Vondsten worden voortaan beter op echtheid bezien Israël-brief is onnauwkeurig Release-verbod marine ingetrokken bij Wet kan positie patiënten verslechteren I«sk: Voor ons .ét* u Wapens bij huiszoeking gevonden Den Uyl: lidmaatschap overheidsbedrijven van VNO en NCW van 'belang' Een lichtpuntje, ongeacht uitslag proces Vermaning: Franse hoogleraar wees al direct op verdachte sporen Minister komt tussenbeide Park(je) op Binnenhof in Den Haag Organisaties uiten forse kritiek Kritiek lijkt gedeeltelijk overdreven VRIJDAG 4 FEBRUARI 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet door Jan Sloothaak ASSEN Archeologische vondsten zullen na de twijfel over de omstreden vondsten van Tjerk Vermaning voortaan nauwkeuriger op hun echtheid worden onderzocht. Dat is in ieder geval dan toch een lichtpuntje, ongeacht de uitslag van dit proces," merkte de Asser rechtbankpresident mr. F. C. Fliek, gistermorgen op. De zaak tegen de van vervalsing van archeologische vondsten verdachte amateur-archeoloog begon gister morgen met een verhoor van de ge tuige prol. dr. Harm Tjalling Water bolk (52). hoogleraar-directeur van het biologlsch-Archeologisch Insti tuut (BAI) te Groningen. De hooggeleerde Groninger is een van de geleerden geweest die de vondsten van Vermaning aanvanke lijk als echt hebben bestempeld. On derzoek op de echtheid van de door amateurs en de deskundigen zelf ge dane vondsten, was er eigenlijk hele maal niet. De gebruikelijke gang van zaken was dat een deskundige een vondst beoordeelde aan de op pervlakkige uiterlijke kenmerken en de omstandigheden op de vindplaats. Twee buitenlandse geleerden had den vanaf het begin hun twijfel over de vondsten: prof. F. Bordes uit Bor deaux en de Engelse geleerde C. B. M. Mc Bumey, (Cambridge). Er wa ren echter ook diverse buitenlandse geleerden die geen twijfel hadden. Onderzoek van de echtheid was nooit overwogen omdat er geen en kele reden was voor wantrouwen te gen Vermaning. Opvallend is dat de Franse hoogle raar Bordes reeds direct heeft gewe zen op de verdachte sporen die nu weer in het geding zijn. Opmerkelijk was ook dat volgens Waterbolk het inderdaad niet zo gek is dat allerlei losse stukken later samengevoegd kunnen worden tot een steen (een compositie). Hij ondergroef daarmee de conclusie van het gerechtelijk laboratorium, %dat dit „statistisch onwaarschijn lijk" had genoemd. Op een vindplaats was het juist opvallend dat er eigenlijk teveel stukken ont braken om een „Neanderthaler- werkplaats" te kunnen zijn. Ver dachte rode verkleuringen, die vol gens het gerechtelijk laboratorium alleen kunnen ontstaan door de hitte bij machinaal werken kunnen vol gens Waterbolk ook ontstaan door de hitte van een vuur. Slechtere verhouding In de loop van de Jaren verslechter de de verhouding met Vermaning, volgens Waterbolk doordat de ama teur de medewerkers van het BAI negatief etaleerde in de pers. Verma ning vroeg al eens een bedrag van twee miljoen gulden en dreigde zijn collectie stenen naar het buitenland te verkopen. Prof. Waterbolk kwam terug op zijn aanvankelijk positieve waardering van Vermaning's vondsten toen een medewerker van zijn instituut, de geoloog drs. Durk Stapert, verval singen concludeerde. Hij onderte kende ook diens rapport, maar ver klaarde gisteren daarmee nog niet op elk onderdeel van dat rapport deskundigheid te pretenderen. Hij verwees dan ook veel naar drs. Sta pert als de eigenlijke deskundige achter her rapport, voor zo ver het het onderzoek van de oppervlakte van de stenen betrof. Stapert zelf werd gistermiddag ver hoord. Volgens hem ontbreken aan de stenen van Vermaning alle na tuurlijke kenmerken van onbe- werkte stenen zowel als stenen werktuigen zoals de