in crèche Ongelijke kans, ook Aanvaarding van biologisch risico Slaapziekte ATERDAG 29 JANUARI 1977 BINNENLAND TROUW/KWARTET 9 door Rob Foppema „Piet was twee maanden in de kreche, hij was nog geen drie jaar oud. We hadden met vingerverf gewerkt en Piet vond het prachtig wat hij gemaakt had. Aan het eind van de ochtend kwam moeder binnen en Piet liet z'n tekening zien. Ze keek er met een scheve blik even naar, schonk er nauwelijks aandacht aan en kwam meteen naar mij toege lopen met een verhaal over haar eigen besognes en ge zondheidsproblemen. Ik probeerde het gesprek op haar eigen creatieve werk te brengen (ze boetseert thuis) om terug te komen op het verfwerk van Piet. Moeder ging daar niet op in, ze nam Piet mee en liet de tekening achteloos achter, waarop Piet in snikken uitbarstte. Ik heb toen meteen op dat moment samen met Plet zijn tekening maar bij ons op het prikbord gehangen. De volgende dag heb ik er met moeder uitgebreid over gepraat dat het zo belangrijk is voor de kinderen als ze iets van waardering van hun ouders krijgen. Na verloop van tijd ging ze aandacht besteden aan wat er van hem aan de muur hing en op een keer zei ze zelf: 'Vraag maar aan Ria of je het mee mag nemen dan kunnen we het thuis op de televisie zetten'. Het was trouwens een rare situatie toen, want ik had In die tijd ook een paar ouders die juist teleurgesteld waren als hun kinderen niet iedere dag Iets mee naar huls namen. Aan hen moest ik weer duidelijk proberen te maken dat een kind niet altijd iets maakt om resultaten te krijgen maar dat het ook gewoon lekker bezig kan zijn zonder dat daar nou een kant-en-klaar werkstuk uitrolt." (uit een van de door Kosmos uitgegeven boekjes over de Proefkreche) Nog een stukje laatste nieuws dat niets met het voorgaande te maken heeft, behalve dat het ook uit het laboratorium van Borst komt. Er is daar een nieuwe benadering uitgewerkt voor het ontwikkelen van medicijnen tegen slaapziekte, in grote delen van Afrika een ernstig medisch probleem. Een combinatie van twee stoffen blijkt de „spijsvertering" van trypanosomen, de eencellige parasieten die de ziekte veroorzaken, volledig lam te kunnen leggen. Dat werkt niet alleen in een buisje, maar ook in een levende rat. Het is niet gezegd dat dit meteen een praktische oplossing is, maar het idee in zijn algemeenheid wijst wel een veelbelovende weg naar zulke oplossingen aan. (Alan II. Fairlamb, Fred R. Opperdoes en Piet Borst. Nature, 265, 270-271; 1077) ..Het verwerven van kennis kan geen rechtvaardiging vormen voor het scheppen van risico's voor het pu bliek. tenzij een geïnformeerde bevolking bereid is om die risico's te aanvaarden Deze gedachte hebben we te danken aan een bijzondere commissie, ingesteld door de gemeenteraad van het Amerikaanse Cambrid ge (Massachusetts). Die gedachte werd geïnspi reerd door een probleem dat ook speelt in het Nederlandse Amsterdam (Noord-Hollandi In beide steden gaat het om een tak van biologisch onder zoek die in 1974 opkwam en sindsdien voortdurend in dis cussie is geweest Het werd toen vrij eenvoudig uitvoer baar om stukjes erfelijk male- naai. en daarmee erfelijke ei genschappen, van virussen of hogere organismen in te bou wen in bacterién. Het risico was. dat zulke bacte riën met nieuwe en mogelijk heel gevaarlijke eigenschap pen. de onderzoekers zouden besmetten of op andere manie ren uit het laboratorium ont snappen en een epidemie ver oorzaken Dat was een nieuw soort risico, waarvan op dat moment de omvang niet was te overzien Het leidde gelukkig ook tot een nieuw soort reac tie een oproep van de Amen kaanse bioloog Paul Berg aan zijn collega's overal ter wereld, om eerst samen na te denken over de mogelijke gevolgen, en dan pas (eventueel» door te gaan met het onderzoek Dat die oproep succes had. kwam misschien me.de omdat het klassieke voorbeeld van eerst doen. dan pas denken en daarna spijt krijgen, npg steed» een ireurige actualiteit bezit "Dat was de ontwikke ling, onder druk van de oorlog somstandigheden maar toch ook wel omdat het reuze inte ressant was. van de atoom bom Als een soort alibi