Carel Briels komt met nieuw spektakelstuk: Elckerlyc Een oude boom C V ei UW PROBLEEM 00K HET ONZE „Als ik het goed doe krijg ik geen applaus" MAANDAG 14 MAART 1977 Trouw/Kwartet door Tred Lammers AMSTERDAM De deur van de flat van Carel Briels, vijfhoog aan de Amsterdam se Staalmeesterslaan, staat aan als ik uit de lift stap. Terwijl ik in de hal mijn Jas uittrek, roept Carel vanuit zijn werkka- mer. waar hij aan het telefoneren is, dat ik maar verder moet komen. HIJ zit ach ter een groot bureau, omringd door boe ken, stapels papleren en terzijde van zijn stoel, op een tafeltje, een borstbeeld van zijn grote leermeester Eduard Verkade, dat hij speciaal heeft laten maken en dat sindsdien altijd in de buurt staat als Carel thuis aan het werk is. Het telefoongesprek duurt een minuut of tien en daar zal het niet bij blijven. Regelmatig rinkelt de telefoon en praat Carel Briels met en over mensen met dure namen, met wie hij heeft te maken voor zijn nieuwe spektakelstuk, dat in de Paasweek naar hij hoopt tal van landgenoten zal boelen. De man die ln het verleden regelmatig van zich deed spreken als het aankwam op het organiseren van manifestaties, maar na het mis lukken van het grote stadionspel ln 1963 ln Nijmegen ln het kader van 150 Jaar koninkrijk, door velen ls vergeten. Is weer bezig met een elan dat Je maar bij weinig mensen van zestig Jaar aantreft. Het feit dat hij veertig Jaar ln het vak zit als regisseur vormt voor Carel Briels de aanleiding om een Ideaal dat hem bij het ouder worden steeds meer ls gaan bezig houden te verwezenlijken. Dat Ideaal ls: het opvoeren van het middeleeuwse spel Elckerlyc, zoals Carel Briels denkt dat te moeten doen. Vijftig medewerkers heeft hij daarvoor aange trokken. Duizenden guldens kostende kostuums zijn speciaal voor deze gelegenheid ontworpen. Trins Snijders, verbonden aan de Haagse Come- dle, door Carel Briels aangeduid als „de beste actrice van Nederland" speelt de hoofdrol ln travestie. „Ik wU daarmee onderstrepen dat Elckerlyc ledereen kan zijn, zowel een man als een vrouw." verduidelijkt Carel. Traditie Na de première, op 1 april ln Tilburg, de geboor testad van Briels. volgen voorstellingen ln Den Haag. Utrecht. Apeldoorn, Maastricht en. Amsterdam, waar in de nacht van Ooede Vrij dag. om twaalf uur, na afloop van de Mattheus Passion ln het Concertgebouw de grote gala voorstelling begint. „Het ls niet zo maar dat ik Elckerlyc ln de Paasweek breng. Dat heeft een apostolische Inslag. De Elckerlyc leunt tegen de gedachte van de Mattheus Passion aan en Ik hoop daarom dat deze opvoering rond Pasen een jaarlijkse tradi- Ue zal worden. Het zou ook Jammer zijn die prachüge kostuums verder ongebruikt te laten," vindt Carel Briels. Hoewel hij bij zijn Elckerlyc uitgaat van de middeleeuwse Nederlandse tekst, heeft Carel er veel eigen opvattingen in ver werkt. „Het spel begint met de opkomst van een mon nik, die ln alle stilte op een hoge katheder midden ln de scène gaat zitten na een kandela ber te hebben aangestoken, om de wereld te beschouwen. Dan krijg Je een feest te zien, een soort bacchanaal, en als dat ls afgelopen klinkt uit de verte een stem. de stem van Ood die de Dood roept. Deze gaat naar Elckerlyc om hem te zeggen dat het is afgelopen met zijn onver antwoorde leven vol hoererij en zuiperij. Elcker lyc gaat naar zijn vrienden, maar zij laten hem op een paar uitzonderingen na, vallen. ZIJ zijn witgepleisterde graven. In de nood leer Je Je vrienden kennen. Daar kan Ik over meepraten. Als Elckerlyc zijn zonden aan