Filmfeest voor fijnproevers en veelvraten Indrukwekkende film over de rechter en de moordenaar KUNST Persoonlijk toneel van Bloemgroep Onbeantwoorde vragen Prolongaties en reprises rwijfelachtige 'Peetmoeder' Le Juge et l'Assassin Trouw/Kwartet 15 Teddy Schaank als „De Peetmoeder' jVant aan kwaliteit ontbreekt het in ider opzicht in de film „De Peet moeder", een creatie van vader en >on Manders die momenteel in 30 [ioscopen te zien is. Het verhaal •aait in een on ons land opgegroei- (laatste) telg van een maffia- nilie, Dolores Mandera, alias de ïetmoeder. De opdracht om ie- md om zeep te helpen wordt als: hem de groeten", omschreven, jaarop een overdreven pompeuze jrafenis pleegt te volgen. De dialo- jen zijn om te huilen („Loe, doe de leur toe"), het zogenaamde amuse ment bestaat uit het zingen van hopjes op carnavalsniveau, met ein- jeloze tekstherhalingen en gespeend i iedere muzikale inventiviteit. Foxtrot' [et psychodrama is een veelge- iniikte voedingsbodem voor ilmthema's. Absolute afzondering, en beperkt aantal personages en wortdurend wisselende verdeling van macht zijn de elementen. Ele- oenten die terug te vinden zijn in de lm Foxtrot van Arturo Ripstein. lipstein heeft voor deze gelegenheid Peter O'Toole, Charlotte Rampling, Max von Sydow en Jorge Luke uitge kozen om alleen achter te blijven op en onbewoond eiland, ver van alle eschaving, aan het begin van de weede Wereldoorlog. 'Toole en Rampling vormen een dellijk paar met huwelijksproble- ïen, terwijl von Sydow en Luke van ;art gaan als de dienaars. Angst )e Markiezin van O. Perfecte „mo- ele comedie" van Eric Rohmer, ge faseerd op de novelle van Heinrich on Kleist. De gehele week in De Jitkijk, Amsterdam. Ir. Klein. Fascinerende film van oseph Losey over identiteitsverlies bezet Parijs, met een prachtige oofdrol van Alain Delon. De gehele 'eek in City 4, Amsterdam. 900. Schitterend epos van Berto- ïcci over het boerencommunisme n opkomend fascisme in de jaren 900-1945. Deel 1: Tuschinski 3. jnsterdam; Select. Delft; Saskia, indhoven; Grand, Groningen; Ca- ïera, Tilburg; Euro, Den Bosch; oxy, Haarlem. kei II: Tuschinski, Amsterdam; Ci- Delft; Grand, Groningen; Came- i, Tilburg; Euro, Den Bosch. )eath in Venice. Film van Luchino isconti over verval en dood in Ve- etië, gebaseerd op Thomas Mann's ovelle „Der Tod in Venedig." De ehele week in Metropole 4, Den laag. arry Lyndon. Meesterlijke film m Stanley Kubrick over de verre, looie. koude wereld van het verle- door W. Wielek-Berg ROTTERDAM Gisteren is „het" begonnen: het jaarlijkse, alternatieve oftewel onafhankelijke filmfestival, dat tegelijker tijd een filmmarkt is voor het vrije circuit. De films puilen uit de zeven zalen van het complex in de Rotterdamse Gouvernestraat, want organisator Huub Bals mikt niet alleen op kwaliteit, maar ook op kwantiteit. Het tweede doel (zoveel mogelijk films vergaren, ditmaal zijn het er circa honderdl heeft vanzelfspre kend tot gevolg, dat lang niet alles wat geboden wordt belangrijk is of zelfs maar sympathiek of interessant. Veel zou, gezien uit een oogpunt van filmkunst, gemist kunnen worden. Ja het succes van Mario Puzo's „De Peetvader" is er dan nu ook |en „Peetmoeder", waarvan het succes heel wat twijfelachtiger Twijfelachtig, wanneer de bioscoopbezoeker tenminste om kwaliteit gaat vragen. Ondanks het uitzonderlijk onprofes sionele spel van de „acteurs" in deze film, zit er in de eerste 20 minuten best wel vaart in. Maar wanneer de eed aan de Peetmoeder eenmaal af gelegd moet worden, zakt het niveau tot ver onder het nulpunt. „De Peet moeder" lijkt me bepaald geen aan winst. Overigens is de voorfilm bij „De Peetmoeder" wel de moeite waard. De korte film „De Speelmeters" is een sympathiek pleidooi voor meer kinderspeelruimtes in de binnenste den. Een goed werkstuk van Hans Hylkema, dat uitgezonden is naar het Festival in