Jf
Vroege lentebloeiers: hazelaar en els
Wentelend
naar.het (On)geluk
1
Weekend-puzzel
ho
John van der Borst trekt aandacht dammen
Franse élégance bij Frans kampioenschap
n
Niet piekeren
maar puzzelen
599e opgave
voor de
Ladderwedstrijd
T"ET-
kTERDAG 29 JANUARI 1977
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 23
r»gvi
ïken
torn
De hazelaar en de els zie Je zelden In tuinen. Dat ls toch wel
jammer, want ze behoren tot de vroegste en feesteltjkste
voorjaarbloeiers. Hoogstens plant men de kronkelhazelaar
(Corylus avellana tortuosat, een vorm van de wilde hazelaar,
waarvan de stam en de takken ln de vreemdste bochten, soms
zelfs tot echte kurketrekkers zijn gedraatld. Het blad 1 s ook
gekruld, maar daar zie je nu natuurlijk niets van.
Eigenlijk vind ik het een wange
drocht. in tegenstelling tot de ge
wone wilde Die groeit van huis uit
in allerlei loofbossen, vooral in het
oosten en zuiden van het land. en
aangeplant in parkbossen in het
westen. Daar aan de bosranden en
onder de hoge eiken groeit hij uit
tot een zes meter hoge en even
brede struik met vele stammen
schuin omhoog en wijd uitwaaie
rende, bijna horizontale takken.
Die groeiwijze maakt hem in een
kleine tuin moeilijk plaatsbaar, des
te meer omdat je met snoeien de
natuurlijke vorm gauw verknoeit
Er staat er een in mijn voortuin
vlak bij de gevel van het huls. die
mag groeien zoals hij wil. Een ande
re staat tegen de schuur achter het
huis. maar terwille van een onbe
kommerde doorloop is alles boven
het pad weggesnoeid, zodat hij de
hoogte in moet. Wat hij inderdaad
ook doet. Een groot voordeel van
de hazelaar is dat hij goed in
halfschaduw groeit. Daarom doet
hij het prima in een tuin op het
noorden, maar verlangt dan wel
vrij voedzame, niet te droge
bodem
Wie een jonge hazelaar plant voor
de lentebloei, en misschien ook
voor de hazelnoten in het najaar,
moet wel geduld hebben. Mijn
struiken dateren van 1971 en alleen
die in de voortuin bracht in voor
gaande jaren mannelijke katjes
voort. Die in de achtertuin heeft nu
pas voor het eerst drie trosjes kat
jes. Ze zijn nog stijf gesloten; ik
denk dat ze pas in de loop van
februari loskomen. Dat is de nor
male tijd voor de hazelaarbloei.
even voor de katjes van de zwarte
els gaan stuiven. Maar in nog zach
tere winters dan deze zag ik wel
bloeiende hazelaars kort na nieuw
jaar.
Feest voor het oog
Hazelaars schijnen groot en oud te
moeten zijn om aan optimale bloei
toe te komen. Maar dan zijn ze ook
een feest voor het oog en lijken ze
van een afstand gezien gehuld in
een lichtgroene waas. Dat komt
door de mannelijke katjes, die in
trosjes van twee tot vijf bijeen aan
de takken hangen en vrij heen en
weer wapperen in de wind. Die ver
spreidt het gele stuifmeel, waarvan
altijd wel een paar korrels te
rechtkomen op de kleverige stem
pels van de vrouwelijke katjes. Die
bloeien meestal tegelijk met de
mannelijke, maar bij sommige
struiken ook wel eerder of later.
Naar die vrouwelijke katjes moet Je
echt zoeken. Ze zitten op de zelfde
struik, want de hazelaar is eenhui-
zlg (tweehulzig is bij voorbeeld de
wilg, waarvan de mannelijke katjes
op andere bomen zitten dan de
vrouwelijke). Vrouwelijke hazel-
katjes vind je door aandachtig de
groene knoppen te bekijken en dan
vooral te letten op knoppen die wat
dikker zijn dan de andere. Ze heb
ben op de top een rood spinnetje.
