Ans van der Bent,
oecumenisch
bibliothecaris
Pierre en Piet bezig met Bach
Wie begeleidt de begeleiders?
f
1
Onze adressen:
ZATEROAG 15 JANUARI 1977
KERK
TROUW/KWART! 'RC
.Wijn vader heet Andries, ja maar mijn ouders vonden Joachim zo'n
mooie naam. dat ze mij Ans-Joachim genoemd hebben. Gevolg: thuis
Jochem genoemd worden, door Duitse vrienden Hans-Joachim, door mijn
Franse vrouw Joaqulm oi Joch, door oecumenische vrienden en kennissen
Ans, en door veel Nederlanders die denken dat Ans een meisjesnaam Is en
dat ze het dus wel verkeerd verstaan zullen hebben, Hans
Ans van der Bent, in 1924 in Wuppertal
geboren uit Nederlandse ouders, bibliothe
caris van het Oecumenisch Centrum in
Oenève. lang. slank, kalend, lichte ogen.
korrelige, rulle stem:
„Na mijn kerkelijk examen, in 1955, onder
Smelik en Van Nlftrtk, besloot ik mijn kort
tevoren naar Amerika geëmigreerde fami
lie achterna te gaan. Ik kreeg een baantje
als assistent-bibliothecaris bij de Harvard
Business School, en later bij de Harvard
Divinity School, de theologische faculteit
van Harvard. Zo kwam ik toch weer bij de
theologie terecht. Toen ik een paar jaar
later bibliothecaris geworden was van
Bangor Theological Seminary (Bangor in
Maine; er zijn verschillende Bangor's, mijn
ouders wonen in Bangor, Pennsylvania),
kreeg ik het rapport van de Derde As
semblee van de Wereldraad van Kerken
(New Delhi 1961) onder ogen. en daarin las
ik dat de Wereldraad een bibliothecaris
zocht. Ik solliciteerde (wist ik veel van de
Wereldraad!), en een tijdje later werd ik
telegrafisch naar het Newyorkse We
reldraadbureau ontboden, om daar Visser
't Hooft te ontmoeten. Die was in New
York ter gelegenheid van dat fameuze di
ner in 1963. met alle mensen die ooit onder
werp waren geweest van een omslagver
haal in Time Magazine: Joe Louis. Oina
Lollobrigida, kardinaal Spellman ik doe
maar een greep. Enfin, na verloop van tijd
hoorde ik dat de keuze op mij gevallen
was. In 1963 kwam ik naar Oenève, nog
naar het oude hoofdkwartier van de We
reldraad. route de Malagnou. De biblio
theek was gehuisvest nou Ja, gehuis
vest in twee kamertjes. De rest lag
op de zolder, in de kelders en elders in dié
verzameling barakken waar we toen
werkten. Romantisch, Ja, maar wel een
verschrikkelijke rotzooi. Dat duurde acht
maanden. Toen verhuisden we naar het
inmiddels gereedgekomen Oecumenisch
Centrum."
Een supermarkt, vergeleken bij het vooroor
logse winkeltje?
„Ja, we zijn nu de beste oecumenische
bibliotheek ter wereld: 60.000 titels. 14.000
dozen met archief papieren, die samen zo'n
25 miljoen vel papier bevatten met van
alles over de oecumenische beweging sinds
1910, de grote zendingsconferentie van
Edinburgh, waar het allemaal mee begon
nen is."
Zijn die archieven voor iedereen toeganke-
lijk?
..Voor 95 procent, ja. Dat weerspiegelt de
openheid van de oecumenische beweging.
We zijn geen Vaticaan, waar alles de kel
ders ingaat en pas na honderd jaar eventu
eel toegankelijk wordt. Hooguit vijf pro
cent zit achter slot en grendel, de rest kan
vrijelijk gefotografeerd worden.
Die vijf procent, wat behelst die?