die monnik heeft beleden, sterft hij en wordt het grote orgel van het Concertgebouw zichtbaar. Terwijl Simon C. Jansen muziek van OUvler Messlaen speelt, wordt Elckerlyc tussen het publiek door uitgedragen. Dan slaat de mon nik. die tijdens het hele spel op zijn katheder is blijven zitten, zijn foliant dicht en blaast de kaars uit. „Elckerlyc ls actueler dan ooit, al ls het stuk omstreeks 1300 geschreven. Als ik het goed doe krijg lk geen applaus maar gaan de mensen stil naar huls." vertelt Carel geestdriftig. CAREL BRIELS onthullende memoires (foto: Dirk Ketting) „Inkeer ls ln deze tijd van zorgen, teleurstellin gen en ongezonde levenswijze wel op zijn plaats," concludeert hij. Dat geldt vooral op het terrein van de kunst. „Er wordt tegenwoordig met belastinggeld gesmeten voor allerlei onzin delijke kunstuitingen. Bijna ledereen doet eraan mee. Men let niet meer op kleine dingen, heeft niet ln de gaten dat de lente weer op komst is. De mensen hebben alleen oog voor hun vaatwasma- chines en weet lk veel. Naar een mooi schilderij of een fraai beeldhouwwerk kijken ls er niet meer bij. Dat ls de armoede van deze tijd en die weerspiegelt zich ook ln de meest demonische uitvinding van deze eeuw, de televisie!" De opvoering van Elckerlyc, die bijzonder kostbaar is. doet Carel Briels met steun van particulieren. „Ik heb in die veertig jaar dat ik nu bezig ben nooit één gulden subsidie gehad van wie dan ook en ik wil dat nu ook niet hebben. Ik heb er alle vertrouwen ln dat Elckerlyc een succes wordt. Dat zal aan mij liggen. Als acteurs en actrices het slecht doen heb ik het gedaan. Je kunt Je als regisseur niet verschuilen achter de kreupelheid van een acteur of actrice. In het kader van zijn Jubileum gaat Carel Briels ln augustus ergens in Nederland, waar weet hij nog niet, openluchtvoorstellingen geven van „De vrolijke vrouwtjes van Windsor" van Shakespea re en ln september in Amsterdam, Maria Stuart' van Vondel brengen. Apologie Als klap op de vuurpijl komen omstreeks Sin terklaas zijn memoires uit „Al heel lang ben ik dat van plan. Het ls er steeds niet van gekomen omdat lk er geen tijd voor had en er de tijd niet rijp voor vond. Vooral omdat mijn vrouw en kinderen zo aandrongen heb ik het nu eindelijk gedaan. Ik heb er een speciale secretaresse voor aangetrokken die lk het dicteer. Een paar hoofd stukken zijn al klaar. Het wordt geen flut-boek, maar een mooi gebonden geheel van bijna 400 bladzijden. Ik zie het als mijn apologie, een soort verantwoording van wat ik in veertig jaar heb meegemaakt en mijn beoordeling ervan. Op vele pagina' zal dat oordeel bescheiden zijn, op ande re agressief en op weer andere onthullend. Ik schrijf het ln de eerste plaats voor mezelf en voor mijn vrouw en kinderen. En misschien zijn er wel een paar mensen die dat boek willen kopen." Een van de zaken die uitvoerig aan de orde zullen komen ln het boek, dat „De stad met de vuile vlag" gaat heten („Welke stad dat is zeg ik niet. dat kunnen ze ln mijn boek lezen") is de voorgeschiedenis van'het Koningin Wilhelmlna Fonds. Carel Briels stichtte dat fonds ln het jaar waarin koningin Wilhelmina haar gouden jubi leum vierde. Dat plan stuitte op grote tegenwerking van de kant van de regering." In mijn kluis heb ik een brief liggen, gedateerd 17 februari 1948 en af komstig van de voorzitter van het ComltéAnatio- naal geschenk koningin Wilhelmina. Daarin staat letterlijk, ik ken die brief uit mijn hoofd: wanneer u doorgaat met uw pogingen om te komen tot oprichting van een Koningin Wilhel- mlnafonds