1 Planten vermeerderen op eigen houtje Het onderwijs is te mannelijk voor vrouw Zeeland dacht al geruime tijd aan vaste oeververbinding A »Belvédere« latfewwfeM INDONESIA sc0eningsnb.v.'""""""" Brug-tunnelweg over Westerschelde een wilde en oude droom Statenhof RESTAURANT „Y0E60SLAVIË" Noordelnde 138 A Den Haag DEZE RUBRIEK VERSCHIJNT EENMAAL PER TWEE WEKEN VRIJDAG 4 FEBRUARI 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartei RH 11 door Hi nk van Halm Deze entmethode waarbij men de ent niet eerst van de moederplant" afhaalt, wordt soms op kasplanten toegepast. Links onderstam en ent die op elkaar kunnen worden aangebracht. Van beide is een gelijk deel van de schors weggenomen, zodat de cambiumlagen over de hele oppervlakte met elkaar In contact komen. In het midden onderstam en ent nadat ze op elkaar zijn geboden. Rechts zijn de top van de onderstam en het onderstuk van de ent weggesneden, nadat ze zijn vergroeid. Uit „Zelf planten vermeerderen" van R. C. M. Wright. Voor ptantenvermeerderaar ben ik niet in de wieg gelegd. Stek ken slaan echt wel aan en ik heb er al heel wat weggegeven, maar een hobby maak ik er bepaald niet van. Het gaat meer zo tussen neus en lippen door, zo van *zonde om snoeisel weg te gooien, als je er nog van stekken kimt". Dat ls niet de ware geest, ik weet het Ook het zaaien in bakken, het ver- spenen en later uitpoten is een aar dig tijdverdrijf, waarvan Je veel kunt leren. Maar liever zie lk hoe de plan ten het zelf doen, hoe de goudbruine zaadjes wegrollen uit de verdroogde zaaddozen van de winterakonlet en hoe een Jaar later de minuscule klemplantjes zich moeizaam door het strooisel boren. Ik heb er echt plezier in steeds meer blauwe scllla- tjes te ontdekken, eerst als haast grasachtige sprietjes en Jaren later bloeiend rondom de oude planten die hun zaad kwistig en vrij uit strooien, zonder begeleiding van een mensenhand. En nu zit lk met een aantal boeken voor me die over het kunstmatig vermeerderen van planten gaan. Al beh lk dan zelf niet zo'n groot kweker, lk geloof zeker dat er heel door mr J. Steneker-van den Berg en G. van Dongen De onderwijsredactie heeft in Trouw van 22 januari ter gelegenheid van het verschijnen van het nieuwe Onderwijsblad „Inkom, voor School en Bestuur" van de Prot. Chr. Besturenraad aandacht besteed aan één van de artikelen in dit nummer, nl. over de achterstand van meisjes in het onderwijs. In dit artikel hebben wij aan de hand van cijfers willen laten zien hoe de schoolloop baan van het meisje ten opzichte van die van de jongen verloopt. Uit de cijfers menen wij te mogen concluderen dat meisjes weliswaar flink meedoen aan het onderwijs, maar er met hun zestiende jaar uitstappen. Er zijn een aantal oorzaken voor dit vaak vroegtijdig verlaten van het onderwijs aan te geven. Een van de door ons genoemde oorzaken wordt door de redactie aangehaald: sfeer en inhoud van het onderwijs werken vervreemdend: prestatiedwang, za kelijkheid, carrièrezucht, concurren tie en status". Door de vraag van de redactie of de schrijvers bedoelen dat de genoemde eigenschappen ty pisch mannelijk zijn, voelen wij ons uitgedaagd om in een kort artikel hier nader op in te gaan. Vooraf zij nog vermeld dat naast de genoemde oorzaken nog twee andere een rol spelen bij het vroegtijdig verlaten van de school, te weten: a. Uit de cijfers menen wij te kunnen opmaken dat ouders voor hun meis jes minder traditioneel kiezen dan de meisjes later zelf. Aangenomen mag worden dat de ouders bij de keuze voor het voortgezet onderwijs, dat aansluit aan het basisonderwijs, meer invloed hebben dan bij de keu ze voor verdere opleiding na de leerplichtige leeftijd op zestien jaar. b. Er