Oberhausen. Amsterdam, Tuschinski I, 18 jr. P. H. van de Poe! voor de dood, en onderlinge jaloezie verteren de gemoederen, waardoor aan het slot nog slechts één van de personages in leven blijft. Het resul taat is twee moorden en één zelfmoord. Wat thematiek betreft op zichzelf niet onaardig, maar dan wel bijzon der lachwekkend uitgewerkt. Waar blijven de grote acteursprestaties van mensen als von Sydow. O'Toole en Rampling, en waar is de diepere verklaring voor de gebeurtenissen op het eiland? Regisseur Ripstein haalt veel overhoop, en laat ons met veel onbeantwoorde vragen zitten. Amsterdam Alhambra II, 18 jr. P. H. van de Poel den. De gehele week in Rivoli, Heer len en Thalia, Gouda. The Godfather II. Het tweede deel van de boeiende en eerlijke Maffia film van Francis Ford Coppola. De gehele week in Du Midi, Amsterdam. De Komedianten. Grieks meester werk van Theo Angelopoulos over een bewogen tijdvak in de geschie denis dat zich weerspiegelt in de lotgevallen van een reizend toneel gezelschap. De gehele week in Cine- tol, Amsterdam. Lina Braake. Film van Duitse cine ast Bernard Sinkel over opstandige oude dame die zich wreekt op de bank. De gehele week in The Mo vies, Amsterdam. Milestones. Lange seml- documentaire van Robert Kramer over verloren generatie in Amerika. 11 maart Kuiperspoorttheater, Mid delburg. Scènes uif een huwelijk. Navrante film over een geteisterde relatie van Ingmar Bergman met Liv Ullmann in de vrouwelijke hoofdrol. De gehe le week in Du Midi, Den Haag. Maar Film International heeft ook het karakter van een happening en de rijke overvloed van films draagt er wel toe bij om dat te accentueren. Neem nu de „festlvalnacht", die van 12 op 13 maart in alle zalen voortden- dert. Voor tien gulden kun je films kijken tot de volgende ochtend ne gen uur. Dan worden broodjes, kof fie, melk, fruit, thee, zeep, handdoe ken en gymnastiekoefeningen ver strekt aan de volhouders, de veelvra ten. de happeningers. Niemand zal kunnen beweren dat zo'n marathon een „eye-opener" is voor diverse fa cetten van kunst en samenleving van esthetisch genieten zal naarma te de uren kleiner en de stoelen har der worden, ook nauwelijks sprake zijn, maar leuk is het wel. Voor de liefhebbers dan, ik kan me best voor stellen dat er mensen zijn die ervan gruwen. De thema's Het festival heeft veel thema's. Het hoofdonderwerp betreft de rol die de televisie kan spelen bij het maken van films door jonge, onafhankelijke cineasten. In Duitsland, Frankrijk, Engeland en Italië zijn middelen en wegen gevonden om zo'n televisie- ruggesteun te vormen maar Zwitser land en Nederland komen als hin kende paarden achteraan. Het ligt dan ook in de bedoeling om officiële vertegenwoordigers van Neder landse en buitenlandse omroeporga nisaties rond de tafel te groeperen voor een (hopelijk vruchtbaar) gesprek. Naast dat televisie-thema (onder steund door 12 videoprogramma's van 70 minuten „sur et sous la com munication" van Jean-Luc Godard) zijn er andere besloten reeksen: Afro-Arabische films; Hongkong films; filmhistorische films; Luigi Comenclni, aan wie onder andere eer wordt betuigd door het vertonen van zijn veelbejubelde televisieserie „Pi- nocchio"; korte films (waaronder vrij- veel Nederlandse). Het is onmogelijk om over alles te schrijven, er dient een keuze te wor den gemaakt. Het heeft weinig zin om ruimte te spenderen aan films die in geen enkel opzicht interessant zijn, maar die werkwijze bergt wel het gevaar in zich dat het. festival een te positief imago wordt aange praat. Voor deze vertekening wordt hierbij gewaarschuwd. L'Affiche Rouge Maar het is gisteren allemaal begon nen met een film, die niet genoeg geprezen kan worden, omdat hij zo wel door zijn vorm als zijn instelling een mijlpaal zou kunnen zijn in de geschiedenis van de cinematografie. Dat is „l'Affiche Rouge" van de 31- jarige in