feer belangrijker dan cht iets ontdekken =lll±\ll fliBibslil Zoveelste conflict in de NVSH: bestuur afgetreden ihmAsllB s Kwasi-onthullingen over Adolf Eichmann jsprek met illustrator Kees de Kiefte Nieuwe boeken Alleen hulp aan mensen of maatschappij vernieuwen? Ook moeilijkheden over ontslagplan kantoorpersoneel lERDAG 23 DECEMBER 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET RH 11 tovt ug; bi igte r Henk van Halm regent pijpestelen, maar <je Nieuwkoopse wonifig illustrator Kees de Kiefte vergeet je dat, al had je 2oTi plan samen wat te gaan «O. rven door het naburige senlandschap en langs de htse Meije. Wie werk van zelf aan de wand ver- Goa&t, ziet er alleen een paar '^ftreffelijke naïve schilde- (Sal Meijer, Erfman en enkele minder bekende) anken vol oud speelgoed. liefte: „We blijven hier niet, nd jaar gaan we naar de Ach- «k. Kijk, hier zijn foto's van huis, een grote arbeiderswo- Er is een heel grote tuin, genoeg om lekker in rond te' en, ruimte plenty om te wer- ;n ook voor de jongens. om wil je hier weg? Je woont 'HUI (och best en dicht bij een gewel- atuurgebied. inibaal van al die opgeklopte toe- ieptjden, dat meehollen met elkaar, eens hoe dat huis in de Ach- r oek ligt: helemaal alleen aan zandpad, grenzend aan een Ideeënreservaatje. Emmy en ik en uit de Achterhoek. Daar we ons thuis en economisch >n hoeven we hier niet te blij- 0 nee, ik stap niet uit, zoals zo uwe beweerd wordt. Ik leef hier al ;n d so als ik daar ga doen. it zil mi m kan ik er meer mijn gang Het is een kwestie van jn uiterst functionele studio, hij bezig is met het ontwerpen een omslag voor een natuur- ligt een zojuist bij Putman in York verschenen boek over Goodall, de gedraagsonder- sters die misschien het meest alle biologen heeft bijgedragen je kennis van de leefwijze van ipansees. „Drawings by Kees pefte" lees ik op het omslag, kop drie levensechte chimpan- jinet elkaar spelen en Jane, uilan ook niemand anders, toe- ïÖok de vele fijne potloodil- Ities in het boek ademen die van levensechtheid bij zowel als dier. iefte: Ik werk wel meer voor ikaanse uitgevers, voorname- roor kinderboeken. lustreerde ook pas de voor kin- bestemde „Jeugdvogelgids" 'loegsma. Vijfenzestig vogels in (•wit en kleur, en dat zo dat ze aan ieder voor zich zoals ze zijn, voor moet je niet alleen goed oen tekenen, maar je hele leven Is kennen. fcurlijk is het waar dat ik al van Ijong af, nog voor ik me kan Ineren, om me heen gekeken ■buiten. Maar ik ben geen vo- pak. Ik ben nooit wat je noemt ogeltjes uit. Ik laat alles op me afkomen en op me inwerken. Ik vind het ontzettend boeiend de sfeer te pakken als ik iets teken. Sfeer is voor mij belangrijker dan echt iets ontdekken. Als ik ergens loop, doe ik geen stap opzij om een nest te vinden, bij voorbeeld, ook al weet ik dat het daar moet zitten. Dat kan ik niet. Bovendien is er nog wel wat meer te zien buiten dan alleen vogels. De natuur tekenen, daarmee houd je je toch wel het meest bezig? Ja, maar daarnaast maak ik ook il lustraties bij korte verhalen in tijd schriften. Mensen tekenen of de natuur, je doet er niet gewichtig over. Tekenen is een vak. Ik zou niets liever willen doen, maar het valt soms niet mee. Je hebt je zelf een kwaliteitsnorm gesteld en daar wil je niet onder. Maar je moet ook oppas sen dat een illustratie zijn doel niet voorbijschiet. Dat het werk met de maker op de loop gaat Ja, ik kende iemand die had als opdracht gekregen een huiszwaluw te tekenen. Hij tekende die zwaluw van boven, maar ook het dak waarb oven die vloog en de tuin, waarin de man zelf in een ligstoel naar die zwaluw keek. Dat is dus duidelijk zo'n geval, dat zie je nogal eens, die veelvormigheid in het beeld, waar door de aandacht van de essentie wordt afgeleid. In de meeste geval len zal een illustrator de tekst moe ten ondersteunen, in beeld vertellen wat je in de tekst niet zichtbaar kunt maken. Hoe werk jij als je een opdracht