achter af volgde de kernenergie (..ato men voor de vrede", heette dat toen» waar sindsdien ook al niet iedereen meer even geluk kig over is Systeem Het denken over het nieuwe erfelijksheidsonderzoek ver liep betrekkelfjk snel eh geor ganiseerd. Een internationale conferentie werd het In het voorjaar van 1975 eens over een systeem van veilig heidsmaatregelen dat het risi co aan banden moest leggen De meer bedenkelijke experi menten gouden alleen in speci aal ingerichte laboratoria mo gen worden uitgevoerd, net zo als dat geldt voor werk met bekende ziekteverwekkende organismen Materiele barriè res en speciale technieken moeten ontsnapping verhin deren Bovendien werd nog een ..bio logische barrière" bedacht Mogelijk erg gevaarlijke expe rimenten zouden alleen gebeu ren met bacteriën die zich een voudig niet ongecontroleerd kunnen verspreiden, omdat ze alleen onder kunstmatige la boratorium-omstandigheden blijven leven. Uitwerkingen van dit systeem werden in verschillende lan den gemaakt In Nederland vroeg minister Trip (we tenschapsbeleid» de academie van wetenschappen om een commissie in te stellen die hem over te nemen maatrege len moest adviseren Deze ge leerde en deskundige acade miecomtrtissie adviserde niet alleen, maar nam meteen een uitvoerende taak op zich On derzoekers die op dit gevoelige terrein aan h'et werk willen, kunnen zich in een schriftelij ke verklaring aan de voorwaar den en het toezicht van de commissie binden en dan hun gang gaan Dit leidde tot grote verwonde ring bij het tweede-kamerlid Van Kuijen (PPR), die begre pen had dat de heren om ad vies was gevraagd en niet om beslissingen De beslissing of. en onder welke voorwaarden, dit onderzoek is toegestaan, zag hij toch liever genomen door de volksvertegenwoordi ging. Hij legde dat vast in par lementaire vragen. Hinderwet Van Kuijen vertelde dat op een forumdiscussie die de Univer siteit van Amsterdam vorige week organiseerde naar aanlei ding van het onderzoekproject dat prof. dr. P. Borst daar met instemming van de acade miecommissie wil aanvat ten. Dat leidde toen het be kend werd tot kritische vra gen. ook al omdat Borst in eerste Instantie een kleinig heid over het hoofd had gezien. Omdat het ging om een risico dat zich mogelijk buiten de muren van zijn laboratorium zou voordoen, moest hij behal ve bij de academiecommissie ook te biecht bij de afdeling Hinderwet der gemeente Amsterdam. Dat wordt allemaal rechtge- breid. Het incident doet den ken aan dat in Cambridge, waar de Harvard Universiteit keurig voorbereidingen trof binnen het kader van de lande lijke richtlijnen. Pas halverwe ge kreeg burgemeester Velluc- cl daar lucht van. en die trok krachtig aan de noodrem, met het argument dat het over de veiligheid van zijn burgers ging en dat die daar zelf ook iets over te zeggen hadden. Er kwam een bijzondere raadscommissie, die de filoso fie formuleerde waarmee dit artikel begon. Die commissie hoorde in totaal 75 uur lang deskundige voor- en te genstanders van het crfelijk- heidsonderzoek aan Zij be raadde zich. en kwam om te beginnen tot een conclussie over zichzelf. Wij geloven, al dus het rapport. ..dat een in hoofdzaak uit leken samenge stelde groep burgers in staat is om een technisch- wetenschappelijke kwestie van algemeen en diepgaand openbaar belang onder ogen te zien. om zichzelf naar behoren in l« werken en om een redelij ke beslissing te bereiken". De commissie gaf er zich re kenschap van, dat de risico's van het onderzoek groter dan nul zouden zijn en dat ze op geen enkele manier tot nul zouden zijn terug te brengen. Zij stelde vast dat het maat schappelijk nut van het onder zoek op dit moment nog onze ker was. hoewel er zeker moge lijkheden in zaten Zij advi seerde de gemeenteraad met algemene stemmen, het risico te aanvaarden mits Harvard met een aantal voorzorgen ver der zou gaan dan de landelijke richtlijnen voorschreven. Ruw Vergeleken met deze genuan ceerde aanpak, verliep de Amsterdamse discussie wat ruw. Borst betoogde dat de ri sico's sterk overtrokken wer den. Voor een deel van de ex perimenten zijn ze wel degelijk