Marokko geboren Fransman Frank Cassenti, die vorig jaar werd onderscheiden met de Prix Jean Vigo. Hij begint met een gesprek bij don ker doek. Gepraat wordt over de manier, waarop men de tegenwoor dige jeugd het best kan confronte ren met mensen, die meer dan dertig jaar geleden gestorven zijn voor hun ideaal. Al spoedig blijkt dat het gaat om de verzetsgroep Manouchian. die in 1944 door de Duitsers werd opgerold. Hij bestond voornamelijk uit emigranten: Hongaren, Roeme nen, Polen. Italianen. Spanjaarden, de leider was een Armeense dichter. De bezetters vonden dit een prachti ge gelegenheid om de Fransen angst en afkeer in te boezemen voor het gewapende verzet: zij maakten een „rode affiche", waarop de Manou- chianen als bandieten stonden afge beeld. Dit schokkende verhaal wordt door Cassenti op zeer speciale manier verteld. Hij verbindt voortdurend verleden met heden, versmelt het, laat het in elkaar overvloeien. Hij confronteert ons met de moeilijkhe den die de spelers hebben om zich in hun rol in te leven, maakt gebruik van de diensten van Ariane Mnouchkine's „Theatre du Soleil", gaat van realisme over naar Com media dell'arte en mime. Zo kan het gebeuren dat een scène, een camera instelling, begint met een bal in het jaar 1976 en een paar seconden later een feestelijke bijeenkomst in 1944 blijkt te zijn. Deze vorm maakt, dat je ademloos blijft kijken en denkt dat de film pas begonnen is wanneer de laatste beelden op het doek ver schijnen. Maar het zou niet meer zijn dan een interessant spelletje als die vorm niet vast geworteld was in Cassen- ti's overtuiging, dat h$t fascisme niet door de Duitsers is uitgevonden en niet stierf toen zij werden versla gen, dat de strijd voor recht en vrij heid voortgaat. Daarom hebben in zijn film Jeanne d'Arc een plaats en de Parijse Commune van 1871, Chili, Spanje en Zuid-Amerika. Het is niet toevallig dat de rol van Manouchian wordt gespeel ddoor de Baskische anarchist Rogelio Ibanez en de meeslepende muziek werd gemaakt door de Argentijn Cuarteto Cedron. „l'Affiche Rouge" is een film vol revolutionair pathos maar zonder enige sentimentaliteit, feilloos gesti leerd en toch met vele ontroerend- realistische trekjes (mensen huilen niet als ze over verschrikkingen uit het verleden vertellen, ze glimla chen). Gelukkig kan iedereen hem meteen gaan zien: deze week al draalt hij in het Amsterdamse Cinétol. Greep uit grabbelton Dit indrukwekkende openingsak koord kan nauwelijks geëvenaard laat staan overtroffen worden, maar wel dient de aandacht gevestigd op een aantal films, die van goede huize komen (ook al voldoen ze niet altijd aan de verwachtingen). Daar is in de eerste plaats de zeer knappe, vierdelige televisie-serie „Days of Hope" van Kenneth Loach (de man van „Family Life"), over de geschiedenis van de Engelse arbei dersbeweging trussen 1916 en 1926, die zich weerspiegelt in de lotgeval len van twee hoofdpersonen. Met eminente acteurs wordt een minu tieuze sfeer- en milieuschildering opgeroepen. ..Days of Hope" is leer zaam, boeiend en schokkend omdat zonder gedram, bijna en passant, wordt aangetoond hoe telkens weer de Engelse arbeiders werden bedro gen door autoriteiten en vakbonden. Niet ver daarvan af staat „Der auf- rechte Gang", een echte arbel- dersfilm van de Westduitser Chris tian Ziewer, waarin eerlijk en een voudig maar zeker niet ongenuan ceerd wordt verteld over een wilde staker, die door de rechtse pers en zijn rechtse familie wordt gemani puleerd en vernederd en wiens ge voel van eigenwaarde ernstig wordt aangetast wanneer zijn vrouw een baan voor hele dagen aanneemt. Veel actuele problemen (ook de werkverhouding tot de gastarbei ders) worden in „Der aufrechte Gang" aangesneden, maar Ziewer heeft het allemaal goed in de hand gehouden en er gelukkig geen heldhaftig happy end aan geknut- seld. tn scene uit 'lAffiche Andere koek