vuistbijlen van Wijnjeterp, Bakel (N-Br) en An deren die door andere stenenzoe kers dan Vermaning zijn gevonden. Er komen afgeslepen ribben voor op Vermaning's stenen. Dat wijkt af van alle andere vergeleken stenen. Geen glanslagen Op Vermaning's vondsten ontbre ken bovendien de gebruikelijke glanslagen. De oppervlakte- kenmerken die op alle andere ste nen voorkomen, ook als het om (de ongeveer vijftig duizend Jaar gele den gemaakte) werktuigen van de Neanderthaler-mens gaat, ontbre ken volledig. De verdachte krassen op onder an dere de blauwmeerbijl kunnen vol gens Stapert nauwelijks zijn veroor zaakt doordat deze bijl door een zandzuiger is gepompt. Bovendien achtte Stapert het uitge sloten dat de stenen die bij Hoo- gersmilde gevonden zijn Inderdaad uit de Drentse bodem komen. Op die stenen ontbreekt een glans die er wél op hoort te zijn. Op stenen die onder water hebben gelegen ont breekt diezelfde laag ook en Stapert wees op de grote hoeveelheden van deze stenen die zijn blootgekomen bij de inpoldering van het IJssel- meer. „Grote idioot" Vermaning zelf zei: „Ik zou geen grote vervalser maar een grote idi oot zijn als ik de stenen inderdaad geslepen zou hebben. Dat zou onver standig van mij zijn geweest. Want dat had iedereen kunnen ontdek ken." Vermaning stak demonstra tief een snoepje in zijn mond toen de officier van Justitie een dropje aan bood aan de verkouden 8tapert „om zijn keel te smeren". Gisteravond zou de verdediger mr. Doornbos ge legenheid krijgen Stapert nog te verhoren. Een honderdtal boeren uit Winterswijk en omgeving heeft gisteren ln Den Haag gedemonstreerd tegen de plannen om hun streek aan te wijzen als landschapspark, waardoor aan hun bedrijfsuit oefening beperkingen opgelegd zouden worden. ,,We willen vrije boeren blijven en geen parkwach ters worden", aldus de boeren, die op het Binnenhof een aantal stenen uit de grond haalden en daar een klein parkje Inrichtten. De actievoerders wezen erop dat men ln Winterswijk ln het algemeen niet alleen negatief maar zells afwijzend staat tegenover de plannen. „We willen geen horige boeren worden maar onze eigen boontjes blijven doppen", merkten ze op. Van onze correspondent BEROUM Bij huiszoekingen In Garijp en Oostermeer heeft de ge meentepolitie van Tietjerksteradeel negen vuurwapens en meer dan dui zend patronen in beslag genomen. Tegen vijf personen is proces verbaal opgemaakt wegens verbo den wapenbezit. De karabijn, gewe ren en pistolen vertegenwoordigen op de zwarte markt samen met de munitie een waarde van zo'n tiendui zend gulden. De politie kwam na een tip op het spoor van de dertigjarige ambtenaar J. C. M. uit Garijp die als tussenper soon bleek te fungeren ln deze illega le wapenhandel. BIJ hem vond de politie twee geweien, een karabijn en twee pistolen met munitie, waar van er een was verborgen in een koffiezetapparaat. M. had de wapens betrokken via zijn neef C. M. (44) uit Kootwijk, die bekend staat als een fervent wapen verzamelaar. Deze Is op verzoek van de politie ln Bergum door de politie van Apeldoorn aangehouden en in gesloten. Hij heeft bekend dat hij de wapens voor het gTootste deel afkomstig uit de Tweede Wereldoor log heeft gekocht op de zwarte markt in Denemarken. Voor de verspreiding ln Friesland zorgde neef M. uit Garijp. Hij reisde geregeld met belangstellenden naar Kootwijk, waar dan zaken konden worden gedaan. Op vijf adressen heeft de politie wapens aangetroffen en proces verbaal opgemaakt. De 82-jarige J. M. uit Garijp vader van de tussenpersoon had ook een pistool met munitie aangeschaft De politie heeft verder lichtspoor- munitie, een patroonband voor een mitrailleur, dumdumkogels en twee honderd jachtpatronen gevonden De gemeentepolitie