Dat zijn de stempels die uit de
groene katjesschubben naar buiten
steken. De stempel is het bovenste
deel van de stamper dat de stulf-
meelkorrels opvangt, die daarna
door de stamper naar binnen groei
en en het eicelletje bevruchten dat
in de zomer uitgroeit tot de in de
herfst rijpende hazelnoten.
De grauwe els, met gladde grijze bast, bloeit al in februari
Als de zon door de struik schijnt,
lichten de stempels karmijnrood
op, als heel minuscule vlammetjes.
Je krijgt er echt goede hazelnoten
van als er een paar hazelaars dicht
bij elkaar staan. Bestuiving van
stamperbloemen door stuifmeel
van dezelfde struik is hetzelfde als
zelfbestuiving van bloemen met zo
wel meeldraden als stampers.
De harde noten zitten gevat in twee
klokvormlge schutbladen die nau
welijks langer zijn dan de noot en
in getande slippen Ingesneden. Het
echte blad ls ook dubbel getand,
breed ovaal van vorm met hartvor
mige voet. Het ontluikt in april en
kleurt in de herfst matgeel
Hazelaar als boom
Tegenwoordig wordt als straat
boom vaak de Turkse of boomhaze
laar (Corylus colurna) aangeplant.
Die kan met gemak een hoogte van
tien meter en meer bereiken, al
duurt dat lang. Als tuinboom is
deze hazelaar dus niet erg geschikt,
maar bloeien doet hij uitbundig.
Elzen zijn verwant aan de haze
laars. De zwarte els ls zo gewoon
dat geen mens op de gedachte
schijnt te komen hem ln de tuin te
zetten. Zeker in een wilde tuin is hij
op zijn plaats. Onder elzen groeien
graag allerlei schaduwplanten, om
dat de kroon het licht niet sterk
onderschept en de boom de grond
niet uitmergelt.
Het tegendeel is waar: onder elzen
is de grond kruimelig en zwart. Aan
de wortels veroorzaakt de bacterie
Actinomyces alni vertakte zwellin
gen die samen een bruine bal vor
men. Die gallen komen overeen
met de wortelknolletjes bij vlinder
bloemigen, waarin bacteriën
stikstof uit de lucht binden. Denk
aan de lupine als groenbemesting
voor arme gronden. Zo brengt ook
de els veel stikstof in de bodem, die
daardoor aantrekkelijk wordt voor
grassen en brandnetels. Wie dus
elzen in zijn tuin wil en op deze
onderbegroeiing geen prijs stelt,
moet daar rekening mee houden
door zo veel mooiere nitraaUlefheb-
bers te planten dat gras en
brandnetel geen kans krijgen: stin
kende gouwe, gevlekte dovenetel,
robertskruid, fluitekruld, look-
zonder-look. dagkoekoeksbloem.
En dat ls nog geen garantie dat niet
vroeg of laat de brandnetel
opduikt.
Elzeproppen en vogels
Dat ls wel een nadeel, maar de bloei
ls alleen met die van de hazelaar te
vergelijken. De katjes ln maart,
soms al ln februari, zijn langer dan
de geelgroene van de hazelaar en
hebben bruinrode schubben en
knalgeel stuifmeel. De vrouwelijke
bloemen zijn verenigd tot heel kor
te stijve katjes, net als de mannelij
ke een aantal bij elkaar. Ze zijn
purperrood en lijken een beetje ha
rig door de stempeltjes die buiten
de katjesschubben steken. Na be
stuiving groeien daaruit de beken
de houtige proppen, waarin glan
zend bruine nootjes zitten. Die wor
den graag door vogels gegeten,
door mezen, maar vooral door sijs
jes die ln de winter vrijwel alleen
van elzezaad leven. Ondersteboven
hangend peuteren ze het zaad tus
sen de houtige schubben vandaan,
waarvan er heel wat op de grond
dwarrelt. Daar trippelen vinken en
kepen rond die het gevallen zaad
oppikken.
