Jf Vroege lentebloeiers: hazelaar en els Wentelend naar.het (On)geluk 1 Weekend-puzzel ho John van der Borst trekt aandacht dammen Franse élégance bij Frans kampioenschap n Niet piekeren maar puzzelen 599e opgave voor de Ladderwedstrijd T"ET- kTERDAG 29 JANUARI 1977 BINNENLAND TROUW/KWARTET 23 r»gvi ïken torn De hazelaar en de els zie Je zelden In tuinen. Dat ls toch wel jammer, want ze behoren tot de vroegste en feesteltjkste voorjaarbloeiers. Hoogstens plant men de kronkelhazelaar (Corylus avellana tortuosat, een vorm van de wilde hazelaar, waarvan de stam en de takken ln de vreemdste bochten, soms zelfs tot echte kurketrekkers zijn gedraatld. Het blad 1 s ook gekruld, maar daar zie je nu natuurlijk niets van. Eigenlijk vind ik het een wange drocht. in tegenstelling tot de ge wone wilde Die groeit van huis uit in allerlei loofbossen, vooral in het oosten en zuiden van het land. en aangeplant in parkbossen in het westen. Daar aan de bosranden en onder de hoge eiken groeit hij uit tot een zes meter hoge en even brede struik met vele stammen schuin omhoog en wijd uitwaaie rende, bijna horizontale takken. Die groeiwijze maakt hem in een kleine tuin moeilijk plaatsbaar, des te meer omdat je met snoeien de natuurlijke vorm gauw verknoeit Er staat er een in mijn voortuin vlak bij de gevel van het huls. die mag groeien zoals hij wil. Een ande re staat tegen de schuur achter het huis. maar terwille van een onbe kommerde doorloop is alles boven het pad weggesnoeid, zodat hij de hoogte in moet. Wat hij inderdaad ook doet. Een groot voordeel van de hazelaar is dat hij goed in halfschaduw groeit. Daarom doet hij het prima in een tuin op het noorden, maar verlangt dan wel vrij voedzame, niet te droge bodem Wie een jonge hazelaar plant voor de lentebloei, en misschien ook voor de hazelnoten in het najaar, moet wel geduld hebben. Mijn struiken dateren van 1971 en alleen die in de voortuin bracht in voor gaande jaren mannelijke katjes voort. Die in de achtertuin heeft nu pas voor het eerst drie trosjes kat jes. Ze zijn nog stijf gesloten; ik denk dat ze pas in de loop van februari loskomen. Dat is de nor male tijd voor de hazelaarbloei. even voor de katjes van de zwarte els gaan stuiven. Maar in nog zach tere winters dan deze zag ik wel bloeiende hazelaars kort na nieuw jaar. Feest voor het oog Hazelaars schijnen groot en oud te moeten zijn om aan optimale bloei toe te komen. Maar dan zijn ze ook een feest voor het oog en lijken ze van een afstand gezien gehuld in een lichtgroene waas. Dat komt door de mannelijke katjes, die in trosjes van twee tot vijf bijeen aan de takken hangen en vrij heen en weer wapperen in de wind. Die ver spreidt het gele stuifmeel, waarvan altijd wel een paar korrels te rechtkomen op de kleverige stem pels van de vrouwelijke katjes. Die bloeien meestal tegelijk met de mannelijke, maar bij sommige struiken ook wel eerder of later. Naar die vrouwelijke katjes moet Je echt zoeken. Ze zitten op de zelfde struik, want de hazelaar is eenhui- zlg (tweehulzig is bij voorbeeld de wilg, waarvan de mannelijke katjes op andere bomen zitten dan de vrouwelijke). Vrouwelijke hazel- katjes vind je door aandachtig de groene knoppen te bekijken en dan vooral te letten op knoppen die wat dikker zijn dan de andere. Ze heb ben op de top een rood