1
Planten vermeerderen
op eigen houtje
Het onderwijs is te
mannelijk voor vrouw
Zeeland dacht al geruime tijd
aan vaste oeververbinding
A
»Belvédere«
latfewwfeM
INDONESIA
sc0eningsnb.v.'"""""""
Brug-tunnelweg over Westerschelde een wilde en oude droom
Statenhof
RESTAURANT „Y0E60SLAVIË"
Noordelnde 138 A Den Haag
DEZE RUBRIEK VERSCHIJNT
EENMAAL PER TWEE WEKEN
VRIJDAG 4 FEBRUARI 1977
BINNENLAND
Trouw/Kwartei RH 11
door Hi nk van Halm
Deze entmethode waarbij men de ent niet eerst van de moederplant"
afhaalt, wordt soms op kasplanten toegepast. Links onderstam en ent
die op elkaar kunnen worden aangebracht. Van beide is een gelijk deel
van de schors weggenomen, zodat de cambiumlagen over de hele
oppervlakte met elkaar In contact komen. In het midden onderstam en
ent nadat ze op elkaar zijn geboden. Rechts zijn de top van de
onderstam en het onderstuk van de ent weggesneden, nadat ze zijn
vergroeid. Uit „Zelf planten vermeerderen" van R. C. M. Wright.
Voor ptantenvermeerderaar ben ik niet in de wieg gelegd. Stek
ken slaan echt wel aan en ik heb er al heel wat weggegeven, maar
een hobby maak ik er bepaald niet van. Het gaat meer zo tussen
neus en lippen door, zo van *zonde om snoeisel weg te gooien, als
je er nog van stekken kimt".
Dat ls niet de ware geest, ik weet het
Ook het zaaien in bakken, het ver-
spenen en later uitpoten is een aar
dig tijdverdrijf, waarvan Je veel kunt
leren. Maar liever zie lk hoe de plan
ten het zelf doen, hoe de goudbruine
zaadjes wegrollen uit de verdroogde
zaaddozen van de winterakonlet en
hoe een Jaar later de minuscule
klemplantjes zich moeizaam door
het strooisel boren. Ik heb er echt
plezier in steeds meer blauwe scllla-
tjes te ontdekken, eerst als haast
grasachtige sprietjes en Jaren later
bloeiend rondom de oude planten
die hun zaad kwistig en vrij uit
strooien, zonder begeleiding van een
mensenhand.
En nu zit lk met een aantal boeken
voor me die over het kunstmatig
vermeerderen van planten gaan. Al
beh lk dan zelf niet zo'n groot
kweker, lk geloof zeker dat er heel
door mr J. Steneker-van den Berg en G. van Dongen
De onderwijsredactie heeft in Trouw van 22 januari ter gelegenheid van het verschijnen van het
nieuwe Onderwijsblad „Inkom, voor School en Bestuur" van de Prot. Chr. Besturenraad aandacht
besteed aan één van de artikelen in dit nummer, nl. over de achterstand van meisjes in het
onderwijs. In dit artikel hebben wij aan de hand van cijfers willen laten zien hoe de schoolloop
baan van het meisje ten opzichte van die van de jongen verloopt. Uit de cijfers menen wij te mogen
concluderen dat meisjes weliswaar flink meedoen aan het onderwijs, maar er met hun zestiende
jaar uitstappen.
Er zijn een aantal oorzaken voor dit
vaak vroegtijdig verlaten van het
onderwijs aan te geven. Een van de
door ons genoemde oorzaken wordt
door de redactie aangehaald: sfeer
en inhoud van het onderwijs werken
vervreemdend: prestatiedwang, za
kelijkheid, carrièrezucht, concurren
tie en status". Door de vraag van de
redactie of de schrijvers bedoelen
dat de genoemde eigenschappen ty
pisch mannelijk zijn, voelen wij ons
uitgedaagd om in een kort artikel
hier nader op in te gaan.
