'De bloem van
Schotland' bloeit
als nooit tevoren
11:
Schotse leider Stewart: beetje bij beetje onafhankelijk
V if
Spanningen met Engeland:
de rode draad
in Schotse historie
[ATERDAG 12 FEBRUARI 1977
BUITENLAND
Trouw/Kwartet
door
Bert van Panhuis
Het Schotland, zoals het er tegenwoordig uitziet, is in het jaar 844
ontstaan. Vier groepen, de Pieten uit het noorden, de uit Ierland
gekomen Schotten en de in het zuiden wonende Britten en Angclen
vormden de nieuwe natie Albyn. Leider werd Kenneth MacAlpin.
Ruim anderhalve eeuw later trad de eerste officiële koning der
Schotten op: Malcolm II. Uit die tijd stamt ook de beroemdste aller
koningen, MacBeth, overigens heel wat gunstiger beoordeeld dan uit
Shakespeare's drama valt af te lelden.
Geleidelijk aan werd door een aantal huwelijken de Engelse invloed
aan het Schotse hof sterker en in 1296 kwam het tot een formele
onderwerping van Schotland aan Engeland. Als teken daarvan werd
de kroningssteen van Scone naar Westminster overgebracht. Het is
dezelfde steen, die in de jaren vijftig door nationalisten werd ont
vreemd. Grote groepen Schotten legden zich niet bij de onderwerping
neer en vochten een vaak bittere strijd met als hoogtepunt de slag bij
Bannockburn in 1314. De Engelse koning werd verslagen en in 1328
werd met de verklaring van Northampton Schotland onafhankelijk
heid verleend.
Vlak daarop trad het eerste Schotse parlement op. De late middeleeu
wen kenmerken zich door burgeroorlogen, voortvloeiend uit diepe
rivaliteit tussen verschillende families (clans) uit de Hooglanden. In
1603 kwam er verandering in de status van Schotland. Elizabeth I, de
Engelse koningin, was ongehuwd overleden en de Schotse koning
James VI was de naaste bloedverwant. Het hof verhuisde van Edin
burgh naar Londen maar beide landen hielden hun eigen parlement,
regering en belastingstelsel.
In de navolgende honderd jaar verzwakte Schotland economisch en
staatkundig zodanig dat besloten werd tot samenvoeging van de
parlementen. De Britse historicus John Prebble: „Het was zeker geen
kwestie van vrijwilligheid. Schotland was bankroet en uitgehongerd
vol vrees en wanhoop. Drie maanden vergaderde het Schotse parle
ment achter gesloten deuren over de samenvoeging. In de straten van
Edinburgh en Glasgow woedden hevige anti-unionistische rellen maar
met minder dan 2 1 werd de Acte van Unie ondertekend.
Nog eenmaal werd een massale poging ondernomen Schotlands
onafhankelijkheid te herwinnen. In 1745 verzamelde de Stuart-telg
„Bonnie Prince Charlie" de clans uit de Hooglanden voor de strijd
tegen de Engelsen. In de dramatische slag bij Cullodcn werden de
rebellen afgeslacht en het clanstelsel werd eveneens de genadeslag
toegebracht. Met harde hand traden de Engelsen op tegen iedere
cultuuruiting van de Hooglanden.
De laatste resten van de clans verdwenen begin vorige eeuw tijdens de
Clearances. Onder leiding van de graaf van Sutherland werden de
bergweiden ontruimd om er massaal schapen te kunen houden, een
zaak, die tot de dag van vandaag speelt.
Bannockburn is een klein
plaatsje enkele tientallen ki
lometers ten noordoosten van
de Schotse stad Glasgow. Het
is alleen te vinden op tamelijk
gedetailleerde kaarten. Toch
zegt de naam Bannockburn
vele Schotten meer dan Glas
gow, Edinburgh, Aberdeen en
Londen bij elkaar. Als Schot
land een voetbal- of rugby
wedstrijd speelt tegen de En
gelsen kun je tussen de sup
porters steevast een aantal
ontdekken die een rozet dra
gen met de tekst „Denk aan
Bannockburn".