spinnetje. Dat zijn de stempels die uit de groene katjesschubben naar buiten steken. De stempel is het bovenste deel van de stamper dat de stulf- meelkorrels opvangt, die daarna door de stamper naar binnen groei en en het eicelletje bevruchten dat in de zomer uitgroeit tot de in de herfst rijpende hazelnoten. De grauwe els, met gladde grijze bast, bloeit al in februari Als de zon door de struik schijnt, lichten de stempels karmijnrood op, als heel minuscule vlammetjes. Je krijgt er echt goede hazelnoten van als er een paar hazelaars dicht bij elkaar staan. Bestuiving van stamperbloemen door stuifmeel van dezelfde struik is hetzelfde als zelfbestuiving van bloemen met zo wel meeldraden als stampers. De harde noten zitten gevat in twee klokvormlge schutbladen die nau welijks langer zijn dan de noot en in getande slippen Ingesneden. Het echte blad ls ook dubbel getand, breed ovaal van vorm met hartvor mige voet. Het ontluikt in april en kleurt in de herfst matgeel Hazelaar als boom Tegenwoordig wordt als straat boom vaak de Turkse of boomhaze laar (Corylus colurna) aangeplant. Die kan met gemak een hoogte van tien meter en meer bereiken, al duurt dat lang. Als tuinboom is deze hazelaar dus niet erg geschikt, maar bloeien doet hij uitbundig. Elzen zijn verwant aan de haze laars. De zwarte els ls zo gewoon dat geen mens op de gedachte schijnt te komen hem ln de tuin te zetten. Zeker in een wilde tuin is hij op zijn plaats. Onder elzen groeien graag allerlei schaduwplanten, om dat de kroon het licht niet sterk onderschept en de boom de grond niet uitmergelt. Het tegendeel is waar: onder elzen is de grond kruimelig en zwart. Aan de wortels veroorzaakt de bacterie Actinomyces alni vertakte zwellin gen die samen een bruine bal vor men. Die gallen komen overeen met de wortelknolletjes bij vlinder bloemigen, waarin bacteriën stikstof uit de lucht binden. Denk aan de lupine als groenbemesting voor arme gronden. Zo brengt ook de els veel stikstof in de bodem, die daardoor aantrekkelijk wordt voor grassen en brandnetels. Wie dus elzen in zijn tuin wil en op deze onderbegroeiing geen prijs stelt, moet daar rekening mee houden door zo veel mooiere nitraaUlefheb- bers te planten dat gras en brandnetel geen kans krijgen: stin kende gouwe, gevlekte dovenetel, robertskruid, fluitekruld, look- zonder-look. dagkoekoeksbloem. En dat ls nog geen garantie dat niet vroeg of laat de brandnetel opduikt. Elzeproppen en vogels Dat ls wel een nadeel, maar de bloei ls alleen met die van de hazelaar te vergelijken. De katjes ln maart, soms al ln februari, zijn langer dan de geelgroene van de hazelaar en hebben bruinrode schubben en knalgeel stuifmeel. De vrouwelijke bloemen zijn verenigd tot heel kor te stijve katjes, net als de mannelij ke een aantal bij elkaar. Ze zijn purperrood en lijken een beetje ha rig door de stempeltjes die buiten de katjesschubben steken. Na be stuiving groeien daaruit de beken de houtige proppen, waarin glan zend bruine nootjes zitten. Die wor den graag door vogels gegeten, door mezen, maar vooral door sijs jes die ln de winter vrijwel alleen van elzezaad leven. Ondersteboven hangend peuteren ze het zaad tus sen de houtige schubben vandaan, waarvan er heel wat op de grond dwarrelt. Daar trippelen vinken en kepen rond die het gevallen zaad