Het donkergroene blad komt eind
april: „Als het elzeblad zo groot ls
als een duit, komt er de koekoek
uit", zegt een oud volksrijmpje. De
koekoek keert rond koninginnedag
uit het Zuiden terug. Het blad ls
omgekeerd eivormig, het breedst
dus in de buurt van de afgeronde
bladtop. Jew vindt er vaak gal
letjes op van galmijten, wel vijf
soorten die aan de vorm van die
opzwellingen zijn te onder
schelden.
Veel minder gewoon dan de zwarte
(Alnus glutlnosa) is de grauwe els
(Alnus incana), die blad heeft met
een spitse top, met de grootste
breedte ongeveer in het midden. De
schors ls glad en grijs, zodat je deze
boom ook in de winter kunt her
kennen. De schors van de zwarte
els is, zoals zijn naam al zegt, don
ker van kleur en bovendien ruw.
O Ja, en als u nu al een els ziet
bloeien ls dat bijna zeker een Bal
kanels, die veel als straatboom
wordt aangeplant.
1
2
3
4
5
6
7
2
3
4
5
6
7
8
3
4
5
6
7
8
9
4
5
6
7
e
9
10
5
6
7
8
9
10
11
6
7
0
9
10
11
12
7
8
9
10
ii
12
13
Het wentelveld, waarop de teer
ling op hokje al zijn noodlot
tegemoet kantelt
Horizontaal. 1. kleine huidopening.
6. gil. 11. tam. 12. bitter vocht, 14.
zwemvogel. 16. voorzetsel. 18. ge
bergte ln Rusland, 20. pers. voor-
naamw., 21. gelogen kwaad, 22. han
delend optreden. 23. rund. 24. vogel,
26. algemeen kiesrecht (afk.), 27.
schelk. element, 28. behoeftig, 30.
Jong schaap, 32. bezltt. voornaamw.,
34. voorvoegsel, 35. voorzetsel, 37.
spil van een wiel, 38. reeds, 40. on
derwerp, 41. eens, 42. vast deel van
een boom, 43. lidwoord, 44.
landbouwwerktuig. 45. voorzetsel,
47. afnemend getij, 49. plaats ln Gel
derland, 51. vreemde munt, 53.
dwaas, 56. voertuig, 58. voegwoord.
59. radio omroep (afk.), 61.
sportterm, 62. brugschuit, 64. in
gang. 65. water in Friesland. 66. om
lijsting, 69. Idem (afd.), 70. loot, 72.
waterkering, 73. visjes, 75. orga
nische verbinding. 76. werpstrlk.
Verticaal. 2. voorzetsel. 3. brede gro
ve lat. 4. pers. voornaamw. 5. kort
muziekstuk, 7. rondhout, 8 iede
reen. 9. maanstand. 10. zuil. 12. pers.
voornaamwo. 13. muzieknoot, 15.
spaans paard, 17. stap, 18.
zwaardvis, 19. vernis. 20. onbep.
voornaamw. 25. reeds, 26. Anno
Mundi (afk.), 28. leger. 29 muziek
noot, 31. alvorens. 32. rund, 33.
halfgod, 34. plechtige gelofte, 36.
zelfkant, 37. Droogoven, 39.
werkplaats (afk.), 44. errors excep
ted (afk 46. voegwoord. 48. vlinder,
50. uitstekend, 51. voorvoegsel, 52.
bijwoord, 54. Immer, 55 vermoeid.
57 stok. 58 bouwland. 60
grondsoort, 61. steen. 63. plaats ln
N.H., 70. boom. 71. voorzetsel. 73.
familielid, 74. stoomschip (afk 67.
tot, 68. eminent (afk.).
Oplossing fm woensdag a.s. per
briefkaart zenden aan dagblad
Trouw, Postbus 859, Amsterdam.