In die plaats wordt ieder jaar een
indrukwekkende bijeenkomst ge
houden, waaraan vertegenwoordi
gers van bijna alle bevolkingsgroe
pen deelnemen: mannen, vrouwen
en jongeren, in spijkerbroek of kilt,
de bekende Schotse rok. Hoogte
punt van de bijeenkomst is het
zingen van „De bloem van Schot
land", een zwaar geladen volkslied
dat menigeen de tranen op de wan
gen brengt. Want „De bloem van
Schotland" verhaalt hoe een slecht
uitgerust legertje van tienduizend
mannen onder leiding van de
volksheld Robert the Bruce eind
juni 1314 de troepen van de Engelse
koning Edward II versloeg, daar
mee de basis leggend voor bijna 400
jaar Schotse onafhankelijkheid.
De herdenkingsbijeenkomsten in
Bannockburn en andere belangrij
ke plaatsen uit de Schotse geschie
denis vinden de laatste jaren meer
aftrek dan ooit tevoren. „Ban
nockburn" bracht vorig jaar juni
ongeveer 12.000 deelnemers op de
been. „We hebben nu al meer men
sen dan Robert the Bruce in 1314"
juichte de organisatie vanaf het
podium. Boeken over de Schotse
geschiedenis en de cultuur worden
beter verkocht dan zo'n tien jaar
geleden. Maar wat vooral van be
lang is: met name onder de Jonge
ren neemt de interesse voor alles
wat met het eigene van Schotland
heeft te maken toe.
Politiek
Dit dikwijls wat ongeordende „na
tionalistische gevoel" wordt poli
tiek vertaald door de Schotse Na
tionalistische Partij (SNP) en die
vertaling luidt onomwonden: onaf
hankelijkheid voor Schotland met
de status van Gemenebestland en
met erkenning van de Britse kroon
als staatshoofd. Eenzelfde status
dus als bijvoorbeeld Canada,
Nieuw-Zeeland en Australië.
De basis voor dit onafhankelijk
heidsstreven is eind vorige eeuw in
I feite al gelegd. De toenmalige
I eerste minister Lord Rosebery, zelf
een Schot, toonde zich een fervant
b voorstander van meer zelfbestuur
i voor zowel Ierland als Schotland.
Mede onder zijn invloed nam het
I Lagerhuis in 1894 met een krappe
j meerderheid een resolutie aan waa-
rin werd gezegd dat het wenselijk
was dat Schotland een eigen wetge-
i vende assemblee zou krijgen met
I dien verstande dat het parlement
in Westminster de hoogste beslis-
singsbevoegdheid hield. Verder
dan de papieren kwam de resolutie
niet. Het Britse parlement kreeg de
handen vol aan de onafhankelijk
heidsstrijd in Ierland en de Boere
noorlog in Zuid-Afrika en boven
dien brokkelde de macht van Rose-
bery's Liberale Partij, de enige die
werkelijk aandacht had voor de
kwestie van het zelfbestur, irt snel
tempo af.
Eigen partij
Intussen kwamen in Schotland zelf
echter verschillende nationalis-
tisch-gezinde groeperingen van de
grond, die in 1928 de Nationale Par
tij van Schotland vormden. De par
tij verwierp het idee dat de onaf
hankelijkheid kon worden verkre
gen door middel van organisaties,
die een unionistisch karakter droe
gen. Nationalisten zouden binnen
deze organisaties altijd een min
derheid blijven en daarom was het
noodzaak de krachten te bundelen
en gezamenlijk een werkelijk natio-
nalstische partij en haar kandida
ten voor het parlement in Westmin
ster en lagere volksvertegenwoor
digingen te steunen. In de jaren
dertig werd de organisatie vn de
partij, die in 1934 haar naam wijzig
de in SNP, uitgebouwd. De Tweede
Wereldoorlog bracht de zaak tot
stilstand maar meteen in 1945
boekte de partij een groot succes:
werken met noordelijke landen als
Canada, IJsland en Noorwegen.
