Steenkoolproduktie EG
moet worden opgevoerd
lang van zaken bij Shell
erbeterde vorig jaar
Bonden vragen EG
steun voor textiel
Visie op mens stelt teleur
Staatsrederij
Inkomsten gingen omhoog
Standard Brands wil
alle Van Nelle-aandelen
casal
Ter vermindering afhankelijkheid energie-invoer
Ittoresultaat steeg aanzienlijk
-scale aftrek
rte blijft
Slotuitkering
5,50 (5,-)
Ontslagen bij
ASW (Fasto)
Vervoersverbod
voor biggen
„Import uit lage-lonen landen beperken"
erlijk thuis
Verantwoordelijkheid niet aan de orde
ET IOAG 11 MAART 1977
FINANCIËN EN ECONOMIE
Trouw/Kwartet
19
BRUSSEL Steenkool Is veruit de belangrijkste binnenlandse haar afhankelijkheid van
energle lnvoer wil energiebron van de Gemeenschap. Zij draagt voor ongeveer 20 procent bij in de
totale energievoorziening. Het is van vitaal belang, dat de produktie zoveel mogelijk binnen
economisch verantwoorde grenzen wordt opgevoerd indien de Gemeenschap haar afhankelijkheid
van energie-invoer wil verminderen tot beneden het niveau van de huidige 60 procent.
N HAAG De gang van zaken in alle belangrijke sectoren van het bedrijf van
Koninklijke Shell Groep verbeterde in 1976. Dit ondanks het feit, dat het
Stel van de wereldeconomie in de eerste maanden van het jaar naderhand
ats maakte voor een tragere groei.
Vloeibaar aardgas wordt in Bru-
nei (Borneo) aan boord van een
gastanker van de Shell gepompt
met bestemming Japan. Met de
levering van deze brandstof aan
Japan werd reeds in 1972 begon
nen. De gastankers zijn van een
speciale Isolatie voorzien om het
aardgas vloeibaar te houden bij
een temperatuur van 161 graden
onder nul.
Dit wordt opgemerkt In een medede
ling van de Commissie van de Euro
pese Gemeenschappen over de situ
atie van de steenkolenmarkt In de
Gemeenschap. De Commissie stelt
vast, dat de produktie, die momen
teel 228 miljoen ton (steenkoolequi
valent 7000 kcal/kg) per Jaar be
draagt, met nagenoeg 9 procent afge
nomen ls sedert 1973 en daarmede
ver beneden de doelstelling ligt voor
1985 van 250 miljoen ton.
Twee soorten van steenkool, zo zegt
de Commissie, en hun respectievelij
ke produktie en afzet zijn van pri
mair belang voor de energiebalans
van de Gemeenschap. Coceskolen
voor de staalindustrie en ketelkolen
voor de opwekking van elektriciteit.
In 1976 bedroeg het verbruik van
coceskolen 73 miljoen ton en van
ketelkolen 119 miljoen ton, of 40
procent van het brandstofverbruik
van de conventionele elektrici
teitscentrales.
Staalindustrie
Het verbruik van de staalindustrie
wordt in de eerste plaats bepaald
door de economische situatie. Het ls
sedert 1973 gedaald met 10 miljoen
ton, of 13 procent. Het steenkolen-
verbruik voor de opwekking van
elektriciteit wordt grotendeels be
paald door de prijzen en beschikba
re hoeveelheden van alternatieve
energiebronnen, door het bestaan
van de vereiste centrales en door het
beleid van regeringen en overheid
sinstanties.
Met betrekking tot de kookskolen
voor de staalindustrie stelt de Com
missie vast, dat de belasting door al
te grote voorraden of door zware
verliezen sterke druk oefenen ln de
zin van een vermindering van de
huidige produktie en van de Investe
ringen in toekomstige produktieca-
paclteit, dit afgezien van de ver
wachtingen op lange termijn. Daar
de bekende economisch-explolteer-
bare reserves van goede kookskolen
in de wereld beperkt zijn, moet een
verkopersmarkt voor deze kolen-
soort worden verwacht wat aanlei
ding kan geven tot prijzen, die zou
den kunnen lelden tot het concurre
rend maken op lange termijn van de
produktie ln de Gemeenschap.
Wat de wereldmarkt voor steenkool
ten behoeve van elektriciteitscen
trales aangaat merkt de Commissie
op, dat deze tot dusverre niet de
omvang en de organisatie van die
voor kookskolen heeft bereikt. In
tegenstelling tot de markt voor
kookskolen bestaan grote onzeker
heden met betrekking tot de we
reldwijde aspecten van de vraag en
aanbod van kolen voor energie
centrales.