Vooraf zij nog vermeld dat naast de
genoemde oorzaken nog twee andere
een rol spelen bij het vroegtijdig
verlaten van de school, te weten:
a. Uit de cijfers menen wij te kunnen
opmaken dat ouders voor hun meis
jes minder traditioneel kiezen dan
de meisjes later zelf. Aangenomen
mag worden dat de ouders bij de
keuze voor het voortgezet onderwijs,
dat aansluit aan het basisonderwijs,
meer invloed hebben dan bij de keu
ze voor verdere opleiding na de
leerplichtige leeftijd op zestien jaar.
b. Er is sprake van een zogenaamd
tweeledig verwachtingspatroon van
het meisje: enerzijds resultaat in het
behalen van een diploma; anderzijds
het wenkend perspectief van het ge
zinsleven.
Vervreemdend
Maar nu dan de door de redactie
geciteerde oorzaak: de vervreemden
de werking van ons onderwijs en dan
met name de uitdrukking daarvan in
prestatiedwang, zakelijkheid, carriè
rezucht. kortom het hele rijtje. Zijn
deze eigenschappen typisch manne
lijk? Hoewel niet iedere man er zich
optimaal gelukkig in zal voelen (al
durven weinigen dat toe te geven)
vormen o.i. deze eigenschappen wel
de scharnieren van het harnas
waarin de meeste mannen
rondlopen.
Het beschouwen van deze ei
genschappen als zijnde typisch man
nelijk. wordt gezien als een gevolg
van het zogenaamde socialisatiepro
ces, waardoor in de opvoeding zowel
jongens als meisjes in gezin en op
school, door buurt en leeftijdgeno
ten worden gevormd en gedrukt wor
den in de traditionele rolpatronen.
Traditionele rolpatronen, waarin de
meisjes worden gevormd en opge
voed voor de rol van echtgenote en
moeder en de jongens voorbereid
worden op het vervullen van een
stereotiepe sekserol, die wordt geas
socieerd met agressief gedrag, ambi
tie, onafhankelijkheid, leiderschap
en uithoudingsvermogen. (In de
STER-reclame zien we elke dag de
bevestiging van deze stereotype rol
patronen).
se"). Sprekend voorbeeld van een
éénzijdige rolopvatting vinden we in
het geschiedenisonderwijs: vrouwen
bestaan gewoonweg niet te midden
van veldheren, oorlogen en andere
„mannenspelletjes". „Vrouwen zijn
er goed voor om tot tweemaal toe
duizenden mannen, die de slachting
van Twee Wereldoorlogen tegemoet
marcheerden, hysterisch toe te Jui
chen", zegt de schrijfster Annie Ro
mein-Verschoor.
Discriminerend
Het onderwijs werkt niet alleen ver
vreemdend, maar ook nog discrimi
nerend op grond van de vermeende
geslachtskenmerken. Het onderwijs
is is „de tempel van de rede" en
daarin wordt een bescheiden plaats
gereserveerd voor de zachtaardige,
gevoelige vrouw. Haar plaats is op
de achterste bank; de jongen zit
vooraan.
Dit moge ook nog eens blijken uit
een nieuwe brochure van een oproep
politicologen van de Vrije Universi
teit over „Vrouw en Wetenschap". In
deze brochure zijn enkele onder
zoekresultaten uit West-Dultsland
verzameld. Uit het Westdultse on
derzoek (er bestaat geen Nederlands
onderzoek; de minister van onder
wijs heeft op 6 september 1976 tij-
deris een zitting van de Vaste Ka
mercommissie voor CRM. meege
deeld zo'n onderzoek in te willen
stellen) is gebleken dat vrouwen lan
ger over hun studie doen dan man
nen en ook eerder afhaken. Het on
derzoek noemt vele motieven, maar
opvallend is. zo zeggen de V.U.-
studenten dat „het vooral materiéle
en psychische moeilijkheden zijn
die de studentes op de universiteit
ondervinden, welke er de oorzaak
van zijn dat een aantal van hen hun
toevlucht in het huwelijk zoeken (3)
Psychische moeilijkheden kunnen
ook niet uitblijven in een onderwijs
systeem waarin aan de mannen toe
geschreven eigenschappen maatge
vend zijn voor de leerweg waarlangs
het meisje moet gaan. Geen wonder
dat het meisje met het oog op haar
rol als echtgenote en moeder ge
richt, de moed van een lange leer
route laat zakken en vaak onbe
wust berust in haar lot. Dat deze
onderontwikkeling en vaak onge
schooldheid veel vrouwen een ach
terstand bezorgt die ze op latere
leeftijd weer willen inhalen is wel
gebleken uit de spontane en storm
achtige ontwikkeling van de z.g.