Maxwell: „We hebben erg veel ban
den met die landen. Met Noorwe
gen zijn er bijvoorbeeld hechte
handels- en visserij rel a ties, Canada
heeft grote groepen bewoners van
Schotse afkomst en met IJsland
zijn er culturele banden." Daar
naast wil de SNP Schotland mee
laten spreken in alle bekende inter
nationale organisaties. De econo
mische Ideeën van de Nationalisten
worden het best weergegeven met
de kreet „Het is Schotse olie": zeer
protectionistisch.
Hoe kijken vertegenwoordigers
van de twee grote gevestigde par
tijen Labour en de Conservatieven
tegen de SNP aan? Kate Stevens,
staflid van het Conservatieve par
tijbureau ln Edlngburgh: „De SNP
heeft een aantal mensen met grote
capaciteiten, die echter voor het
merendeel rasechte opportunisten
zijn. Het kader heeft zich de laatste
tijd vooral naar links versterkt en
dat is begrijpelijk gezien de verkie
zingsstrategie voor de komende Ja
ren. De kracht van de Nationalis
ten als organisatie zit vooral ln het
feit dat ze ln vrijwel iedere stad en
dorp een partij-afdeling hebben, di
kwijls geheel draaiend op meren
deels Jonge vrijwilligers, die buiten
gewoon actief zijn en zich intens
voor de partij inspannen.
Gevaarlijk
James Grande, de secretaris
generaal van de Labourpartij in
Schotland is heel wat scherper:
„De SNP is een gevaarlijke partij
en de hemel beware ons voor ver
kiezingen op korte termijn. We zou
den dan namelijk sterk verliezen
aan de Nationalisten en we zijn
ervan overtuigd dat ze daarna met
alle macht het uiteenvallen van
Groot-Brittannlë gaan nastreven.
De Nationalisten zijn ons om twee
redenen omsympathiek. In de
eerste plaats spelen ze sterk op
anti-Engelse gevoelens en ten twee
de tonen ze in hun economische
Ideeën een onverbloemde heb
zucht."
Zal het de Nationalisten lukken
voor het eind van deze eeuw Schot
land tot onafhankelijkheid te bren
gen? Nee, zegt Kate Stevens, want
als ze dat proberen zullen de ande
re partijen één blok vormen om het
te verhinderen. Nee. zegt James
McGrandle, want voor die tijd zal
er voldoende macht van Westmin-
ter naar Edlngburgh zijn overge
bracht om de wrevel bij het over
grote deel van de Schotten weg te
nemen. Ja, zegt Neal Ascherson,
politiek commentator van Schot
lands belangrijkste krant The
Scotsman en één van de leidende
figuren in de vorig Jaar van Labour
afgescheiden Schotse Labour Par
tij. Waarom? „De SNP zal beperkt
zelfbestuur tot een lachertje ma
ken en van de feilen handig gebruik
maken om de aanhang te mobilise
ren. Bovendien heeft het meren
deel van de Schotten geen enkele
band met Londen en Westminster.
Het systeem zoals we dat nu ln
Groot-Brittannië kennen heeft z n
langste tijd gehad."
Vijfde colonne
Wie heeft er gelijk? Het is moeilijk
vast te stellen. Veel van wat wordt
aangevoerd lijkt op koffiedik kij
ken. De opiniepeilingen geven ook
al weinig houvast. Wekten ze tot nu
toe de indruk dat een kleine min
derheid onafhankelijkheid wil en
een kleine meerderheid meer
zelfbestuur, een peiling van enkele
weken geleden geeft weer aan dat
een grote groep de zaken wil laten
zoals ze nu zijn. Feit blijft dat de
SNP een politieke groepering is ge
worden waarmee terdege rekening
moet worden gehouden. Net doen
alsof er niets aan de hand is leidt er
alleen maar toe dat de Nationalis
ten worden, waar ze hard naar op
weg zijn: een echte vijfde colonne.