is sprake van een zogenaamd tweeledig verwachtingspatroon van het meisje: enerzijds resultaat in het behalen van een diploma; anderzijds het wenkend perspectief van het ge zinsleven. Vervreemdend Maar nu dan de door de redactie geciteerde oorzaak: de vervreemden de werking van ons onderwijs en dan met name de uitdrukking daarvan in prestatiedwang, zakelijkheid, carriè rezucht. kortom het hele rijtje. Zijn deze eigenschappen typisch manne lijk? Hoewel niet iedere man er zich optimaal gelukkig in zal voelen (al durven weinigen dat toe te geven) vormen o.i. deze eigenschappen wel de scharnieren van het harnas waarin de meeste mannen rondlopen. Het beschouwen van deze ei genschappen als zijnde typisch man nelijk. wordt gezien als een gevolg van het zogenaamde socialisatiepro ces, waardoor in de opvoeding zowel jongens als meisjes in gezin en op school, door buurt en leeftijdgeno ten worden gevormd en gedrukt wor den in de traditionele rolpatronen. Traditionele rolpatronen, waarin de meisjes worden gevormd en opge voed voor de rol van echtgenote en moeder en de jongens voorbereid worden op het vervullen van een stereotiepe sekserol, die wordt geas socieerd met agressief gedrag, ambi tie, onafhankelijkheid, leiderschap en uithoudingsvermogen. (In de STER-reclame zien we elke dag de bevestiging van deze stereotype rol patronen). se"). Sprekend voorbeeld van een éénzijdige rolopvatting vinden we in het geschiedenisonderwijs: vrouwen bestaan gewoonweg niet te midden van veldheren, oorlogen en andere „mannenspelletjes". „Vrouwen zijn er goed voor om tot tweemaal toe duizenden mannen, die de slachting van Twee Wereldoorlogen tegemoet marcheerden, hysterisch toe te Jui chen", zegt de schrijfster Annie Ro mein-Verschoor. Discriminerend Het onderwijs werkt niet alleen ver vreemdend, maar ook nog discrimi nerend op grond van de vermeende geslachtskenmerken. Het onderwijs is is „de tempel van de rede" en daarin wordt een bescheiden plaats gereserveerd voor de zachtaardige, gevoelige vrouw. Haar plaats is op de achterste bank; de jongen zit vooraan. Dit moge ook nog eens blijken uit een nieuwe brochure van een oproep politicologen van de Vrije Universi teit over „Vrouw en Wetenschap". In deze brochure zijn enkele onder zoekresultaten uit West-Dultsland verzameld. Uit het Westdultse on derzoek (er bestaat geen Nederlands onderzoek; de minister van onder wijs heeft op 6 september 1976 tij- deris een zitting van de Vaste Ka mercommissie voor CRM. meege deeld zo'n onderzoek in te willen stellen) is gebleken dat vrouwen lan ger over hun studie doen dan man nen en ook eerder afhaken. Het on derzoek noemt vele motieven, maar opvallend is. zo zeggen de V.U.- studenten dat „het vooral materiéle en psychische moeilijkheden zijn die de studentes op de universiteit ondervinden, welke er de oorzaak van zijn dat een aantal van hen hun toevlucht in het huwelijk zoeken (3) Psychische moeilijkheden kunnen ook niet uitblijven in een onderwijs systeem waarin aan de mannen toe geschreven eigenschappen maatge vend zijn voor de leerweg waarlangs het meisje moet gaan. Geen wonder dat het meisje met het oog op haar rol als echtgenote en moeder ge richt, de moed van een lange leer route laat zakken en vaak onbe wust berust in haar lot. Dat deze onderontwikkeling en vaak onge schooldheid veel vrouwen een ach terstand bezorgt die ze op latere leeftijd weer willen inhalen is wel gebleken uit de spontane en storm achtige ontwikkeling van de z.g. „Moeder-Mavo's" (nu al ruim 40 scholen met meer dan 5200 leer lingen). Mr. J. Steneker-van den Berg is" Documentaliite van de Besturenraad PCO. G. van Dongen was tot 1 februari stafmedewerker Besturenraad