van Apeldoorn heeft hij bij M. in Kootwijk een par tij wapens ln beslag genomen. Daar van wordt nog onderzocht ln hoever re het bezit ervan verboden is. omdat M. ook veel antiek geschut in huls had. DEN HAAG - Minister Stemer- dink heeft de opdracht aan drie marine-officieren in Den Hel der om hun privé-activiteiten ten behoeve van Release-Den Helder binnen drie maanden te beëindigen, ongedaan gemaakt. Dit „Release-verbod" (verbod van contact met alternatieve hulpverle ners) was de drie officieren opgelegd door de vlootvoogd, schout-bij-nacht Rambonnet. Deze heeft de drie nu laten weten dat het in het belang van de marine „onnuttig en onnodig" is het verbod langer te handhaven. De schout-blj-nacht heeft daarover overleg gevoerd met de minister van defensie en de bevelhebber der zee- strijdkrachten. In de Tweede Kamer deed minister Stemerdlnk gisteren mededelingen hierover. Het PPR- kamerlid Van Winkel had gevraagd het verbod ongedaan te maken. Van onze sociaal-economische redactie DEN HAAG - Minister-president Den Uyl vindt het „van belang en nuttig" dat overheidsbedrijven lid zijn van centrale verbon den van werkgevers, zoals VNO en NCW. Staatsbedrijven dragen echter niet bij aan de weerstandsfondsen van de werkgevers, bedoeld om eventuele stakingen uit te zingen. De PvdA en ook de ambtenarenbonden ABVA en KABO zijn het niet met Den Uyl eens, en leggen zich ook &let neer bij de uitspraken van de premier. De commandant zeemacht be schouwde medewerking aan Release als „een uiting van een zodanige gezindheid dat geen voldoende waarborg aanwezig is dat de betref fende officier zijn plicht onder alle omstandigheden getrouwelijk zal volbrengen." Van Winkel noemde het verbod „ontoelaatbaar". Naar zijn mening was er sprake van een onzorgvuldige procedure en getuig de het verbod van een vooringeno menheid die, zei hij, een hoge ge zagsdrager onwaardig is. In de Tweede Kamer distancieerde minister Stemerdink zich van de me ning van de commandant zeemacht, dat privé-medewerking aan Release op zich onverenigbaar is met het vervullen van een functie in de krijgsmacht. Uit het antwoord van de bewindsman bleek, dat „een openhartig gesprek" met de com mandant zeemacht en de bevelheb ber der zeestrijdkrachten voldoende was om de inzichten met elkaar in overeenstemming te brengen. Of het voorval schade heeft aangericht aan het aanzien van de krijgsmacht vond Stemerdink moeilijk te bepalen. Van onze Haagse redactie DEN HAAG De rechtspositie van psychiatrische patiënten, bijna een eeuw geleden wettelijk vastgelegd, dreigt niet of nauwelijks verbeterd te worden. Het vorig Jaar ingediende wetsontwerp, dat de krankzinnigenwet 1884 moet vervangen, kan zelfs een slechtere positie van psychiatrische patiënten betekenen. Deze kritiek wordt, in meerdere of mindere mate, geuit door bijna twintig organisaties. Zij zullen deze maand van zich doen horen op een hoorzitting over het wetsontwerp in de Tweede Kamer. „De positie van de psychiatrische patiënten wordt eerder ongunstiger dan gunstiger", meent de Nationale Ziekenhuisraad. De mogelijkheden om de vrijheid van psychiatrische patiten gaan ln het wetsplan veel te ver. Daar komt bij dat die mogelijkheden ook toege past kunnen worden op personen, die niet krachtens een rechterlijke uitspraak maar vrijwillig zijn opge nomen ln een psychiatrisch zieken huis. Ook ziet de ziekenhuisraad ge varen in de grote stroom van infor matie, die over een patiént aan aller lei belanghebbenden wordt gegeven. De „werkgroep rechtspositie psychi atrische patiënten" zegt dat ln het wetsplan die belanghebbenden (overheid, familie, artsen, instellin gen) een belangrijker plaats inne men dan de patiënt zelf. „Die is lijdend