Alhoewel omvangrijke economisch
winbare reserves aanwezig zijn ln
talrijke delen van de wereld, ls voor
hun exploitatie een veel grotere in
frastructuur en een investering no
dig dan voor een opgevoerde pro
duktie en ontwikkeling van de inter
ne handel ln de Gemeenschap. In
sommige gevallen, aldus de Com
missie, zullen deze Investeringen
aanzienlijk bijdragen tot de ontwik
keling van de betrokken landen,
doch er zullen in de Gemeenschap
belangrijke steenkolenreserves
overblijven die op een economisch
verantwoorde wijze kunen en moe
ten worden geëxploiteerd.
nettoresultaat van het jaar be-
g 1230,7 miljoen pond sterling,
op basis van de pondenkoers
eind 1976 ad 4,18 neerkomt op
4,3 miljoen gulden. Over 1975
oeg het nettoresultaat 899,4 mil-
pond, of omgerekend tegen de
1975 geldende pondenkoers van
4 4892,7 miljoen gulden,
en Noord-Amerika stegen de
en aardgasinkomsten. Er werd
neer ruwe olie en olleprodukten
meer gas verkocht. De ruwe-
osten waren hoger dan in 1975.
weerspiegeling van de OPEC-
verhoglng ln oktober van dat
maar bleven gedurende heel
betrekkelijk stabiel. Een betere
ittogsgraad van de destlllatleca-
telt ln raffinaderijen en van tan-
veraachtte het effect van de
pe op de bedrijfskosten per een-
In deze sectoren. De prijzen ln
ïeeste afzetgebieden, met als op-
telljke uitzondering het Ver. Ko-
rijk, bewogen zich in het alge-
h op een meer bevredigend ni-
i dan ln 1975.
ïmische sector
ïsultaten ln de chemische sector
n ten opzichte van het lage ni-
van 1975 een krachtig herstel te
maar stonden in de laatste
iden van het Jaar onder druk
de tragere economische groei,
letaalsector maakte weer winst,
;n klein verlies ln 1975.
Onderstaande staat geeft een overzicht van de resultaten van de KoninkllJ-
ke/Shell Groep in het algelopen Jaar en in 1975. De bedragen (afgerond)
lulden in miljoenen ponden sterling.
Inkomsten:
Verkopen (netto)
Andere inkomsten
Opbrengsten deelnemingen
Interestbaten
Totaal
Kosten:
Aankoop- en bedrijfskosten
Verkoop- en algem. kosten
Opsporing en research
Afschrijvingen
Interest lasten
Winstbelasting
Aandeel derden in resultaat
Totaal
Nettoresultaat
1976
1975
19.998
14.452
525
397
158
155
230
184
20.903
15.189
13.592
9.019
2.400
1.860
496
389
535
502
253
197
2.237
2.240
156
80
19.672
14.289
1.231
900
Amsterdam „Ik zie niet ln
op korte termijn een einde
moten komen aan de fiscale
van enelasting. Hoewel de
«secretaris erknt dat er sprake
n oneigenlijk rentekosten, zo-
h de zakelijke als in de privé-
Ik zie evenmin in, dat er op
f andere manier een grens zou
en worden gesteld aan de mo
eheden van rente-aftrek".
uitspraak doet staatssecreta
an financiën drs. M. J. van
en deze week ln het ünancieel-
ïmlsch weekblad Beleggers Be
rn In politieke kringen wordt
matig aangedrongen op be per
van de fiscale mogelijkheden
■ente-aftrek, omdat steeds gro-
jroepen van de bevolking daar
aan profiteren waarbij de wel-
lden het meeste profijt
en.
eer Van Rooljen wijst erop, dat
)ortvloelt uit de sterke progres-
an de Nederlandse inkomsten
ting.
De kapitaaluitgaven in 1976 waren
1.829 miljoen pond, 37 hoger dan
in 1975. Hoewel een deel van deze
stijging voortvloeide uit de koersda
ling van het pond, was er een aan
zienlijke toename van de kapitaal
uitgaven voor de produktie van olie
en gas, vooral ln de noordzee waar
de investeringen thans één miljoen
pond per dag bedragen en voor de
chemische sector.