„Bepaalde gedeelten van de corresponden
tie van de secretaris-generaal, bv. over
problemen met het Moskouse patri
archaat, over Zuid-Afrika. de Cuba-crisis,
de crisis in Hongarije dat soort dingen."
door C. Michael de Vries
Heb je. net als zoveel andere Wereldraadaf
delingen, te lijden onder bezuiningings-
maatregelen?
,.We mogen niet klagen. Onze normale staf
van vijf man wordt jaarlijks door twee of
drie stagières van de Geneefse biblio
theekschool aangevuld. Die betalen we
een zakcentje, maar hun aanwezigheid
hier is voor beide partijen erg nuttig. Ons
totale budget bedraagt 435.000 francs; 35
tot 40 duizend daarvan wordt besteed aan
de aankoop van boeken en brochures. Van
de ongeveer 50.000 titels die ik jaarlijks
onder ogen krijg koop ik er drie tot vierdui
zend. Het zal je misschien verbazen, dat er
betrekkelijk weinig stafleden gebruik ma
ken van onze bibliotheek; zeventig procent
van onze klanten komt van buiten: studen
ten. predikanten, bezig met een we
tenschappelijk artikel of een proefschrift.
Ze komen uit alle delen van de wereld, net
als onze boeken trouwens. Neem alleen
maar de bijbels we hebben er meer dan
vijfhonderd, in de meest uiteenlopende
talen."
Een bibliothecaris is een soort manusje-van-
alles; hij weet waar Abram de mosterd haalt
althans ongevéér
„Ja. en daarom vind ik dat je dan een
bepaald studiegebied als specialiteit moet
kiezen. Voor mij is dat de dialoog met
andere godsdiensten en ideologieën. Via
Karl Barth heb ik veel belangstelling voor
het socialisme gekregen. Ik ben erg ge
boeid door Bonhoeffer, vooral door wat hij
schreef overeen ..religielooschristendom
Hoe ga je als christen om met mensen die
van het evangelie geen weet hebben, ver
keerd geïnformeerd zijn, of het om welke
reden dan ook afwijzen? Dan krijg je on
vermijdelijk met het marxisme te maken.
De Wereldraad heeft daar te weinig aan
gedaan. De laatste keer. dat het aan de
orde was. en dan nog maar heel dunnetjes,
Bibliothecaris Ans van der Bent.
was tijdens de Tweede Assemblee, in
Evanston, 1954. Dat is meer dan twintig
jaar geleden!
De officiële woordvoerders van het marxis
me lijken niet erg geïnteresseerd in een
dialoog met het christendom.
„Het ls waar. dat het voornamelijk de'
grensgangers zijn, dikwijls mensen die als
„revisionisten" uit de partij gegooid zijn,
die belangstelling tonen. Ik denk aan Ga-
raudy. aan Tsjechen als Machovec en Gar-
davsky. een Pool als Kolakowski. Maar ik
weet zeker dat er kansen zijn veel meer
dan we denken als we er maar meer op
gespitst waren. Wanneer je het woord „oi-
koumene" serieus neemt, en je realiseert
dat Gods bedoelingen de hele bewoonde
wereld betreffen, dan kan je er niet om
heen. ernstig studie te maken van een
ideologie, die het leven en de cultuur van
miljoenen mensen over de hele wereld
heeft gestempeld. Bovendien: je bent het
aan je christelijk geloof verplicht, het niet
te confronteren met een caricatuur. maar
met de werkelijkheid. Die bovendien nog
een veelvormige werkelijkheid is. Neem
China. Daarmee hebben we officieel hele
maal geen contact, maar ik ben er zeker
van dat we door mensen als de Braziliaan
se paedagoog Paolo Freire contact hadden
kunnen maken. Veel van wat je vandaag
de dag daarover leest is van een primitief
anti-communisme, vol kreten over atheïs
me en zo. Er is maar weinig materiaal om
het gemeentelid toe te rusten voor de
dialoog met marxisten. Het enige dat ik
zou kunnen noemen is in opdracht van de
Verenigde Kerk van Canada geschreven,
door Donald Evans: „Communist Faith
Christian Faith". Maar dat is alweer tien
jaar oud. Ik ben geen marxist, maar je
moet natuurlijk wel weten waar je het over
hebt, als je het bestrijdt. Ik heb er wel eens
over gedacht om, samen met een paar
andere mensen, een eenvoudig, maar on
bevangen boekje te schrijven over de dia
loog met de marxisten."