oppikken. Het donkergroene blad komt eind april: „Als het elzeblad zo groot ls als een duit, komt er de koekoek uit", zegt een oud volksrijmpje. De koekoek keert rond koninginnedag uit het Zuiden terug. Het blad ls omgekeerd eivormig, het breedst dus in de buurt van de afgeronde bladtop. Jew vindt er vaak gal letjes op van galmijten, wel vijf soorten die aan de vorm van die opzwellingen zijn te onder schelden. Veel minder gewoon dan de zwarte (Alnus glutlnosa) is de grauwe els (Alnus incana), die blad heeft met een spitse top, met de grootste breedte ongeveer in het midden. De schors ls glad en grijs, zodat je deze boom ook in de winter kunt her kennen. De schors van de zwarte els is, zoals zijn naam al zegt, don ker van kleur en bovendien ruw. O Ja, en als u nu al een els ziet bloeien ls dat bijna zeker een Bal kanels, die veel als straatboom wordt aangeplant. 1 2 3 4 5 6 7 2 3 4 5 6 7 8 3 4 5 6 7 8 9 4 5 6 7 e 9 10 5 6 7 8 9 10 11 6 7 0 9 10 11 12 7 8 9 10 ii 12 13 Het wentelveld, waarop de teer ling op hokje al zijn noodlot tegemoet kantelt Horizontaal. 1. kleine huidopening. 6. gil. 11. tam. 12. bitter vocht, 14. zwemvogel. 16. voorzetsel. 18. ge bergte ln Rusland, 20. pers. voor- naamw., 21. gelogen kwaad, 22. han delend optreden. 23. rund. 24. vogel, 26. algemeen kiesrecht (afk.), 27. schelk. element, 28. behoeftig, 30. Jong schaap, 32. bezltt. voornaamw., 34. voorvoegsel, 35. voorzetsel, 37. spil van een wiel, 38. reeds, 40. on derwerp, 41. eens, 42. vast deel van een boom, 43. lidwoord, 44. landbouwwerktuig. 45. voorzetsel, 47. afnemend getij, 49. plaats ln Gel derland, 51. vreemde munt, 53. dwaas, 56. voertuig, 58. voegwoord. 59. radio omroep (afk.), 61. sportterm, 62. brugschuit, 64. in gang. 65. water in Friesland. 66. om lijsting, 69. Idem (afd.), 70. loot, 72. waterkering, 73. visjes, 75. orga nische verbinding. 76. werpstrlk. Verticaal. 2. voorzetsel. 3. brede gro ve lat. 4. pers. voornaamw. 5. kort muziekstuk, 7. rondhout, 8 iede reen. 9. maanstand. 10. zuil. 12. pers. voornaamwo. 13. muzieknoot, 15. spaans paard, 17. stap, 18. zwaardvis, 19. vernis. 20. onbep. voornaamw. 25. reeds, 26. Anno Mundi (afk.), 28. leger. 29 muziek noot, 31. alvorens. 32. rund, 33. halfgod, 34. plechtige gelofte, 36. zelfkant, 37. Droogoven, 39. werkplaats (afk.), 44. errors excep ted (afk 46. voegwoord. 48. vlinder, 50. uitstekend, 51. voorvoegsel, 52. bijwoord, 54. Immer, 55 vermoeid. 57 stok. 58 bouwland. 60 grondsoort, 61. steen. 63. plaats ln N.H., 70. boom. 71. voorzetsel. 73. familielid, 74. stoomschip (afk 67. tot, 68. eminent (afk.). Oplossing fm woensdag a.s. per briefkaart zenden aan dagblad Trouw, Postbus 859, Amsterdam. Linksboven vermelden: Week- endpuzzel. Oplossing vorige puzzel Hor. 1. klepel, 5. pastel, 10. eed. 12. ree. 13. Neer, 15. tak. 17. bark. 18. node, 20. alom. 22. Ik. 23. er, 25 Ee. 26. re, 27. stagnatie, 31. do. 32. na. 34. pittoresk. 41. Ob. 42. te. 43. e.p., 44. ga. 45. kers. 47. omen. 49. toom. 51. arm, 53. lied, 55. Ede. 58. pré. 59. ransel. 60. pilaar. Vert. 1. kennis, 2. lee, 3. eden, 4. es, 6. as, 7. tram, 8. eer, 9. lekker, 11. Aa, 14. roet, 15. te. 16. ka, 17 boei. 19. dra, 21. Let, 24. en, 27. sop, 28 gat. 29. aar, 30. enk. 33. monter. 