V alu taomrekening
Valutaomrekeningsverschiilen op
voorraden en op monetaire activa en
passiva, die tot grote en verwarring
stichtende schommelingen ln de
kwartaalcijfers aanleiding gaven, de
den het nettoresultaat van het jaar
met 82 miljoen pond dalen, vergele
ken met een daling van 10 miljoen
pond in 1975. Anderzijds kwam het
nettoresultaat wederom hoger uit
door de omrekening van non-sterling
resultaten ln (gedeprecleerde)
ponden.
Het totaal der kasmiddelen en
kortlopende beleggingen bedroeg
per ultimo 1976 2.393 miljoen pond,
of 540 miljoen pond meer dan aan
het eind van 1975. Een aanwijzing
van de voortdurend toenemende fi
nanciële behoeften van het bedrijf.
De leningen op lange termijn be
droegen per ultimo 1976 ponden ster
ling 2.534 miljoen pond, of 26 van
het geïnvesteerde kapitaal, tegen
23 per ultimo 1975. Dat ls 598
miljoen pond meer dan per ultimo
1975. Van deze stijging was ongeveer
430 miljoen pond een gevolg van de
waardedaling van het pond.
DEN HAAG De Koninklijke Ne-
derlandsche Petroleum Maatschap
pij zal aan de op 12 mei te houden
algemene vergadering voorstellen
het slotdividend over 1976 te bepa
len op 5,50 (v.J. 5,-) op elk van de
thans uitstaande aandelen, groot
20. Het totale dividend over 1976
zal dan 10 per aandeel bedragen,
vergeleken met 8,75 over 1975.
Het netto-resultaat van de „Ko
ninklijke" bedroeg 780 miljoen pond
sterling, wat omgerekend in guldens
neerkomt op 3604 miljoen. In 1975
was dit 570 miljoen pond, of 3175
miljoen gulden. Na toevoeging van
Interestbaten en na aftrek van alge
mene kosten en diversen was het
nettoresultaat van de „Koninklijke"
over 1976 3.599 miljoen, of 26,86
per aandeel, tegenover 3.171 miljoen
gulden, of 23,66 per aandeel, over
1975.
Onmiddellijk na het bekend worden
van de jaarcijfers en het voorgestel
de slotdividend steeg de koers van
het aandeel Kon. Olie ter beurze
snel naar 138,50, tegen een officieel
slot van 136,80. Daarna begon de
koers weer te zakken tot 137,50
welk niveau nadien gehandhaafd
bleef.
NIJMEGEN - Als sluitstuk van de
herstructurering wil Automatic
Screw Works (ASW-Fasto-geysers)
ln Nijmegen 45 man ontslaan. Een
woordvoerder van de Industriebond
NKV noemde het besluit „paniek
voetbal". Volgens hem beschikt het
bedrijf over voldoende werk.
ASW is begin 1976 overgenomen
door de Westduitse geyseriabrikant
Vaillant. Het bedrijf ls enige tijd in
moeilijkheden geweest, waardoor de
personeelssterkte met ongeveer 150
man ls verminderd. Er werken nu
450 mensen.
ROTTERDAM Standard Brands wil een openbaar bod
uitbrengen op alle nog niet in het bezit van het Amerikaanse
concern zijnde aandelen van Van Nelle. Standard Brands wenst
op korte termijn hierover te overleggen.
Standard Brands had oorspronkelijk
een belang in Van Nelle van 39,1 pet.
In september van het vorige Jaar
maakte de Amerikaanse aandeel
houder bekend, dat men in de perio
de 1966-1972 het belang had vergroot
tot 58,7 pet., door aankopen op de
Amsterdamse beurs. In maart 1969
bleek Standard Brands zodoende al
meerderheidsaandeelhouder. De
Amerikaanse roededeling kwam
zelfs voor het bestuur van het Rot
terdamse concern als een volslagen
verrassing.
Standard Brands heeft een Jaa
romzet van ongeveer 2 miljard dollar
en circa 20.600 man personeel. De
produkten zijn thee, koffie, margari-
neprodukten, pindaprodukten, des
serts, bakkerijgrondstoffen, zoetwa
ren, gedistilleerd en wijnen. Een
groot deel van de fabrieken (35) staat
in de VS, terwijl 48 bedrijven bulten
het thuisland staan.
BANK NEDERLANDSCHE GE-
MEENTEN heeft het bedrag van de
8,25 pet 10-Jarige obligatielening
1977 vastgesteld op 200 miljoen gul
den. De toewijzing is gering.