En mocht het Verenigd Koninkrijk
voor het einde van deze eeuw toch
met een Schots verzoek om onaf
hankelijkheid worden geconfront
eerd worden dan lijkt het nauwe
lijks mogelijk „nee" te zeggen zon
der de pijnlijke gevolgen te ontlo
pen. De Ierse kwestie geeft genoeg
stof tot nadenken.
woordigers nu voorstellen. Stephen
Maxwell, directeur van het
SNPhoofdkwartier In Edinburgh
en raadslid voor die stad over de
aanhang: „We doen het met name
goed onder Jongeren, geschoolde
arbeiders en de intellectuele mid
denklasse. De grootste weerstand
is tot nu toe gekomen van de vrou
wen en de ongeschoolde arbeiders
maar ook dat is aan het verande
ren. Opvallend is dat we de laatste
tijd ook goed liggen bij de shopste
wards (de vertegenwoordigers van
de vakbonden op de werklvoer) en
bij de katholieken. Tot voor kort
was de SNP voor het overgrote deel
een zaak van de protestanten."
Vergaarbak
De officiële lijn van de partij kan
door de bank genomen als
centrum-links worden ge
kenschetst,, zeker waar het de eco
nomische en sociale politiek be
treft. Dat wil niet zeggen dat iedere
vertegenwoordiger laat staan iede
re aanhanger vanuit die hoek
komt. De SNP-fractie en het partij
bestuur tonen bijna het beeld van
een vergaarbak. Tot de linkervleu
gel behoren onder meer Maxwell en
het hoofd van de politieke afdeling
van de SNP Isobel Lindsay, beiden
zeer goed onderlegd en uitermate
intellectualistisch werkend. Maar
ook plaatsvervangend partijvoor
zitter Margo Mac Donald en lager
huislid George Reid, die als verte
genwoordigers van de arbei
dersklasse gelden. Ook de rech
tervleugel is belangrijk: daartoe
behoren onder meer de fractievoor
zitter in Westminser Donald Ste
wart, de financiële expert van de
fractie Douglas Grawford en partij
voorzitter Robert Maclntyre. De
grote groep volgt een middenkoers.
De gemeleerdheid van de partij
blijkt ook uit de lijst met 60 kandi
daten zoals die klaar ligt voor het
geval zich plotseling algemene ver
kiezingen zouden voordoen. *Bijna
de helft staat links van het
centrum en bijna een kwart is
„rechts". Eenderde van de kandi
daten komt uit de kring van het
bedrijfsleven en weer eenderde uit
het onderwijs of de universiteit.
Verder zijn er Juristen en Journalis
ten, boeren en technici. De laatste
tijd gaan echter steeds meer stem
men op om meer kandidaten op te
nemen met een arbeidersklasse-
achtergrond temeer omdat de SNP
bij de volgende verkiezingen de
aanval gaat inzetten op de Labour
partij en haar bolwerk in het geïn
dustrialiseerde westen van Schot
land het Strathclyde-gebied.
Splijten
De SNP is in feite nog steeds bezig
met het ontwikkelen van een eigen
politiek programma. Volgens te
genstanders zal de partij in de toe
komst daarop splijten in een con
servatieve en een progressieve
groep. Toch zijn er naast het onaf
hankelijkheidsstreven al enkele
opvallende ideeën. Zo zou een
Schotse staat nauw willen samen-
partijvoorzitter dr Robert Mclnty-
re werd bij een tussentijdse verkie
zing in april in de Zuidschotse stad
Motherwell tot parlementslid geko
zen. Het vermocht regering en par
lement in Westminster niet in be
roering te brengen en Schotland
meer zeggenschap in eigen aange
legenheden te geven met uitzonde
ring dan van de rechtspraak en het
onderwijs, die echter al eeuwen los
van Engeland stonden. De SNP
bouwde intussen stevig door aan
haar organisatie en wist vooral
plaatselijk aanzienlijke aanhang te
verwerven. Ook bij de algemene
verkiezingen boekte de SNP suc
ces: ging in 1959 0,8 procent van het
aantal stemmen in Schotland naar
de Nationalisten, via 2,4 in 1964, 5
procent in 1966 en 11,4 in 1970 (op
nieuw 1 kandidaat in het parle
ment gekozen) kwam de grote klap
in februari 1974: Bijna 22 procen
van de stemmen en maar liefst ze
ven SNP-kandidaten gekozen.