„Moeder-Mavo's" (nu al ruim 40
scholen met meer dan 5200 leer
lingen).
Mr. J. Steneker-van den Berg is"
Documentaliite van de Besturenraad
PCO.
G. van Dongen was tot 1 februari
stafmedewerker Besturenraad PCO.,
na 1 februari Programmamaker
NCRV-radio.
wat tuin- en kamerplantenllefheb-
bers zijn die dat nu juist het leuke
van hun hobby vinden. Ik weet het
uit mijn naaste omgeving.
Het eenvoudigste boek ls „Planten
vermeerderen" van Peter en Adrien-
ne Oldale, bewerkt door Julia Vos
kuil. Het vertelt tamelijk beknopt,
maar mede aan de hand van goede
foto's, over zaaien, stekken, enten,
oculeren, marcotteren, scheuren en
afleggen. Heel praktisch ls het
hoofdstuk voor de doe-het-zelver
over het maken van een grondzeef,
een platte bak, een kleine broeikas,
ook weer met veel instructieve foto's.
Evenals de Oldales beveelt Wright
groeistoffen aan om de wortelvor
ming bij stekken te bespoedigen. Dit
kan Inderdaad voor gemakkelijk rot
tende stekken een heel goede oplos
sing zijn. Zijn boek „Zelf planten
vermeerderen" ls veel uitgebreider,
alle methoden van vermenigvuldi
ging die met succes zonder al te dure
hulpmiddelen toegepast kunnen
worden, bespreekt hij ln details. Het
is een uitnemend vademecum vol
duidelijke tekeningen en foto's, dat
op tal van vragen antwoord geeft.
Een lang hoofdstuk is gewijd aan
hybridisatie en erfelijkheid, waar
mee degeen die zich bezig wil hou-,
den met het kruisen van verschillen
de rassen beter uit de weg kan dan
met het uiterst summiere dat de
Oldales erover schrijven.
In bijna alle zaadcatalogi kom jei
tegenwoordig de term F1-hybride te
gen voor zowel groente- als bloemen-
variètelten. Dat klinkt wel ingewik
keld, maar betekent alleen maar dat
het zaad gewonnen is van een krui
sing tussen twee verschillende ou
ders met de bedoeling de goede ei
genschappen van elke ouder ln één
plant te verenigen. Dat gebeurt met
honderd procent van de zaden als
die eigenschappen bij beide ouders
overheersen. Het ls een heel eenvou
dige manier van veredelen met grote
voordelen: de planten hebben alle
maal dezelfde goede eigenschappen,
groeien erg goed, zijn sterker dan de
ouders en hebben een grote
weerstand tegen ziekten. Maar daar
staan ook nadelen tegenover: de oor
spronkelijke ouders moeten voor
handen blijven om deze kruisingen
te kunnen blijven kweken, want van
de F2-hybriden (de tweede generatie
dus, ontstaan uit zelfbestulvlng van
Fl-hybrlden) ls maar vijftig procent
gelijk aan de eerste generatie.