35. Item. 36. ter, 37. os. 38. Eem, 39 spel, 40. ladder, 45. koen, 46. sa. 47. om. 48. nipa, 50. Oda. 52. ra, 54. era, 56. de. 57. pi. De prijswinnaars zijn: mevrouw L. de Vlugt-Bleeker. 't Sélantsje 2. Molkwerum (Fr W. Bottenberg- Don. Groot Veldsweer 37. Har- dinxveld-Giessendam. Mejuffrouw M. Kersten, Weesperstraat 69. Muiden. De heer J. Kramp, gevangen in zijn dobbelsteenwentelings- puzzelslaap Vervuld van het dobbelsteenpro bleem dat op de twaalfde puzze laarsbijeenkomst (ln 1975) was opge geven. wentelde de heer J. Kramp te Woerden zich onrustig op zijn le- gerstede. ..Die nare dobbelsteen" mompelde de gekwelde nletkun- nenslaper en hij zag ln gedachten de teerling zich tergend om en om draaien, zoals dat des dobbelsteens is. Nu eens was de 6 boven, dat weer de n 3 en steeds maar keerde het kante- s lende ding zich op een andere kant. HIJ prbeerde te voorspellen. welke kant bij een volgende wenteling bo- n j ven zou komen; óf na twee wentelin gen, óf na drie óf En toen kwam het. „Ik heb" riep hij. met een variant op Archimedes, die dit ook gezegd zoui hebben als hij Nederlands gesproken had. „Ik heb t" herhaalde hij en sprong het bed i uit Dat was Juist vrijdag 13 augustus jongstleden was temperde zijn blij heid niet, maar vervolmaakte zijn vondstzodat 13 zijn „geluksge tal" werd. Op het vierkant van de figuur zijn 49 hokjes afgetekend, waarop precies een dobbelsteen past. genummerd van 1 tot en met 13. De dobbelsteen wordt geplaatst op hokje al en kan dan gaan kantelen, maar steeds naar een belendend hokje met een hoger nummer, om ten slotte op gl3 te eindigen. De stand van de dob belsteen wordt telkens aangegeven door een getal van twee cijfers, waar van het eerste de bovenkant en het tweede de naar de beschouwer (ln de figuur naar onder) toegekeerde voor kant van de dobbelsteen precies twaalf wentelingen op zijn kantel- tocht maakt. En het doel is. de wen telingen zodanig uit te voeren, dat. in hokje gl3 aangekomen, de 6 bo venligt. Maar er ls nóg een voorwaarde: men mag en moet zó vaak kantelen als het aantal ogen op het bovenvlak aangeeft Heeft men dat gedaan dan mag en moet men wéér zoveel maal wentelen als het aantal ogen op het vlak dat dón boven ls aangeeft, en zo gaat men door totdat het laatste aantal wentelingen Juist op g!3 eindigt. De dobbelsteen die gebruikt wordt ls de volgende: bovenvlak 1, ondervlak dus 6. voorvlak 2. achtervlak dus 5. linkerzijvlak 4 en dus rechteizijvlak 3. Een voorbeeld van een serie wente lingen volgens de voorwaarden: be- glnstand op hokje al: 12 (dus 1 bo ven. 2 aan de voorzijde de kant die naar b2 gericht ls); daar de 1 boven ligt moet één keer gewenteld wor den. bij voorbeeld naar a2, waarbij de stand 42 wordt. Nu moet dus vier maal gewenteld worden: via b3, c-4 en dS naar *6, waarbij de stand wéér 42 wordt en opnieuw vier maal moet worden gewenteld: vla 17, f8 en f9 naar glO, waarbij de stand 32 wordt. Ten slotte wordt drie maal gekan teld: vla gil en gl2 naar gl3 in de stand 62. dus met de 6 boven op het eindhokje (g!3). Deze hele kantelin genserie wordt als volgt opgetekend al (12) -s2 (42)-(b3, c4. d5> -e«42) - (f7. f8. f9) - g!4 (32) (gil. gl2) -gl3(62) Nu is de opgave, te trachten, volgens de regels, van de volgende beglnstan- den uit. beginnend in hokje al. Ie eindigen in hokje gl3 met de 6 boven. 12 (reeds ln oins voorbeeld opgelost). 13. 14. 15. 21. 