Een stembiljet kun je niet eten West-Europa voelt zich minder veilig Troepen-akkoord zou toenemende vrees kunnen wegnemen V lATERDAG 8 JANUARI 1977 BUITENLAND TROUW/KWARTET 17 door Herman Amelink „Feijao preto", zwarte bonen, schreven vele kiezers op hun stembiljet bij de gemeente raadsverkiezingen die op 15 november in Brazilië werden gehouden. Hiermee gaven ze uiting aan hun onvrede over de steeds maar stijgende prij zen van de dagelijkse maaltij den. In Rio de Janeiro werden meer stemmen uitgebracht op de zwarte boon dan op enige kandidaat. Het bord is de Braziliaan nader dan de stembus. Het opscharrelen van zijn kostje wordt elke dag moeilij ker en een stembiljet kan hij niet eten. De onvrede is zeer begrijpe lijk. want het gaat economisch steeds slechter met Brazilië. In 1975 was de Braziliaanse rege ring erin geslaagd de inflatie tot een voor dat land ongekend laag percentage terug te dringen: 29 procent. In het afgelopen jaar be droeg het percentage echter weer vijftig. De gevolgen laten zich ra den. Stijgende prijzen, waarvan vooral de mensen die het minst verdienen het slachtoffer worden. De sterk gestegen inflatie is helaas niet het gevolg van een sterk groei ende economie. Integendeel. Het groeipercentage bedroeg in 1974 tien, liep in 1975 terug naar vier procent en bedroeg het afgelopen jaar nog maar twee. Dat betekent dat Brazilië het afgelopen jaar ar mer is geworden, want de bevol king neemt met drie procent per jaar toe. Schulden Brazilië kampt verder met een enorme schuldenlast. Deze be draagt nu 70 miljard gulden. Voor de rente en de aflossing van de schuld heeft het land alleen al de helft van de opbrengst van de uit voer nodig. Het tekort op de beta lingsbalans zal dit jaar zeven mil jard gulden belopen, zodat er wei nig uitzicht is op verbetering van de situatie. De sterk gestegen prijs van de olie op de wereldmarkt drukt daarbij zwaar op het land: 23 procent van de Braziliaanse invoer is olie. Energieminister Shigeaki Ueki dreigde in oktober met een rantsoenering van de benzine, om dat de staat zich niet kan permitte ren het overgrote deel van haar deviezen aan de olie-import te be steden. De verslechtering van de econo mische situatie heeft de regering genoodzaakt de voor dit jaar voor genomen investeringen met veertig procent te beperken. Juist door de ze investeringen wilde de Brazili aanse overheid de afhankelijkheid van het buitenland verkleinen. De maatregel is dus een mes dat he laas aan twee kanten even bot is. De afhankelijkheid van het buiten land blijft toenemen en de binnen landse bedrijvigheid stagneert. Bestaansminimum De vijf procent zeer rijken en de middenklasse, die ongeveer vijftien procent van de bevolking omvat en waartoe veel geschoolde arbeiders behoren, redden het nog wel. De tachtig procent die net boven, op of onder het bestaansminimum leven, krijgen een steeds kleiner stukje van de nationale koek. Hoge rege ringsambtenaren geven toe dat men met het huidige minimumloon nog maar de helft kan kopen van die produkten die nodig zijn voor het officieel vastgestelde be staansminimum. Verder heeft de regering toegegeven dat 70 procent van de bevolking van dit mini mumloon moet bestaan. Een duidelijk aanwijzing hoezeer de bevolking sedert 1964, het jaar waarin de militairen de macht overnamen, achteruit geboerd is; vormen de cijfers over de sterfte onder pas geboren kinderen. In 1960 bedroeg dit 102 op duizend geboorten en in 1970 130 dode kin deren op duizend geboorten, Ter overgelijking: In Nederland was dit cijfer in 1970 ruim 18 op duizend geboorten. Tegenslag De economische terugval betekent een ernstig politieke tegenslag voor president Geisel. Toen deze gene raal in 1974 aan de regering kwam als opvolger van de harde Medici, haalde menigeen opgelucht adem omdat de nieuwe man een verlich ting van de politieke onderdruk king in het vooruitzicht stelde. In hetzelfde jaar werden algemene verkiezingen gehouden voor een deel van de senaat. Hieraan werd