PCO., na 1 februari Programmamaker NCRV-radio. wat tuin- en kamerplantenllefheb- bers zijn die dat nu juist het leuke van hun hobby vinden. Ik weet het uit mijn naaste omgeving. Het eenvoudigste boek ls „Planten vermeerderen" van Peter en Adrien- ne Oldale, bewerkt door Julia Vos kuil. Het vertelt tamelijk beknopt, maar mede aan de hand van goede foto's, over zaaien, stekken, enten, oculeren, marcotteren, scheuren en afleggen. Heel praktisch ls het hoofdstuk voor de doe-het-zelver over het maken van een grondzeef, een platte bak, een kleine broeikas, ook weer met veel instructieve foto's. Evenals de Oldales beveelt Wright groeistoffen aan om de wortelvor ming bij stekken te bespoedigen. Dit kan Inderdaad voor gemakkelijk rot tende stekken een heel goede oplos sing zijn. Zijn boek „Zelf planten vermeerderen" ls veel uitgebreider, alle methoden van vermenigvuldi ging die met succes zonder al te dure hulpmiddelen toegepast kunnen worden, bespreekt hij ln details. Het is een uitnemend vademecum vol duidelijke tekeningen en foto's, dat op tal van vragen antwoord geeft. Een lang hoofdstuk is gewijd aan hybridisatie en erfelijkheid, waar mee degeen die zich bezig wil hou-, den met het kruisen van verschillen de rassen beter uit de weg kan dan met het uiterst summiere dat de Oldales erover schrijven. In bijna alle zaadcatalogi kom jei tegenwoordig de term F1-hybride te gen voor zowel groente- als bloemen- variètelten. Dat klinkt wel ingewik keld, maar betekent alleen maar dat het zaad gewonnen is van een krui sing tussen twee verschillende ou ders met de bedoeling de goede ei genschappen van elke ouder ln één plant te verenigen. Dat gebeurt met honderd procent van de zaden als die eigenschappen bij beide ouders overheersen. Het ls een heel eenvou dige manier van veredelen met grote voordelen: de planten hebben alle maal dezelfde goede eigenschappen, groeien erg goed, zijn sterker dan de ouders en hebben een grote weerstand tegen ziekten. Maar daar staan ook nadelen tegenover: de oor spronkelijke ouders moeten voor handen blijven om deze kruisingen te kunnen blijven kweken, want van de F2-hybriden (de tweede generatie dus, ontstaan uit zelfbestulvlng van Fl-hybrlden) ls maar vijftig procent gelijk aan de eerste generatie. Strenge isolatie De oorspronkelijke ouders waarvan men wil kweken, moeten dus streng worden geïsoleerd en met de hand bestoven worden. Als bestuivers ko men lnsekten niet ln aanmerking. Door deze arbeidsintensieve kweek methode is het zaad duur, maar de uit het zaad verkregen planten zijn opzienbarend door kleur en grootte. Zo heb je onder de sierplanten vrij wel egaal roze zinnia's, zo gevuld als pompondahlia's, diep oranje leeuwe bekken en violetpaarse portulak- ken. Uit Wrights boek kun je ook veel leren over de voorwaarden tot kleming, zoals afkoeling gedurende een bepaalde tijd, schimmeling van de harde zaadhuid, behoefte aan licht en hoe Je er kunstmatig aan .tegemoet moet kunnen komen. Het ontwikkelen van nieuwe groen te- en fluitsoorten ten behoeve van de tuinbouw is het werk van proef tuinen om concurrentie met het bui tenland het hoofd te bieden. Zij zoe ken niet alleen naar teeltmogelijk heden in eigen land van groenten die geïmporteerd moeten worden, maar houden zich ook bezig met de meristeemcultuur, onder andere van aardbeien. Bij deze cultuur wordt een cel van de moederplant afgenomen en op een voedingsbo dem verder gekweekt In drie weken zijn er ongeveer vijftig cellen uit gegroeid, die worden gedeeld en weer apart verder gekweekt tot ze opnieuw gedeeld kunnen worden. Dat gaat door tot er genoeg cellen zijn. Dan wordt er aan de voedings bodem een stof toegevoegd, waar door er uit