SLAVENBURG'S BANK heeft de
winst zien toenemen van 23,2 tot 26,1
miljoen. Het dividend ls bepaald op
19 per aandeel van 100.
NORSK HYDRO (chemisch con
cern in Noorwegen) stelt vandaag de
inschrijving open op een obligatiele
ning van 50 tot 60 miljoen gulden. De
rente zal 8,75 bedragen. De koers van
uitgifte wordt 16 maart bekend
gemaakt.
VERDUGT (Intematio) en AA-
GRUNOL (Akzo) gaan praten over
een fusie. Ze doen dat op verzoek van
minister Lubbers. Aagrunol verzocht
eerder om overheidssteun voor het
doen van de noodzakelijke Investe
ringen. Ook Verdugt klopte bij de
overheid aan om steun. Vorig Jaar
was het bedrijf ln het nieuws in ver
band met een gifongeluk.
HOOGOVENS zal een belang
nemen van 49 pet ln De Plaatknlppe-
rij in Roermond. BIJ dit bedrijf wer
ken 240 mensen.
HAL heeft het hele aandelenkapi
taal overgenomen van een Ameri
kaans wlntersportbedrijf.
DEN HAAQ Minister Van der
Stee van landbouw heeft voor de
periode 11 tot en met 25 maart het
vervoer van biggen en varkens met
een gewicht tot en met 35 kilo ln het
hele land verboden. Het verbod is
Ingesteld omdat ls gebleken, dat de
verspreiding van varkenspest onder
meer plaatsvindt door het vervoer
van biggen van fok- naar mesterij-
bedrijven.
Tevens heeft de bewindsman beslo
ten ln het gebied ten zuiden van de
lijn Breda-Tliburg tot de Belgische
grens een enting tegen varkenspest
te laten uitvoeren. Deze enting zal ln
eerste Instantie gelden voor varkens
ouder dan twee weken en wordt uit
gevoerd eveneens ln de periode 11
t/m 25 maart. Vervolgens zullen tot
nader order nieuwe dieren ln het
gebied (zowel aanwas als nleuw-
aangekocht) geënt moeten worden.
STRAATSBURG Vertegenwoordigers van Nederlandse vak
bonden hebben in Straatsburg bij de Europese Commissie en het
Europees parlement aangedrongen op maatregelen om de Wes-
teuropese textiel- en kunstvezelindustrie voor verdere teruggang
te behoeden.
ADVERTENTIE
thuis. lekker relaxen bij zo'n gezellig open
lisje wijn, wal tijdschriften inkijken,
ifeermakcr; het open vuur. dat geheel inuw
put maken wij in overleg met u of uw
toonkarrer ruit u met plezier rondkijken.
IVetenngdijk 18, Ocnc bij Epc. tel.. 05784-
"ma. t/m vr. 9-12 uur en 2-5 uur. zal. 2-5
we u rijdt vanuit het dorp Ocnc de Hon-
tg af naar de Wctcringdijk). p
OPEN VUUR ARCHITECTUUR
Ondanks de belangwekkende
uitspraken over de positie
van de moderne onderneming
en de plaats van de leiding,
stelt de discussienota van de
werkgevers over de structuur,
van de onderneming toch te
leur. Ik meen, dat dit komt
door hun visie op de werken
de mens.
Hoe ziet hun visie op de werkende
mens er uit? Er ls veel begrip voor
de belangen van de mens. De nota
staat er vol van. Er ls ook veel
begrip voor de behoeften van de
mens; behoefte aan zekerheid, ont
plooiing. prettig werk, erkenning
e.d. Kan het nog beter? Is hier niet
het maximaal haalbare gesteld?
Volgens alle geschreven en onge
schreven regels van modern sociaal
beleid? Mijn teleurstelling wil Ik
toelichten aan de hand van de vi
sie, die de schrijvers hebben op
leiderschap. Uit de nota komt een
leiding naar voren, die weliswaar
oog heeft voor alles en nog wat,
maar die uiteindelijk zelf wil beslis
sen en alleen zichzelf verantwoor
delijk stelt voor het beleid.
De ondernemingsraad mag advise
ren en op bepaalde punten Instem
ming betuigen. In het werkoverleg
mag eveneens geadviseerd worden.
Maar ook hier blijft de leiding uit-
eindelijk verantwoordelijk. De
werknemers hebben belang bij een
goede controle op de leiding en
mogen derhalve kandidaten stellen
voor de raad van commissarissen,
maar zelf benoemen mogen zij niet.