voorwerp," aldus de werkgroep. Grote tekortkomingen De cliëntenbond meent, dat voor een echte verbetering van de opname in psychiatrische ziekenhuizen „zeer veel meer" nodig is dan de maatrege len, die in het wetsplan staan. De tekortkomingen in het ontwerp zijn ook overigens zo groot, dat van een goede „opvolger" van de krankzinni genwet absoluut geen sprake is, al dus de bond. waarin met name (ex-) patiënten zitten. De Coomhertllga (organisatie voor hervorming van het recht) velt even eens een hard oordeel: „Hier worden geen waarborgen voor de patiënt ge schapen, doch wordt eerder de grondslag gelegd voor een ernstige ontrechtlng van de patiënt." Vrijwel algemeen is de kritiek, dat de opvattingen waarop het wetsplan stoelt verouderd zijn. De critici doen een groot aantal voorstellen, waarin nieuwe inzichten over psychiatrie en paüënten huns inziens beter gestalte krijgen. De organisaties, die op de hoorzit ting van 16 februari hun kritiek zul len toelichten, hebben zich, speciaal voor het wetsplan. verenigd ln een „werkgroep krankzinnigenwet." Het zijn onder meer de Coornhertliga, de Bond voor Vrijheidsrechten, de Be wonersraad van St. Bavo (psychia trische ziekenhuis te Noordwijker- hout), de Gekkenkrant. enkele plaat selijke afdelingen van de „alternatie ve" hulpverleners Release en Jac en de patiëntenraad van Coudewater te Rosmalen. De hoorzitting wordt gehouden door de bijzondere kamercommissie voor de wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (de ge wraakte wet.). De-RvdA en de twee ambtenaren}- bonden vinden dat overheldsbêdrfj» ven ook via hun contributies de werkgeversfondsen kunnen spek ken. Langs die weg zou wel eens belastinggeld kunnen worden ge bruikt om eventuele stakingen te breken. Deze kwestie kwam gisteren aan de orde in de Tweede Kamer toen Van der Doef (PvdA) vragen stelde aan Den Uyl. heidsbedrijven waar ambtenaren stakingsverbod hebben (PTT bij voorbeeld) en bedrijven waar dat niet zo is. Den Haag Bijdragen De staatsbedrijven NS (Spoorwe gen). PTT, DSM (Staatsmijnen) en KLM zijn lid van het VNO (voorzitter mr. Van Veen). Den Uyl vindt zo'n lidmaatschap nuttig om kennis op te doen over management en organisa tie. Bijdragen aan het onderlinge weerstandsfonds van de werkgevers zou echter niet passen bij de vereiste zorgvuldigheid die staatsbedrijven bij hun lidmaatschap ln acht moeten nemen, vond Den Uyl. Van der Doef ziet niet in waarom volledige staatsbedrijven als PTT en NS lid zouden moeten zijn van VNO of NCW. Voor DSM en KLM zou er nog over te denken zijn. Ook Den Uyl zag wel verschil tussen over ABVA en KABO hebben de kwestie inmiddels deze week al aangekaart bij de gemeente Den Haag. In het regelmatige overleg over ambtena renzaken wezen zij erop dat het ge meentelijke ziekenhuis Leyenburg, waarvan de financiën over de ge meente lopen, lid is van de Nationale Ziekenhuisraad (NZR). De NZR is echter als werkgeversorganisatie lid van het VNO, en zou aan het VNO een contributie betalen van 94.000 gulden per Jaar. De Haagse wethouder Van Lier, die het overleg voorzat, beloofde de kwestie te zullen bekijken. Hij vond, volgens een bestuurder van.de AB VA, de huidige situatie ook niet erg Juist, ook al was de gemeente Den Haag dan niet direct lid van een werkgeversverbond, waartegen thans zich de stakingsdreigingen richten. Ook de hoofdbesturen van ABVA en KABO houden zich met de zaak bezig. door James Dorsey In brede kringen ln Nederland is beroering ontstaan over de brie! aan de Amerikaanse president Carter, welke ln samenwerking met de Parlementaire Vereniging voor Europees Arabische Sa menwerking ln Parijs werd geschreven en die door vijf Neder landse Kamerleden mede-ondertekend werd. Deze beroering