krijgt voor het illustreren van een verhaal of een boek? Dat zijn twee heel verschillende dingen. Bij een verhaal probeer ik in de eerste plaats door kleur, hou ding, gebaar het karakter van de hoofdpersoon en de sfeer in beeld te brengen. Ik heb er een hekel aan als een illustratie te anecdotisch wordt. Bij een boek is dat haast niet te verwezenlijken, zeker niet als het voor kinderen bestemd is. Dan moet je echt wel komen met essentiële gedeelten uit het verhaal en met actiemomenten. Hoe ga je te werk bij het tekenen van dieren? Hoe teleurstellend het misschien ook mag klinken, ik heb er een hekel aan om me nat te laten rege nen. Dus ik teken gewoon thuis. Dan moet je die dieren wel heel goed kennen. Ik schets wel eens wat om voor me zelf vast te houden, maar die schet sen bewaren doe ik nooit. Het is een soort geheugensteuntje, eventjes voor me zelf concretiseren. Meestal twee dagen duurt het en dan gooi ik het weg, omdat het verder geen waarde meer heeft Het moment zit dan voor altijd in mijn hoofd. Ik denk dat veel dierentekenaars zo werken. Ik heb dagen achtereen gezeten in de schuilhut bij het vo- gelbadje bij het Kröller- Müllermuseum. Hee, heb je daar ook gezeten? Ik heb daar foto's gemaakt. Ja. wat me opviel is dat van het zwartkopje alleen het wijfje kwam, het mannetje heb ik nooit gezien. Ik heb er drie dagen gezeten en nooit het mannetje gezien. Je hebt daar alleen zitten kijken? Ja, ik kan me nu eigenlijk nauwe lijks meer voorstellen dat ik dagen bij een vogelbadje heb zitten kijken. Maar je blijft toch wel kijken? Ja, ik kan niet anders. Ik heb eens een steenmarter erg dichtbij ge had. Ik zie nog dat vampierkopje,/ die bolle oogjes, die half doorschij nende oren. Een sterke indruk. Vo gels zijn soms ook sterke kleu rindrukken voor me. Als je ooit gezien hebt, hoe groen de poten van een roerdomp zijn, vergeet je dat nooit meer, als je er oog voor hebt, om maar een voorbeeld te noemen. Wat me opvalt in de „Jeugd vogelgids" is dat je erin slaagt met een paar simpele lijnen een vogel neer te zetten, die het helemaal is. Ja, dat is gedaan om het voor kin deren makkelijker aanspreekbaar te maken. Daarnaast wil ik ook wel kwijt dat ik er zelf weinig in zie al die veertjes natuurgetrouw weer te geven, als dat voor een rake type ring en een mooie tekening niet nodig is. Ik vind het leuk om alleen 'met lijnen een sfeer op te roepen. Reeën zie je vaak met insecten om de kop vliegend. Dat hoort bij de sfeer. Als iemand voor het eerst een ree ziet, die ziet die insecten niet. Je moet een goeie kenner zijn en vaak reeën gezien hebben om te weten dat er insecten omheen vliegen. Je moet in eerste instantie die reeën in tegenlicht gezien hebben. Ik ken het van edelherten, als die rustig in het veld liggen en je kunt ze op je gemak door de kijker bekijken, dan zie je dat, hele zwermen. Dat is heel ka rakteristiek. Ja, dat soort dingen gebruik ik. Je ziet het ook op de reeëntekening die zit in de natuurstrip „Wat van daag leeft", die ik samen met Jaap Loohuis in een aantal regionale bladen heb. Hoe het resultaat op de beschouwer overkomt, moet je maar afwachten. Kenners herken nen het Het hoort bij de ree zijn omgeving. Ik vind het een mooi voorbeeld van de manier waarop je werkt De manier waarop je werkt, ja Blake/Joan Fisher: MAAK Het grote Cantecleer iboek. (Oorspr. titel: The Comple- ook of Handicrafts.) Uitg. Cante- De Bilt. 304 blz.; prijs 29,50 (na art '77 42,50.) Nel Cantecleer in twee achter volgende jaren al een uitgebreid Iwerkboek uitbracht (eind '74: I over Handwerken; eind 75: dwerkboek) nu toch weer een t en meer uitgebreid werkboek, n worden maar liefst 21 werk- en handenarbeidtechnie- behandeld. Eh wel een 10-tal nde handwerkmogelijkheden )n, breien, borduren, naaien, terwijl het overige deel van het handelt over o.m. werken met er, met leer, manden vlechten, iet maken van speelbeesten, Ipoppen, lampekappen en hoe- Een