Ds. C. M.de Vries is journalist te Genève
Tekening van Bert Kuipers in Areopagus, het blad van de theologische faculteit van de
rijksuniversiteit te Utrecht.
Al een paar jaar loop ik rond
met een vaag gevoel van
meelijden, dat een lid van de
Evangelische Omroep geldt.
Hoe de man heet. weet ik niet.
ook niet waar hij woont en
wat hij doet voor de kost. 't
Kan wel zijn dat hij
geëmigreerd is. of gestorven,
maar altijd wanneer ik de
toccata in F voor orgel van
Bach ergens aangekondigd
zie staan of beluister, gaan
mijn gedachten naar die
onbekende EO-er uit en komt
dat meelijdende gevoel naar
boven.
De EO had in zijn begintijd een
televisieprogramma, waarin
mensen een godsdienstig zegje en
een muzikale wens konden doen.
Deze laatste werd dan terstond
vervuld en dit geschiedde met gulle
hand: je hoorde het aangevraagde
werk niet alleen, je zèg het ook. Op
zeker moment verscheen een man
in beeld, die op geestdrifUge toon
om de toccata in F van Bach
vezocht, dat vond-le een machtig
orgelstuk Hij wou heus niks
afdoen aan de bekende toccata in
d. maar die hoorde je vaak genoeg.
De meeste mensen, betoogde hij
tegen de minzaam kijkende
omroepster. weten van 't bestaan
van die geweldige toccata In F niet
af en vandaar dal zijn begeren
uitging naar een uitvoering van die
toccata.
De omroepster. of presentatrice
heet dat. meen Ik. bij de televisie.
de presentatrice knikte dat ze 't
begrepen had en gaf daarop een
droef staaltje van onbegrip weg
door te verklaren dat om des tljds
wille alleen de fuga zou klinken
Hiema kregen we Simon C Jansen
te aanschouwen, druk in de weer
met de bij de verlangde toccata
behorende fuga. Een braaf brokje
muziek, maar t hoort niet bij de
toppers van Bach en geen mens die
het tot een verzoeknummer zal
verheffen.
De liefhebber van de toccata in F
kwam niet meer op het scherm
terug. Ik neem aan dat hij in de
studio dapper zijn best deed om
zijn teleurstelling niet te laten
merken, maar ik had erg met hem
te doen. Hij had vrienden en buren
natuurlijk verteld dat-le op de
televisie zou komen: en dan moet je
es opletten wat ze voor mij spelen!
Op weg naar Hilversum had hij nog
die lekkere pedaalsolo uit 't begin
van de toccata zitten fluiten en
nou werd hij met een weinig
opwindende fuga afgescheept.
Zou die man er zelf nog wel eens
aan terugdenken? Ik kreeg
verleden week dat meelijdende
gevoel weer, toen ik een
grammofoonplaat in handen kreeg
van de serie ..Trésons classiques"
van de Franse Philips: „J. S.
Bach/Les grandes toccatas pour
orgue", gespeeld door Pierre
Cocherau op het
Cavaillé-Coll-orgel in de Notre
Dame te Parijs. Hier staat de
toccata in F op zónder fuga.
Trouwens, de heer Cocherau heeft
lak aan alle fuga's die hem (of zijn
platenmaatschappij) niet
aanstaan, want hij speelt ook de
dorische toccata fugaloos. De
populaire toccata en fuga in d
krijgen we compleet, allicht,
anders hou je maar wenig over, en
Cocherau slaat ook geen maat over
van de toccata, adagio en fuga In
C, die hupse fuga mag meedoen.