ls ten aanzien van de historische onnauwkeurigheid van de brieven begrijpelijk alhoewel veroordelingen ln termen van „Infaam" en het ontstaan van „grote ontsteltenis" overdreven lijken. Simpkins Hé, hier met die ski's Bij de discussie die over het schrij ven ontstaan is blijkt dat over de tekst van het schrijven verwarring bestaat. Het is vrijwel onmogelijk om het negentien pagina's tellende document geheel hier af te drukken. Daarom zal getracht worden de in houd van het door de heren Ter Beek, De Vries en Roethof (allen PvdA), Beekmans (D'66) en Van Ei sen (KVP) medeondertekende „Be roep op de nieuwe president door Europese Vrienden van het Ameri kaanse Volk om een nieuwe morele stuwkracht in het Amerikaanse Mid den Oosten-beleid" kort samen te vatten. Onrecht In de brief wordt er terecht ervan uitgegaan dat het Palestijnse volk in het Midden-Oosten groot onrecht is aangedaan. De historische behande ling ln de brief van deze tragedie en de Israëlische of zionistisch rol ln deze kwestie wordt echter bijzonder eenzijdig weergegeven. Weliswaar hebben de Nederlandse onderteke naars van de brief van tevoren veran deringen ln de brief aangebracht, vooral waar het betrof „bombastisch taalgebruik", toch hadden zij bij een kwestie die zo gevoelig in Nederland ligt zorgvuldiger te werk moeten gaan. De Nederlandse Kamerleden betreu ren het feit dat de morele basis van het Amerikaanse beleid ten aanzien van het Midden-Oosten verloren ge gaan ls. Zij wijzen op de ln 1949 geuite Amerikaanse kritiek Jegens Israël omdat dit land geweigerd had de door de Verenigde Naties „ver langde concessies ten aanzien van de vluchtelingen en de grenzen te doen." Deze kritiek werd echter al gauw in Amerika vergeten. „Qelelde- lijk aan gleed Washington af naar een gewetenloze instemming met de volledig onjuiste bestaande toestand en ontwikkelde de gewoonte om al tijd het „nee" van de Israëlische lei ders in Jeruzalem en Tel Aviv te aanvaarden," aldus de briefschrij vers. De briefschrijvers verwijten Israël dat het nooit de kans voor een vrede gegrepen heeft. Zo'n kans zou de zesdaagse oorlog hebben geboden. „Israëls overwinning wèszo overwel digend dat het voor het eerst erop leek dat de Arabische wereld, of ten minste het grootste deel ervan over tuigd zou kunnen worden om de on rechtvaardigheid van 1947-'48 te slikken als de prijs voor het herove ren van hetgeen zij tijdens het deba cle van 1967 verloren hadden." Ame rika had toen de morele leiding moe ten geven, wat het niet deed, om Israël tot concessies aan de Arabie ren te bewegen." In tegenstelling tot de beweringen van de fractieleider van de WD ln de Tweede Kamer, de heer Wiegel blijkt uit de brief niet dat de onder tekenaars het bestaansrecht van de staat Israël in twijfel trekken. In tegendeel, zij kiezen duidelijk als uitgangspunt resolutie 242 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. In deze resolutie wordt het bestaansrecht van alle staten ln het Midden-Oosten, dus ook dat van Is raël, binnen veilige en erkende gren zen erkend. Wel leggen de onderteke naars de nadruk op het ln de resolu tie opgenomen principe dat uitbrei ding van het grondgebied van een staat ten gevolge van een oorlog on toelaatbaar ls. Resolutie 242 wordt al Jaren verschil lend uitgelegd ten aanzien van de els dat Israël zich uit de ln 1967 bezette gebieden moet. terugtrekken. De briefschrijvers wijzen op het feit dat de 8owjet-Unie en de voormalige Amerikaanse minister van buiten landse zaken, Rogers, de resolutie Interpreteren in die zin dat Israël zich uit alle bezette gebieden moet terugtrekken. Israël weigert deze in terpretatie te aanvaarden. Wanneer Israël wel de Amerikaanse- Russlsche opvatting had