rijke inhoud van oude en Ne technieken, hier in duidelijke n gebracht. Min of meer een oek dus. Zowel de beginner als tl een en ander in de handvaar- eid gepresteerd heeft kan hier- [eschikte leerstof en/of ideeën en. Ook aan het werken door (of kinderen is in enkele hoofd en gedacht. s een aantrekkelijk (ook wat de betreft) en leuk verzorgd boek- geworden met beste werkteke- )n en patronen (goede kleuren- i) van niet al te ingewikkelde leelden. Het zal zijn praktisch n het Nederlandse gezin onge- wel bewijzen. Arthur Lehning. Amsterdam 8 janua ri 1976. Athenaeum Polak Van Gennep, Amsterdam, 1976. 90 blz. 17,50. Op 8 Januari 1976 werd door de Universiteit van Amsterdam het eredoctoraat in de sociale we tenschappen verleend aan Arthur Lehning. Alle documenten die met deze plechtigheid verband houden (de 'rede van erepromotor prof. dr Fr. de Jong Edz., de bul, de overwegin gen der faculteit, en Lehnings dankrede) zijn in dit boekje verza meld. De mate waarin Lehning zich zowel politiek als wetenschappelijk met de geschiedenis van deze eeuw heeft ingelaten zowel actief als reflectief dus is indrukwekkend. Daarvan getuigt allereerst de uit voerige, erg overzichtelijke biblio grafie. door Maria Hunink samenge steld van zijn publikaties: 514 num mers in totaal (tijdschriftartikelen en herdrukken meegerekend). In 1919 startte Lehing een publicitair uiterst vruchtbaar leven, waarin aan veelsoortige onderwerpen aandacht werd besteed, maar tenslotte toch vooral aan de anarchistische bewe ging en dan speciaal Bakoenin. Leh ning wordt beschouwd als 's werelds grootste autoriteit op het gebied van de pre-marxistische en niet- marxistische internationale socia listische bewegingen. In zijn dankrede spreekt hij uitvoe rig over de rol van de utopie in zijn leven: „Zij is ,das Prinzip Hoffnung' van Ernst Blochs filosofie; geen fata morgana, maar veeleer een vaste ster aan het firmament, die de men- seheid op haar toch begeleidt. Zij is geen wensdroom of droombeeld, waarin de werkelijke eenheid van theorie en praxis. Wat onbewust en als droom in de mensheid leeft, wordt door het utopicum bewust gemaakt, niet als een eschatolo gische heilsverwachting, maar als een cultuurscheppende kracht, een proces dat inspireert tot handelen. De utopie is in laatste instantie dat wat aan de geschiedenis haar zin geeft". T.v.D. Toen Israëlische commando's op 11 mei 1960 Adolf Eichmann in Buenos Aires kidnapten, had Eichmann een groot deel van zijn „memoires" voltooid. Met behulp van zijn vriend, de Neder landse ex-SS-er Willem Sassen, had Eichmann vanaf 1957 weke lijkse gesprekken gehad, die alle op de band werden opgenomen. Verreweg het grootste deel van die gesproken „memoires" zijn nooit in de openbaarheid gekomen. Kees de Kiefte sfeer in beeld brengen" De Belg Stan Lauryssens heeft een speurtocht aan deze affaire besteed en over zijn bevindingen een boek geschreven. Hij wist Willem Sassen te vinden en hem over zijn gesprek ken met Eichmann aan de praat te krijgen. Lauryssen heeft de geschiedenis Eichmann-Sassen vanaf 1944 pogen te reconstrueren. Hij beschrijft hoe oud-SS-ers met behulp van Neder landse katholieken een vluchtroute naar Zuid-Amerika konden organi seren. Ook Sassen heeft daar een dankbaar gebruik van gemaakt. In de loop van de jaren vijftig ontmoet Sassen Eichmann in Buenos Aires. Daar komt het tot de gesprekken, die sedertdien om niet geheel duide lijke redenen ongepubliceerd bleven. De oorspronkelijke banden bevin den zich in een Zwitserse bankkluis. Ze zijn overigens allemaal destijds al door Sassen uitgetypt en vaak door Eichmann zelf nog voorzien van uitbreidingen en nadere commenta ren. Zo ontstond een manuscript van 850 getypte pagina's. Het Rijksinstituut voor oorlogsdocu mentatie in Amsterdam heeft vol gens Lauryssens 510 van die 850 pa gina's in fotokopie in haar bezit. Lauryssens zou een aardig werk heb ben verricht als hij strikt documen