In zijn boek over César Franck
schrijft Marius Monnikendam dat
de (negentiende-eeuwse) orgels van
Cavaillé-Coll niet deugen om er
vermetele toccata's op te spelen, en
hoewel ik op het gebied van orgels
weinig preuts ben. moet ik hem
gelijk geven. Want hoe vindingrijk
Cocherau ook aan de gang is op
zijn grote orgel, de toccata in F (om
ons daarbij te blijven bepalen) boet
aanzienlijk in aan de meeslepende
kracht die dit werk kenmerkt. Zou
Cocherau er een schepje bovenop
gedaan hebben, dan zou 't meteen
een ondoorzichtige boel geworden
zijn. En van het daverend geweld,
waarmee hij de toccata en fuga in d
door A J. Klei
inzet, moet Cocherau ook binnen
de korteste keren afzien, willen de
snelle passages niet vervormen
tot een ongrijpbare klankenbrij.
Liefhebbers van Bachs
orgelwerken verwijs ik liever naar
een pas uitgekomen dubbele elpee:
„Piet van Egmond speelt J. S.
Bach" (EMI/His Masters Voice). Ik
vermoed dat er nu onder mijn
afnemers zijn, die verbaasd de
wenkbrauwen optrekken: wat
moet Bach op de lessenaar van Piet
van Egmond, die toch helemaal de
romantiek is toegedaan? Misschien
denken deze lezers aan Van
Egmonds vertolkingen van de
Matthaeus Passion, en inderdaad,
daarbij zat hij soms eigenaardig
aan de partituut te frunniken. Dit
is echter verleden tijd, want zijn
Amsterdams Oratorium Koor
bestaat niet meer. Ik heb me laten
vertellen dat er tegenwoordig
weinig mensen meer te vinden zijn,
die willen bukken onder de strenge
tucht van Van Egmond, die me
inderdaad een weinig
inspraak-achtig persoon
toeschijnt. Maar om op zijn
orgelspel te komen, hij speelt Bach
op orgels, waarop Bach klinken wil:
due van Zwolle, Haarlem en
Dordrecht. Bovendien speelt hij
Bach goed, degelijk zonder saai te
worden, levendig zonder
romantisch te doen. De enige
aanmerking die ik op deze, in dit
album verzamelde oudere
opnamen heb, is dat hier en daar
het pedaal steviger kon klinken.
'Nog iets: de registratie in de grote
fantasie en fuga in g vind ik soms
een beetje aanstellerig. Van de
werken die uitgevoerd worden,
noem ik: de derde triosonate, de
toccata en fuga in d, de toccata,
adagio en fuga in C, plus een aantal
van de mooiste koraalvoorspelen
(waaronder met het oog op de
kassa Jesu. joy, netjes onder de
Duitse titel). Graag aanbevolen,
ook vanwege de lage prijs: 25.50
(van prijzen van
grammofoonplaten snapteen leek
niets: die Parijse plaat kost op z'n
eentje 27,50).
Het aantal bladzijden, dat uw recensent de laatste jaren voor
onze krant over ouderdom, sterven en stervensbegeleiding
heeft gelezen, zal wel een paar duizend bedragen.
De uitwerking van al die lectuur op
iemand die zelf bejaard ls, laat zich
moeilijk beschrijven maar doet
hier niet ter zake Zeker is dat van
een taboe ten aanzien van aftake
ling en doodgaan nauwelijks meer
sprake kan zijn. Zo is de uitgeverij
Van Loghum Slaterus b.v., Deven
ter. bezig met een gehele serie Ca
hiers over Ouderdom en Le
vensloop, bestemd voor mensen uit
de praktijk, waarvan no. 7 gaat
over Begeleiden van Sterven.
Het werkje is geschreven door drie
psychologie-studenten, namelijk
Jan Derksen (1953), Max Bouts
(1954) en Paul de Lange (1950). Jon
ge mensen dus, die zich in de rijen
van oudere en ervaren scribenten
wagen doordat ze van mening zijn
dat „de praktijk van de begeleiding
van terminale patiënten (ongenese
lijk zieken dus) voor de Neder
landse situatie nog nauwelijks be
schreven is." Het boekje telt 85 blz.'
en kost 14.50.