het gevormde cellenweef- sel eerst worteltjes en later Jonge aardbelenplantjes komen. Met deze merlsteencultuur zijn in een half Jaar tijd miljoenen planten van een nieuw ras te kweken. Zes maanden geleden schreef Ba rend Mensen er hier al over (T/K 18.8.76). In het artikel werd verzwe gen welke stof de aanzet geeft tot het vormen van worteltjes. In het algemeen worden er auxtoen, cyto- kininen en gibberellinen voor ge bruikt, groepen van plantenhormo- nen die de celstrekking op gang brengen en waarvan er nogal wat zijn. Verschillende plantesoorten re ageren ook verschillend op deze hor monen. Die meristeemcultuur is fas cineren. Het hóeft niet met een en kele cel, het kan ook met groepen cellen ln een worteltopje of in een spruit. En wat meer zegt, het ls ook voor een gewone liefhebber moge lijk, als hobby. Voor zo'n tachtig gulden koop Je de baslsapparatuur en de eerste benodigde stoffen (Alpha Kweekset nr. 1)*. En hoe Je te werk moet gaan, kun Je lezen in een speciaal handboek, „Plantenteelt in kweekbuizen", geschreven door een man van de praktijk. Dr. Ir. R. L. M. Plerik is verbonden aan het Labora torium voor Tuinbouwplantenteelt van de Landbouwhogeschool te Wa- geningen. Tot de hobbyist richt hij zich in een hoofdstuk over thuis experimenteren en voor het onder wijs bedoeld zijn een aantal eenvou dige oefeningen. Meestal wordt een merls teem geïso leerd met de aanleg van een of twee blaadjes erin. Die kun Je nemen van een virusvrij deel van de plant en zo een groot aantal virusvrije planten kweken. Behalve dit grote voordeel zijn er nog vele andere ongekende mogelijkheden. En voor de liefheb ber zie lk dan vooral grote kansen om moeilijke orchldeeén voort te kweken. Een volledige, tot op het laatst bijgewerkte literatuurlijst oriënteert in nog speclallstlscher werk. Amstelstad b.v., Chemicaliën voor wetenschappelijk onderzoek, Postbus 9100, Amsterdam-West 18 De besproken boeken sijn: P. en A. Oldale: Planten vermeerde ren, Uit*. Kosmos, Amsterdam. 104, blz.S 18-10. B. C. M. Wright: Zelf planten ver meerderen. (Groe ii boekerij). Uitg. Zomer Keuning, Wageniogen. 216 bis., 27,50. Dr ir. R. L. M. Pierik: Plantenteelt ln kweekbuizen. Uitg. Thleme, Zutphen. 164 bis., 24,96. Scheiding Op de arbeidsmarkt valt dan ook een vrij scherpe scheiding te maken tussen de beroepen, waaraan man nelijke eigenschappen worden toe gedacht. Weinig vrouwen worden in leidinggevende beroepen aangetrof fen (als voorbeeld: slechts 941 vrou wen tegen 12.000 mannen als Rijks ambtenaar in de rang van Referen daris en hoger, maar in de verzorgen de beroepen daarentegen vinden destemeer vrouwen hun bestem ming. Het moet als een verrijking van de samenleving worden be schouwd als ook vrouwen hün kwali teiten inbrengen in welke rol of welk beroep dan ook, op vrouwelijke wij ze. dus gewoon meewerken op gelijk niveau als mannen. Immers: „God schiep de mens. man en vrouw schiep Hij ze". Omdat er een relatie bestaat tussen de maatschappelijke rolverwach- ting en de opvoedingssituatie ln school (en gezin) ls het begrijpelijk dat de aan mannen en vrouwen toe geschreven eigenschappen ook het onderwijsproces beïnvloeden. In het door Trouw aangehaalde artikel wij zen wij dan ook op de éénzijdige rolopvattingen In de leermiddelen („He is a doctor" en „She is a nur- Van een verslaggever MIDDELBURG Nu minister Westerterp van verkeer en wa terstaat officieel het tracé heeft vastgesteld voor de vaste oververbinding Westerschelde en er ruimte op de kapitaal markt lijkt te kunnen worden gevonden, komt de aanleg van deze vaste oververbinding erg dichtbij. Daarmee zou dan een van Zeeland's wildste en oudste dromen werkelijkheid worden. Na de watersnoodramp