tot bestrijding van de kanker delen wij u mede dat dit niet onze goedkeuring heeft. Onze gedachten in deze zijn geheel anders. Wan neer u met uw pogingen doorgaat, zullen wij daartegen stelling nemen. Maar ondanks de te genwerking van drie ministers is dat Koningin Wilhelmina Fonds er toch gekomen," zegt Carel Briels met zichtbare voldoening. Theevisite-bestuur Hij is nog steeds blij dat hij heeft doorgezet, al typeert hij de wijze waar op dit fonds is georgani seerd als „van een Hollandse kneuterigheid". Vooral over het bestuur van het Koningin Wil helmina Fonds is Carel Briels slecht te spreken. „Dat is een theevlsitebestuur, dat mag Je rustig schrijven. Dat er nu al een paar jaar wordt geruzied over de bestemming van die zeventig miljoen gulden die Johan Bodegraven heeft op gehaald, is een beschamende zaak. Het is op zich al erg dat het geld voor de kankerbestrijding bij elkaar moet worden gebedeld. Kankerbestrij ding ls een taak voor de staat. Ik weet waarover lk praat. Wat kanker is heb lk zelf van dichtbij meegemaakt. Vandaag precies drie Jaar geleden is mijn oudste zoon aan kanker overleden." In zijn memoires komt óok de affaire-NiJmegen aan de orde. Carel Briels voelt zich nóg het slachtoffer van een politieke strijd. „De regering heeft me in 1963 naar Nederland laten overko men voor dat 150 jaar Koninkrijk en me toen laten vallen als een baksteen. Het noodlot slaat in ieder mensenleven eens toe. Bij mij was dat in Nijmegen. Dat is een breekpunt in mijn leven geweest. Ik heb daarna vreselijk moeilijke jaren gehad. Ik heb heel. veel moeten verkopen en geen aandelen maar schilderijen en andere din gen die mij dierbaar waren, om te kunnen eten en mijn zoons te laten studeren." Briels voegt er meteen aan toe: „Ze hebben destijds wel eens gezegd dat ik ln Nijmegen mijn Waterloo vond. Toch is het met mij beter afgelopen dan met 'Napoleon. Ik zit hier nog, al ben ik natuurlijk een buitenbeentje in deze wereld." Als ik Carel Briels vraag waarom hij ondanks zijn teleurstellende ervaringen steeds weer te rugkomt naar Nederland zegt hij: „Omdat ik hier ben geboren en getogen, hier mijn verdriet en ook mijn gelul heb gehad." door Mink van Rijsdijk Hij is eenennegentig jaar en staat nog volop in het leven, zoals dat lovend heet. Van het wereldnieuws gaat niets hem voorbij en wat er allemaal te beleven valt binnen eigen landsgrenzen heeft zijn voortduren de aandacht. Natuurlijk heeft hij een zeer eigen mening, die hij niet gewend is onder stoelen of banken te steken. Als oud liberaal seigneur heeft hij altijd gelijk, dat vindt hij tenminste zelf. Maar zelfs als je het totaal met hem oneens bent, is het prettig naar hem te luisteren. Hij spreekt prachtig Neder lands, vol ingewikkelde bijzinnen en alleen een licht slissen van de tong verraadt dat hij eens een her senbloeding heeft gehad. Toegegeven: hij is wat breedsprakig en heeft soms te veel de neiging te propageren dat vroeger alles veel beter was. Tot zijn vijfenzeventigste jaar bereisde hij de halve wereld en hij kan smakelijk vertellen over hooggeplaatste personages en hun lieder minderen, die hij op zijn tochten ontmoette. Een boeiende man, maar je moet wel even de tijd nemen dat te ontdekken. Er zijn niet veel mensen die, zo oud geworden, zo zichzelf zijn gebleven in alle grandeur als hij. Daarbij speelt zijn ijzersterk lichaam natuurlijk een grote rol. Zelf zegt hij in een nederige bui dat het allemaal genade is, maar op hovaardiger ogenblikken meent hij dat een dagelijkse koude afwassing het geheim