Voor wie enigermate bekend is met
deze stof. staat er weinig nieuws in.
maar het werkje richt zich dan ook
op de eenvoudige praktijk. Deze
praktijk ls overigens helemaal niet
eenvoudig, omdat ieder geval weer
anders ligt. De auteurs hebben van
hun werkstuk een helder geschre
ven, overzichtelijk geheel gemaakt,
helemaal niet vechtlustig zoals
men zou kunnen verwachten, maar
opmerkelijk bezonken. Hun be
langstelling voor de grootouder
leeftijd doet weldadig aan.
De schrijvers hebben speciaal werk
gemaakt van een r.k. ziekenhuis
ergens in het oosten van ons land.
waar de relatie tot de religie in
datzelfde typische overgangsstadi
um verkeert als elders in de confes
sionele ziekenhuizen. „De
godsdienst druipt er niet meer af,"
zegt de aldaar werkzame pastor.
Hij heeft overigens de ervaring op
gedaan, dat epht gelovige mensen
hoewel ze in de minderheid zijn
gemakkelijker sterven dan
anderen.
Sympathiek is ook dat de auteurs
oog hebben voor de noodzakelijk
heid van begeleiding der familiele
den. Zo blijken zowel de patiënten
als de familie noodzakelijkerwijs
voorwerp van begeleiding te wezen.
Hierbij komt toch ongemerkt de
superioriteit van de begeleider om
de hoek kijken. Wij dienen niet
alleen verzorgd, maar ook begeleid
te worden, van de wieg tot het graf.
Veel zelfstandigheid en levenswijs
heid wordt er noch bij de patiënten,
noch bij de familie verondersteld
en dat moet dan wel helaas op
ervaring berusten.
De reeds genoemde pastor zei over
igens terecht: „Ik zou er niet voor
zijn om professionele vertrou
wenspersonen aan te stellen. Je
moet ook geen stervensbegeleiders
op gaan leiden want juist dat mys
terieuze van het doodgaan los je
toch niet op. We moeten de dood
niet trachten te bemeesteren. Wel
kan er in de begeleiding een hele
boel verbeterd worden." (bl. 64).
Toch blijf ik een beetje met die
scheiding tussen begeleiders en be
geleiden in de maag zitten. Wie
begeleidt de begeleiders? Wie be-
herdert de herders? Wie instrueert
de deskundigen? Zo valt ook dit
ongetwijfeld geslaagde boekje zon
der kwade bedoeling onder de alge
mene tendens van verwetenschap
pelijking, met een vreemd woord
sciëntificering van het hele leven.
En dat komt hierop neer dat niets
meer zijn natuurlijke verloop kan
hebben, maar alleen met behulp
van verstandelijk doordachte con
structies op gang kan blijven.
Overal verdringt het technische en
het kunstmatige de natuur en het
natuurlijke.
Dit is geen verwijt aan de sa
menstellers, maar het Illustreert de
situatie waarin de overrijp gewor
den, 18e-eeuwse Verlichting onze
westerse samenleving heeft ge
bracht.
DE ALTERNATIEVE
VERSCHIJNING
En Johannes was gekleed
in kamelenhaar
met een leren gordel
om z'n middel
en hli at
sprinkhanen
en wilde honing.