nul. Dat geldt onder andere voor wat hij zelf van plan is (..anders zou ik de verantwoor ding niet nemen") Voor een ander deel zijn de risico's ge ring. en gelden in hoofdzaak de onderzoeker zelf. Desondanks zijn er uitvoerige voor zorgsmaatregelen. en dat is kenmerkend' voor de omzichti ge aanpak. Er bestaat gewoon, aldus Borst, geen redelijk, overtui gend scenario voor een ramp. Daar tegen m dr Lucas Reyn- ders, erkend woordvoerder van de oppositie; „Hoeveel wil je er hebben?" Borst „Eén." Reyn- ders; „Ik maak een bacterie die difterie toxine maaktBorst: „Dat haalt mets uit. Je weet gewoon veel te weinig van bac teriologie.'' Einde van dit inter- rupUedebatje. Als de uitpui lende Amsterdamse college zaal er al veel wijzer van was geworden, viel dat in elk geval aan de gezichten niet af te lezen. Toch was de Amsterdamse dis cussie wel waardevol, vooral omdat de Inbreng van ethicus prof dr O A. van der Wal ook vragen op tafel bracht die ver der gingen dan de directe vei ligheidskwestie. Daarover vol gende week nog wat. (Het verslag der gebeurtenis sen in Cambridge is te vinden in 8cience. 195. 268-269, 1977). door Piet Hagen Op 20 april 1970 opende de Proefkrèche in Amsterdam zijn deuren voor de eerste veertig peuters tussen één en vier jaar. Een hoopvolle dag voor ieder die geloof de in het ideaal van gelij ke kansen. Als je kinderen uit het arbeidersmilieu maar vroeg genoeg opving in een stimulerende omge ving, zou het misschien mogelijk zijn hun ach terstand op kinderen van welgestelde ouders wat te verminderen. Dat was althans te proberen en het ministerie van CRM had zich bereid verklaard die proefne ming te subisiëren. Een statig herenhuls aan de Weteringschans was vijf jaar lang het onderkomen van de Proefkrèche. Van buiten een deftig pand, maar van binnen rommelig en huiselijk. Een ruim huis van vier verdiepin gen met een kleine tuin, waarin voldoende plaats was voor een half-overdekte zandbak. Het was geen gewo ne crèche: behalve ruimtes voor de veertig peuters waren er ook kamers voor het afne men van tests, voor de maat schappelijk werkster, voor de wetenschappelijk medewer kers, die het onderzoek de den en voor de ouders. Het „wetenschappelijke" karak ter van de Proefkrèche bleek ook uit de naar één kant doorzichtige wanden die de speelruimte afschermden. Daardoor konden de waarne mers de kinderen observeren zonder zelf gezien te worden. „Sapdrinken" Om ongeveer acht uur 's och-, tends kwamen de eerste kin deren binnen; enkele mede werkers (en de hond) wachtten hen op. De ouders die de kinderen brachten, bleven soms even rondkij ken. de kinderen begonnen vast te spelen en tegen half tien was iedereen binnen. Dan was het tijd voor „sapdrinken" met z'n allen in een kring. De kinderen ver telden hun ervaringen, er werden liedjes gezongen en verhaaltjes gelezen, zodat de hele ceremonie soms wel drie kwartier duurde. Na het sapdrinken werden al lerlei spelletjes gedaan. Er zat geen uitgesproken filoso fie achter die spelletjes; het belangrijkste was dat de kin deren en de leidsters er ple zier in hadden. Vervolgens konden de kinde ren weer hun eigen gang gaan. Als het goed weer was. konden ze naar buiten. Om twaalf uur was er een brood maaltijd en voor de halve dag-kinderen zat het er dan op. Zij gingen naar huis, ter wijl de andere kinderen een slaapje gingen doen of als ze niet naar bed wilden spelen. Na het slaapje en de thee was er dan nog tijd voor een meer gerichte activiteit Daarna weer vrij spel totdat de kinderen gehaald werden. De laatsten om half zes. Kleine groepen Zo op het eerste gezicht een gewone crèche. De kinderen waren ingedeeld in kleine groepjes van vijf (de jongs- ten) of zeven (de wat oude ren). met elk een eigen leidster. Vooral de eerste ken nismaking kreeg veel aan dacht. Van tevoren werd uit voerig met de ouders ge praat. De eerste een, twee we ken bleven de ouders in de buurt en als het dan goed ging. trok de moeder (of de enkele vader die meekwam) zich meer en meer terug. Op vallend was dat het scheiden de moeder soms zwaarder viel dan het kind. Elke leidster had een eigen