Het argument, dat de schrijvers
voor deze structuur naar voren
brengen ls heel eenvoudig en al
eerder genoemd. Alleen de leiding
ls ln staat de diverse belangen te
overzien en naar een evenwicht te
zoeken. Belanghebbenden kunnen
met andere woorden niet uiteinde
lijk beslissen, omdat zij nooit over
het eigenbelang kunnen heenstap
pen. Zij zullen uiteindelijk zichzelf
zoeken.
Ondernemingsraad
Typerend vind lk hetgeen op pagi
na 71 wordt gezegd over de onder
nemingsraad. Hoewel ln de nota
herhaaldelijk wordt gezegd, dat de
ondernemingsraad zowel be
drijfsbelang ais werknemersbelang
te behartigen heeft, wordt op de
bewuste pagina gezegd, dat de on
dernemingsraad niet kan meebe
slissen, omdat bij beleidsbeslissin
gen primair zal beoordelen ln het
licht van de werknemersbelangen.
Werknemers komen ln deze redene
ring naar voren als mensen, die niet
over hun eigenbelang kunnen
heenstappea Het zijn mensen, die
niet ln staat zijn het eigenbelang
even zwaar te laten wegen als het
belang van anderen.
Is dat dan niet erg realistisch? Het
ls niet zo moeilijk dit te beamen.
Voor veel werknemers althans, ook
voor veel werkgevers wellicht.
Maar het punt ls juist, ln hoeverre
men zich hierbij wil neerleggen.
De nota noemt ln de Inleiding hu
manisering ln één adem met demo
cratisering. Wat houdt de humani
sering van het modeme bedrijf dan
ln? Toch ook, dat mensen niet al
leen worden bekeken vanuit hun
belangen en behoeften, hoe belang
rijk ook? Is het dragen van ver-
antwoordelljkheld alleen een kwes
tie van het eigen werk en dient de
rest uiteindelijk te worden overge
laten aan de leiding?
Medeplichtigheid
Het ls mogelijk dit probleem ook
nog anders te stellen. Werknemers
zijn door hun werk betrokken bij
het produkt of de dienst. Die be
trokkenheid ls er een van oorzaak
en gevolg. Oeen enkele werknemer
kan zich onttrekken aan een zekere
medeplichtigheid aan produkt of
dienst. Het ls alleen maar een kwes
tie van afspraak, wanneer we zeg
gen dat de leiding uiteindelijk ver
antwoordelijk ls. In feite zijn alle
werknemers, Inclusief de leiding,
verantwoordelijk. Wanneer
werknemers dit niet zo voelen, ls
dat vooral het gevolg van opvoe
ding (thuis, op school en ln het
bedrijf) waarin het vanzelfspre
kend wordt gevonden dat de ver
antwoordelijkheid erg beperkt
wordt.
De nota van deze groep werkgevers
stelt teleur, omdat het fundamen
tele probleem van de menselijke
verantwoordelijkheid niet aan de
orde wordt gesteld. Toch ls dit
vooral na de tweede wereldoorlog
een van de meest centrale antropo
logische problemen. De gevolgen
zijn naar mijn mening duidelijk. De
nota vraagt om vertrouwen ln de
leiding. Dat vertrouwen zal op kor
te termijn wel worden verkregen,
als maar voldoende wordt Inge
speeld op belangen en behoeften.
Er ls echter naar mijn mening al
leen maar toekomst voor de vrij a
ondernemingsgewijze produktie.
wanneer de leiding inspeelt op dit
centrale antropologische pro
bleem. Oeen vrijheid zonder ver
antwoordelijkheid. Het gaat om
het verzet tegen een menstype, dat
alsmaar vraagt en wenst zonder
■zich ln wezen verantwoordelijk te
weten voor de gevolgen van die
wensen. Aan dit verzet draagt de
nota van de werkgevers onvol
doende bij.
Dit la het vierde artikel in een aerie
van vijf.
Dit zou ln het algemeen kunnen ge
beuren door het beheersen van de
Invoer uit wat wordt genoemd de
„pseudo-ontwikkellngslanden" als
Taiwan, Hong Kong en Zuld-Korea
en uit Oosteuropese landen als Hon
garije, Roemenië en Tsjechoslowa-
klje, en door beheersing van de pro-
duktlecapaclteit ln WestrEuropa
zelf.