is van zijn vitaliteit. Sinds twintig jaar is hij weduwnaar en woont hij in een bejaardenhuis, waar hij en wie zal dat verbazen zich nogal dominant opstelt. Zijn harmonieuze oude dag wordt sinds kort bedreigd door een jonge vrouw. Ze kon zijn kleindochter zijn, niet alleen vanwege haar leeftijd, maar ook door haar karakter. Ook zij weet altijd alles net iets beter dan een ander en ze heeft het pedante, kordate en overheersende, dat bij hem ook zo kenmerkend is. Vanaf het moment dat ze elkaar kennen, liggen ze in de clinch, in het begin ging dat wat speels, later werd het een beetje kwaadaardig. Hij vindt haar een eigenwijs jong ding, waarbij hij gemakshalve vergeet dat iemand van tegen de veertig al heel wat jaartjes uit de kinderstoel is. Zij vindt hem een ontiegelijke betweter en ziet in haar te snelle veroordeling aan zijn positieve kanten voorbij. Nu zou dat nog geen ramp betekenen, als zij niet toevallig directrice is van het huis waar hij woont. Opzettelijk verzweeg ik iets over de man. Hij is wel ijzersterk, maar de hersenbloeding van jaren geleden liet niet alleen blijvende schade aan zijn tong achter. Zijn rechter arm en been bleven verlamd. Hinderlijk, meent hij zelf, maar je leert ermee leven. Hij liet naast zijn wastafel een handgreep aanbren gen, zodat hij in staat bleef het ritueel van de koude wassingen vol te houden. Totdat de kamers van het huis een opknapbeurt kregen, was er in wezen behalve het geharrewar tussen de directrice en haar oude gast geen vuiltje aan de lucht. Toen de schilders en behangers het pand verlieten, kwam de eerste echte grote klap: de handgreep mocht niet meer worden aangebracht. Het resultaat hiervan wa* dat de man zich moest laten wassen, wat een diepe vernedering voor hem betekende, temeer omdat er voor „dit verwijfd geknutsel" warm water werd gebruikt. Mèt handgreep had hij zelf nog in zijn pantalon kunnen schieten en strikte een welwillende hulp zijn stropdas maar nu moet hij geheel aangekleed worden. De tweede klap kwam harder aan. Onder het motto dat hij in de routine van het huis te arbeidsintensief werd voor het personeel, is hem meegedeeld dat hij verkassen moet naar een verpleeghuis. Sindsdien heerst er een koude oorlog tussen hem en haar. Als een generaal troont hij in zijn nog naar verf ruikende kamer. Zij wipt regelmatig binnen met de vraag of hij ai stappen heeft ondernomen voor zijn verhuizing. „Stappen?" briest hij, „ik kan alleen hinkelen op die ene poot. I'y suis, j'y reste," voegt hij eraan toe. want Frans spreekt hij nog steeds graag. „Bent u erg ondersteboven?" vroeg ik hem. „Hele maal niet," loog hij krachtig. „Ik laat me door dat jonge ding hier de deur niet uitzetten. Wat denkt ze wel. Een oude boom moet je niet meer verplanten, anders gaat hij dood. Ach, misschien zou dat nog het beste zijn gewoon doodgaan." do DE reg bij pc vat Mn Fn te dei eis* net Sai toe ma rol tra 195 bef ren Ple gin Scl ter de ma rol. hee sen Stc do< Na een tijdje uit Den Haag te zijn weggeweest, werd vorige week de eerste vestiging van de Metz/Liberty Shop van Metz Co. (Plaats 13 A) feestelijk geopend. De nieuwe Liberty Shop is opgezet volgens een formule die model staat voor nog komende vestigingen in Nederland. Er is een Liberty-comer met allerlei typische Liberty-zaken, zoals zakdoeken sjaals, dassen, bekers, broefpapier en nog vele andere cadeau's. De zo beroemde stoffen zijn samen met Jurken, blouses en pakjes ln deze dessins ln een modehoek te vinden. Ook worden meubels, zoals Chester fields (banken) ln schitterende