Linksboven vermelden: Week-
endpuzzel.
Oplossing vorige puzzel
Hor. 1. klepel, 5. pastel, 10. eed. 12.
ree. 13. Neer, 15. tak. 17. bark. 18.
node, 20. alom. 22. Ik. 23. er, 25 Ee.
26. re, 27. stagnatie, 31. do. 32. na. 34.
pittoresk. 41. Ob. 42. te. 43. e.p., 44.
ga. 45. kers. 47. omen. 49. toom. 51.
arm, 53. lied, 55. Ede. 58. pré. 59.
ransel. 60. pilaar.
Vert. 1. kennis, 2. lee, 3. eden, 4. es, 6.
as, 7. tram, 8. eer, 9. lekker, 11. Aa,
14. roet, 15. te. 16. ka, 17 boei. 19.
dra, 21. Let, 24. en, 27. sop, 28 gat.
29. aar, 30. enk. 33. monter. 35. Item.
36. ter, 37. os. 38. Eem, 39 spel, 40.
ladder, 45. koen, 46. sa. 47. om. 48.
nipa, 50. Oda. 52. ra, 54. era, 56. de.
57. pi.
De prijswinnaars zijn: mevrouw L.
de Vlugt-Bleeker. 't Sélantsje 2.
Molkwerum (Fr W. Bottenberg-
Don. Groot Veldsweer 37. Har-
dinxveld-Giessendam. Mejuffrouw
M. Kersten, Weesperstraat 69.
Muiden.
De heer J. Kramp, gevangen in zijn
dobbelsteenwentelings- puzzelslaap
Vervuld van het dobbelsteenpro
bleem dat op de twaalfde puzze
laarsbijeenkomst (ln 1975) was opge
geven. wentelde de heer J. Kramp te
Woerden zich onrustig op zijn le-
gerstede. ..Die nare dobbelsteen"
mompelde de gekwelde nletkun-
nenslaper en hij zag ln gedachten de
teerling zich tergend om en om
draaien, zoals dat des dobbelsteens
is.
Nu eens was de 6 boven, dat weer de
n 3 en steeds maar keerde het kante-
s lende ding zich op een andere kant.
HIJ prbeerde te voorspellen. welke
kant bij een volgende wenteling bo-
n j ven zou komen; óf na twee wentelin
gen, óf na drie óf
En toen kwam het. „Ik heb" riep hij.
met een variant op Archimedes, die
dit ook gezegd zoui hebben als hij
Nederlands gesproken had. „Ik heb
t" herhaalde hij en sprong het bed
i uit
Dat was Juist vrijdag 13 augustus
jongstleden was temperde zijn blij
heid niet, maar vervolmaakte zijn
vondstzodat 13 zijn „geluksge
tal" werd.
Op het vierkant van de figuur zijn 49
hokjes afgetekend, waarop precies
een dobbelsteen past. genummerd
van 1 tot en met 13. De dobbelsteen
wordt geplaatst op hokje al en kan
dan gaan kantelen, maar steeds naar
een belendend hokje met een hoger
nummer, om ten slotte op gl3 te
eindigen. De stand van de dob
belsteen wordt telkens aangegeven
door een getal van twee cijfers, waar
van het eerste de bovenkant en het
tweede de naar de beschouwer (ln de
figuur naar onder) toegekeerde voor
kant van de dobbelsteen precies
twaalf wentelingen op zijn kantel-
tocht maakt. En het doel is. de wen
telingen zodanig uit te voeren, dat.
in hokje gl3 aangekomen, de 6 bo
venligt.
Maar er ls nóg een voorwaarde: men
mag en moet zó vaak kantelen als
het aantal ogen op het bovenvlak
aangeeft Heeft men dat gedaan dan
mag en moet men wéér zoveel maal
wentelen als het aantal ogen op het
vlak dat dón boven ls aangeeft, en zo
gaat men door totdat het laatste
aantal wentelingen Juist op g!3
eindigt.