De Industriebond-CNV. de Unie
BLHP en de Vereniging Hoger Per-
soneel-AKZO hebben eind novem
ber ln een brief aan het Europees
parlement aangedrongen op „spoe
dige drastische maatregelen" om het
evenwicht te herstellen tussen vraag
en aanbod, dat thans is verstoord
door overcapaciteit en massale Im
port uit zgn. „lage Ionen-landen". De
afgelopen dagen hebben zij, tegen
over ln het bijzonder Nederlandse
leden van de sociale en economische
commissies van het Europees parle
ment en Ir Henk Vredellng, ln de
Europese Commissie belast met so
ciale zaken, hun verlangens toege
licht.
Ook vertegenwoordigers van de
FNV, die geen hooggespannen ver
wachtingen hebben van de mogelijk
heid dat de Instellingen van de Euro
pese gemeenschap Iets kunnen doen,
zagen ln het feit dat Ir Vredeling
thans de sociale portefeuille in het
„dagelijks bestuur" van de ge
meenschap beheert, aanleiding om
naar 8traatsburg te komen.
Het ICF, het Internationaal verbond
van vakverenigingen voor de che
mische Industrie acht het realis
tischer om aan te dringen op indirec
te capaciteitsbeperking (o.a. door
het achterwege laten van investe
ringspremies). een verlaging van het
groeipercentage van de invoer, en
het Invoeren van een meldingsplicht
voor de produktiecapaciteit.
Met de Westduitse ls de Nederlandse
textielindustrie de afgelopen jaren
het zwaarst getroffen. In- Duitsland
is de werkgelegenheid ln de textiel-
en kledingindustrie ln de jaren 1965-
1974 met 27 procent verminderd, in
Nederland met circa 50 procent,
d.w z. met 33.000 arbeidsplaatsen. In
de kunstvezelindustrie zijn ln Neder
land ruim 7.000 arbeidsplaatsen ver
dwenen.
Vervolg van pagina 1
Volgens Van der Dussen verdient
elk schip zich zelf terug ln een ge
middeld tijdsbestek van 10 15 Jaar.
Daarbij dient dan echter wel aan
een aantal voorwaarden te worden
voldaan. De rederij moet „goed en
voorzichtig" worden geleld, waar
voor Vlnke en Co. haar diensten
aanbiedt. De vloot moet bij voor
keur bestaan uit een normaal type
schepen teneinde zoveel mogelijk
opdrachten uit te kunnen voeren.
Voorts moet er voldoende werkkapi
taal zijn om een aantal magere jaren
te kunnen overbruggen. Dit omdat
depressies ln de scheepvaart soms
zeer lang duren. Tenslotte zullen de
staatsschepen niet voor lange tijd
vercharterd moeten worden om de
mogelijkheid open te houden van de
.zeker eens komende pieken ln de
vrachtenmarkt op tijd te kunnen
profiteren".
Van der Dussen meent wel dat de
staatsrederij zich uitsluitend zal
moeten toeleggen op de wilde vaart
en niet op de lljnvaart. zodat zij
nooit ln concurrentie zal raken met
bestaande Nederlandse rederijen.
„Uiteraard dient de staatsrederij".
aldus- Van der Dussen, „onderge
schikt te blijven aan het doel van
haar oprichting, namelijk hulp aan
de scheepsbouw". Dit betekent naar
zijn mening dat scheepsbouworders
van derden steeds voorrang moeten
hebben. „Het positieve effect hier
van ls, dat de scheepswerven op
langere termijn van nieuw werk zul
len zijn voorzien en toch orders voor
prompte aflevering kunnen aanne
men. Ook wordt hierdoor de onder
handelingspositie van de werven
aanzienlijk versterkt"
Wanneer voor de scheepsbouw bete
re tijden aanbreken en de staatsre
derij aan haar hoofddoel heeft be
antwoord, kan de rederij desge
wenst worden opgeheven, meent
Van der Dussen. Op zo n moment
zal zij tevens de mogelijkheid heb
ben haar schepen tegen goede prij
zen te verkopen. Aan het adres van
principiële tegenstanders van een
staatsrederij richt mr Van der Dus-
aen de opmerking, dat de huidige
crisis ln de scheepsbouw niet zonder
overheidsinmenging kan worden op
gelost En aangezien die hulp ge
schiedt roet geld van de ge
meenschap „ls het dan ook niet an
ders dan Juist, wanneer deze ge
meenschap hiervan ook, Indien mo
gelijk, de vruchten plukt".