Strenge isolatie
De oorspronkelijke ouders waarvan
men wil kweken, moeten dus streng
worden geïsoleerd en met de hand
bestoven worden. Als bestuivers ko
men lnsekten niet ln aanmerking.
Door deze arbeidsintensieve kweek
methode is het zaad duur, maar de
uit het zaad verkregen planten zijn
opzienbarend door kleur en grootte.
Zo heb je onder de sierplanten vrij
wel egaal roze zinnia's, zo gevuld als
pompondahlia's, diep oranje leeuwe
bekken en violetpaarse portulak-
ken. Uit Wrights boek kun je ook
veel leren over de voorwaarden tot
kleming, zoals afkoeling gedurende
een bepaalde tijd, schimmeling van
de harde zaadhuid, behoefte aan
licht en hoe Je er kunstmatig aan
.tegemoet moet kunnen komen.
Het ontwikkelen van nieuwe groen
te- en fluitsoorten ten behoeve van
de tuinbouw is het werk van proef
tuinen om concurrentie met het bui
tenland het hoofd te bieden. Zij zoe
ken niet alleen naar teeltmogelijk
heden in eigen land van groenten
die geïmporteerd moeten worden,
maar houden zich ook bezig met de
meristeemcultuur, onder andere
van aardbeien. Bij deze cultuur
wordt een cel van de moederplant
afgenomen en op een voedingsbo
dem verder gekweekt In drie weken
zijn er ongeveer vijftig cellen uit
gegroeid, die worden gedeeld en
weer apart verder gekweekt tot ze
opnieuw gedeeld kunnen worden.
Dat gaat door tot er genoeg cellen
zijn. Dan wordt er aan de voedings
bodem een stof toegevoegd, waar
door er uit het gevormde cellenweef-
sel eerst worteltjes en later Jonge
aardbelenplantjes komen. Met deze
merlsteencultuur zijn in een half
Jaar tijd miljoenen planten van een
nieuw ras te kweken.
Zes maanden geleden schreef Ba
rend Mensen er hier al over (T/K
18.8.76). In het artikel werd verzwe
gen welke stof de aanzet geeft tot
het vormen van worteltjes. In het
algemeen worden er auxtoen, cyto-
kininen en gibberellinen voor ge
bruikt, groepen van plantenhormo-
nen die de celstrekking op gang
brengen en waarvan er nogal wat
zijn. Verschillende plantesoorten re
ageren ook verschillend op deze hor
monen. Die meristeemcultuur is fas
cineren. Het hóeft niet met een en
kele cel, het kan ook met groepen
cellen ln een worteltopje of in een
spruit. En wat meer zegt, het ls ook
voor een gewone liefhebber moge
lijk, als hobby. Voor zo'n tachtig
gulden koop Je de baslsapparatuur
en de eerste benodigde stoffen
(Alpha Kweekset nr. 1)*. En hoe Je te
werk moet gaan, kun Je lezen in een
speciaal handboek, „Plantenteelt in
kweekbuizen", geschreven door een
man van de praktijk. Dr. Ir. R. L. M.
Plerik is verbonden aan het Labora
torium voor Tuinbouwplantenteelt
van de Landbouwhogeschool te Wa-
geningen. Tot de hobbyist richt hij
zich in een hoofdstuk over thuis
experimenteren en voor het onder
wijs bedoeld zijn een aantal eenvou
dige oefeningen.
Meestal wordt een merls teem geïso
leerd met de aanleg van een of twee
blaadjes erin. Die kun Je nemen van
een virusvrij deel van de plant en zo
een groot aantal virusvrije planten
kweken. Behalve dit grote voordeel
zijn er nog vele andere ongekende
mogelijkheden. En voor de liefheb
ber zie lk dan vooral grote kansen
om moeilijke orchldeeén voort te
kweken. Een volledige, tot op het
laatst bijgewerkte literatuurlijst
oriënteert in nog speclallstlscher
werk.