tair zijn bevindingen te boek had gesteld. Hij heeft echter een „boek" willen schrijven waar de spetters vanaf vlogen en hij is daarbij gestrui keld. Dat komt ten eerste doordat hij te weinig te onthullen had (het werk bevat weinig of geen nieuws), en ten tweede doordat hij niet over de stilistische mogelijkheden tot dramatiseren beschikt. Over Eichmann zelf komen we geen dingen aan de weet die al niet in hoogten en diepten bekend waren. Daarom is het boek de 25 gulden niet waard. Stan Lauryssens: „De Eichmann- erfenis". Uitgave Mantrau. Brussel - Den Haag. Omvang 233 pag. Prijs ƒ25.-. C.G.v.Z. door Cisca Dresselhuys M. B. Engström: VLUG GEBREID MET RECHTE STEKEN. Oorspr. ti tel: „Sticka lat pa nytt satt." Vert. Eva Behrens. Uitg. Cantecleer bv. de Bilt Serie Werken en Spelen. 79 blz.; prijs 9,90. Mary Dawson: HAAKPATRONEN. Oorspr. titel: ,,A complete guide to Crochet Stitches". Vert. A. van Dael- Schouten. Uitg. Kosmos bv., Amster dam. 128 blz.; prijs 11,90. In het breiboekje speelt de Zweedse Maj Engström met haar vlugge brei- sels de modeme Hollandse breister zeker in de kaart. Eenvoudige brei- modellen (kledingstukken zowel voor kinderen als voor volwassenen) vliegen rechttoe-rechtaan, gebreid met alleen rechte steken, van de pennen. Bij ieder model een werkte kening; ook enkele foto's. Als sluitstuk een handige maat-tabel voor iedere leeftijd. Bij Mary Dawson kunt U terecht voor eenvoudig haakwerk. Zij be perkt zich tot steken, patroontjes, motiefjes en randjes met als extra de Tunesische haaksteek, waarvan een 6-tal variaties. Via het opzetten worden lossen, vasten en stokjes be sproken, waarna naast duidelijke afbeeldingen een 100-tal steken en patroontjes volgt. Een duidelijk gidsje voor de haakster, die geen behoefte heeft al te diep op de haak-techniek in te gaan. „Democratisering-gedachten en erva ringen. Publicatie van het Interuni versitair Instituut normen en waar den. Uitg. Het Wereldvenster te Baarn. 191 blz. Prijs 18.50. Een bundel opstellen met als centraal thema de democratisering. Democratisering kan volgens de au teurs niet beperkt blijven tot politie ke democratie, zij strekt zich uit tot democratie in bedrijfsleven, onder wijs, wetenschappen tot alle plaat sen waar mensen wonen en werken. Behalve een theoretisch gedeelte bevat het boek ook praktische erva ringen. Besproken wordt bij voor beeld de Rotterdamse havenstaking van 1970. DEN HAAG De NVSH (de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming) zit weer middenin een conflict. Was het twee jaar geleden nog zo, dat er opeens twee hoofdbesturen wa ren, die voor de rechter moes ten uitvechten, wie nu het ech te hoofdbestuur was, nu zit de vereniging helemaal zonder be stuur. Onlangs trad het be stuur, dat door vorige scher mutselingen, al gehalveerd was, onder leiding van vooraitter Wim van der Geer in zijn ge heel af, nadat er in de vereni gingsraad een motie was aan genomen, die door het bestuur als een motie van wantrouwen werd beschouwd. Hiermee zat de NVSH voor de zoveelste keer in haar dertigjarig be staan weer eens in de puree. Sinds de NVSH in 1946 als een direc te voortzetting van de Neo- Malthusiaanse bond haar bestaan begon, wordt haar geschiedenis na melijk gekenmerkt door een flink aantal conflicten, met name tijdens de laatste tien jaar: problemen, die leidden tot de afsplitsing van de Dr Rutgersstichting, nog later tot de afscheiding van enkele artsen, die zich verenigden in de Amsterdamse instelling MR'70, moeilijkheden ron dom de Stichting Directe Hulpverle ning, waarin de abortusklinieken van de NVSH zijn ondergebracht en regelmatig tot bestuursconflicten. Soms hadden de moeilijkheden een zakelijke of organisatorische ach tergrond, maar vaker waren princi piële zaken, zoals verschil van me ning over het doel en de werkwijze van de NVSH, reden tot een conflict. Zo is het ook deze keer. De tegenstel ling die aanleiding is geworden tot