deelgenomen door de regeringspar tij ARENA (Nationale Vemieu- wings-alliantlc) en dc MDB (Brazi liaanse Democratische Beweging), de enige door de militairen toeges tane oppositiepartij. Tot veler ver rassing behaalde de MDB 61 pro cent van de stemmen. Geisel had wel door dat de positie van dé offi ciële oppositie niet te sterk zou moeten worden, omdat dit zou kun nen leiden tot ingrijpen door ui terst rechtse militairen. Aan de an dere kant deed en doet de presi dent ook zijn best om Brazilië in het buitenland een democratisch figuur te laten slaan. Voor de gemeenteraadsverkiezin gen van 15 november had hij de voor een versterking van de positie van de ARENA noodzakelijke maatregelen genomen. In een aan tal plaatsen waar de MDB bij de vorige verkiezingen sterk uit de bus was gekomen, werden de burge meesters ditmaal niet gekozen, maar door de regering benoemd. De regering blijft op deze wijze verzekerd van een grote invloed op het gebeuren in deze plaatsen. De gebrekkige organisatie van de MDB is er de oorzaak van dat in een groot aantal districten buiten de grote stadscentra alleen rege ringsaanhangers op de kandidaten^ lijsten stonden. Over het hele land behaalde de regeringspartij ARE NA 62 procent van de stemmen. Deze overwinning is voornamelijk te danken aan de machtige positie die deze partij op het platteland inneemt. De oppositie behaalde echter grote overwinningen in de grote steden: 70 procent in Rio de Janeiro, 65 procent in Porto Alegre en 60 procent in Sao Paolo. Goede indruk President Geisel heeft de afgelo pen maanden zijn best gedaan in binnen- en buitenland een goede indruk te wekken. Hij voerde in heel het land uitvoerig campagne voor de ARENA-kandidaten. Zijn reis naar Europa zorgde voor de nodige publiciteit in eigen land voor de president (en daarmee voor de ARENA), terwijl de oppositie niet zoals in 1974 gratis zendtijd kreeg toegewezen op radio en tele visie. Verder heeft de president zich ook ingezet om aan de campagne in de wereld tegen het martelen en vasthouden van politieke gevange nen de kracht te ontnemen. Zo meldde Amnesty International in oktober dat het aantal martelingen inderdaad enigszins was teruggelo pen. Het aantal politieke gevange nen dat Brazilië vasthoudt, werd toen geschat op 800 1000. Geisel is erin geslaagd de uitwas sen van het militaire regieme weg te nemen. Aan het hoofd van drie van de vier legereenheden zijn nu generaals benoemd die achter de president staan. Door de benoe ming van generaal Dilermando Monteiro is er een einde gekomen aan de mensonterende martel- parktijken in Sao Paolo. Verdeeldheid Toch zijn de kansen op een demo cratie in Brazilië gering. Onder de militaire en politieke elite bestaat verdeeldheid over de vraag op wel ke manier het land uit het econo misch slop moet worden gehaald. Een deel van de militairen wil het land wijd open zetten voor vreemd kapitaal. Door meer buitenlandse ondernemingen naar het land te halen kan de economische ontwik keling weer aangezwengeld wor den, zo menen ze. Deze mensen leven nog met het beeld van de enorme economische expansie van het begin van de Jaren zeventig, toen Brazilië wat betreft zijn ont wikkelingsmogelijkheden vergele ken werd met West-Dultsland en Japan. Inmiddels is tweederde deel van de voornaamste industrieën in handen van buitenlandse kapitaal verschaffers, maar dat heeft de re cessie niet kunnen verhinderen. Maar er zijn ook militairen die een meer nationalistische koers willen varen. Zij bepleiten een terugdrin gen van de buitenlandse invloed. Dit verschil van mening binnen de leden van de militaire regering, van wie velen nauwe banden hebben met het bedrijfsleven, bemoeilijkt niet alleen de aanpak van de econo mische problematiek, maar bevor dert de democratisering ook al niet Tereur Een tweede moeilijkheid voor de democratisering is de toeneming van de rechtse terreur de laatste tijd. Een beweging die zich aan dient als de Braziliaanse anti communistische alliantie (AAB), heeft de