23. 24, 26. 31. 32. 35. 36. 41. 42. 45. 46. 51. 53. 54. 56. 62. 63. 64 en 65. Dus 24 vraagstukken, dat van het voorbeeld meegerekend. Voor el ke twee oplossingen krijgt u één punt, het voorbeeld meegerekend (dus als u bij dat voorbeeld nog maar één geval vindt oogst u reeds één punt). In totaal zijn er derhalve 12 punten te verdienen! Die punten zijn bestemd voor onze doorlopende lad derwedstrijd. waaraan u op elk ge wenst ogenblik kunt gaan deelne men, onverschillig of u al dan niet abonnee bent. De punten komen op uw persoonlijke kaart en blijven gel dig. Stuurt u min of meer regelmatig in. dan stijgt uw puntentotaal zó lang totdat geen der andere ladder- klimmers een hoger totaal heeft dan u. ln welk geval u de ladderprijs wint en weer met nul punten een volgen de klim begint. Wilt u de heer Kramp een waarderin gscijfer voor zijn probleem geven (1 als laagste en 10 als hoogste waarde ring)? De oplossingen dienen uiterlijk 26 februari binnen te zijn bij mr. O. van Vorden. postbus 58. Eerbeek. Op adreszijde vermelden: „Niet Pieke ren maar Puzzelen 599" en In uw schrijven uw volledige naam en adres ln blokletters, dan wel getikt. En geeft u vooral eventuele naams- en/of adresveranderingen op, om ver warring te voorkomen?! Niet slechts uw oplossingen maar ook uw commentaren, eigen puzzel denkbeelden en kritiek zijn hartelijk welkom. En nu maar wentelen naar het ongeluksnummer mr O. van Vorden In beide halve finalegroepen delen de twee jongste deelne mers de lakens uit. In de ene groep, waarin ook mijn per soontje een enigszins twijfel achtige rentree maakt, is het vooral Jannes van der Wal, die grote indruk maakt met zijn scherpe spel, terwijl in de an dere groep ex- Jeugdwereldkampioen Geert van Aalten met diverse gere nommeerde spelers de vloer aanveegt. Toch zijn deze ontwikkelingen vooi mij geen grote verrassing. Deze ta lenten zijn al enige jaren rijp genoeg om tot de nationale te behoren, maar domme pech en ongeconcentreerd heid hebben hen in het verleden nog wel eens parten gespeeld. De allergrootste verrassing is voor mij echter John van der Borst, die opzienbarende prestaties heeft gele verd. o.a. door het demonstreren van een nieuwtje tegen zijn provinciege- noot Van der Meerendonk. die een opmerking van niemand minder dan Harm Wiersma. voor waar had aan genomen. De door Wiersma als goed aangegeven zet bleek integendeel di rect verliezend te zijn. zoals Van der Borst passend heeft aangetoond. De ze partij is te vergelijken met. de derde partij uit de match Sijbrands- Andreiko. waarin Andreiko eendam- zet nam. die direct verlies opleverde, omdat Sijbrands deze met schijf winst weer kon afvangen Andreiko verklaarde achteraf, dat hij ln de veronderstelling leefde, dat het uiteindelijk gelijk zou blijven, daar in het Russisch kampioenschap van datzelfde Jaar precies dezelfde combinatie was uitgevoerd door. als ik het mij goed herinner. Letsjinski. waarna de dam. zoals tijdens de match bleek, door diens tegenstan der verkeerd was afgenomen. Even als Van der Meerendonk had Andrei ko het gegeven klakkeloos aangeno men Controleer dus in het vervolg alles wat u uit de mond van een topdammer hoort, want ook zij zijn niet onfeilbaar. Overigens hoop ik. dat ook alles wat uit mijn pen vloeit, niet voor gesneden koek wordt aan genomen. Ik word