des sins, Oostenrijkse boerenkleden en kleinmeubelen verkocht ln deze nieuwe Liberty Shop. Om nog even terug te komen op de nieuwe voorjaarsmode van Metz: ln Amsterdam waren drie ontwerpers aanwezig om de collecties te Introdu ceren die ze voor Metz in Liberty- stoffen hebben ontworpen. Kate en Dave Pearcey stonden twee Jaar ge leden nog op de markt in Londen, tot ze ontdekt werden. Binnen korte tijd verkochten ze hun kleren aan exclu sieve Londense boetieks. Ze maken composities in allerlei Liberty- materialen, op kleur en op „gevoel". Verschillende Liberty stoffen in een model, Lily en Conemans Geen stuk is identiek. Bij Metz hant een aantal ^voorbeelden, dat besteld kan worden, maar het is nooit zeker wat er uit zo'n opdracht komt. De Hollandse zusjes Lily en Terry Conemans werden ook beroemd in Londen. Ze ontwerpen heel lieve mooie nachtkleding die ze tot hui verbazing zelfs in het theater hebba zien dragen. Ze verwerken Liberty katoen ln banen, stroken vlechtwerk en quilts. Naai nachtkleding maken ze exclusievt creaties, waarvan nooit een tweedt bestaat. On VRAGEN uitsluitend in snvslop stursn naar postbus 507, Voorburg Per vraag a«n gulden In posbagels het liefst In waarden van SS en 4S ets bijvoegen, en beslist niet aan de buitenkant opplakken Geheimhouding verzekerd Briefkaarten worden terzijde gelegd VRAAG: Van mijn gashaarden wor den de plafonds vuil en de gordijnen geel. Een vllterdekje boven op de haarden verspreidt minuscule deeltjes glaswol en asbest, volgens sommige mensen, maar wat dan te doen? ANTWOORD: Het bezwaar dat mijn haardenspeclalist heeft tegen die fil ters. ls dat de thermostaat op een verkeerde manier wordt beïnvloedt Volgens hem, moet de schoorsteen van een gashaard evengoed als die van een kolenkachel regelmatig schoongemaakt worden. Ook de ap paraten moeten behoorlijk bijge steld en onderhouden worden: Een vuile haard brandt ook vuil, volgens mijn ezpert. Verder raadt hij aan ln voldoende mate te ventileren en voor het welzijn van plant en mens steeds, als het niet mogelijk ls dat op een ander manier te doen, een pannetje water op schoorsteen of haard te zetten en dat regelmatig bij te vullen. VRAAG: Een andere lezer heeft last van vocht dat ln de schoorsteen komt en vleze bruine strepen en vlekken veroorzaakt op de mantel. ANTWOORD: De schoorsteenveger- /metselaar moet hier eens kijken, wat er aan de hand ls. Een regenkap- Je kan veel inkomend water tegen houden maar mogelijk is er door de grote hitte van uw gashaard veel gruis en roet losgekomen en vooral als er een knik in het rookkanaal ls. ls daar dan wel mogelijkheid van lekkage Die bruine vlekken zijn hardnekkig, maar het zal wel een stuk schelen, als er geen nieuwe toevoer is VRAAG: Wat zijn precies de eisen voor autoruiten, wat betreft transmlttantle, reflexle (oftewel doelmatigheid van waarneming vanuit het voertuig). Er zijn talloze werken ln de TH bibliotheek te Delft o.a., maar precies: eisen, ho maar. ANTWOORD: We dachten: dat knappen we wel even op. want dat gaat er natuurlijk om hoeveel druk zo'n ruit kan verdragen bij de hoogst bereikbare snelheld-hard- glas, veiligheidsglas, maar daar wa ren we helemaal mis mee. De Voor lichtingsdienst van de ANWB zond ons op de duur naar de Rijksdienst voor het Wegverkeer cn na een rijtje, weèr heel vriendelijke mensen ge passeerd te zijn, kw amen we terecht bij weèr een stel aardige mensen van de Voorlichtingsdienst Ministerie van Verkeer en Waterstaat en van daar weèr terug naar de Rijksdienst van het Wegverkeer, Frultweg 