overgeno men dan was er volgens de onderte kenaars van de brief al lang een vrede ln het Midden-Oosten bereikt. Amerika wordt verweten Israël tot een dergelijke interpretatie van de resolutie niet te hebben bewogen. „Integendeel, toen het keer op keer de gelegenheid kreeg om een derge lijke actie te ondernemen in verband met de Israëlische aanvragen om Amerikaanse militaire en econo mische steun, maakte Washington geen gebruik van de machtsmidde len die het ln handen kreeg." Vredeskansen Sinds de gemiste vredeskansen ln 1967 is er volgens de brief aan Carter een veranderde situatie in het Mid den-Oosten ontstaan. Er moet nu ook een oplossing voor het Pales tijnse probleem worden gevonden. De schrijvers stellen zich terecht op het standpunt dat Israa een van de grote struikelblokken is op weg naar de verwezenlijking van hetPaleslJn- se recht op zelfbeschikking. ZIJ ver geten echter te vermelden dat de Palestijnen niet alleen slechts van Israël te vrezen hebben maar ook van de Arabische staten, zoals de burgeroorlog in Libanon, de Sy rische en Jordaanse houding tege nover de Palestijnse Bevrijdingsbe weging (PLO) en de recente uitspra ken van de Egyptische president Sadat bewijzen. Ook ln dit verband hebben de brief schrijvers kritiek op Amerika, die samenhangt met de ondertekening van het tweede 8lnal-akkoord tus sen Israël en Egypte. Behalve dat Israël ter beloning van de onderte kening van het akkoord massale Amerikaanse steun kreeg toege zegd, werd de Amerikaanse bewe gingsvrijheid beperkt door de gehei me toezegging de PLO niet formeel te erkennen tot deze de staat Israël formeel erkend heeft en resolutie 242 heeft aanvaard. De ondertekenaars willen aanvul ling van resolutie 242, waarin de rechten van de Palestijnen worden erkend. Het Palestijnse probleem moet niet meer als een humanitair maar als een politiek vraagstuk wor den beschouwd. De brief stelt dat de PLO haar bereidheid al getoond heeft om het bestaansrecht van de staat Israël te erkennen. Daarom doen de ondertekenaars van de brief, tot wie naast de vijf Nederlandse Kamerleden ook parle mentariërs uit andere Europese lan den behoren, een beroep op Carter om opnieuw morele principes ten grondslag te leggen aan het Ameri kaanse buitenlandse beleid. „Wanneer de moraal de toetssteen moet zijn, dan bestaat er geen geldig argument om de Palestijnen het zelfde recht op zelfbeschikking te onthouden dat de Israëli's al lang uitoefenen. Als eenmaal het recht van de Palestijnen op een eigen staat, op eigen grondgebied ls aanv aard en aan de andere essentiële onderdelen van een vreedzame op lossing, omschreven in resolutie 242, ls toegevoegd zal de weg open zijn voor een duurzame vrede ln het Mid den-Oosten." Uit dit laatste citaat blijkt de grote onnauwkeurigheid van de brief. Aangezien de Palestijnen aanvanke lijk op het gehele gebied van Pales tina aanspraak maakten dient het begrip „eigen grondgebied" nauw keurig te worden onderschreven. Impliciet valt uit de tekst van het schrijven wel op te maken dat met dit begrip bedoeld zijn de ln 1967 door Israël bezette gebieden. De beroering over de brief is ten dele ook te verklaren uit de veronderstel ling dat de drie ondertekenaars van de PvdA als vrienden van Israël te beschouwen waren. De Israëlische ambassadeur ln Den Haag, Avra- ham KJdron, vroeg zich af: „Als «ut onze vrienden zijn, wie zijn dan onze vrienden?" Ofschoon er veel kritiek op de brief gerechtvaardigd ls, heb ben de ondertekenaars één zaak bij het huiste eind: een werkelijke duur zame en rechtvaardige vrede is al leen mogelijk wanneer de nationale aspiraties van zowel Israëli's als Pa lestijnen zijn verwezenlijkt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 9