Noordzee-olie de grote redder Publiek wil spektakelvoetbal «sas» Spoor bijster Overgang Knauw Atoommacht Ontwerp Noordzee-olie Arbeidsvrede? Soepelheid Hoverlloyd vlaart u spotgoedkoop in 40 avontuurlijke minuten naar Engeland door Nol Lissauer U weet het - Engeland is anders! De Britten hou den links, hun politie is ongewapend, de rechters dragen pruiken en de schoolkinderen unifor men. Kortom, ze doen al lerlei dingen anders dan anderen. Hun levensstijl en gewoonten zijn het produkt van een ei landcultuur met een heel bijzondere historie. Daardoor zien ze zichzelf en de rest van de wereld in een speciaal licht. Na de Britse afgang tegen Oranje verzuchtte een be roemde Britse oud-speler voor de BBC: „Bij ons over heerst nog steeds het gevoel dat in Engeland alles het bes te is en we weigeren het te gendeel te aanvaarden.!" Omdat ze zo lang genoeg hadden aan zichzelf, zijn ze het spoor bijster geraakt. Als ze door een schok, zoals in Wembley, eindelijk beseffen dat „British is best" niet al tijd meer opgaat, vervallen ze vaak in een ander uiterste en kraken ze zichzelf on barmhartig af. waarschijnlijk omdat hun trots het niet toe laat dat een buitenlander het zou doen of met de stille hoop op tegenspraak Zo zwart-wit is het natuurlijk allemaal niet. Maar het is moeilijk voor de Britten, om geven als ze zijn door het romantisch waas van een glo rierijk verleden, de werkelijk heid te beseffen. Een Engelse dame slaakte een zucht van verlichting toen ik haar ver telde, dat wij in Nederland ook werkloosheid en inflatie kennen. Ze vroeg toen of wij ook vakbonden bezaten Ja, antwoordde ik, „en zelfs scholen Hierbij moest ik denken aan het klassieke krantenbericht: „Fog in the Channel. Conti nent isolated!" (mist boven het Kanaal. Continent geïso leerd). Voor haar was het con tinent werkelijk in mist ge huld! Haar reacties verklaar den tevens het vaak overdre ven zelfbeklag, dat men ach ter de krijtrotsen nog maar al te dikwijls ontmoet. Wat is er precies aan de hand? Groot-Brittannië be vindt zich in een moeilijke overgangsperiode. Dat begon al aan het begin van deze eeuw, toen de mensen ook al riepen, dat hun land bezig was naar de haaien te gaan. Er is een neergaande en een opgaande lijn, welke elkaar kruisen. Extern ging het ber gaf. Een wereldrijk schrom pelde onvermijdelijk ineen. Maar het leverde al lang niet meer voldoende profijt op. De grote klap kreeg Enge land door de beide wereldoor logen. In de eerste onderging het een onherstelbare aderla ting aan mankracht en in de tweede moest het leeuwen deel van de overzeese beleg gingen worden opgeofferd om te betalen voor voedsel en grondstoffen. Maar intern is er, hoewel te traag, een gesta dige vooruitgang, materieel gesproken tenminste. Het is ook voor Engeland een misvatting te menen dat „vroeger alles beter was". Het is thans mode om de grote. Victoriaanse tijd op te heme len, al vergeet men de bene penheid en huichelachtig heid en de bittere armoede van miljoenen, onbeschermd tegen de langdurige crises, die het land teisterden. Al leen in het derde kwart van de negentiende eeuw kende Engeland een werkelijke opbloei. De industriële revo lutie maakte het tot de „werkplaats van Europa", maar de opkomst van het in- dustrialisme was een hard en wreed proces, gepaard gaan de met en mogelijk gemaakt door de ondergang van de landbouw, welke pas na de Tweede Wereldoorlog dank zij de mechanisatie weer in het goede spoor kwam. Nog dragen de trieste, gore indus triesteden de littekens van het ongeremde „vrije spel der vrije krachtenOndanks veel ellende aan de basis be heerste het machtige Enge land het Europa van de 18e en 19e eeuw. Sinds 1066, toen de Franse Noormannen het land veroverden, maar de structuur ervan intact lieten, was het immuun voor inva sies. Het bleef zijn rivalen de baas en bouwde het grootste imperium, dat ooit werd aan schouwd, driekwart van de aarde omspannend. Het le verde industrieprodukten in ruil voor grondstoffen en goedkoop voedsel