laatste maanden verschil lende aanslagen gepleegd en men sen ontvoerd, -zonder dat de rege ring daar tot nog toe effectief tegen opgetreden is. Het optreden van de AAB is niet alleen gericht tegen alle critici van de militaire rege ring, maar indirect ook tegen presi dent Geisel zelf. die een slap optre den verweten wordt. Deze extreem rechtse organisatie maakt zich schuldig aan antisemitisme, verde diging van martelpraktijken en ge welddadigheid tegen alles wat naar oppositie zweemt. Regelmatig wor den ook geestelijken het slacht offer van acties van de AAB. maar ook van acties van de militaire politie. De moord op de Duitse missionaris Rodolfo Lukenbein en op pater Joao Bosco Bumier, de recente ontvoering en marteling van bisschop Hipolito van Nova Iguas- su en de censuur op het weekblad van het bisdom Sao Paolo waren aanleiding voor de Braziliaanse hiërarchie om zich de afgelopen maand in een herderlijk schrijven tot het volk te wenden. In de open brief klaagt de kerk dat de regering de misdaden van de politie niet aanpakt, de armen rechteloos laat. de onrechtvaardige verdeling van land bevordert en de rechten van de oorspronkelijke Indiaanse be volking aantast. De militaire rege ring wordt verweten dat ze het the ma van de „nationale veiligheid'' fanatiek bespeelt om daarmee de eigen positie te beschermen. Kerk en staat Deze beschuldigingen hebben de relatie tussen de Braziliaanse over heid en de rooms-katholieke hiër archie de laatste tijd verslechterd. Minister van binnenlandse zaken Rangel Reis heeft verklaard niet te geloven in de goede trouw van de religieuze leiders die zich bezighou den met de ontrechten. Militaire en potitle-autoritelten spreken van een communistische tendens in de kerk. De economische problemen, de rechtse terreur, de verdeeldheid on der de militairen en het recente conflict met de kerk doen ernstige twijfels rijzen over de mogelijkhe den van een verdere democratise ring in Brazilië. Geisel heeft zich voorgenomen volgend Jaar de gou verneurs van de deelstaten te laten kiezen door de bevolking. Ook het federale parlement moet in 1978 vernieuwd worden. In hoeverre de bevolking van de militairen het recht krijgt zich hierover uit te spreken is in het licht van de econo mische en politieke malaise een grote vraag. Politieke waarnemers houden reke ning met de mogelijkheid van een vlucht naar voren. In militaire krin gen wordt namelijk gedacht aan de mogelijkheid van de vestiging van een groter aantal partijen. De twee in 1967 toegelaten partijen (ARE NA en MDB) zouden moeten plaatsmaken voor drie of vier nieu we partijen. Op die wijze zou de onder dwang in de MDB verenigde oppositie uiteenvallen. Dat zou een versterking betekenen van het hui dige bewind, dat zich met een uiter lijke schijn van democratie op die wijze voorlopig kan handhaven. nend standaardwerk over luchtvlo ten) dat de Verenigde 8taten de strategische waarde van enkele Sowjet-vliegtuigen onderschatten, waardoor het beweerde evenwicht wordt verstoord. Eén van die toestellen is de door het Westen „Backfire" genoemde bommenwerper, waarvan er al meer dan 100 zouden bestaan. De Sowjet-leiders houden vol, dat de „Backfire" een taktische bommen werper is. omdat het grondgebied van de Verenigde 8taten er niet mee kan worden bereikt. Taylor wijst er echter op. dat de „Backfi re" in de lucht kan bijtanken en daardoor wél doelen in de Verenig de Staten zou kunnen aanvallen. Zou de Amerikaanse regering hier van uitgaan, dan moet de bommen werper niet als een taktisch, maar als een strategisch wapen worden beschouwd. Dit verschil in aanduiding is van bijzonder groot belang, omdat de Sowjet-Unle en de Verenigde Staten nog steeds onderhandelen over beperking van de strategische wapens. De Amerikanen noemen deze onderhandelingen „SALT* (Strategic Arms Limitation Talks). Zij zijn bedoeld om een eind te maken aan de bewapeningswed loop en een eerste akkoord werd al enkele Jaren geleden bereikt. Het Saltr2 akkoord laat echter nog