er door oplettende lezers ook wel aan herinnerd, dat deze kolom niet gespeend blijft van foutjes of soms zelfs fouten Vandaag wil ik de aandacht vestigen op mijn partij uit de tweede ronde tegen Van der Borst. Deze partij kenmerkt zich ten eerste door de openingskeuze en ten tweede door de wederzijdse fouten. Toch wil ik -niet al te diep op deze. in deze kolom al uit den treure behandelde ope ning. ingaan, daar het middenspel veel interessanter is en vooral omdat ik de consequenties van mijn 15e zet nog niet goed genoeg kan overzien. Wil: Frank Drost Zwart: John van der Borst I. 33-29 17-22 2. 39-33 11-17 3. 44-39 6-11 4 50-44 1-6 5. 31-26 16-21 6. 32-28 19-23 7. 2Xx 19 14x23 8. 35-30 10-14 9. 30-24 23-28 Verreweg het scherpste antwoord. Het alternatief 21-27 heeft in de loop der jaren min of meer het stempel van remisezet gekregen. 10. 40-35 20-25 II. 24-20 1524 12. 29x20 14-19 13. 20-15 9 14. Deze zet wordt als minder goed beschouwd dan de op bouw met 5-10-14 en is ook wel geba seerd op voorgaande partijen, die vanuit deze opening zijn gespeeld. Toch zul je het dan wel anders moe ten opbouwen als over twee zetten door mij wordt gedaan. 14. 44-SO 5-io 15. 35-30?! De kracht van deze zet ls twijfelach tig. Hoewel ook Van der Borst waarschijnlijk niet op zijn sterkst heeft voortgezet, krijgt wit toch geen greep op het zwarte spel en moet hij op de 22e zet een vergaande concessie doen, die op dit moment beslist niet was ingecalculeerd. 1511-16 16. 40-35 19-23 17. 37-31 21-27 18. 42-37 3-9 19. 47-42 7-11 20. 49-44 2-7Leuk is het volgende 20. 14-19 21 30-24 19X30 22 35X24 17-21 23. 26X17 12X21 24. 31-26! en nu is de combinatie 24. .9-14 25. 26X17 8-12 26. 17X19 27-32 27. 38X27 22X31 28. 33X13 14-20 29. 36X27! 20X36 30. 19X38 36-41 verliezend door 27-22 gevolgd door 13-9. 21. 44-40 14-19! Een erg goede zet, die mij direct voor grote moeilijkheden plaatst. Op het ogenschijnlijk goede 22. 30-24 19X30 23. 35X24 heeft zwart de beschikking over 23. 27-32 24 38X27 16-21 25. 27X16 23-29 26. 34X32 22-28 27. 33X22 18X49 28. 40-34 17-21 29. 26X17 12X21 30. 16X27 49X21 31 31-27 16X47 32. 45-40 47X20 33. 15X42 waarna de stand ongetwijfeld remi se ls. Aangezien ik niet van plan was om zo vroeg al ln remise toe te stemmen, besloot Ik tot een actie, die als minder goed bekend staat. Dit vooral, omdat mijn partij tegen Van der Wal in de eerste ronde al zo knullig verloren was gegaan. Inte ressant detail is, dat de stand, na zwarts laatste zet, identiek is aan de positie uit de partij De Ruiter- Koeperman (interland Nederland- Rusland. Rotterdam 1974, le ont moeting), met enkel dit verschil, dat de witte schijf op 30 toen op veld 29 geposteerd was. De Ruiter speelde toen wel 29-24 waarna de Rus er als de kippen bij was om de remise- Gelukkig voor wit faalt de combina tie. 2617-21 27 26x28 16-21 28. 31x22 18x27 29. 29x16 6-11 30 16x7 8-12 31. 7x18 13x42 32. 48x37 27x49 33. 30-24 19x30 34 35x24 49x41 35. 36x47 en wit staat een schijf voor en wint ongetwijfeld. 26. 10-14 (op 16-21 volgt 30-24 en wint wint!) 27. 32x21 16x27 28. 46-41 11-16 29. 41-37 16-21. Op elke andere zet zou wit hebben gewonnen, b.v. 6-11 30. 37-32 16-21 31. 30-24 19x30 32. 