uit de ko loniën. Maar de eerste knauw kwam nadat in 1870 de Duitse een heidsstaat was verrezen. Amerika en Japan daagden eveneens als concurrenten op. De wet van de „remmen de voorsprong" (Jan Romein) deed zich gelden, d.w.z. Enge land begon op den duur met een verouderd produktieap- paraat, waarin veel geld was gestoken en daarom niet snel genoeg kon worden ver nieuwd, achteraan te hinken, omdat het moest optornen tegen industrielanden, die la ter met modernere middelen waren gestart, al hielden kwaliteitsgoederen „made in Britain" nog jaren stand. Die kloof tussen antieke en su permachines, nog bevorderd door Britse flegma en be houdzucht, werd na de jongs te oorlog wederom geaccen tueerd toen de Duitsers van de grond af moesten be ginnen. De Britten ervoeren, dat het kostbaarder is een oorlog te winnen dan te verliezen. De liquidatie van het koloniale systeem slorpte alle energie op. Te lang klemde Engeland zich vast aan zijn snel anachronistisch wordende wereldrol.Het deed dat om dat het zich nog atlijd „groot" voelde, maar vooral om zich af te zetten tegen de Verenigde Staten. Het bleef zijn strijdkrachten over de hele aardbol stationeren en moest vaak jarenlange ach terhoedegevechten in een aantal koloniale gebieden le veren. Naast Amerika zag het zichzelf als de grote vredebe- waarder en het hoopte door militair sterk te blijven als buffer en bemiddelaar tussen Oost en West te kunnen optreden. Daarom gaf het ook op het Europese vasteland de rela tief grootste defensie inspanning te zien en bouwde het een eigen atoommacht op. Engeland heeft er hier door inderdaad krachtig toe bijgedragen om het wankele na-oorlogse evenwicht te handhaven. Maar het in 1965 mislukte Suez-avontuur gaf het Britse „grandeur"-gevoel de genadeslag, welke door een tweede grote klap werd gevolgd, toen Engeland in 1967 moest devalueren. Dit kwam des te harder aan, om dat dankzij de korte hoog conjunctuur gedurende de periode-Macmillan het er aardig bovenop scheen te ko men („u hebt het nog nooit zo goed gehad!) Maar omdat de Britten te veel hooi op hun vork hadden genomen liepen de dingen opnieuw spaak. Engelands rol als wereldbankier was toen praktisch uitgespeld. Door deze functie was Enge land dubbel kwetsbaar, om dat in tijden van tegenspoed een groot deel van de in Lon den gedeponeerde buiten landse sterlingsaldi worden teruggetrokken. Het zou nog tien Jaar duren voordat de rol van het Britse pond als inter nationaal betaalmiddel aan banden werd gelegd en een vangnetsysteem van het In ternationale Monetaire Fonds het pond voor al te groot risico is gaan be hoeden. Een van de redenen waarom Engeland er in veel opzichten slechter voorstaat dan de meeste andere landen, die met dezelfde grote proble men hebben te kampen, is dat het meer dan 40 percent van zijn voedsel moet invoe ren. Een belangrijk deel van de Britse welvaart berustte op de scheepsbouw en de ka toenspinnerij, alsmede op de steenkoolexport. Dat be hoort allemaal tot het verle-' den. De „Engelse ziekte", nl. voortdurende stakingen in de meest kwetsbare sectoren, is een verlammende factor, al is 95 procent van de Britse in dustrie stakingsvrij en wordt er in Engeland minder ge staakt dan in vier of vijf an dere westerse landen. Maar dat is een schrale troost, om dat in Engeland ondanks de onderweg zijnde inkomensni vellering en de voortgaande democratisering van het on derwijs, de klassen nog fel tegenover elkaar staan. Het komt door de vaak slechte arbeidsverhoudingen in nog al te vele, vooral onpersoon lijke massabedrijven, inclu sief de genationaliseerde. Direkt verband hiermee houdt de vakbondsstructuur. In de miljoenen-bonden heerst vervreemding tussen leiding en leden. Dat leidt weer tot het eigenmachtig optreden in de vorm van het uitroepen van wilde stakin gen door de SHOP STE WARDS, de door de arbei ders in de bedrijven, zelf ge kozen vakbondsvoormannen die tot de militante voorhoe de behoren en vaak over ei gen stakingskassen beschik ken. Ook