op zich wachten, omdat belde partijen het niet eens kunnen worden over het antwoord op de vraag, welke wapens onder het akkoord moeten vallen. Het maakt dus heel veel uit, of de „Backfire" Inderdaad een strate gische bommenwerper is en als zo danig meetelt bij het afwegen van het strategische evenwicht. Vol gens Taylor moeten de Verenigde Staten niet alleen bij de onderhan delingen eisen dat de „Backfire" als een strategische bommenwer per wordt beschouwd, maar ook onmiddellijk beginnen met de bouw van de B-l bommenwerper die eveneens voor de lange afstand is bedoeld. Tevens zou Washington opdracht moeten géven om een nieuw type onderscheppingsjager te bouwen, dat beter dan het be staande voor nieuwe en moeilijker taken is uitgerust. Taylor raadt de Europese NAVO-partners aan, zich niet te zeer op de Verenigde Staten te verlaten, maar eigen vliegtuigen te ontwikkelen. In de strategische conceptie van de NAVO heeft steeds de afschrikking van de tegenstander centraal ge staan. In 1957 schreef Kissinger al dat „afschrikking de poging ls om een tegenstander van een bepaalde actie af te houden door het schep pen van risico's, die hem in verhou ding tot de beoogde winst te groot lijken." Later werd de „flexible res ponse" Ingebouwd, die bedoeld is om een in Europa uitgebroken conflict te kunnen beheersen, zon der dat onmiddellijk naar kernwa pens behoeft te worden gegrepen. Daardoor is West-Europa bijzonder kwetsbaar geworden, want wie ga randeert dat de Amerikanen hun eigen bestaan op het spel zullen zetten, als in Europa de nood aan de man zou komen? Het behoeft niet te verbazen dat de ongerustheid in West-Europa toe neemt en dat men met andere ogen gaat kijken naar de enorme strijd macht, die de 8owjet-Unle in Oost- Europa heeft opgesteld. Dit hoeft niet te lelden tot een verdere op voering van de bewapening. Het ligt eerder voor de hand dat er stemmen opgaan om de in Wenen lopende besprekingen over een we derzijdse beperking van de strijdkrachten in Centraal-Europa meer inhoud te geven. Er zijn al enkele suggesties gedaan. Eén er van is. dat de westelijke landen hun taktische kernwapens achter de Rijn terugtrekken, in ruil voor een terugtocht van de meeste pantsertroepen van de Warchau- pactlanden over de Weichsel. Het gevaar van een verrassingsaanval zou daardoor sterk worden vermin derd. Zolang zulk een akkoord niet is bereikt, kunnen de Westeuropese landen zich niet veroorloven, hun defensie-inspanningen te vermin deren. Eenzijdige stappen doen dc bereidheid tot onderhandelen bij de tegenpartij afnemen en werken al spoedig averechts. En dat kan toch niet de bedoeling zijn van hen, die aan onderhandelingen grote waarde hechten. door J. den Boef Er wordt de laatste tijd opmerkelijk veel geschreven en gesproken over de mogelijkheid dat de Sowjet-Unie een gewa pend conflict met de westelijke landen niet langer zou uitslui ten. Binnen niet al te lange tijd zou haar uiterst moderne bewapening haar in staat stellen, een verrassingsaanval te ondernemen zonder dat zij zich blootstelt aan massale vergel dingsmaatregelen. Aangezien de Sowjet-Unie geen mededelingen pleegt te doen over de militair-strategische plannen die zij ten opzichte van de westelij ke landen heeft, moeten we wel vaststellen, dat we hier te maken hebben met in het Westen levende veronderstellingen. Het bewijs van de juistheid ervan kan niet worden geleverd, tenzij men de in de afge lopen jaren enorm toegenomen mi litaire macht van de Sowjet-Unie te land, ter zee en in de lucht geen aanwijzing, maar een bewijs wil zien. Het gaat vooralsnog echter om op aanwijzingen gebaseerde veronderstellingen. Ook is het bepaald niet voor het eerst dat in het Westen hardop is gedacht over de mogelijkheid, dat de Sowjet-Unie wel eens van haar militaire overmacht in Europa ge bruik zou kunnen maken om de „overwinning van het wereldcom munisme" wat dichter bij te bren gen. In 1949 was de vrees voor een dergelijke ontwikkeling zo groot, dat een aantal