Uit Frankrijk komt geheel andere koek: „Anatomie d'un rapport" van Luc Moullet en Antonletta Puzzor- no, een film over een liefdesaffaire die ernstig in het honderd raakt als de vrouw geen genoegen meer neemt met haar rol als „sex-object" en de man gaat leren hoe hij het moet doen. Er zit veel humor in en dat is verheugend, want de meeste vrouwenemancipatie-films zijn doortrokken van loodzwaar gebab bel. waar Je geheel confuus van raakt. Een teleurstelling was voor mij de in het buitenland zeer geprezen „Hurry Tomorrow" van de Amerikaan Ri chard Cohen. Het onderwerp (de mishandeling van zenuwzieken en geestelijk gestoorden in inrichtin gen waar ze geen therapie krijgen doch met medicijnen en dwangmaa tregelen zoet worden gehouden) is actueel en belangrijk genoeg, maar de film had een verongelijkte toon, die maakte dat Je Je moeilijk kon identificeren met de slachtoffers (dit in tegenstelling tot de onvolprezen Italiaanse collectief-film „Laat de gekken los", een van de indrukwek kendste inzendingen van Film Inter national 1976. En bij deze kleine greep uit de over volle grabbelton moeten wij het voorlopig laten. De gebeurtenissen, die Jean Aurenche en Pierre Bost verwerkten tot het scenario van ,,Le Juge et l'Assassin". dat door Bertrand Tavernier werd verfilmd, dienden nog niet zo lang geleden ook in Nederland als leerstof voor aankomende juristen. In 1894 werd Frankrijk opgeschrikt door een reeks gruwelijke moorden op Jonge herders en herderinnetjes, vaak nog kinderen, in afgelegen- bergstreken. Omdat de plaatsen waar de moorden gepleegd werden zover uit elkaar lagen, geloofde nie mand dat één man de schuldige kon zijn. Behalve een rechter uit een pro vinciestadje in de Ardèche: hij stelde een signalement van de dader samen en stuurde dat naar 250 arrondisse menten. Op grond van dit signale ment werd de dader tenslotte gegre pen: hij bleek een ontslagen ser geant te zijn, een man die leed aan verschrikkelijke woede-aanvallen. Nadat hij het meisje waarop hij ver liefd was had getracht te doden, schoot hij zichzelf twee kogels in het hoofd. Zo werd hij van het ene krankzinnigengesticht naar het an dere gesleept, totdat hij als genezen werd ontslagen. De ontoerekenbaarheid van deze Jo seph Bouvier staat vast; maar dat past niet in de kraam van de rechter. Zijn politieke carrière eist, dat Bou vier op de guillotine sterft en daarom dingt hij naar het vertrouwen en de vriendschap van de krankzinnige, met het doel hem te verraden. Tavemiers originele, indrukwekken de, ontroerende en schokkende film is samengesteld uit diverse lagen. Daar is in de eerste plaats het bui ten-verhaal van de jacht op de moor denaar en het doodvonnis, boeiend en meeslepend, ook al weten we van af het begin wie de dader is en zijn wij bekend met zijn levensgeschie denis. Daaronder ligt de geraffineer de schildering van een corrupt en decadent tijdvak, waarin een affaire Dreyfus mogelijk was, vagebonden (en Frankrijk kende er vele) vo gelvrij waren, de liaison van een rechter met een fabrieksmeisje en de homoseksuele verhouding van een uit Indo-Chlna verdreven Jurist met zijn exotische knecht werden getole reerd, zolang er maar niet oVer werd gesproken. Het is een tijd, overtogen met de valse glans van de ontbin ding. En dan is er nog een geheimzinnige onderstroom, die op ons gevoel werkt, telkens vonken van intuïtief inzicht verwerkt, doch pas aan het eind een heldere gloed ontsteekt. Al lengs betrappen we onszelf op het feit, dat we aan andere dingen den ken dan het pakken en veroordelen van Bouvier. Hij heeft twaalf kinderen vermoord, hoeveel zijn er in diezelfde tijd ver moord door het sociale onrecht? Tenslotte komen de cijfers op het doek. zoveel duizend stierven in de zijdefabrieken, zoveel in de mijnen, zoveel aan ondervoeding. Een fa brieksmeisje richt zich direct tot ons met een Commune-lied dat