zijn er te veel afzon derlijke bonden, vaak voor functies, die vroeger aparte vakken waren. Ze liggen her haaldelijk onderling over hoop. Eén firma moet soms met wel twintig bonden on derhandelen. De concurren tie tussen de bonden heeft een rigoureuze werkafbake- ning tot gevolg. Het trauma, veroorzaakt door de ellende van de dertiger jaren, is de oorzaak van de door de bon den angstvallig bewaakte zg. restrictieve praktijken, waar- ■bij niemand een stap mag verzetten of een hand uitste ken, buiten de voorschriften uit de 600 bepalingen bevat tende werkreglement. Arbei ders, die te hard werken wor den vaak door de bonden be boet of als lid geroyeerd. Het is de nawerking van de angst voor ontslag wegens overtol ligheid uit de crisisjaren. Er heerst daarom eveneens nog steeds verzet tegen nieuwe machines en arbeidsmetho- den. Dat verzet is mede aan sprakelijk voor het verouder de produktie-apparaat. Het gevolg van dat alles is niet alleen arbeidsvertraging, maar ook overbezetting van personeel. De houding van grote groe pen arbeiders vormt een rem op de produktiviteit en de levertijden, maar ook veleza- kenleiders schieten tekort. Het hoeven natuurlijk niet allemaal Paul Merroney's te zijn, maar bij velen valt er een zekere laksheid en on geïnteresseerdheid te consta teren. Ze moeten nog leren begrij pen dat de tijd van de gemak kelijke afzetmarkten voorbij is. Maar een gentleman houdt niet van knokken. De klacht is dat hij te veel uren absent is doordat hij erg laat op kantoor verschijnt en dan zich aan een lange lunch in zijn club zet om spoedig weer huiswaarts te keren. Dit alles is waar en tegelijk niet waar. Engeland is een land van schrille tegenstellingen. Je kunt niet generaliseren. Maar wel mag men zeggen dat goed geleide bedrijven meestal gesmeerd lopen. Zo juist -hoor ik via de BBC dat een Japanse eigenaar van een bedrijf in Zuid-Wales zo tevreden is over zijn perso neel dat hij besloten heeft zijn pas geboren zoon in het Japans "Made in Britain" te noemen Van twee Britse autobe drijven die ik heb bezocht was in het ene, waar de lei ding slecht was. de sfeer te snijden, terwijl in het andere, waar de verhoudingen uitste kend waren een prettige, ont spannen stemming heerste. Daar, waar de arbeiders als mensen worden behandeld, zijn weinig problemen. De hoge belastingen, de nog enorme inflatie en de grote werkloosheid werken natuur lijk fnuikend. Maar de Brit ten zetten zich meestal pas echt schrap als ze met de rug tegen de muur staan (Duin kerken). Ze bezitten, juist omdat ze pragmatisch den ken, een groot aanpassings vermogen. Ze tillen niet al te zwaar aan de dingen, werken zich niet nodeloos uit de naad, maar beschikken wel licht juist daarom over een geestelijke reserve, die hen over de problemen kan heen helpen. Ook mag je hun aangeboren discipline en vooral hun red dende zin voor humor niet vergeten. Hun relativerende zelfspot maakt hen tot een volk dat niet gauw over de schreef gaat. Het is een vorm van creativiteit, die zich niet alleen uit in de bloeiende kunst vooral toneel, film en muziek maar ook in eindeloze reeksen uitvindin gen. In deze eeuw alleen al waren het o.a. televisie, ra dar, straalmotor en penicilli ne en vroeger de stoomma chine, de locomotief, de spoorwegen, de moderne fiets, antisepsis en voet bal niet te vergeten. Een ver stard land zou er geen weke lijkse radiorubriek "Nieuwe Ideën" op na houden! Op het gebied van industrieel wetenschappelijk onderzoek verrichten de Britten veel pi oniersarbeid, alsook op het terrein van sociale experi menten, zoals de nationale gezondheidsdienst. Naast de aftandse bedrijven rijzen er alom technologische hoog ontwikkelde ondernemingen op. wier produkten men bui ten Engeland overal tegen komt. De helft van alle vlieg tuigen ter wereld zijn met Rolls Royce-motoren uitge rust. De Hovercraft vindt steeds meer toepassing. Dan zijn er de verticaal opstijgen de toestellen en de vliegtui gen met beweegbare vleu gels, alles van Britse