Vondsten worden voortaan
beter op echtheid bezien
Israël-brief is onnauwkeurig
Release-verbod
marine ingetrokken
bij
Wet kan positie patiënten verslechteren
I«sk:
Voor ons .ét* u
Wapens bij huiszoeking gevonden
Den Uyl: lidmaatschap
overheidsbedrijven van
VNO en NCW van 'belang'
Een lichtpuntje, ongeacht uitslag proces Vermaning:
Franse hoogleraar
wees al direct op
verdachte sporen
Minister komt tussenbeide
Park(je) op Binnenhof in Den Haag
Organisaties uiten forse kritiek
Kritiek lijkt gedeeltelijk overdreven
VRIJDAG 4 FEBRUARI 1977
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
door Jan Sloothaak
ASSEN Archeologische vondsten zullen na de twijfel over de omstreden vondsten
van Tjerk Vermaning voortaan nauwkeuriger op hun echtheid worden onderzocht. Dat is
in ieder geval dan toch een lichtpuntje, ongeacht de uitslag van dit proces," merkte de
Asser rechtbankpresident mr. F. C. Fliek, gistermorgen op.
De zaak tegen de van vervalsing van
archeologische vondsten verdachte
amateur-archeoloog begon gister
morgen met een verhoor van de ge
tuige prol. dr. Harm Tjalling Water
bolk (52). hoogleraar-directeur van
het biologlsch-Archeologisch Insti
tuut (BAI) te Groningen.
De hooggeleerde Groninger is een
van de geleerden geweest die de
vondsten van Vermaning aanvanke
lijk als echt hebben bestempeld. On
derzoek op de echtheid van de door
amateurs en de deskundigen zelf ge
dane vondsten, was er eigenlijk hele
maal niet. De gebruikelijke gang van
zaken was dat een deskundige een
vondst beoordeelde aan de op
pervlakkige uiterlijke kenmerken en
de omstandigheden op de
vindplaats.
Twee buitenlandse geleerden had
den vanaf het begin hun twijfel over
de vondsten: prof. F. Bordes uit Bor
deaux en de Engelse geleerde C. B.
M. Mc Bumey, (Cambridge). Er wa
ren echter ook diverse buitenlandse
geleerden die geen twijfel hadden.
Onderzoek van de echtheid was
nooit overwogen omdat er geen en
kele reden was voor wantrouwen te
gen Vermaning.
Opvallend is dat de Franse hoogle
raar Bordes reeds direct heeft gewe
zen op de verdachte sporen die nu
weer in het geding zijn. Opmerkelijk
was ook dat volgens Waterbolk het
inderdaad niet zo gek is dat allerlei
losse stukken later samengevoegd
kunnen worden tot een steen (een
compositie).
Hij ondergroef daarmee de conclusie
van het gerechtelijk laboratorium,
%dat dit „statistisch onwaarschijn
lijk" had genoemd. Op een
vindplaats was het juist opvallend
dat er eigenlijk teveel stukken ont
braken om een „Neanderthaler-
werkplaats" te kunnen zijn. Ver
dachte rode verkleuringen, die vol
gens het gerechtelijk laboratorium
alleen kunnen ontstaan door de hitte
bij machinaal werken kunnen vol
gens Waterbolk ook ontstaan door
de hitte van een vuur.
Slechtere verhouding
In de loop van de Jaren verslechter
de de verhouding met Vermaning,
volgens Waterbolk doordat de ama
teur de medewerkers van het BAI
negatief etaleerde in de pers. Verma
ning vroeg al eens een bedrag van
twee miljoen gulden en dreigde zijn
collectie stenen naar het buitenland
te verkopen.
Prof. Waterbolk kwam terug op zijn
aanvankelijk positieve waardering
van Vermaning's vondsten toen een
medewerker van zijn instituut, de
geoloog drs. Durk Stapert, verval
singen concludeerde. Hij onderte
kende ook diens rapport, maar ver
klaarde gisteren daarmee nog niet
op elk onderdeel van dat rapport
deskundigheid te pretenderen. Hij
verwees dan ook veel naar drs. Sta
pert als de eigenlijke deskundige
achter her rapport, voor zo ver het
het onderzoek van de oppervlakte
van de stenen betrof.
Stapert zelf werd gistermiddag ver
hoord. Volgens hem ontbreken aan
de stenen van Vermaning alle na
tuurlijke kenmerken van onbe-
werkte stenen zowel als stenen
werktuigen zoals de vuistbijlen
van Wijnjeterp, Bakel (N-Br) en An
deren die door andere stenenzoe
kers dan Vermaning zijn gevonden.