Overwinning
De verkiezingen van oktober van
dat jaar brachten een nog klateren-
der overwinning. De SNP haalde elf
zetels en 30,4 procent van de stem
men. De Conservatieven waren
overtuigend geklopt maar wat nog
belangrijker was: Labour, altijd
zeer sterk vertegenwoordigd in
Schotland werd ernstig bedreigd.
De socialisten behaalden in 41 dis
tricten een overwinning maar de
SNP lag ze in liefst 36 daarvan vlak
op de hielen. Het verschil bedroeg
vaak maar enkele honderden stem'
men. De opiniepeilingen van 1976
en een nieuwe eind vorige maand
laten zien dat de SNP momenteel
de grootste aanhang heeft en bij
verkiezingen nu het merendeel van
de Schotse zetels in de wacht zou
slepen.
Hoe moet men zich de SNP, haar
aanhang en haar volksvertegen-
Donald Stewart, de fractielei
der van de Schotse nationa
listen in het parlement in
Westminster zwijgt en produ
ceert een mengeling van ver
bazing en glimlach. Wat is
het verschil tussen een En
gelsman en een Schot? Na
enige tijd te hebben nage
dacht: „Je hebt natuurlijk
verschillen in karakter en
verschillen, die voortkomen
uit de opvoeding. Ik meen
dat het grote verschil is dat
wij geen meerderwaardig
heidsgevoel ten toon sprei
den." HIJ geeft echter grif toe
dat er ook binnen Schotland
zelf grote verschillen zijn tus
sen hooglanders en laaglan-
ders, tussen boeren en vissers
in het noorden en arbeiders
in het zuiden.
Stewart is een rustige, be
dachtzame en vriendelijke
Schot van de eilanden, de
westelijke wel te verstaan.
Hij wordt gerekend tot de
zogenaamde cultuur-
nationalisten. Dat zijn de
mensen, die al sterke natio
nalistische gevoelens hadden
voor de SNP in de gunst van
de kiezer kwam. Als 15-Jarige
deed hij in 1935 mee aan de
campagnes van de net opge
richte SNP.
De nu 56-Jarige SNP-lelder
was in de jaren vijftig en zes
tig een bekende plaatselijke
politicus op het eiland Lewis,
de belangrijkste en noorde
lijkste van de arme en door
grote werkloosheid geteister
de eilanden. Tot driemaal toe
werd hij tot burgemeester
van Stomoway, de hoofdstad
van Lewis gekozen. Na 1966
stortte hij zich in de nationa
le politiek en in 1970 werd hij
als enige SNP-er in het parle
ment gekozen. Tot februari
1974 zou hij de enige blijven.
Een moeilijke tijd, vertelt hij.
Als éénling kun je weinig
doen. Voorstellen indienen
gaat niet omdat Je handteke
ningen van twee geestver
wanten nodig hebt. Gelukkig
kreeg ik op voor mij be
langrijke ogenblikken nog
wel eens hulp van een paar
Liberalen.
Orthodox
Stewart werd in 1974 zonder
hoofdelijke stemming tot
fractieleider gekozen. Hij was
de oudste van het zevental en
had de meeste ervaring. De
keus van Stewart was niet zo
vanzelfsprekend omdat de
SNP-leider tot de rech
tervleugel van de partij kan
worden gerekend. Hij is zeer
gekant tegen het vrijgeven
van abortus en tegen hervor
ming van de echtscheidings
wetgeving en weerspiegelt
hiermee de opvattingen van
de orthodoxe protestanten ln
het noorden van het eilan-
dengebied en de orthodoxe
katholieken in het zuiden.