De dobbelsteen die gebruikt wordt ls
de volgende: bovenvlak 1, ondervlak
dus 6. voorvlak 2. achtervlak dus 5.
linkerzijvlak 4 en dus rechteizijvlak
3.
Een voorbeeld van een serie wente
lingen volgens de voorwaarden: be-
glnstand op hokje al: 12 (dus 1 bo
ven. 2 aan de voorzijde de kant die
naar b2 gericht ls); daar de 1 boven
ligt moet één keer gewenteld wor
den. bij voorbeeld naar a2, waarbij
de stand 42 wordt. Nu moet dus vier
maal gewenteld worden: via b3, c-4 en
dS naar *6, waarbij de stand wéér 42
wordt en opnieuw vier maal moet
worden gewenteld: vla 17, f8 en f9
naar glO, waarbij de stand 32 wordt.
Ten slotte wordt drie maal gekan
teld: vla gil en gl2 naar gl3 in de
stand 62. dus met de 6 boven op het
eindhokje (g!3). Deze hele kantelin
genserie wordt als volgt opgetekend
al (12) -s2 (42)-(b3, c4. d5> -e«42) - (f7.
f8. f9) - g!4 (32) (gil. gl2) -gl3(62) Nu
is de opgave, te trachten, volgens de
regels, van de volgende beglnstan-
den uit. beginnend in hokje al. Ie
eindigen in hokje gl3 met de 6 boven.
12 (reeds ln oins voorbeeld opgelost).
13. 14. 15. 21. 23. 24, 26. 31. 32. 35. 36.
41. 42. 45. 46. 51. 53. 54. 56. 62. 63. 64
en 65. Dus 24 vraagstukken, dat van
het voorbeeld meegerekend. Voor el
ke twee oplossingen krijgt u één
punt, het voorbeeld meegerekend
(dus als u bij dat voorbeeld nog maar
één geval vindt oogst u reeds één
punt). In totaal zijn er derhalve 12
punten te verdienen! Die punten zijn
bestemd voor onze doorlopende lad
derwedstrijd. waaraan u op elk ge
wenst ogenblik kunt gaan deelne
men, onverschillig of u al dan niet
abonnee bent. De punten komen op
uw persoonlijke kaart en blijven gel
dig. Stuurt u min of meer regelmatig
in. dan stijgt uw puntentotaal zó
lang totdat geen der andere ladder-
klimmers een hoger totaal heeft dan
u. ln welk geval u de ladderprijs wint
en weer met nul punten een volgen
de klim begint.
Wilt u de heer Kramp een waarderin
gscijfer voor zijn probleem geven (1
als laagste en 10 als hoogste waarde
ring)?
De oplossingen dienen uiterlijk 26
februari binnen te zijn bij mr. O. van
Vorden. postbus 58. Eerbeek. Op
adreszijde vermelden: „Niet Pieke
ren maar Puzzelen 599" en In uw
schrijven uw volledige naam en
adres ln blokletters, dan wel getikt.
En geeft u vooral eventuele naams-
en/of adresveranderingen op, om ver
warring te voorkomen?!
Niet slechts uw oplossingen maar
ook uw commentaren, eigen puzzel
denkbeelden en kritiek zijn hartelijk
welkom. En nu maar wentelen naar
het ongeluksnummer
mr O. van Vorden
In beide halve finalegroepen
delen de twee jongste deelne
mers de lakens uit. In de ene
groep, waarin ook mijn per
soontje een enigszins twijfel
achtige rentree maakt, is het
vooral Jannes van der Wal, die
grote indruk maakt met zijn
scherpe spel, terwijl in de an
dere groep ex-
Jeugdwereldkampioen Geert
van Aalten met diverse gere
nommeerde spelers de vloer
aanveegt.