Er komen afgeslepen ribben voor op
Vermaning's stenen. Dat wijkt af
van alle andere vergeleken stenen.
Geen glanslagen
Op Vermaning's vondsten ontbre
ken bovendien de gebruikelijke
glanslagen. De oppervlakte-
kenmerken die op alle andere ste
nen voorkomen, ook als het om (de
ongeveer vijftig duizend Jaar gele
den gemaakte) werktuigen van de
Neanderthaler-mens gaat, ontbre
ken volledig.
De verdachte krassen op onder an
dere de blauwmeerbijl kunnen vol
gens Stapert nauwelijks zijn veroor
zaakt doordat deze bijl door een
zandzuiger is gepompt.
Bovendien achtte Stapert het uitge
sloten dat de stenen die bij Hoo-
gersmilde gevonden zijn Inderdaad
uit de Drentse bodem komen. Op
die stenen ontbreekt een glans die er
wél op hoort te zijn. Op stenen die
onder water hebben gelegen ont
breekt diezelfde laag ook en Stapert
wees op de grote hoeveelheden van
deze stenen die zijn blootgekomen
bij de inpoldering van het IJssel-
meer.
„Grote idioot"
Vermaning zelf zei: „Ik zou geen
grote vervalser maar een grote idi
oot zijn als ik de stenen inderdaad
geslepen zou hebben. Dat zou onver
standig van mij zijn geweest. Want
dat had iedereen kunnen ontdek
ken." Vermaning stak demonstra
tief een snoepje in zijn mond toen de
officier van Justitie een dropje aan
bood aan de verkouden 8tapert „om
zijn keel te smeren". Gisteravond
zou de verdediger mr. Doornbos ge
legenheid krijgen Stapert nog te
verhoren.
Een honderdtal boeren uit Winterswijk en omgeving heeft gisteren ln Den Haag gedemonstreerd
tegen de plannen om hun streek aan te wijzen als landschapspark, waardoor aan hun bedrijfsuit
oefening beperkingen opgelegd zouden worden. ,,We willen vrije boeren blijven en geen parkwach
ters worden", aldus de boeren, die op het Binnenhof een aantal stenen uit de grond haalden en
daar een klein parkje Inrichtten. De actievoerders wezen erop dat men ln Winterswijk ln het
algemeen niet alleen negatief maar zells afwijzend staat tegenover de plannen. „We willen geen
horige boeren worden maar onze eigen boontjes blijven doppen", merkten ze op.
Van onze correspondent
BEROUM Bij huiszoekingen In
Garijp en Oostermeer heeft de ge
meentepolitie van Tietjerksteradeel
negen vuurwapens en meer dan dui
zend patronen in beslag genomen.
Tegen vijf personen is proces
verbaal opgemaakt wegens verbo
den wapenbezit. De karabijn, gewe
ren en pistolen vertegenwoordigen
op de zwarte markt samen met de
munitie een waarde van zo'n tiendui
zend gulden.
De politie kwam na een tip op het
spoor van de dertigjarige ambtenaar
J. C. M. uit Garijp die als tussenper
soon bleek te fungeren ln deze illega
le wapenhandel. BIJ hem vond de
politie twee geweien, een karabijn
en twee pistolen met munitie, waar
van er een was verborgen in een
koffiezetapparaat.
M. had de wapens betrokken via zijn
neef C. M. (44) uit Kootwijk, die
bekend staat als een fervent wapen
verzamelaar. Deze Is op verzoek van
de politie ln Bergum door de politie
van Apeldoorn aangehouden en in
gesloten. Hij heeft bekend dat hij de
wapens voor het gTootste deel
afkomstig uit de Tweede Wereldoor
log heeft gekocht op de zwarte
markt in Denemarken.
Voor de verspreiding ln Friesland
zorgde neef M. uit Garijp. Hij reisde
geregeld met belangstellenden naar
Kootwijk, waar dan zaken konden
worden gedaan. Op vijf adressen
heeft de politie wapens aangetroffen
en proces verbaal opgemaakt. De
82-jarige J. M. uit Garijp vader
van de tussenpersoon had ook een
pistool met munitie aangeschaft
De politie heeft verder lichtspoor-
munitie, een patroonband voor een
mitrailleur, dumdumkogels en twee
honderd jachtpatronen gevonden
De gemeentepolitie van Apeldoorn
heeft hij bij M. in Kootwijk een par
tij wapens ln beslag genomen. Daar
van wordt nog onderzocht ln hoever
re het bezit ervan verboden is. omdat
M. ook veel antiek geschut in huls
had.