makelij. Engeland heeft lang geaar zeld om tot de EEG toe te treden, maar nu de Britten erin zitten en zelfs een topplaats hebben veroverd door Roy Jenkins" benoe ming tot voorzitter van de Europese Commissie, het da gelijks bestuur van de ge meenschap. wenkt hoe lan ger hoe meer het nieuwe perspectief. Sinds de aanslui ting is de waarde van de Brit se export naar de continenta le EEG-landen verdrievou digd. West-Europa als geheel neemt thans 50 percent van de Britse uitvoer af. Het is duidelijk, waar voor Enge- land de toekomst ligt, al zal deze op de wereldzeeën ge richte eiland-staat zich nooit helemaal door "Europa" la ten inkapselen. Maar de grote redder in de nood is de Noordzee-olie, waar elke Brit lyrisch over wordt. De waarde daarvan een van de Britse aard- en zeegasrijkdom overtreft het bedrag van Engelands bui tenlandse schulden, 'tussen 1980 en '85 zal de Noordzee, zo verwacht en zal de nega tieve betalingsbalans geheel doen omslaan, en Engelands eigen behoeften dekken De Ierse zee lonkt ook. Engeland zal elke vorm van energie moeten benutten als zijn eco nomie eens weer op volle toe ren draait. Gelukkig is het op steenkool gebouwd. Uitgeputte mijnen er zijn er zo n 400 zijn grotendeels door supermo derne vervangen. Zojuist is er een nieuw kolenveld van 500 miljoen ton ontdekt. Men wil de kernenergie waarmee Engeland als eerste van start ging tegen 1985 vertien voudigen, als de bezwaren er tegen kunnen worden ontze nuwd. We zijn thans in het tweede Jaar van een moeilijk bereik te arbeidsvrede op basis van het zgn. sociaal contract tus sen regering, bonden en werkgevers. Totnutoe besef te de Britse vakbeweging dat ze mee moesten pompen om het zinkende schip boven wa ter te houden. Zonder een in augustus te vernieuwen loon matiging dreigt het opnieuw spaak te lopen. Maar de bon den voeren tegen verlenging van het contract aan dat on danks hun goede gedrag de prijzen uit de pan blijven springen. Ze willen terug naar vrije loononderhande lingen om de hoogste ogen te gooien. Maar Jack Jones, de grote leider van de transport arbeiders, tracht de bonden te bezwaren voorlopig pas op de plaats te blijven maken, d.w.z. ook volgend jaar met een maximum verhoging van zes pond per week genoegen te nemen. Ook voor Engeland is het probleem hoe de econo mische hulpbronnen zo ratio neel mogelijk te gebruiken ten bate van allen, waarbij met vallen en opstaan de ver gaande nationalisaties, niet zozeer als ideologie, maar als onontkoombaar instrument, omdat die industrieën anders niet meer te redden waren, zijn bedoeld. Een geliefkoosde Engelse uitdrukking is doormodde ren (muddle through) en er op een of andere manier toch wel komen. Aan rechtlijnig denken of organiseren heb ben de meeste Engelsen een broertje dood. Dat laten ze aan buitenlanders over, die als leiders van talrijke grote firma's in Engeland een hoofdrol spelen. Ook de zake lijke Schotten zitten op be langrijke posten. Als je over Engeland spreekt, spreek je over een heleboel tegenstrijdige dingen tege lijk. Het typisch nationale is trouwens overal bezig zich steeds meer met het interna tionale te vervlechten. Het beeld wordt wazig. Maar goed de Britten de len nog de lakens uit. Soepel heid is hun kracht, die het hen vergemakkelijkt allerlei situaties de baas te worden. Ze hebben het moeilijk ge noeg met het afschudden van een groots verleden. Maar ze beschikken over een grote portie „common sense", ge zond verstand, gecombineerd met een diep democratisch besef. Al vroeg in hun mach tige historie riepen zij het ab solutisme een eerste halt toe. Thans staan ze voor ons aller taak: Welvaart met vrijheid te doen samengaan. Met zoveel positieve ei genschappen zullen de be narde Britten het op de duur wel klaren (Nol Lissauer was 26 jaar correspondent in Londen voor een aantal Neder landse dagbladen) door Ruud Verdonck In tijden van opperste verwarring, vijf nederla gen op een rij, een mor rend bestuur, geen geld om betere spelers te ko pen en