262, Den Haag. waar men ons mededeel de geen mededelingen aan de pers te willen en te kunnen verstrekken over dit onderwerp U kunt wel een briefje naar deze instantie schrijven over dit onderwerp. Hoe bestaat het, zou Jan de Lange zeggen. VRAAG: Oraag zou ik inlichtingen hebben over een zg. concertcither. Over de toonzetting van de snaren, bv. Is cr ook een handleiding en bestaat er ook muziek voor een der gelijk oud Instrument? ANTWOORD: Het contact met de afdeling Muziekinstrumenten van het Haags Gemeentemuseum had goede resultaten: Er bestaat een Ne derlandse Cltherbond. Secretariaat: Cornells Dopperstraat 40, Eindho ven. Op de omslag van het orgaan van deze vereniging staat een af beelding van uw instrument. Voorts ls er een handboek van Brandelmay- er: „Cithers" en dit boek zal wel aanwezig zijn in de Nieuwe Muziek- bilblotheek te Amsterdam, die op zaterdag 12 februari door de minis ter-president persoonlijk geopend is. Mijn zegsman kon mij ech ter niet mededelen of dit werke lijk gebeurd is en evenmin wat het adres en het telefobnnummer van die bibliotheek is. Er ls een opleving te constateren ln het bespelen van concertclthers. Verleden Jaar ont vingen wij een foto van dit instru ment van een onzer abonnees, maar toen was het ons niet mogelijk er lets over te vinden. VRAAG: Bestaat de Dalmayercur- sus nog? ANTWOORD: Die ls reeds vele Jaren opgeheven. De man wiens levens werk deze cursus was, ls overleden ln 1935. Zijn assistente heeft het nog een hele tijd moedig volgehouden, maar op den duur moest ze het opgeven toen de methode te verou derd was om zich te kunnen handha ven. WIJ staken ons licht op bij de Rijksinspectie Schriftelijk Onder wijs over een mogelijke vervanging voor u van deze cursus, die op het gebied van persoonlijkheidsvor ming en zelfontwikkeling voor velen van belang ls geweest. Aangeraden werd contact op te nemen met de Stichting: Pelraan Instituut, Leldse- dreef 2, Leiderdorp; aan deze schrif telijke cursus ls ook een spreekuur verbonden, vraag eens inlichtingen en een proefles aan, lees de bepalin gen goed door en vergeet niet dat ook bonafide instanties hard kun nen zijn als men eenzijdig zonder geldige reden een bindende af spraak geweld aandoet ▼RAAG: Zijn keukenkruiden en in grediënten aan bederf onderhevig? ANTWOORD: Krulden zijn het lek kerst als ze vers zijn. Drogen ls voor de wintermaanden een noodzakelijk kwaad en dient met grote zorg te geschieden. In een stevig afgesloten potje zijn ze dan het beste te bewa ren, maar neem er nooit te veel en schakel aan het begin van het sei zoen weer op de verse over. Indische kruiden (en dergelijke) ook nooit ln te grote hoeveelheden opslaan en zo mogelijk vers kopen. Er zijn win keltjes en stalletjes genoeg voor de ze artikelen. Gebruik goed sluitende stopflessen. Koflookpoeder en In grediënten, die met zout vermengd zijn, ln èlk geval goed afsluiten. Ook bij het koken de potjes niet lang open laten staan. VRAAG: Wilt u eens zoeken naar een kruissteekpatroon van... ANTWOORD: Zoeken, betekent me ters hoge stapels damesbladen doorsnuffelen. In de bibliotheek kij ken of al die vele boekjes over handwerken en kruissteek thuis zijn, contact zoeken met de Stich ting Goed Handwerk, Hanenburg- laan 339, Den Haag, of, zoals een lezeres ons deze dagen mededeelde: ln het handwerkwlnkeltje vlak bij mij in de buurt vond lk het per ongeluk Ineens. Het ls zo gezellig om dat nu de vragenstelster zelf eens te laten doen: wij komen zelfs niet aan verstelwerk toe, laat staan aan da mesbladen en