Westeuropese lan den samen met de Verenigde Sta ten en Canada de Noordatlatische verdragsorganisatie (NAVO) vormde, onder het motto „één voor allen, allen voor één". Zij bleken een les te hebben geleerd uit de gebeurtenissen, die tot de Tweede Wereldoorlog leidden. Verband Het zou wat al te simpel zijn om in begin 1977 tot de conclusie te ko men dat het bestaan van de NAVO (al bijna 28 jaar lang) de Sowjet- Unie er van weerhouden heeft om de landen van West-Europa stuk voor stuk bij het Sowjetblok in te lijven, zoals dat in 1948 nog met Tsjechoslowakije was gebeurd. On houdbaar is echter de opvatting, als zou er helemaal geen verband zijn tussen het bestaan van de wes telijke defensie-organisatie en het uitblijven van wat Tsjechoslowa kije in 1948 overkwam. Temeer als men zich realiseert dat latere ge beurtenissen in Hongarije (1956) en Tsjechoslowakije (1968) er niet toe bijdroegen, al bestaand wantrou wen weg te nemen. Dat de landen van het Westen de Sowjetleiders nooit op hun woord heblien geloofd (met uitzondering van de Verenigde Staten aan het eind van het bewind van president Roosevelt, die Stalin ten onrechte vertrouwen schonk) is niet onbe grijpelijk als men ernstig neemt wat zij zich altijd hebben voorgeno men: de overwinning van het com munisme op wereldschaal. Dit doel moet niet alleen met ideologische middelen worden verwezenlijkt, maar zonodig met geweld, want de Sowjet-Unie kent ook de „rechtvaardige oorlog", die zij als verdedigster van „het socialisme" kan beginnen, zonder zich iets van gesloten verdragen aan te trekken. Heterdaad De Sowjetleiders hebben het nog nooit tot zo'n oorlog laten komen, al kan men zich vanzelfsprekend afvragen, wat er gebeurd zou zijn als de westelijke landen in 1956 voor Hongarije of in 1968 voor Tsje choslowakije zouden zijn opgeko men. toen deze onder de voet wer den gelopen. In 1962 zijn zij voor Een enorme raket werd getoond bij een parade op het Rode Plein in Moskou. een kernoorlog teruggeschrokken, nadat Nlklta Chroestsjew kernwa pens naar Cuba had laten brengen en de Verenigde Staten een ultima tum hadden gesteld. Typerend voor Chroestsjew was, dat hij er na een ontmoeting met president John F. Kennedy in We nen van overtuigd was. dat de Ver enigde Staten zouden terugschrik ken voor het gebruik van kernwa pens. Toen hij zich vergist bleek te hebben, kwam hij ook nog tot de ontdekking dat de Sowjet-Unie als landmogendheid de mogelijkheid miste om ver van huis kernwapens uit te spelen tegen een vastbeslo ten tegenstander. Chroestsjew was één van de eerste Sowjetleiders die openlijk te kennen had gegeven, dat een oorlog met kernwapens on denkbaar was vanwege zijn cata strofale uitwerking. Niettemin hechtte hij er groot belang aan als politiek wapen. Na het mislukte Cubaanse avon tuur heeft de Sowjet-Unie al onder Chroestsjew alles op alles gezet om in alle opzichten de achterstand op de Verenigde Staten in te halen, voornamelijk wat haar vloot en luchtmacht betrof. Volgens experts is er in de afgelopen Jaren een machtsevenwicht ontstaan, waarin de Verenigde Staten alleen nog maar een kwalitatief voordeel zou den hebben ten opzichte van de Sowjet-Unie. Het is echter de vraag, of dit laatste nog opgaat, omdat beide mogendheden telkens met nóg geraffineerder wapens voor de dag komen, die de andere partij dwingen hun verdedigings strategie te herzien. Verstoord? De bewapeningsexperts zijn het echter niet altijd eens met elkaar. Zo heeft nog maar kort geleden de Britse .luchtmachtexpert John Taylor de Verenigde 8taten ge waarschuwd, dat het evenwicht tussen de luchtstrijdkrachten van Oost en West dreigt te worden ver stoord. De Amerikaanse luchtmacht zou al zo ver zijn achter geraakt op die van de Sowjet-Unie, dat de Verenigde Staten in geval van een oorlog meteen naar haar kernwapens zouden moeten grij pen. Taylor zegt in de Jongste uit gave van ..Jane's all the World's Aircraft" (een jaarlijks verschij- i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 17