geen hond meer op de tribunes, in dat soort tijden valt de har- tewens „wij moeten te rugkeren tot het Engelse voetbal" nog wel eens te noteren. Nederlandse trainers zijn er sterk In. „Jan Publiek wil toch ge woon spektakel", heet het. Maar een week later staan er inmiddels negen spelers met een verdedigende taak opge steld. Want er moeten toch punten verzameld worden. Daar moet dezelfde Jan Pu bliek maar begrip voor heb ben. roept de trainer. Of hij is gewoon niet in de positie om met „dit materiaal" het spel te maken. Of er zijn twee ploegen nodig om voor spek takel te zorgen. Maar vast staat dat volgend seizoen er op gericht zal zijn om op z'n Engels te gaan voetballen. Nog meer vragen heren? Op 9 februari van dit jaar werd in het Wembley-stadion in Londen de vriendschappe lijke interland Engeland- Nederland gespeeld. Een bot sing tussen het spektakel voetbal en het totaalvoetbal. Het Engelse spel werd het slachtoffer. Begeleid door de kreet „What a load of rub bish" vertrok de Engelse ploeg naar de kleedkamer, we lopen erg ver achter, was de conclusie, die verslagge vers na de 2-0-nederlaag trokken. Wat nu? Dat was de meest voor de hand liggende vraag. Die werd na afloop ook ge steld aan Johan Cruijff. Voor de camera's van de BBC her stelde hij voor zover mogelijk het geschokte vertrouwen van de voetbalnatie. Er hoeft niets veranderd te worden, zo zei Cruijff. Als hier bij iedere competitiewedstrijd nog 35 k 40.000 mensen op de tribunes zitten, gaat het zo slecht nog niet. Vergelijk het maar met Nederland, dat hier won, maar waar op zondag steeds minder mensen naar komen kijken. Logisch dat de popu lariteit van Cruijff met zo'n antwoord alleen maar steeg. Overdreven Nu was het ook wat overdre ven om het Engelse voetbal te veroordelen naar aanlei ding van één wanprestatie. Als dat mocht was het Neder lands elftal nooit van de grond gekomen Maar het is ook niet juist om de Engelse prestatie tot een toevallig heid te verklaren. Natuurlijk speelt het mee dat Don Revie als coach wat in de war was en een opstelling verzon waa rin zo weinig mogelijk speci fieke kwaliteiten van spelers tot uitdrukking kwamen. Maar. zo vond een Kevin Keegan, een echte profvoet baller met dat doorzien en zich kunnen aanpassen. Ech ter. consequente mandek king bij voorbeeld is geen aanpassen meer, dat is voor een Engelse speler een omschakeling die niet een- twee-drie bereikt is. Vast staat wel. dat als Neder land op dezelfde wat onbe holpen wijze was gaan voet ballen als de Britten, het spektakel op Wembley van topklasse was geweest. Maar Nederland speelt nu eenmaal totaalvoetbal en een in het oog springend verschil tus sen dat speltype en het spek takelvoetbal is, dat bij to taalvoetbal 1-0 genoeg is. Dat is een zeer belangrijk ver schil. Temeer daar een voet balwedstrijd negentig minu ten lang duurt. De Britten zijn gewoon de hen toegeme ten tijd ook volledig te ge bruiken Waarom met 2-0 winnen, als 5-0 ook kan? Dat is een van de dingen die het Engelse voetbal zo aan trekkelijk maakt Inzet heet de basis van het spel. Geen eeuwig geschuif, het zoge naamd zoeken naar gaten in de verdediging, maar recht toe-recht aan op doel af Snelle buitenspelers die de bal voor het doel diénen te brengen. Of als iemand geen weg meer weet gewoon hard in de richting van het doel schieten. Getreuzel wordt niet op prijs gesteld, we heb ben nog meer te doen van daag. „Pitty John" roept het publiek als de bal hoog in de staantribune ligt „Die klo- Jo kan niet voetballen" noemt men het hier. Vervolg op pagina 37 Als zo'n 8 uur varen u tc lang duurt gaat u toch zeker vlarcn! Een belevenis. Boven de golven scheren, op een veilig luchtkussen, breeduit zitten met een belastingvrii drankic in uw hand. U pakt de snelle autoweg naar Calais. In 40 minuten brengt Hoverlloyd u in Ramsgatc. U betaalt alleen voor de auto (vanaf f 113,-). Gratis passage voor de chauffeur en tot 4 inzittenden. f \»v;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 35