handwerken. VRAGEN OVER MUNTEN: Geluk kig hebben we onze achterstand wat het determineren van munten en penningen betreft, vrijwel Inge haald. In een persoonlijk schrijven werden de eigenaars ingelicht en we hopen te zijner tijd de meest Interes sante exemplaren ln deze rubriek naar voren te halen. BIJ één munt ontbrak het adres, wat Jammer was. WIJ geven de beschrijving hier weer, echter zonder de vermelding van de naam van naam van de eigenares: Gevonden: een klein 8 karaats gou den muntje, (formaat oude halve cent): Kop: een vrouwenkopje om ringd door dertien zespuntige ster ren. Kz: opschrift 1 dollar 1853 er omheen een lauwerkrans en op schrift: United States of Amerika. ANTWOORD: Dit ls een van de gou den muntjes, die na de goldrush ln Califomlé werden geslagen, op niet officiële wijze en veelal door particu liere maatschappijen. Uw exem plaar is van 1853. Later werd deze niet officiële muntslag verboden. WIJ kunnen uit uw doordrukje niet opmaken, of we met een echte munt te maken hebben, maar als dat zo ls en de staat, waarin het muntje ver keert, goed is (niet aan poetsen!) moet u er wel een beetje zuinig op zijn. Taxatie en verkoop bij de be kende adressen. VRAAG: Ik heb grote bezwaren te gen sommige artikelen in Trouw: Alles wordt maar recht gebreid en dat k&n niet. dooi ren kunt u het beste aan de red* teuren in kwestie mededelen. VRAAG: Op de schilderij: De 1* dreigde zwaan van Jan Asselijn te men opschriften voor: Bij de honde kop staat „De Viand van de Staal onder de Zwaan „Raadpensionart DEN en op het ei „Holland'. Wat is wat« medii wie ls wie. ANTWOORD: Jan AsseUJn (1«JÏÏL! 1652) schUderde dit schUderlJ i PW genrestuk voor een onbekendf^Oini opdrachtgever: Een kwade zwaan inderdaad een indrukwekkend zicht, en een zwaan met eieren ls gevaarlijk beest, dat niet geplaar mag worden. In het begin van 18de eeuw was men niet tevredi met genrestukken uit het gewoi leven, maar alles moest een alleg» rische betekenis hebben. Een goed jaren Prolo pen f ~-m pet gi bedoelende onbekende heeft er maar t in ven ANTWOORD: Er gebeurt heel wat m de wereld van vandaag, dat niet genegeerd mag worden, zeker niet ln een Christelijke krant. Dat men daarbij ook nog wel eens Iets posi tiefs tegenkomt en dat signaleert ls iets, waarvoor men alleen maar dankbaar kan zijn. Het ls m.i. niet Juist om bezwaren als deze, niet ge specificeerd, zonder aanvrijzlngen wat titel of schrijver betreft, als pro bleem ln deze rubriek te besprekea Onze taak ls vaak en ook nu een verwijzende: Uw reacties en bezwa- opschriften bijgeschilderd en dal bleef het dan ook bij, honderd JU een d later werd dit schUderij aangekod vraag i voor het staatsmuseum (tegenww nen z< dig Rijksmuseum), waarschijnll men. I omdat men WUlem V wel geschil «uk, genoeg vond om als staatsvijand maar i fungeren. Wie zal het zeggen. 1 die in conservator van het Rijksmuseu en in te Amsterdam concludeerde: dieof werker schriften horen er niet op. Wat weken tekenaar van 1700 dan wel bedo bewust de? WIJ kunnen het ons niet lnd* maar c ken dat de brave Heinsius als zwal tenoeg tegen WUlem 3 zou optredea Erfl bouwei trouwens geen ruzie! Wél was ertt dens WUlem 2 een hooglopende o enigheid, waarbij de stadhouder* heid overigens mislukte poging deed a irrnoec Amsterdam te bezetten. Dat zou h lirozek belaagde el kunnen verklaren. Ik« botsini mij echter niet wagen op het ijs fl gissingen, vooral omdat mijn expl niets positiefs op dit gebied H mededelen. zeer or hij als °ok mi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 6