in 1953 en de daarmee verband houdende Delta werken werd ook de gedachte voor deze Westerschelde-oeververbinding geboren. De eerste plannen spraken van een hangbrug of een tunnel. Het beste traject zou tussen Terneuzen en Ellewoutsdijk liggen, vond men in Zeeland. In 1967 werd door de Belgische en Nederlandse kamers van koophan del, de gewestelijke raad voor het landbouwschap, de ANWB, de centrale overleg verkeer en ver voersorganisatie, de kring werkge vers Zeeuwsch-Vlaanderen, de vak beweging in Zeeland en het econo misch technologisch instituut de stichting vaste oeververbinding Westerschelde opgericht. Het werd een soort actiegroep die zich beijver de om de aanleg van de vaste oever verbinding voor Zeeland mogelijk te maken. Studies Rijkswaterstaat, de universiteit van Amsterdam en diverse andere instel lingen publiceerden studies over dit project. Op 8 maart 1968 boden ne gen aannemers verenigd ln de com binatie Westerschelde de minister van verkeer en waterstaat een nota aan waarin zij voorstelden de oever verbinding te bouwen. De toenmali ge minister van verkeer en wa terstaat Bakker raakte zo onder de Indruk van deze plannen dat hij er een groot voorstander van werd. Alleen over het traject verschilde hij met het provinciaal bestuur van me ning. Het meest voordelig en ver keerstechnisch gezien het beste tra ject zou volgens hem tussen Krui- ningen en Perkpolder liggen. Het traject dus dat nu tien jaar later in iets gewijzigde vorm door minister Westerterp is vastgesteld. In 1971 sloten Rijkswaterstaat en de negen aannemers (de laatsten uit zowel België als Nederland) een samenwer kingsverband. Ze namen de verplichting op zich een ontwerpbestek met tekeningen plus kostenbegroting te leveren. Dat ls ook gebeurd. De brug zou voor 800 miljoen gulden gebouwd kunnen worden. Daarnaast zou de brug zichzelf ln 20 jaar kunnen terugver dienen. EXPLOITATIE De bijdragen voor exploitatie zou den moeten komen uit de tolheffing en van het rijk, die anders toch ook voor de veerdiensten moest betalen. Het rijk draagt namelijk momenteel 70 procent b'J to de exploitatiekos ten van de provinciale Westerschei- deveren. Zou het rijk bereid zijn die bijdrage ook aan de vaste oeverver binding Westerschelde te verlenen dan krijgt het rijk na 21 jaar een afbetaalde brug overgedragen van de N.V. Westerschelde oeververbin ding. Dat ls onlangs ook bij de Ha- rlngvlletbrug gebeurd. Op 29 april 1971 besloten de staten van Zeeland deel te nemen aan een N.V. Westerschelde oeververbinding en een aandelenkapitaal te storten van 198.000 gulden. In de N.V. zijn de provincie Zeeland, de gemeente Reimerswaal en Hontenlsse partners. Deze N.V. zal als de rege ring Ja zegt opdracht geven tot de bouw en het daarvoor benodigde kapitaal aantrekken. Aanvankelijk lag het in de bedoe ling de vaste oeververbinding in vie reneenhalf jaar te verwerkelijken. In verband met de krapte op de kapi taalmarkt is men nu van plan de bouw over zeseneenhalf Jaar te spreiden. De kosten van de bouw waren ln 1975 met renteverlies en dergelijke meegerekend al opgelo pen tot ruim 1,4 miljard gulden. Nu, ln 1977, zal volgens de econoom drs. F. van der Zee van het Econo misch Technologisch Instituut ln Zeeland geen enkele aannemer meer met zekerheid durven stellen voor welk bedrag hij de vaste oeverver binding zou kunnen aanleggen. Daar zijn herberekentogen voor no dig, temeer daar de kosten van bouwmaterialen en de arbeid bij dit meerjarenplan sterk kunnen toe nemen. KAPITAALMARKT Als de vaste oeververbinding ln vier eneenhalf Jaar gebouwd wordt, dan zou er de komende vier Jaren een beroep op de kapitaalmarkt gedaan moeten worden dat gelijk ls aan een half