Hij geldt niet als een door
douwer maar is er heilig van
overtuigd dat Schotland op
onafhankelijkheid afstevent.
„Beetje bij beetje zullen we
er komen. En waarom ook
niet. Overal ter wereld treden
de laatste jaren nieuwe na
ties op. We kunnen als onaf
hankelijk Schotland toch net
zo goed samenwerken met
andere landen als dat binnen
het Verenigd Koninkrijk ge
beurt."
Het verlenen van meer
zelfbestuur, zoals de regering
in Londen van plan is te doen
zal volgens Stewart de zaak
niet keren. Als die Schotse
assemblee er is zullen de le
den al spoedig meer gaan ei
sen. Hij meent dat het
wetsvoorstel voor de devolu
tie (de centralisatie van be
stuur) één belangrijk element
zal moeten opnemen wil het
de eerste Jaren voldoen: het
recht voor de assemblee om
belastingen te heffen. En wat
gebeurt er als het wets
ontwerp al in het Lagerhuis
sneuvelt? Stewart: „Het
Schotse volk zal woedend
zijn en dat komt de SNP ten
goede. Zodra we een meer
derheid van de 71 Schotse
zetels ln Westminster hebben
gaan we met de regering on
derhandelen over onafhanke
lijkheid.
Referendum
Hij denkt dat het parlement
het voorstel niet zal durven
verwerpen zonder d$ uitslag
te kennen van een referen
dum, dat onder de Schotten
zal worden gehouden nadat
de wet is aangenomen en
voordat de verkiezingen voor
een assemblee worden uitge
schreven. „Dat referendum
op zich is een goede zaak. We
zijn er steeds voor geweest.
Een tweede is de vraagstel
ling. Stewart gelooft dat de
W% c
V t izi
Tl. tK
regering een suggestieve
vraag zal gaan stellen, die
moet aantonen dat de Schot
ten geen prijs stellen op onaf
hankelijkheid. „Ons idee is
om drie vragen te stellen. De
eerste is: wilt u dat de betrek
kingen met de rest van
GrootrBrittannië blijven zo
als ze zijn. De tweede: steunt
u de devolutiewet. En de der
de: wenst u onafhankelijk
heid voor Schotland."
Economisch zal een onafhan
kelijk 8chotland het zeker
kunnen bolwerken, net zoals
Luxemburg. Nederland of
Noorwegen dat kunnen, al
dus Stewart. „We willen het
voor buitenlandse bedrijven
gemakkelijker maken naar
8chotland te komen. Daar
naast is er het geld dat we uit
de Noordzee-olie ontvangen.
Er zal genoeg zijn om een
fundament te leggen voor
een eigen Schotse economie.
Een belangrijk onderdeel is
het plan om de industrie
meer over het gehele 8chotse
gebied te spreiden, net als nu
gebeurt met de omgeving
van Aberdeen in het noor
den." Naar het idee van de
SNP-lelder zal het zeker twin
tig Jaar duren voor de sprei
ding goed werkt. Dat hangt
ook zeer nauw samen met het
aanleggen van toevoerwegen.
De afwijzende houding van
de vakbeweging en de
werkgevers met betrekking
tot een zelfstandige Schotse
economie zal de komende Ja
ren nog wel bijtrekken.
Stewart is niet bang voor een
overmacht van het geïndus
trialiseerde westen van
Schotland, een gebied waar
links traditioneel sterk is.
„Dat zullen we moeten aan
vaarden. Maar het is altijd
nog beter vanuit het eigen
land te worden geregeerd dan
vanuit Westminster dat ons
zo lang heeft laten lijden en
zich niets van ons heeft aan
getrokken." HIJ trekt enigs
zins verbeten aan zijn pijp en
zegt half mompelend: „We
hebben te lang moeten
lijden."