Toch zijn deze ontwikkelingen vooi
mij geen grote verrassing. Deze ta
lenten zijn al enige jaren rijp genoeg
om tot de nationale te behoren, maar
domme pech en ongeconcentreerd
heid hebben hen in het verleden nog
wel eens parten gespeeld.
De allergrootste verrassing is voor
mij echter John van der Borst, die
opzienbarende prestaties heeft gele
verd. o.a. door het demonstreren van
een nieuwtje tegen zijn provinciege-
noot Van der Meerendonk. die een
opmerking van niemand minder dan
Harm Wiersma. voor waar had aan
genomen. De door Wiersma als goed
aangegeven zet bleek integendeel di
rect verliezend te zijn. zoals Van der
Borst passend heeft aangetoond. De
ze partij is te vergelijken met. de
derde partij uit de match Sijbrands-
Andreiko. waarin Andreiko eendam-
zet nam. die direct verlies opleverde,
omdat Sijbrands deze met schijf
winst weer kon afvangen
Andreiko verklaarde achteraf, dat
hij ln de veronderstelling leefde, dat
het uiteindelijk gelijk zou blijven,
daar in het Russisch kampioenschap
van datzelfde Jaar precies dezelfde
combinatie was uitgevoerd door. als
ik het mij goed herinner. Letsjinski.
waarna de dam. zoals tijdens de
match bleek, door diens tegenstan
der verkeerd was afgenomen. Even
als Van der Meerendonk had Andrei
ko het gegeven klakkeloos aangeno
men Controleer dus in het vervolg
alles wat u uit de mond van een
topdammer hoort, want ook zij zijn
niet onfeilbaar. Overigens hoop ik.
dat ook alles wat uit mijn pen vloeit,
niet voor gesneden koek wordt aan
genomen. Ik word er door oplettende
lezers ook wel aan herinnerd, dat
deze kolom niet gespeend blijft van
foutjes of soms zelfs fouten
Vandaag wil ik de aandacht vestigen
op mijn partij uit de tweede ronde
tegen Van der Borst. Deze partij
kenmerkt zich ten eerste door de
openingskeuze en ten tweede door
de wederzijdse fouten. Toch wil ik
-niet al te diep op deze. in deze kolom
al uit den treure behandelde ope
ning. ingaan, daar het middenspel
veel interessanter is en vooral omdat
ik de consequenties van mijn 15e zet
nog niet goed genoeg kan overzien.
Wil: Frank Drost
Zwart: John van der Borst
I. 33-29 17-22 2. 39-33 11-17 3. 44-39 6-11
4 50-44 1-6 5. 31-26 16-21 6. 32-28 19-23 7.
2Xx 19 14x23 8. 35-30 10-14 9. 30-24 23-28
Verreweg het scherpste antwoord.
Het alternatief 21-27 heeft in de loop
der jaren min of meer het stempel
van remisezet gekregen.
10. 40-35 20-25 II. 24-20 1524 12. 29x20
14-19 13. 20-15 9 14. Deze zet wordt als
minder goed beschouwd dan de op
bouw met 5-10-14 en is ook wel geba
seerd op voorgaande partijen, die
vanuit deze opening zijn gespeeld.
Toch zul je het dan wel anders moe
ten opbouwen als over twee zetten
door mij wordt gedaan. 14. 44-SO 5-io
15. 35-30?!
De kracht van deze zet ls twijfelach
tig. Hoewel ook Van der Borst
waarschijnlijk niet op zijn sterkst
heeft voortgezet, krijgt wit toch
geen greep op het zwarte spel en
moet hij op de 22e zet een vergaande
concessie doen, die op dit moment
beslist niet was ingecalculeerd.
1511-16 16. 40-35 19-23 17. 37-31
21-27 18. 42-37 3-9 19. 47-42 7-11 20. 49-44
2-7Leuk is het volgende 20. 14-19
21 30-24 19X30 22 35X24 17-21 23.
26X17 12X21 24. 31-26! en nu is de
combinatie 24. .9-14 25. 26X17
8-12 26. 17X19 27-32 27. 38X27 22X31
28. 33X13 14-20 29. 36X27! 20X36 30.