het huidige conflict, is overigens geen nieuwe: zij bestaat al Jarenlang, maar werd de laatste tijd een beetje overspoeld door zakelijke en organi satorische moeilijkheden. Nu die een beetje aan de kant geruimd zijn door de vorig jaar nieuw gekozen voorzit ter Wim van der Geer, een betrekke lijke buitenstaander tot die tijd, steekt de oude controverse de kop weer op. Stromingen Eenvoudig gezegd komt het erop neer dat er binnen het NVSH-kader (hoe de afzonderlijke leden over deze zaak denken is eigenlijk niet of nau welijks bekend) twee stromingen be staan, die beide ongeveer evenveel aanhang hebben. De ene stroming, waartoe Wim van der Geer cn de rest van het bestuur behoren, vindt dat de NVSH zich vooral moet bezighou den met de hulp-hier-en-nu aan indi viduele mensen. Pas daama moet bekeken worden in hoeverre het no dig is de maatschappij aan te pak ken, omdat deze verantwoordelijk zou zijn voor het ontstaan van be paalde problemen. De andere stroming, die nogal wat aanhangers heeft op het NVSH- verenigingskantoor in Den Haag, be staat uit „maatschappijvemieu- wers": mensen die vinden dat Je moet beginnen met de maatschappij te veranderen, omdat deze ver antwoordelijk is voor alle ellende. Doe Je dat niet, dan kun je, volgens deze stroming, wel aan het hulpver lenen blijven. Je sleutelt dan wat aah de symptomen, zonder ooit de werkelijke oorzaak te behandelen. Dat vindt men volstrekt niet zinvol. Dit conflict zou alleen maar uit de weg geruimd kunnen worden of wan neer er binnen de NVSH een duidelij ke keuze komt voor een van de twee Ideeën (wat niet te verwachten valt. Tijdens een van de vorige conflicten van de NVSH, werd het verenigingskantoor in Den Haag bezet door verontruste werknemers. omdat er geen duidelijke meerder heid voor een van beide stromingen bestaat) óf wanneer beide partijen met elkaar leren samenwerken (wat volgens voorzitter Wim van der Geer ook niet direct in het verschiet ligt, omdat de „maatschappijvernieu wers" niet tot samenwerking te krij gen zijn, daar ze zich voortdurend afzetten tegen de andersdenkenden). Ontslagen? Een andere kant van het huidige conflict is het plan van Wim van der Oeer neergelegd in een begroting dat er om financiële reden tien personeelsleden van het verenigings kantoor moeten worden ontslagen. Volgens hem is dit nodig, om de NVSH met de huidige financiële mo gelijkheden nog zo'n vier jaar le venskansen te geven. (De NVSH krijgt tot nu toe geen vaste subsi dies, maar moet vrijwel volledig be staan van de leden-contributie). Wanneer deze ontslagen niet door gaan. houdt de NVSH het geen twee jaar meer uit, volgens Van der Geer. Dit plan is een groot aantal mensen in het verkeerde keelgat geschoten. Vandaar dat er op de laatste vereni gingsraad een motie werd aangeno men, waarin onder meer gesteld werd. dat eerst nog maar eens goed onderzocht moest worden of derge lijke „overijlde besluien" wel echt nodig waren (sedert twee jaar gele den is het personeelsbestand onge veer gehalveerd). Als gevolg van deze motie is verder een commissie van zeven personen ingesteld, die het be stuur zou moeten bijstaan. Aangezien het bestuur dit als een motie van wantrouwen opvatte, trad het af, waardoor de commissie nu alleen over is. Het is de bedoeling, dat deze commissie begin maart met een aantal definitieve voorstellen komt over de oplossing van de ver schillende problemen binnen de NVSH. Tot dan toe blijft het dreigen de ontslag boven de hoofden van de tien NVSH-medewerkers hangen. Het afgetreden bestuur fungeert op het ogenblik alleen nog maar als zaakwaarnemer, waardoor wat lo pende zaken afgehandeld kunnen worden. Wil bestuur weg? Henk de Haan, lid van de stuurgroep, die de leiding heeft op het verenigingskantoor: „Het is niet erg duidelijk hoe het nu precies zit met het bestuur. Echte bestuursver- kiezingen worden pas op 5 maart gehouden. Maar we hebben niet de indruk dat de afgetreden be stuursleden