DEN HAAG - Minister Stemer-
dink heeft de opdracht aan drie
marine-officieren in Den Hel
der om hun privé-activiteiten
ten behoeve van Release-Den
Helder binnen drie maanden te
beëindigen, ongedaan
gemaakt.
Dit „Release-verbod" (verbod van
contact met alternatieve hulpverle
ners) was de drie officieren opgelegd
door de vlootvoogd, schout-bij-nacht
Rambonnet. Deze heeft de drie nu
laten weten dat het in het belang van
de marine „onnuttig en onnodig" is
het verbod langer te handhaven. De
schout-blj-nacht heeft daarover
overleg gevoerd met de minister van
defensie en de bevelhebber der zee-
strijdkrachten. In de Tweede Kamer
deed minister Stemerdlnk gisteren
mededelingen hierover. Het PPR-
kamerlid Van Winkel had gevraagd
het verbod ongedaan te maken.
Van onze sociaal-economische redactie
DEN HAAG - Minister-president Den Uyl vindt het „van belang
en nuttig" dat overheidsbedrijven lid zijn van centrale verbon
den van werkgevers, zoals VNO en NCW. Staatsbedrijven dragen
echter niet bij aan de weerstandsfondsen van de werkgevers,
bedoeld om eventuele stakingen uit te zingen. De PvdA en ook
de ambtenarenbonden ABVA en KABO zijn het niet met Den
Uyl eens, en leggen zich ook &let neer bij de uitspraken van de
premier.
De commandant zeemacht be
schouwde medewerking aan Release
als „een uiting van een zodanige
gezindheid dat geen voldoende
waarborg aanwezig is dat de betref
fende officier zijn plicht onder alle
omstandigheden getrouwelijk zal
volbrengen." Van Winkel noemde
het verbod „ontoelaatbaar". Naar
zijn mening was er sprake van een
onzorgvuldige procedure en getuig
de het verbod van een vooringeno
menheid die, zei hij, een hoge ge
zagsdrager onwaardig is.
In de Tweede Kamer distancieerde
minister Stemerdink zich van de me
ning van de commandant zeemacht,
dat privé-medewerking aan Release
op zich onverenigbaar is met het
vervullen van een functie in de
krijgsmacht. Uit het antwoord van
de bewindsman bleek, dat „een
openhartig gesprek" met de com
mandant zeemacht en de bevelheb
ber der zeestrijdkrachten voldoende
was om de inzichten met elkaar in
overeenstemming te brengen. Of het
voorval schade heeft aangericht aan
het aanzien van de krijgsmacht vond
Stemerdink moeilijk te bepalen.
Van onze Haagse redactie
DEN HAAG De rechtspositie van psychiatrische patiënten,
bijna een eeuw geleden wettelijk vastgelegd, dreigt niet of
nauwelijks verbeterd te worden. Het vorig Jaar ingediende
wetsontwerp, dat de krankzinnigenwet 1884 moet vervangen,
kan zelfs een slechtere positie van psychiatrische patiënten
betekenen. Deze kritiek wordt, in meerdere of mindere mate,
geuit door bijna twintig organisaties. Zij zullen deze maand van
zich doen horen op een hoorzitting over het wetsontwerp in de
Tweede Kamer.
„De positie van de psychiatrische
patiënten wordt eerder ongunstiger
dan gunstiger", meent de Nationale
Ziekenhuisraad. De mogelijkheden
om de vrijheid van psychiatrische
patiten gaan ln het
wetsplan veel te ver. Daar komt bij
dat die mogelijkheden ook toege
past kunnen worden op personen,
die niet krachtens een rechterlijke
uitspraak maar vrijwillig zijn opge
nomen ln een psychiatrisch zieken
huis. Ook ziet de ziekenhuisraad ge
varen in de grote stroom van infor
matie, die over een patiént aan aller
lei belanghebbenden wordt gegeven.
De „werkgroep rechtspositie psychi
atrische patiënten" zegt dat ln het
wetsplan die belanghebbenden
(overheid, familie, artsen, instellin
gen) een belangrijker plaats inne
men dan de patiënt zelf. „Die is
lijdend voorwerp," aldus de
werkgroep.