35x24 en zwart staat gekraakt De positie, die nu ls ontstaan, wil ik de volgende week uitvoeriger behandelen Als U dan goed beslagen ten ijs wilt ko men, mag U het een en ander wel eens een beetje uitzoeken Succes' Frank Drost Het Franse kampioenschap van verleden Jaar eindigde met een ongewoon resultaat; vijf spelers deelden de eerste plaats. Er moest dus nog een vijfkamp plaatsvinden om de titel. De overwinnaar F. Chevaldonnet uit Toulouse heeft zich daarbij laten kennen als een elegante aanvalspeler. ROBATSCH-SYSTEEM. CHEVALDONNET-L. ROOS. 1. e4 g6 2. d4 Lg7 3. Pc3 d6 4. g3 c5? Juist is Pf6, maar ook Pc6 5. d5 Pe5 6 Lg2 c6 wordt gespeeld. 5. dc5 Da5 6. cd6 Lc3:t 7. bc3 De3:t 8. Ld2 Dd4 9. Lg2 e5 10. Pe2 Dd6: 11. 0-0 Pc6 12. Pc3. Minder goed was de aanval 12. f4 geweest, omdat dan Lg4 benevens 0-0-0 gevolgd was. 12.Le6 13. Pd5 f6 Om Lg5 te verhinderen. 14. Tbl 0-0-0 15. C4. Stelling na 13. c4. 13. h5. Deze vertwijfelde aanval kan niets meer redden, maar ook na Kb8 16. Da4 met Tb2 en Tfbl stond zwart hopeloos. 16. Le3 h4 17. Da4 hg3 18. fg3 Kb8 19. Tb7:t! Kb7: 20. Tblt Ka8 (Of Kc8 21. c5! Dd7 22. Da6t) 21. c5! Tb8 (Dd7 22. Pb6t) 22. Tb8:t! Db8: 23. Dc6:t Db7 24. De6: Ph6 25. Lh6: Dblt (Th6: 26. De8t Db8 27. Dc6t Db7 28. Pc7t Kb8 29. Pa6t Ka8 30. Dc8t)26. Lfl Dc4: 27. Pc7t. Opgegeven. Let op het spel van zwart. Moderne problemen gaan niet recht op het doel af, want ook de verdediger zwart moet wat interessants presteren. In het volgende probleem is de sleutelset niet zo moeilijk te vinden (de loper op a2 staat immers wat afzijdig!), maar dan begint pas de oplossing. De beste verdediging van zwart stelt wit echter in staat tot een diep doordachte manoeuvre. Robatsch-Systeem. G1FFARD-CHEVALDONNET. 1. g3 g6 2 Lg2 Lg7 3. d4 Pf6 4 e4 d6 Dezelfde stelling had In de vorige partij na 4 Pf6 kunnen ontstaan 5. Pe2 0-0 6. 0-0 e5 7. h3 c6 8 Pbc3? Veel sterker was een overgang naar de konlngs-lndische verdediging met 8. c4 en Pbc3 geweest. 8.Le6! 9. a4 (9. b3!) Lc4 10. Tel Te8 11. a5 Pbd7 12. Le3 Pf8 13. Kh2? (13. Dd2!) Dc7 14 Dd2 Pe6 15 f4 Hier ls dit te scherp! Le2:! 16. Pe2; (16. fe de 17. de Pg4t!) ed4: 17. Ld4:. Na 17. Pd4: Pc5 was de pion op e4 niet te verdedigen. 17. Pd4: 18. Pd4: a6 Hiermee wordt het tegenspel met 19. a6 b6 20. e5! verhinderd. 19. c3 Te7 20. Lf3 Tae8 21. Dg2 Pd7 22 Pb3 d5 23 Dhl Dekt nogmaals Tel. om na e5 f6 niet direct een pion te verliezen. 23. de4 24. Le4:? Verliest snel, maar ook na 24. Te4: Te4. 25. Le4 Dd6 met de dreiging De6 was zwart duidelijk in het voordeel. 24. h5! Met h4 als sterke dreiging. 25. h4 Lh6 26. Lf3 Lf4:! 27. gf4 Df4:t 28. Kg2 Pe5 29. Te5: (29 Pd4 verliest ook na e5 29. Le2 Pg4! 29 Dfl Pf3: 30. Te7 Ph4 t of 29 Tfl Pf3: 30. Tf3. Te2t 31. Kgl Dg4t 32. Kfl Dc4! Bovendien gaat ook het eindspel na 29 Dh3! Df3. t 30. Df3: Pf3: 31. Te7: Ph4:t 32. Kh3Te7 33 Kh4 Te2 verloren, bijvoorbeeld met 34 Tbl Kg7 35. Pc5 Te3! met de dreiging Kh6 en g5 mat.). 29 Te5: 30 Dh3 g5! 31 Dg3 (hg5 Tg5:t 32. Khl Tg3 of 31. Lh5 gh 32. Lf3 Tg5t) Te2t. Opgegeven (32. Le2: Te2:t 33. Kh3 g4t). N PETROVIC Ligue Alsace det Echecs. 1972-3. Mat in drie zetten. OPLOSSING PROBLEEM: 1. Lb3! (Dreigt 2. La4t en mat) 1. Tf4 2. Df8:t!en3. Pg7 mat 1 Tg4! (Om na 2 Df8:t? Pf8: het mat op g7 onmogelijk te maken) 2. Kc8' met 3. Pc7 mat Nu kan zwart namelijk niet meer met Lh3 het paard op e6 pennen! LUDEK PACHMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 23