuidkust van Oost-Timor bombar deert. bruik gemaakt van napalm. Kort na de invasie in Dili heeft het aantal manschappen van de Indonesische strijdkrachten 40.000 bedragen. Mo menteel is dat beduidend minder omdat veel soldaten in verband met de komende verkiezingen terugge haald zijn. aldus Dunn. Het Fretilin zegt gedurende de strijd ruim 15000 Indonesische soldaten te hebben gedood. Indonesië zelf zegt dat het er 350 waren. Dunn houdt het meer op de berichten die spre ken van 3000 tot 5000 man. Hij vindt ook dat niet het Indone sische volk als geheel verantwoorde lijk gesteld moet worden voor de slachtingen op Oost-Timor. In Indo nesië zelf is er ook protest en be staan groeperingen die zich het lot aantrekken van de slachtoffers van de militairen. Deze groepen moeten volgens Dunn gesteund worden. „De moordpartijen zijn eerder toe te schrijven aan een aantal generaals die hun troepen niet in de hand kunnen houden". Dunn, wiens bezoek samenvalt met de IGGI-conferentie in Amsterdam (waar een aantal westerse landen en instellingen praten over de hulp aan Indonesië) zegt niet dat deze hulp gestopt moet worden. Wel vindt hij dat zoveel mogelijk landen Jakarta moeten laten weten dat de Indone sische regering de mensenrechten moet eerbiedigen en rekening moet houden met de wensen van het Oosttimorese volk. De Australiër vindt het vooral triest dat een klein volk ergens op een eiland gedoemd lijkt te verdwijnen omdat het zo onbelangrijk is. Bijna niemand maakt er zich druk over. Oost-Timor is niet de inzet van een belangenstrijd tussen de we reldmachten. De mogendheden wensen zich niet bezig te houden met een conflict tussen een volk van ongeveer 600.000 mensen en Indone sië met zijn 140 miljoen inwoners, dat een belangrijke groncfëtof fenle- verancier is en een strategisch be langrijke positie inneemt. Oosttimorese vluchtelingen Van onze onderwijsredactie UTRECHT De kloof tussen onderwijs en maatschappij moet overbrugd worden door in de stages behalve de beroepsgerichte praktijk ook de algemene vorming veel meer aandacht te geven. veel de schoolse kant van dit probleem heeft benadrukt en het praktische aspect eigen lijk heeft laten liggen. Napalm Volgens de vluchtelingen in Portu gal heeft het Indonesische leger ge Dit schrijven C. J. van den Berg en A. C. van Essenberg in hun boekje „Leren doe je niet alleen op school", dat gisteren is verschenen. Tot nu toe is een stage veel te veel opgevat als een bij komstigheid in het onder wijs, vinden de schrijvers. Dat moet veranderen: de sta ge moet als een volwaardige vorm van onderwijs worden opgevat. Zij zijn tot het schrijven van dit boekje gekomen, omdat zij vinden dat minister van Kemenade (onderwijs) in zijn nota over het onderwijs aan werkende jongeren, veel te Ook de Tweede Kamer heeft tijdens de behandeling van die nota dat bezwaar naar voren gebracht. Binnenkort komt er dan ook een nota van deze minister en zijn collega van sociale zaken, die speci aal over de stage gaat. Deze vorm van onderwijs heeft, vinden Van den Berg en Van Essenberg, niet alleen de school een verantwoorde lijkheid, maar juist ook de bedrijven en Instellingen die de stages verzorgen. De hui dige vorm van stages, die veelal sterk beroepsgericht zijn, vinden zij veel te beperkt. Om aan deze wensen te vol doen zal er aan een aantal onderwijskundige voorwaar den moeten worden voldaan. Zo moeten de bedrijven, die stagiaires binnenhalen, een praktijkopleider in dienst hebben. Bovendien vinden de schrijvers dat de stagiair duidelijk de status van leer ling moet hebben en dus niet de plaats van een werknemer mag Innemen. Tot nu toe is gebleken dat maar weinig bedrijven bereid zijn dergelijke veel omvattende stages te verzor gen. Volgens Van den Berg en Van Essenberg zal het dan ook nodig zijn dat er een wet telijke regeling komt. die de bedrijven verplicht allerlei maatregelen te nemen voor het verzorgen van een zo goed mogelijke praktijkbege leiding. (C. J. van den Berg en A. C. van Essenberg: Leren doe je niet alleen op school. Uiig. Coutinho, Muiderberg. Prijs: 14.50).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 15