Grote tekortkomingen
De cliëntenbond meent, dat voor een
echte verbetering van de opname in
psychiatrische ziekenhuizen „zeer
veel meer" nodig is dan de maatrege
len, die in het wetsplan staan. De
tekortkomingen in het ontwerp zijn
ook overigens zo groot, dat van een
goede „opvolger" van de krankzinni
genwet absoluut geen sprake is, al
dus de bond. waarin met name (ex-)
patiënten zitten.
De Coomhertllga (organisatie voor
hervorming van het recht) velt even
eens een hard oordeel: „Hier worden
geen waarborgen voor de patiënt ge
schapen, doch wordt eerder de
grondslag gelegd voor een ernstige
ontrechtlng van de patiënt."
Vrijwel algemeen is de kritiek, dat de
opvattingen waarop het wetsplan
stoelt verouderd zijn. De critici doen
een groot aantal voorstellen, waarin
nieuwe inzichten over psychiatrie en
paüënten huns inziens beter gestalte
krijgen.
De organisaties, die op de hoorzit
ting van 16 februari hun kritiek zul
len toelichten, hebben zich, speciaal
voor het wetsplan. verenigd ln een
„werkgroep krankzinnigenwet." Het
zijn onder meer de Coornhertliga, de
Bond voor Vrijheidsrechten, de Be
wonersraad van St. Bavo (psychia
trische ziekenhuis te Noordwijker-
hout), de Gekkenkrant. enkele plaat
selijke afdelingen van de „alternatie
ve" hulpverleners Release en Jac en
de patiëntenraad van Coudewater te
Rosmalen.
De hoorzitting wordt gehouden door
de bijzondere kamercommissie voor
de wet bijzondere opnemingen in
psychiatrische ziekenhuizen (de ge
wraakte wet.).
De-RvdA en de twee ambtenaren}-
bonden vinden dat overheldsbêdrfj»
ven ook via hun contributies de
werkgeversfondsen kunnen spek
ken. Langs die weg zou wel eens
belastinggeld kunnen worden ge
bruikt om eventuele stakingen te
breken. Deze kwestie kwam gisteren
aan de orde in de Tweede Kamer
toen Van der Doef (PvdA) vragen
stelde aan Den Uyl.
heidsbedrijven waar ambtenaren
stakingsverbod hebben (PTT bij
voorbeeld) en bedrijven waar dat
niet zo is.
Den Haag
Bijdragen
De staatsbedrijven NS (Spoorwe
gen). PTT, DSM (Staatsmijnen) en
KLM zijn lid van het VNO (voorzitter
mr. Van Veen). Den Uyl vindt zo'n
lidmaatschap nuttig om kennis op te
doen over management en organisa
tie. Bijdragen aan het onderlinge
weerstandsfonds van de werkgevers
zou echter niet passen bij de vereiste
zorgvuldigheid die staatsbedrijven
bij hun lidmaatschap ln acht moeten
nemen, vond Den Uyl.
Van der Doef ziet niet in waarom
volledige staatsbedrijven als PTT en
NS lid zouden moeten zijn van VNO
of NCW. Voor DSM en KLM zou er
nog over te denken zijn. Ook Den
Uyl zag wel verschil tussen over
ABVA en KABO hebben de kwestie
inmiddels deze week al aangekaart
bij de gemeente Den Haag. In het
regelmatige overleg over ambtena
renzaken wezen zij erop dat het ge
meentelijke ziekenhuis Leyenburg,
waarvan de financiën over de ge
meente lopen, lid is van de Nationale
Ziekenhuisraad (NZR). De NZR is
echter als werkgeversorganisatie lid
van het VNO, en zou aan het VNO
een contributie betalen van 94.000
gulden per Jaar.
De Haagse wethouder Van Lier, die
het overleg voorzat, beloofde de
kwestie te zullen bekijken. Hij vond,
volgens een bestuurder van.de AB
VA, de huidige situatie ook niet erg
Juist, ook al was de gemeente Den
Haag dan niet direct lid van een
werkgeversverbond, waartegen
thans zich de stakingsdreigingen
richten. Ook de hoofdbesturen van
ABVA en KABO houden zich met de
zaak bezig.
door James Dorsey
In brede kringen ln Nederland is beroering ontstaan over de brie!
aan de Amerikaanse president Carter, welke ln samenwerking
met de Parlementaire Vereniging voor Europees Arabische Sa
menwerking ln Parijs werd geschreven en die door vijf Neder
landse Kamerleden mede-ondertekend werd. Deze beroering ls
ten aanzien van de historische onnauwkeurigheid van de brieven
begrijpelijk alhoewel veroordelingen ln termen van „Infaam" en
het ontstaan van „grote ontsteltenis" overdreven lijken.