19X38 36-41 verliezend door 27-22
gevolgd door 13-9.
21. 44-40 14-19! Een erg goede zet, die
mij direct voor grote moeilijkheden
plaatst. Op het ogenschijnlijk goede
22. 30-24 19X30 23. 35X24 heeft
zwart de beschikking over 23.
27-32 24 38X27 16-21 25. 27X16
23-29 26. 34X32 22-28 27. 33X22
18X49 28. 40-34 17-21 29. 26X17
12X21 30. 16X27 49X21 31 31-27
16X47 32. 45-40 47X20 33. 15X42
waarna de stand ongetwijfeld remi
se ls. Aangezien ik niet van plan was
om zo vroeg al ln remise toe te
stemmen, besloot Ik tot een actie,
die als minder goed bekend staat.
Dit vooral, omdat mijn partij tegen
Van der Wal in de eerste ronde al zo
knullig verloren was gegaan. Inte
ressant detail is, dat de stand, na
zwarts laatste zet, identiek is aan de
positie uit de partij De Ruiter-
Koeperman (interland Nederland-
Rusland. Rotterdam 1974, le ont
moeting), met enkel dit verschil, dat
de witte schijf op 30 toen op veld 29
geposteerd was. De Ruiter speelde
toen wel 29-24 waarna de Rus er als
de kippen bij was om de remise-
Gelukkig voor wit faalt de combina
tie. 2617-21 27 26x28 16-21 28.
31x22 18x27 29. 29x16 6-11 30 16x7
8-12 31. 7x18 13x42 32. 48x37 27x49
33. 30-24 19x30 34 35x24 49x41 35.
36x47 en wit staat een schijf voor en
wint ongetwijfeld. 26. 10-14 (op
16-21 volgt 30-24 en wint wint!) 27.
32x21 16x27 28. 46-41 11-16 29. 41-37
16-21. Op elke andere zet zou wit
hebben gewonnen, b.v. 6-11 30. 37-32
16-21 31. 30-24 19x30 32. 35x24 en
zwart staat gekraakt De positie, die
nu ls ontstaan, wil ik de volgende
week uitvoeriger behandelen Als U
dan goed beslagen ten ijs wilt ko
men, mag U het een en ander wel
eens een beetje uitzoeken Succes'
Frank Drost
Het Franse kampioenschap van verleden Jaar eindigde met een
ongewoon resultaat; vijf spelers deelden de eerste plaats. Er
moest dus nog een vijfkamp plaatsvinden om de titel. De
overwinnaar F. Chevaldonnet uit Toulouse heeft zich
daarbij laten kennen als een elegante aanvalspeler.
ROBATSCH-SYSTEEM.
CHEVALDONNET-L. ROOS.
1. e4 g6 2. d4 Lg7 3. Pc3 d6 4. g3 c5?
Juist is Pf6, maar ook Pc6 5. d5 Pe5 6
Lg2 c6 wordt gespeeld. 5. dc5 Da5 6.
cd6 Lc3:t 7. bc3 De3:t 8. Ld2 Dd4 9.
Lg2 e5 10. Pe2 Dd6: 11. 0-0 Pc6 12.
Pc3. Minder goed was de aanval 12.
f4 geweest, omdat dan Lg4 benevens
0-0-0 gevolgd was. 12.Le6 13. Pd5
f6 Om Lg5 te verhinderen. 14. Tbl
0-0-0 15. C4. Stelling na 13. c4.