(Markus 1,6)
Het is duidelijk dat Johannes e
opvallende verschijning was. I
wilde kennelijk reeds met wat 1 l
aanhad al iets zeggen. Het kamelt
haren kleed met de leren gordel fy
blijkens de tekening die 2 Koning
1 vers 8 van Ella geeft het „ambts
waad" van de profeet. Maar dan
anders dan bij ons. Niet door e<
leraarllevende gemeente bijeen
bracht en daarna besteld bij de
ma A te B, maar zo uit de natui
genomen. Een alternatieve dracl
Zoiets als bij ons sedert de zestig
jaren Jongeren zich kleden. Bewu
of niet getuigende van een soons
tegen-cultuur. Later vraagt Jezil0r
wat ze in Johannes zijn gaan zie
„een man in weelderige kleding'
Johannes' kleding ls een protest t 61
gen een cultuur die niet verd
vraagt dan wat voor ogen is. I
verschijning zal ongeveer di
afkeer opgeroepen hebben
ons In bepaalde kringen de k
van zg. langharigen. Ook zijn vo
dlngsgewoonte hoort daarbl
Sprinkhanen, weliswaar met wij n
besprenkeld en lekker klaar geLx.
maakt misschien een lekkerni
maar hier met de wilde honing e« »ei
teken van direktheid. De profet
leeft direkt uit de hand van Oo< >e
Daar komt niets meer tussen. En i tie
staat hij hier als een getuige van d
profetie. Wat hij zegt is allang voo m
hem gezegd en staat haaks op d icb
gevestigde meningen. Zijn verschi d<
ning betekent kritiek. Zo is hij d pr£
man die Jezus aanwijst. Al die dlnh
gen zullen bij de messias terugke ie.
ren. Het alternatieve heil en en
alternatief leven.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Beverwijk (toez.): H
Kwakkelstein te Goes.
ur
Bedankt voor Jaarsveld: C. A. ed
Sluijs te Poederoijen; voor Nieuw i li
Pekela: W. Oosterwal te Zevenhui
zen (Gr.).
Benoemd tot „vader" van hetThei#n
blso-kinderhuis te Boelawayo (Rho
deslë), uitgaande van de stichtin
Rhodesia-zending: T. de Jong if1?-
Garderen.
C
kb
GEREF. KERKEN
Beroepen te Enter: W. A. Boer
Meerkerk.
Beroepbaar; P. v.d. Berg, Beethoven-
strasse 1, 4250 Melle (Wesfr
Duitsland).
GEREF. KERKEN (VRUG.)
Aangenomen naar Zwolle: J. Strs
tlng te Winschoten. n
10
GEREF. GEMEENTEN
Beroepente Mijdrecht en te Haajsg
lem: J. van Haaren te Amersfoortf?'
die bedankte voor Leerdam.
Bedankt voor Westzaan: D. Rietdijftw
te Vlaardlngen.
ADVERTENTIE
boekennieuws
M. Goot*
HET EVANGELIE IN DE GRIEKS-
ROMEINSE WERELD
174 blz., f 18,75.
De evangelie-verkondiging aan JO- n
den, Klein-Aziaten, Grieken en
Romeinen in de religieuze wereld
van toen.
r t
Sipke van der Land
GOD ZOEKT MENSEN
144 blz., f 18,90
Met Paulus en Johannes op reis
door de wereld van toen en nu. Een n
fascinerend verslag van een reis
door de wereld van de eerste chris
tenen. Met veel prachtige foto's
Rik Valkenburg
GESPREKKEN IN JERUZALEM
100blz., f 13.95
Boeiende gesprekken met voor
aanstaande Israëli's. Hoogst inte
ressant, met een groot aantal
foto's.
Dr. H. Mulder en D. ter Haar
ZIET. HOE DAT U GOD BEMINT
13e druk, 64 blz., f 7,25
Een veel gevraagd fotoboek uit het
land van de Bijbel. Met bijpassende
bijbelteksten.
Verkrijgbaar in de boekhandel.
AMSTERDAM
Postbus 059.
Wibautslraat 131
Tel 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/DORDRECHT
Postbus 940.
Westbiaak 9. Rotterdam
Tel 010-115500
DEN HAAG/LEIDEN
Postbus 101.
Parkstraat 22. Den Haag
Tel. 070-469445
ZWOLLE/GRONINGEN:
Postbus 3.
Melkmarkt 56. Zwolle
Tel. 05200-17030