stijl van omgaan met de kin deren. zoals ook ouders hun eigen manier van opvoeden hadden. De leidsters probeer den door gesprekken zoveel mogelijk met de ouders op één noemer te komen, maar er waren natuurlijk ook altijd punten die gevoelig lagen: wat is je houding tegenover vechtende kinderen, tegeno ver „rommel", wat vind je van duimzuigen. hoe moet het met de zindelijkheidstrai ning. mag je streng zijn, en meer van die kleinigheden die elke opvoeder bij tijd en wijle voor grote problemen kunnen stellen. Hoewel er on derling wel verschillen waren binnen de leiding, kun je toch zeggen dat er een „progres sief" opvoedingsklimaat was. De zelfstandigheid van het kind werd zoveel mogelijk aangemoedigd. De sociale ontwikkeling kreeg veel aan dacht. Ook de creativiteit had een duidelijke plaats. De taalontwikkeling werd gesti muleerd door taai-spelletjes, maar toch niet te nadrukke lijk. Begeleiding Wat was het bijzondere van de Proefkreche? Dat zat 'm vooral ln de wetenschappelij ke begeleiding van het pro ject onder leiding van dr. G. A. Kohnstamm, eerst lector in Utrecht, sinds enkele jaren hoogleraar ln de ontwikke lingspsychologie in Leiden. Hij heeft ook de eindredactie gehad van het december vo rig jaar verschenen boek „Had def>roefkreche effekt?" (Dekker en Van de Vegt, Nij megen). Via Dolf Kohnstamm (die ook de t v -serie Sesam straat begeleidt) zitten we midden in de wetenschappelijke vra gen waarop de Proefkreche een antwoord moest geven. Kohnstamm is al vele jaren geboeid door het probleem van de (on(gelijke kansen in het onderwijs Het probleem van de ongelij ke kansen werd zo'n tien jaar geleden ook in Nederland (heriontdekt. Vooral het „Ta lentenproject" onder leiding van de Leidse hoogleraar Van Heek stelde onderwijskundi gen en politici voor een nieu we opgave: hoe geven we het verborgen talent van arbei derskinderen een betere kans zich te ontwikkelen? Van Heek had aangetoond dat de school de ongelijke kansen van arbeiderslinde- ren eerder bevestigt of zelfs verslechtert dan verbetert. De school spreekt de taal van de hogere- en middenmilieus en bezorgt arbeiderskinderen zo een achterstand die op school alleen maar groter wordt. De conclusie was dat deze achterstand in het mid delbaar onderwijs en eigen lijk ook al op de lagere school een voldongen feit was. Wilde men iets doen dan zou het ln de periode daarvoor moeten. „Bijspijkeren" In het kielzog van de Ameri kaanse compensatiepro gramma's werd ook in Neder land driftig gezocht naar mo gelijkheden om arbeiderskin deren „bij te spijkeren". Kohnstamm zelf schreef een enthousiaste in- en uitleiding bij het boek van de Ameri kaanse Maya Pines „Kinde ren kunnen meer". Aan het eind van zijn verhaal conclu deerde hij dat ook in Neder land voor de crèche een grote toekomst weggelegd was. Kohnstamm was toen nog erg optimistisch over vroeg tijdig en gericht taalonder wijs aan peuters en kleuters. Zijn al te enthousiaste uit spraak over „leermachines" zullen we hier maar niet her halen. Nog sneller dan de Ameri kaanse compensatiepro gramma's woei de kritiek daarop over de oceaan. Al gauw werd duidelijk dat Je met compensatieprogram ma's vaak niet meer dan schijnresultaten boekte: even een kleine vooruitgang, maar daarna toch weer een terugval naar het oude peil hun programma veranderen. De taalontwikkeling bleef wel een belangrijk element, maar meer als Iets vanzelf sprekends dat al pratend, spelend, etend of wandelend gebeurde. Behalve op de taal gerichte ontwikkelingsspel letjes werden ook veel activi teiten georganiseerd om de sociale, motorische, muzikale en creatieve ontwikkeling te stimuleren. Voor de afloop van dit ver haal moeten we naar het „testkamertje" van de begin vorig Jaar gesloten Proefkre che. Daar komen de resulta ten vandaan die Kohnstamm en zijn team vorige maand ln Den Haag bekend maakten Kort samengevat komt de conclusie erop neer, dat kin deren van ouders met een korte schoolopleiding wel vooruitgingen ln vergelijking met kinderen die geen crèche bezochten. Maar deze voor sprong verdween al gauw als ze weer „gewoon" op de kleu terschool