Amstelstad b.v., Chemicaliën voor
wetenschappelijk onderzoek,
Postbus 9100, Amsterdam-West 18
De besproken boeken sijn:
P. en A. Oldale: Planten vermeerde
ren, Uit*. Kosmos, Amsterdam. 104,
blz.S 18-10.
B. C. M. Wright: Zelf planten ver
meerderen. (Groe ii boekerij). Uitg.
Zomer Keuning, Wageniogen. 216
bis., 27,50.
Dr ir. R. L. M. Pierik: Plantenteelt ln
kweekbuizen. Uitg. Thleme,
Zutphen. 164 bis., 24,96.
Scheiding
Op de arbeidsmarkt valt dan ook
een vrij scherpe scheiding te maken
tussen de beroepen, waaraan man
nelijke eigenschappen worden toe
gedacht. Weinig vrouwen worden in
leidinggevende beroepen aangetrof
fen (als voorbeeld: slechts 941 vrou
wen tegen 12.000 mannen als Rijks
ambtenaar in de rang van Referen
daris en hoger, maar in de verzorgen
de beroepen daarentegen vinden
destemeer vrouwen hun bestem
ming. Het moet als een verrijking
van de samenleving worden be
schouwd als ook vrouwen hün kwali
teiten inbrengen in welke rol of welk
beroep dan ook, op vrouwelijke wij
ze. dus gewoon meewerken op gelijk
niveau als mannen. Immers: „God
schiep de mens. man en vrouw
schiep Hij ze".
Omdat er een relatie bestaat tussen
de maatschappelijke rolverwach-
ting en de opvoedingssituatie ln
school (en gezin) ls het begrijpelijk
dat de aan mannen en vrouwen toe
geschreven eigenschappen ook het
onderwijsproces beïnvloeden. In het
door Trouw aangehaalde artikel wij
zen wij dan ook op de éénzijdige
rolopvattingen In de leermiddelen
(„He is a doctor" en „She is a nur-
Van een verslaggever
MIDDELBURG Nu minister
Westerterp van verkeer en wa
terstaat officieel het tracé
heeft vastgesteld voor de vaste
oververbinding Westerschelde
en er ruimte op de kapitaal
markt lijkt te kunnen worden
gevonden, komt de aanleg van
deze vaste oververbinding erg
dichtbij. Daarmee zou dan een
van Zeeland's wildste en
oudste dromen werkelijkheid
worden.
Na de watersnoodramp in 1953 en de
daarmee verband houdende Delta
werken werd ook de gedachte voor
deze Westerschelde-oeververbinding
geboren. De eerste plannen spraken
van een hangbrug of een tunnel. Het
beste traject zou tussen Terneuzen
en Ellewoutsdijk liggen, vond men in
Zeeland.
In 1967 werd door de Belgische en
Nederlandse kamers van koophan
del, de gewestelijke raad voor het
landbouwschap, de ANWB, de
centrale overleg verkeer en ver
voersorganisatie, de kring werkge
vers Zeeuwsch-Vlaanderen, de vak
beweging in Zeeland en het econo
misch technologisch instituut de
stichting vaste oeververbinding
Westerschelde opgericht. Het werd
een soort actiegroep die zich beijver
de om de aanleg van de vaste oever
verbinding voor Zeeland mogelijk te
maken.
Studies
Rijkswaterstaat, de universiteit van
Amsterdam en diverse andere instel
lingen publiceerden studies over dit
project. Op 8 maart 1968 boden ne
gen aannemers verenigd ln de com
binatie Westerschelde de minister
van verkeer en waterstaat een nota
aan waarin zij voorstelden de oever
verbinding te bouwen. De toenmali
ge minister van verkeer en wa
terstaat Bakker raakte zo onder de
Indruk van deze plannen dat hij er
een groot voorstander van werd.