Simpkins
Hé, hier met
die ski's
Bij de discussie die over het schrij
ven ontstaan is blijkt dat over de
tekst van het schrijven verwarring
bestaat. Het is vrijwel onmogelijk
om het negentien pagina's tellende
document geheel hier af te drukken.
Daarom zal getracht worden de in
houd van het door de heren Ter
Beek, De Vries en Roethof (allen
PvdA), Beekmans (D'66) en Van Ei
sen (KVP) medeondertekende „Be
roep op de nieuwe president door
Europese Vrienden van het Ameri
kaanse Volk om een nieuwe morele
stuwkracht in het Amerikaanse Mid
den Oosten-beleid" kort samen te
vatten.
Onrecht
In de brief wordt er terecht ervan
uitgegaan dat het Palestijnse volk in
het Midden-Oosten groot onrecht is
aangedaan. De historische behande
ling ln de brief van deze tragedie en
de Israëlische of zionistisch rol ln
deze kwestie wordt echter bijzonder
eenzijdig weergegeven. Weliswaar
hebben de Nederlandse onderteke
naars van de brief van tevoren veran
deringen ln de brief aangebracht,
vooral waar het betrof „bombastisch
taalgebruik", toch hadden zij bij een
kwestie die zo gevoelig in Nederland
ligt zorgvuldiger te werk moeten
gaan.
De Nederlandse Kamerleden betreu
ren het feit dat de morele basis van
het Amerikaanse beleid ten aanzien
van het Midden-Oosten verloren ge
gaan ls. Zij wijzen op de ln 1949
geuite Amerikaanse kritiek Jegens
Israël omdat dit land geweigerd had
de door de Verenigde Naties „ver
langde concessies ten aanzien van de
vluchtelingen en de grenzen te
doen." Deze kritiek werd echter al
gauw in Amerika vergeten. „Qelelde-
lijk aan gleed Washington af naar
een gewetenloze instemming met de
volledig onjuiste bestaande toestand
en ontwikkelde de gewoonte om al
tijd het „nee" van de Israëlische lei
ders in Jeruzalem en Tel Aviv te
aanvaarden," aldus de briefschrij
vers.
De briefschrijvers verwijten Israël
dat het nooit de kans voor een vrede
gegrepen heeft. Zo'n kans zou de
zesdaagse oorlog hebben geboden.
„Israëls overwinning wèszo overwel
digend dat het voor het eerst erop
leek dat de Arabische wereld, of ten
minste het grootste deel ervan over
tuigd zou kunnen worden om de on
rechtvaardigheid van 1947-'48 te
slikken als de prijs voor het herove
ren van hetgeen zij tijdens het deba
cle van 1967 verloren hadden." Ame
rika had toen de morele leiding moe
ten geven, wat het niet deed, om
Israël tot concessies aan de Arabie
ren te bewegen."
In tegenstelling tot de beweringen
van de fractieleider van de WD ln
de Tweede Kamer, de heer Wiegel
blijkt uit de brief niet dat de onder
tekenaars het bestaansrecht van de
staat Israël in twijfel trekken. In
tegendeel, zij kiezen duidelijk als
uitgangspunt resolutie 242 van de
Veiligheidsraad van de Verenigde
Naties. In deze resolutie wordt het
bestaansrecht van alle staten ln het
Midden-Oosten, dus ook dat van Is
raël, binnen veilige en erkende gren
zen erkend. Wel leggen de onderteke
naars de nadruk op het ln de resolu
tie opgenomen principe dat uitbrei
ding van het grondgebied van een
staat ten gevolge van een oorlog on
toelaatbaar ls.
Resolutie 242 wordt al Jaren verschil
lend uitgelegd ten aanzien van de els
dat Israël zich uit de ln 1967 bezette
gebieden moet. terugtrekken. De
briefschrijvers wijzen op het feit dat
de 8owjet-Unie en de voormalige
Amerikaanse minister van buiten
landse zaken, Rogers, de resolutie
Interpreteren in die zin dat Israël
zich uit alle bezette gebieden moet
terugtrekken. Israël weigert deze in
terpretatie te aanvaarden. Wanneer
Israël wel de Amerikaanse-
Russlsche opvatting had overgeno
men dan was er volgens de onderte
kenaars van de brief al lang een
vrede ln het Midden-Oosten bereikt.