procent van het totale bedrag dat op de kapitaalmarkt omgaat in Nederland. Diverse instanties waar onder het E.T.I. (economisch technologisch instituut) hebben van het begin af aan gewezen op het belang van deze oeververbinding voor de regionale, nationale en In ternationale ontwikkeling. Het vervoersaanbod op de provinci ale Westerscheldeveren wordt steeds groter, waardoor de aanschaf van meer dubbeldeks veerponten nodig ls. Het scheepvaartverkeer op de Westerschelde van en naar Antwerpen neemt toe. Men vreest daardoor het ontstaan van een ge vaarlijke situatie voor de kruisende veerponten. In 1975 had het E.TJ. berekend dat. op basis van redelijke veronderstel lingen 22 26 jaar na de opening van de vaste oeververbinding de lenin gen zullen zijn afgelost. Met de bouw van deze bijna vijl, kilometer lange brug-' tunnelverbtodtog zijn ongeveer 3500 manjaren gemoeid. Met de toeleve ringsbedrijven mee komt dat op 5250 manjaren. Daar staat een af vloeiing van veerdlenstpersoneel te genover berekend op 1000 manja ren. Dan blijft er dus toch nog een voordelig werkgelegenheidseffect over van ruim 4000 manjaren. De plannen voor deze vaste oever verbinding zijn zo ver uitgewerkt dat na herberekening van de kosten factor bijna onmiddellijk met de bouw kan worden begonnen als de regering daarvoor toestemming geeft. SCHOONHOVEN Telefoon 01823-2377 specialiteit: Tournedos „Belvédère" *M/vr UITZICHT OP PfcJ ~L Ite ^ïCouse uf *£atis Culinair anders dansen met JAN COOLEN aan de plano Vrijdags en zaterdegs wordt hij zoals violist 5~ gangen menu's f 42,50 (Ind. apérttief en koffie) tevens la carte Tafelreserveringen: Tel. 070-644771 Hofstraat 4, Dan Haaa 2óndags gesloten VEERS Restaurant - Auberge DE CAMPVEERSE TOREN Tetetoon 01181-291 Membra Conhana da la Chame dei RPtisttuis lid Romantisch Talatvn RESTAURANT „Be luie itlan Sfeervol dineren bij kaarslicht Gerenomm. keuken en wijnkaart (Isle afslag na Helnenoordtunnel richting 's-oravendeel aan 3e afslag) 's Maandags gesloten. MIJNSHEERENLAND TEL 01862 -1629 Spedaliteiten-Restaurant Snelle zakenlunches Zaterdags en zondags diner-dansant Zalen voor recepties, diners enz. Meerdere vergaderzalen Bar-bodega Ruime parkeergelegenh. Bentlnckpleln 1-4 Res. 010-241806 A. J. Vleeshouwers Chinees Indisch Restaurant "ORIËNT. koken is etn kunst ones chtf-kok Wsstsrsingal 4 Rotterdam 010-360019 avondje uit eten kies koldtbordl. Echt een avondje anders uit eten? Kies het befaamde „Koldtbord" in het Noorse specialiteitenrestaurant „PEER GYNT". Trek er rustig een paar uur voor uit en geniet vsn een keur van exquise gerechten. Tientallen verletlee in combinaties In vleee en vie, In groenten, paeteltjee en pales. Drink er een goed glee wijn of een koele pils bij en vul uw bord een, drie of vijf-maal. Ale u tenminste genoeg gaatjes In uw ceintuur heeft Reserveer tijdig uw tafel voor een avond vol Noorse gastronomie en gastvrijheid! Noors specialiteiten-restaurant PPFP fwYNT" Westerkade 20-21, r Rotterdam. Tel. 010-364239. Café-Bistro Voor reserveringen telefoon 50.26.83 Exclusieve Joegoslavische en Internationale keuken. Geopend dagelijks van 12 tot 12 uur. Reserveren: 070-606413 Exclusief Restaurant-Bar RODEZAND 34 ROTTERDAM TEL. (010) 148588-120758. SPECIALITEIT: INDONESISCHE RIJSTTAFEL vVHhl i'ifs un,ek 9e,e9en aan d« flOUt VIIIUIS 2e binnenhaven te '•-masndagi gealoten. ducdalf tol. 070 - S3 78 SI 1I0HIIU 't Kokkelfje dr. lelykede 11 tol. 070 W 31 W pub Ir. totvfcade 11 el. 070 - 10 13 63 bar bodega dr. totykad* 17 tol. 070 SO 14 70 Inlichtingen kant Rotterdam Nita de Vries. Tel. 010-115568 Kantoor Den Haag Lla Meloen tel. 070-469445

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 11