Alleen over het traject verschilde hij
met het provinciaal bestuur van me
ning. Het meest voordelig en ver
keerstechnisch gezien het beste tra
ject zou volgens hem tussen Krui-
ningen en Perkpolder liggen. Het
traject dus dat nu tien jaar later in
iets gewijzigde vorm door minister
Westerterp is vastgesteld. In 1971
sloten Rijkswaterstaat en de negen
aannemers (de laatsten uit zowel
België als Nederland) een samenwer
kingsverband.
Ze namen de verplichting op zich
een ontwerpbestek met tekeningen
plus kostenbegroting te leveren. Dat
ls ook gebeurd. De brug zou voor 800
miljoen gulden gebouwd kunnen
worden. Daarnaast zou de brug
zichzelf ln 20 jaar kunnen terugver
dienen.
EXPLOITATIE
De bijdragen voor exploitatie zou
den moeten komen uit de tolheffing
en van het rijk, die anders toch ook
voor de veerdiensten moest betalen.
Het rijk draagt namelijk momenteel
70 procent b'J to de exploitatiekos
ten van de provinciale Westerschei-
deveren. Zou het rijk bereid zijn die
bijdrage ook aan de vaste oeverver
binding Westerschelde te verlenen
dan krijgt het rijk na 21 jaar een
afbetaalde brug overgedragen van
de N.V. Westerschelde oeververbin
ding. Dat ls onlangs ook bij de Ha-
rlngvlletbrug gebeurd.
Op 29 april 1971 besloten de staten
van Zeeland deel te nemen aan een
N.V. Westerschelde oeververbinding
en een aandelenkapitaal te storten
van 198.000 gulden. In de N.V. zijn
de provincie Zeeland, de gemeente
Reimerswaal en Hontenlsse
partners. Deze N.V. zal als de rege
ring Ja zegt opdracht geven tot de
bouw en het daarvoor benodigde
kapitaal aantrekken.
Aanvankelijk lag het in de bedoe
ling de vaste oeververbinding in vie
reneenhalf jaar te verwerkelijken. In
verband met de krapte op de kapi
taalmarkt is men nu van plan de
bouw over zeseneenhalf Jaar te
spreiden. De kosten van de bouw
waren ln 1975 met renteverlies en
dergelijke meegerekend al opgelo
pen tot ruim 1,4 miljard gulden.
Nu, ln 1977, zal volgens de econoom
drs. F. van der Zee van het Econo
misch Technologisch Instituut ln
Zeeland geen enkele aannemer meer
met zekerheid durven stellen voor
welk bedrag hij de vaste oeverver
binding zou kunnen aanleggen.
Daar zijn herberekentogen voor no
dig, temeer daar de kosten van
bouwmaterialen en de arbeid bij dit
meerjarenplan sterk kunnen toe
nemen.
KAPITAALMARKT
Als de vaste oeververbinding ln vier
eneenhalf Jaar gebouwd wordt, dan
zou er de komende vier Jaren een
beroep op de kapitaalmarkt gedaan
moeten worden dat gelijk ls aan een
half procent van het totale bedrag
dat op de kapitaalmarkt omgaat in
Nederland. Diverse instanties waar
onder het E.T.I. (economisch
technologisch instituut) hebben van
het begin af aan gewezen op het
belang van deze oeververbinding
voor de regionale, nationale en In
ternationale ontwikkeling.
Het vervoersaanbod op de provinci
ale Westerscheldeveren wordt
steeds groter, waardoor de aanschaf
van meer dubbeldeks veerponten
nodig ls. Het scheepvaartverkeer op
de Westerschelde van en naar
Antwerpen neemt toe. Men vreest
daardoor het ontstaan van een ge
vaarlijke situatie voor de kruisende
veerponten.
In 1975 had het E.TJ. berekend dat.
op basis van redelijke veronderstel
lingen 22 26 jaar na de opening van
de vaste oeververbinding de lenin
gen zullen zijn afgelost.