Amerika wordt verweten Israël tot
een dergelijke interpretatie van de
resolutie niet te hebben bewogen.
„Integendeel, toen het keer op keer
de gelegenheid kreeg om een derge
lijke actie te ondernemen in verband
met de Israëlische aanvragen om
Amerikaanse militaire en econo
mische steun, maakte Washington
geen gebruik van de machtsmidde
len die het ln handen kreeg."
Vredeskansen
Sinds de gemiste vredeskansen ln
1967 is er volgens de brief aan Carter
een veranderde situatie in het Mid
den-Oosten ontstaan. Er moet nu
ook een oplossing voor het Pales
tijnse probleem worden gevonden.
De schrijvers stellen zich terecht op
het standpunt dat Israa een van de
grote struikelblokken is op weg naar
de verwezenlijking van hetPaleslJn-
se recht op zelfbeschikking. ZIJ ver
geten echter te vermelden dat de
Palestijnen niet alleen slechts van
Israël te vrezen hebben maar ook
van de Arabische staten, zoals de
burgeroorlog in Libanon, de Sy
rische en Jordaanse houding tege
nover de Palestijnse Bevrijdingsbe
weging (PLO) en de recente uitspra
ken van de Egyptische president
Sadat bewijzen.
Ook ln dit verband hebben de brief
schrijvers kritiek op Amerika, die
samenhangt met de ondertekening
van het tweede 8lnal-akkoord tus
sen Israël en Egypte. Behalve dat
Israël ter beloning van de onderte
kening van het akkoord massale
Amerikaanse steun kreeg toege
zegd, werd de Amerikaanse bewe
gingsvrijheid beperkt door de gehei
me toezegging de PLO niet formeel
te erkennen tot deze de staat Israël
formeel erkend heeft en resolutie
242 heeft aanvaard.
De ondertekenaars willen aanvul
ling van resolutie 242, waarin de
rechten van de Palestijnen worden
erkend. Het Palestijnse probleem
moet niet meer als een humanitair
maar als een politiek vraagstuk wor
den beschouwd. De brief stelt dat de
PLO haar bereidheid al getoond
heeft om het bestaansrecht van de
staat Israël te erkennen.
Daarom doen de ondertekenaars
van de brief, tot wie naast de vijf
Nederlandse Kamerleden ook parle
mentariërs uit andere Europese lan
den behoren, een beroep op Carter
om opnieuw morele principes ten
grondslag te leggen aan het Ameri
kaanse buitenlandse beleid.
„Wanneer de moraal de toetssteen
moet zijn, dan bestaat er geen geldig
argument om de Palestijnen het
zelfde recht op zelfbeschikking te
onthouden dat de Israëli's al lang
uitoefenen. Als eenmaal het recht
van de Palestijnen op een eigen
staat, op eigen grondgebied ls aanv
aard en aan de andere essentiële
onderdelen van een vreedzame op
lossing, omschreven in resolutie 242,
ls toegevoegd zal de weg open zijn
voor een duurzame vrede ln het Mid
den-Oosten."
Uit dit laatste citaat blijkt de grote
onnauwkeurigheid van de brief.
Aangezien de Palestijnen aanvanke
lijk op het gehele gebied van Pales
tina aanspraak maakten dient het
begrip „eigen grondgebied" nauw
keurig te worden onderschreven.
Impliciet valt uit de tekst van het
schrijven wel op te maken dat met
dit begrip bedoeld zijn de ln 1967
door Israël bezette gebieden.
De beroering over de brief is ten dele
ook te verklaren uit de veronderstel
ling dat de drie ondertekenaars van
de PvdA als vrienden van Israël te
beschouwen waren. De Israëlische
ambassadeur ln Den Haag, Avra-
ham KJdron, vroeg zich af: „Als «ut
onze vrienden zijn, wie zijn dan onze
vrienden?" Ofschoon er veel kritiek
op de brief gerechtvaardigd ls, heb
ben de ondertekenaars één zaak bij
het huiste eind: een werkelijke duur
zame en rechtvaardige vrede is al
leen mogelijk wanneer de nationale
aspiraties van zowel Israëli's als Pa
lestijnen zijn verwezenlijkt.