zaten. Een tijdelijk succes, maar geen reden om uitbundig te doen. Want te gelijkertijd bleek dat kinde ren van ouders met een lange schoolopleiding veel sterker profijt trokken van hun ver blijf op de crèche. De onge lijkheid van kansen werd dus eigenlijk groter in plaats van kleiner ondanks het feit dat ook kinderen van kort ge schoolde ouders er op voor uitgingen. In mineur En daarmee was het zo veelste ln mineur eindigende hoofdstuk van het verhaal over gelijke kansen afgeslo ten. Op de persconferentie waar het boek „Had de Proefkreche effekt?" werd gepresenteerd was herhaal delijk een ontevreden gemor te horen uit de hoek van de voorvechters van een betere peuteropvang. Er was in die kring duidelijk teleurstelling merkbaar. Al in 1966 had het* ministerie van CRM een eerste onderzoek laten doen naar de betekenis van crè ches. De uitkomst van dat onderzoek, uitgevoerd door mevrouw Lily van Rijswijk, de latere voorzitster van de stichting „Kreche en We tenschap". had mede geleld tot oprichting van de Proefkreche. Zeven Jaar had men op de resultaten moeten wachten. En wat bleek nu? Het verslag leverde nauwe lijks argumenten voor een ruimere financiering van peuterzalen en kinderdagver blijven. Ook de beleids ambtenaren van CRM leken niet zo gelukkig met dit ma gere resultaat. Toch moeten we oppassen de zaak niet te somber voor te stellen. Om te beginnen is de uitkomst van dit onderzoek geen donderslag bij heldere hemel: buitenlandse onder zoekingen hadden eerder soortgelijke resultaten opge leverd. Verder kunnen we vaststellen dat een geringe vooruitgang meer Is dan niets of dan achteruitgang. En ook dat laatste had ge kund: er zijn ook buiten landse onderzoekers die von den dat het verblijf op een crèche het jonge kind meer kwaad dan goed deed. Positief De kleine vooruitgang die de kinderen van ouders met een korte schoolopleiding op de proefcrèche maakten is en blijft een positief feit. ook ai is het te zwak om het gelijke- kansen-geloof er op te funde ren. Wanneer men de crèche ziet als een voorziening die ook om andere redenen (wer kende moeders, slechte woonsituatie, enzovoorts) ge wenst ls, kan de ervaring van de Proefkreche toch wel de gelijk benut worden voor de verbetering van de peu terspeelzalen en kinderdag verblijven, die de laatste Ja ren als paddestoelen uit de grond kwamen. Dat laatste is trouwens van mee taf een van de uitdrukkelijke bedoelin gen van de Proefkreche ge weest Vandaar dat ook een serie boekjes (uitgave Kos mos) en zeven films zijn ge maakt om anderen in deze ervaring te laten delen. Tenslotte, het onderzoek van Kohnstamm en zijn team is beperkt gebleven tot wat meetbaar was zoals taalvaar digheid en intelligentie (al moet men ook dergelijke me tingen nooit zonder een vleugje wantrouwen bezien). Niet gemeten ls het effect dat het verblijf op de Proefkre che had op de sociale vaar digheid of op de creativiteit van de kinderen. Evenmin werd onderzocht in hoeverre de houding van de ouders van de crèchekinderen ten opzichte van onderwijs en opvoeding is veranderd. Het zou kunnen zijn dat op lange re termijn zowel ouders als kinderen daar de vruchten van plukken. Of zijn we dan toch bezig een happy end aan dit verbaal te schrijven? De vraag kwam op waarmee die compenseerders eigenlijk bezig waren: arbeiderskinde ren zo snel mogelijk te dren ken in de middenklas- cultuur? Was de eigen „volkstaal" vaak niet veel rij ker dan de beschaafde schooltaal? Er werden ande re oplossingen gezocht: zo or ganiseerde de Utrechtse psy choloog Rupp gezinspro gramma's waarbij ook de ou ders betrokken waren en ln Rotterdam begon Orandia met een (nog steeds lopend) project waarbij de hele buurt betrokken werd. Weerslag De discussie over compensa tieprogramma's had ook zijn weerslag op de werkwijze van de in 1970 gestarte Proefkre che. Er kwam al gauw kritiek op de nogal systematisch op gezette leerspelletjes. De leidsters vonden dat daar door te veel nadruk kwam te liggen op de intellectuele ont wikkeling van het kind. En zo moesten de onderzoekers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 9