13. h5. Deze vertwijfelde aanval
kan niets meer redden, maar ook na
Kb8 16. Da4 met Tb2 en Tfbl stond
zwart hopeloos. 16. Le3 h4 17. Da4 hg3
18. fg3 Kb8 19. Tb7:t! Kb7: 20. Tblt
Ka8 (Of Kc8 21. c5! Dd7 22. Da6t) 21.
c5! Tb8 (Dd7 22. Pb6t) 22. Tb8:t! Db8:
23. Dc6:t Db7 24. De6: Ph6 25. Lh6:
Dblt (Th6: 26. De8t Db8 27. Dc6t Db7
28. Pc7t Kb8 29. Pa6t Ka8 30. Dc8t)26.
Lfl Dc4: 27. Pc7t. Opgegeven.
Let op het spel van zwart.
Moderne problemen gaan niet recht
op het doel af, want ook de verdediger
zwart moet wat interessants
presteren. In het volgende probleem
is de sleutelset niet zo moeilijk te
vinden (de loper op a2 staat immers
wat afzijdig!), maar dan begint pas de
oplossing. De beste verdediging van
zwart stelt wit echter in staat tot een
diep doordachte manoeuvre.
Robatsch-Systeem.
G1FFARD-CHEVALDONNET.
1. g3 g6 2 Lg2 Lg7 3. d4 Pf6 4 e4 d6
Dezelfde stelling had In de vorige
partij na 4 Pf6 kunnen ontstaan
5. Pe2 0-0 6. 0-0 e5 7. h3 c6 8 Pbc3?
Veel sterker was een overgang naar
de konlngs-lndische verdediging met
8. c4 en Pbc3 geweest. 8.Le6! 9. a4
(9. b3!) Lc4 10. Tel Te8 11. a5 Pbd7
12. Le3 Pf8 13. Kh2? (13. Dd2!) Dc7
14 Dd2 Pe6 15 f4 Hier ls dit te
scherp! Le2:! 16. Pe2; (16. fe de 17. de
Pg4t!) ed4: 17. Ld4:. Na 17. Pd4: Pc5
was de pion op e4 niet te verdedigen.
17. Pd4: 18. Pd4: a6 Hiermee
wordt het tegenspel met 19. a6 b6 20.
e5! verhinderd. 19. c3 Te7 20. Lf3
Tae8 21. Dg2 Pd7 22 Pb3 d5 23 Dhl
Dekt nogmaals Tel. om na e5 f6 niet
direct een pion te verliezen. 23.
de4 24. Le4:? Verliest snel, maar ook
na 24. Te4: Te4. 25. Le4 Dd6 met de
dreiging De6 was zwart duidelijk in
het voordeel. 24. h5! Met h4 als
sterke dreiging. 25. h4 Lh6 26. Lf3
Lf4:! 27. gf4 Df4:t 28. Kg2 Pe5 29.
Te5: (29 Pd4 verliest ook na e5 29.
Le2 Pg4! 29 Dfl Pf3: 30. Te7 Ph4 t
of 29 Tfl Pf3: 30. Tf3. Te2t 31. Kgl
Dg4t 32. Kfl Dc4! Bovendien gaat
ook het eindspel na 29 Dh3! Df3. t 30.
Df3: Pf3: 31. Te7: Ph4:t 32. Kh3Te7
33 Kh4 Te2 verloren, bijvoorbeeld
met 34 Tbl Kg7 35. Pc5 Te3! met de
dreiging Kh6 en g5 mat.).
29 Te5: 30 Dh3 g5! 31 Dg3 (hg5
Tg5:t 32. Khl Tg3 of 31. Lh5 gh 32.
Lf3 Tg5t) Te2t. Opgegeven (32. Le2:
Te2:t 33. Kh3 g4t).
N PETROVIC
Ligue Alsace det Echecs. 1972-3.
Mat in drie zetten.
OPLOSSING PROBLEEM:
1. Lb3! (Dreigt 2. La4t en mat) 1.
Tf4 2. Df8:t!en3. Pg7 mat 1 Tg4!
(Om na 2 Df8:t? Pf8: het mat op g7
onmogelijk te maken) 2. Kc8' met 3.
Pc7 mat Nu kan zwart namelijk niet
meer met Lh3 het paard op e6
pennen!
LUDEK PACHMAN