recht in het hart raakt (de muziek van Philip pe Sarde heeft een belangrijk aan deel in de film). Maar niet alleen verontwaardiging overspoelt ons. ook medelijden met en droefenis om het menselijk lot en het menselijk tekort. De anti-held Op bijzonder knappe wijze heeft Ta vernier zijn politieke en sociale in tenties duidelijk weten te maken door het invoeren van een absolute anti-held: we mogen dan uiteindelijk medelijden krijgen met Bouvier, hij is en blijft niet alleen een afschuwe lijke moordenaar, maar ook een ui terst irritante schreeuwlelijk, onge twijfeld krankzinnig doch daarom niet minder onverdraaglijk. In „Le Juge et l'Assassin" waarin prachtige acteurs spelen (Michel Ga- labru, Jean-Claude Brialy, Isabelle Huppert en Philippe Nolret als de rechter, die voor deze rol de Franse Oscar kreeg, de „César") is. evenals in Bertolucci's „Novecento" en „L'Affiche Rouge" van Cassenti sprake van revolutionaire pathos, een nieuwe posiucvc stroming die me heel wat beter bevalt dan de negatieve nostalgie, die Jarenlang door de film (vooral de Amerikaanse) waarde. Amsterdam-Kriterion, 18 jr. door André Rutten ROTTERDAM De Bloemgroep, die binnen het vormingstoneelge zelschap Nieuwe Komedie is ont staan, werkt zelfstandig verder on der de hoede van de Toneelraad Rot terdam en heeft nu woensdagavond in de Lantaren een nieuwe produktie laten zien. Zij heet „BIJ ons is het anders" en is opnieuw door de groep zelf uit improvisaties opgebouwd, waarbij Shlreen Strooker van het Werkteater als stimulator werkte. Dat was ook al zo bij de eerste produktie „Voor een bloemetje en een zoen": de bij het Werkteater ontwikkelde werkmetho de stimuleerde de spelers zo, dat zij op die manier verder wilden gaan. Deze nieuwe produktie sluit aan bij de eerste. Daarin was een gezins scène verwerkt, waarop in ae discus sie achteraf het publiek veelvuldig inging. „Bij ons is het anders" houdt zich nu geheel bezig met het gezin, of liever met verschillende verhoudin gen binnen gezinnen. Dat is niet systematisch uitgewerkt. Er wordt een reeks facetten van weergegeven, gekozen op grond van persoonlijke voorkeuren en op een persoonlijke manier uitgewerkt. Er zijn vier onderdelen, die leder op een bepaalde gezinssituatie zijn ge baseerd en in een reeks scènes laten zien hoe de betrokkenen daar per soonlijk op reageren, waaruit dan meestal enigszins is op te maken hoe die situatie gegroeid is. Daardoor worden veel associaties met eigen ervaringen en waarnemingen moge lijk. De gevolgde werkwijze leidt tot het helder aanvoelen van mensen, van wat er in mensen omgaat blijkens het gedrag dat zij vertonen. In het eerste deel zie je bijvoorbeeld een groepje spelende kinderen, waarin een jongen, die wat achterlijk lijkt, zich agressief gedraagt. Later krijg Je te zien, hoe hard zijn vader hem ondervraagt. Spartaans. En hem vol strekt verkeerd beoordeelt. Je er vaart dan dat de acteurs (2) en actri ces (3) aanvoelen hoe de onderlinge verhoudingen liggen en een verkla ring voor het gedrag van de jongen suggereren door zeer zuiver het ge drag van de vader te laten zien. In het spelend uitbeelden van zuiver aangevoeld menselijk gedrag is de groep ver gevorderd. Ook omdat er een bepaalde afstandelijkheid in zit, die veelal humoristisch werkt: het zuiver aanvoelen van het gedrag is uitgewerkt tot het genuanceerd uit beelden ervan. Dat is in het werkpro ces zorgvuldig aangescherpt en bij geslepen. Ook wel eens te ver je hebt wel eens het gevoel, dat het geserreerder zou kunnen, dat zo'n reeks scènes, die samen een situatie uitbeelden, meer onderling even wicht zouden kunnen hebben. Maar het blijft wel altijd persoonlijk, le vend en daardoor aantrekkelijk. 1 Fred Vaassen en Ellen Verheij in een sterfscène van „Bij ons is het anders". Michel Galabru in „De Juge en '1 Assassin'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 15