Met de bouw van deze bijna vijl,
kilometer lange brug-'
tunnelverbtodtog zijn ongeveer 3500
manjaren gemoeid. Met de toeleve
ringsbedrijven mee komt dat op
5250 manjaren. Daar staat een af
vloeiing van veerdlenstpersoneel te
genover berekend op 1000 manja
ren. Dan blijft er dus toch nog een
voordelig werkgelegenheidseffect
over van ruim 4000 manjaren.
De plannen voor deze vaste oever
verbinding zijn zo ver uitgewerkt
dat na herberekening van de kosten
factor bijna onmiddellijk met de
bouw kan worden begonnen als de
regering daarvoor toestemming
geeft.
SCHOONHOVEN
Telefoon 01823-2377
specialiteit:
Tournedos „Belvédère"
*M/vr
UITZICHT OP PfcJ
~L Ite ^ïCouse uf *£atis
Culinair anders
dansen met JAN
COOLEN aan de plano
Vrijdags en zaterdegs wordt hij zoals
violist
5~ gangen menu's f 42,50
(Ind. apérttief en koffie) tevens la carte
Tafelreserveringen: Tel. 070-644771
Hofstraat 4, Dan Haaa
2óndags gesloten
VEERS
Restaurant - Auberge
DE CAMPVEERSE TOREN
Tetetoon 01181-291
Membra Conhana da la Chame
dei RPtisttuis
lid Romantisch Talatvn
RESTAURANT
„Be luie itlan
Sfeervol dineren bij kaarslicht
Gerenomm. keuken en wijnkaart
(Isle afslag na Helnenoordtunnel
richting 's-oravendeel aan 3e afslag)
's Maandags gesloten.
MIJNSHEERENLAND
TEL 01862 -1629
Spedaliteiten-Restaurant
Snelle zakenlunches
Zaterdags en zondags diner-dansant
Zalen voor recepties, diners enz.
Meerdere vergaderzalen
Bar-bodega
Ruime parkeergelegenh.
Bentlnckpleln 1-4
Res. 010-241806
A. J. Vleeshouwers
Chinees Indisch Restaurant
"ORIËNT.
koken is etn
kunst
ones chtf-kok
Wsstsrsingal 4 Rotterdam
010-360019
avondje uit eten kies koldtbordl.
Echt een avondje anders uit eten? Kies het befaamde „Koldtbord" in het Noorse
specialiteitenrestaurant „PEER GYNT".
Trek er rustig een paar uur voor uit en geniet vsn een keur van exquise
gerechten. Tientallen verletlee in combinaties In vleee en vie, In groenten,
paeteltjee en pales. Drink er een goed glee wijn of een koele pils bij en vul uw
bord een, drie of vijf-maal. Ale u tenminste genoeg gaatjes In uw ceintuur
heeft
Reserveer tijdig uw tafel voor een avond vol Noorse gastronomie en
gastvrijheid!
Noors specialiteiten-restaurant
PPFP fwYNT" Westerkade 20-21,
r Rotterdam. Tel. 010-364239.
Café-Bistro
Voor reserveringen telefoon 50.26.83
Exclusieve Joegoslavische en
Internationale keuken.
Geopend dagelijks van 12 tot 12 uur.
Reserveren: 070-606413
Exclusief Restaurant-Bar
RODEZAND 34
ROTTERDAM
TEL. (010)
148588-120758.
SPECIALITEIT:
INDONESISCHE RIJSTTAFEL
vVHhl i'ifs un,ek 9e,e9en aan d«
flOUt VIIIUIS 2e binnenhaven te
'•-masndagi gealoten.
ducdalf
tol. 070 - S3 78 SI
1I0HIIU
't Kokkelfje
dr. lelykede 11
tol. 070 W 31 W
pub
Ir. totvfcade 11
el. 070 - 10 13 63
bar bodega
dr. totykad* 17
tol. 070 SO 14 70
Inlichtingen
kant Rotterdam
Nita de Vries. Tel. 010-115568
Kantoor Den Haag
Lla Meloen tel. 070-469445