inderdaad weg willen. Ze werken, volgens mij, aan een terugkomst op hun condities. De „bestuurloosheld" heeft wel een paar nadelen, bijvoorbeeld het feit, dat die ontslagdreiging nu zo'n drie maanden blijft hangen. Verder kun nen we als vereniging nu niet slag vaardig reageren als er van ons een commentaar verwacht wordt op een bepaalde zaak. Persoonlijk vind ik Van der Geer eigenlijk geen goede voorzitter voor de NVSH. Hij kan echt niet beschouwd worden als een voorloper van de seksuele hervor ming. Hij doet zelden een uitspraak op dit gebied. Hij is een diplomatie ke man, wel deskundig op zakelijk gebied, maar als de zakelijke proble men zijn opgelost valt er een soort vacuum om hem heen. Hij zou een veel meer geprononceerde figuur moeten zijn. Hij is in zijn beleid ook veel te voorzichtig uit angst om be paalde subsidies niet te krijgen." Wim van der Geer over deze verwij ten: „Ik stel me op het standpunt dat de NVSH een gedemocratiseer de vereniging is, waar de gewone leden het voor het zeggen hebben. Als voorzitter moet Je dan niet aller lei persoonlijke meningen rondtoe- teren, dan handel Je in strijd met de principes van de NVSH. Je hoort de ideeën van Je leden te laten horen, niet die van jezelf. Andere structuur Ik kan niet meer zo functioneren als Mary Zeldenrust, die in haar tijd, regelmatig verklaringen uitgaf en voor radio en televisie optrad. Sindsdien is de structuur van de NVSH helemaal verandered. Ik heb de afgelopen twee Jaar bewust de publiciteit gemeden. Wat mijn te grote voorzichtigheid betreft: de mensen die daarover praten, zijn duidelijk nooit bij de subsidie- gesprekken aanwezig. Ze kunnen mij maar makkelijk een etiket van te grote voorzichtigheid opplakken, zij weten niet hoe moeilijk het is om met overheidsinstanties tot afspra ken te komen. Men zit daar heus niet te wachten op de NVSH, vooral de laatste tijd niet meer. Al die interne moeilijkheden bij ons heb ben heel wat instanties kopschuw voor ons gemaakt. Ze staan niet te dringen om aan zo'n instelling geld te geven." Wat die „maatschappijvernieuwers" binnen de NVSH willen.vind ik hele maal niet fout. maar ik vind dat ze dat moeten proberen te bereiken in de politiek. Wanneer je de maat- schappij wilt veranderen, moet je immers voor een politiek model kie zen: het marxistische model, het li berale model of zo iets. Wanneer dat gebeurt, zullen veel NVSH-leden af haken, omdat ze geen politieke kleur aan de NVSH willen. Persoonlijk vind ik ook, dat je er niet alleen bent met individuele hulpverlening. Wanneer je bij deze hulp het aanpakken van de maat schappelijke oorzaken nalaat, blijft het een bloedeloze zaak. Maar ik vind wel, dat je moet beginnen met die individuele hulp. Deze mensen kunnen niet wachten, tot de maat schappij hervormd is. Wat mijn voorzitterschap betreft: ik heb ge zegd: Jullie moeten bij de NVSH eens ophouden met mensen te kie zen. Je moet voor een beleid kiezen en daar dan de passende mensen bij zoeken. Ik wacht nu op een beleid en ik wil duidelijke tekenen vanuit de NVSH zien. die op stabiliteit wijzen, dan blijf ik. Wordt er voor de andere stroming gekozen, dan ga lk weg". Teruggang De NVSH, die in „de gouden dagen van Mary" ruim 200.000 leden had heeft er nu nog 65.000. Deze terug gang dateert van de Jaren zestig, toen de condoomverkoop vrij kwam, de pil bij elke huisarts te krijgen was en er in z'n totaliteit veel meer en gemakkelijker gepraat werd over zaken als geboorterege ling. Mensen die tot dan toe lid waren geweest vai» de NVSH. omdat ze daar condooms konden krijgen, zeiden hun lidmaatschap op. omdat ze ook zonder de NVSH wel aan deze middelen konden komen. Daardoor is de problematiek, waarmee de NVSH de laatste jaren vooral te maken krijgt, ook sterk verandered: er komen nu veel meer mensen met relatieproblemen in plaats van met puur seksuele problemen van vroeger.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 11