feer belangrijker dan
cht iets ontdekken
=lll±\ll
fliBibslil
Zoveelste conflict in de
NVSH: bestuur afgetreden
ihmAsllB
s
Kwasi-onthullingen
over Adolf Eichmann
jsprek met illustrator Kees de Kiefte
Nieuwe boeken
Alleen hulp aan mensen of maatschappij vernieuwen?
Ook moeilijkheden
over ontslagplan
kantoorpersoneel
lERDAG 23 DECEMBER 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET RH 11
tovt
ug;
bi
igte
r Henk van Halm
regent pijpestelen, maar
<je Nieuwkoopse wonifig
illustrator Kees de Kiefte
vergeet je dat, al had je
2oTi plan samen wat te gaan
«O. rven door het naburige
senlandschap en langs de
htse Meije. Wie werk van
zelf aan de wand ver-
Goa&t, ziet er alleen een paar
'^ftreffelijke naïve schilde-
(Sal Meijer, Erfman en
enkele minder bekende)
anken vol oud speelgoed.
liefte: „We blijven hier niet,
nd jaar gaan we naar de Ach-
«k. Kijk, hier zijn foto's van
huis, een grote arbeiderswo-
Er is een heel grote tuin,
genoeg om lekker in rond te'
en, ruimte plenty om te wer-
;n ook voor de jongens.
om wil je hier weg? Je woont
'HUI (och best en dicht bij een gewel-
atuurgebied.
inibaal van al die opgeklopte toe-
ieptjden, dat meehollen met elkaar,
eens hoe dat huis in de Ach-
r oek ligt: helemaal alleen aan
zandpad, grenzend aan een
Ideeënreservaatje. Emmy en ik
en uit de Achterhoek. Daar
we ons thuis en economisch
>n hoeven we hier niet te blij-
0 nee, ik stap niet uit, zoals zo
uwe beweerd wordt. Ik leef hier al
;n d so als ik daar ga doen.
it zil
mi
m kan ik er meer mijn gang
Het is een kwestie van
jn uiterst functionele studio,
hij bezig is met het ontwerpen
een omslag voor een natuur-
ligt een zojuist bij Putman in
York verschenen boek over
Goodall, de gedraagsonder-
sters die misschien het meest
alle biologen heeft bijgedragen
je kennis van de leefwijze van
ipansees. „Drawings by Kees
pefte" lees ik op het omslag,
kop drie levensechte chimpan-
jinet elkaar spelen en Jane,
uilan ook niemand anders, toe-
ïÖok de vele fijne potloodil-
Ities in het boek ademen die
van levensechtheid bij zowel
als dier.
iefte: Ik werk wel meer voor
ikaanse uitgevers, voorname-
roor kinderboeken.
lustreerde ook pas de voor kin-
bestemde „Jeugdvogelgids"
'loegsma. Vijfenzestig vogels in
(•wit en kleur, en dat zo dat ze
aan ieder voor zich zoals ze zijn,
voor moet je niet alleen goed
oen tekenen, maar je hele leven
Is kennen.
fcurlijk is het waar dat ik al van
Ijong af, nog voor ik me kan
Ineren, om me heen gekeken
■buiten. Maar ik ben geen vo-
pak. Ik ben nooit wat je noemt
ogeltjes uit. Ik laat alles op me
afkomen en op me inwerken. Ik
vind het ontzettend boeiend de
sfeer te pakken als ik iets teken.
Sfeer is voor mij belangrijker dan
echt iets ontdekken. Als ik ergens
loop, doe ik geen stap opzij om een
nest te vinden, bij voorbeeld, ook al
weet ik dat het daar moet zitten.
Dat kan ik niet. Bovendien is er
nog wel wat meer te zien buiten
dan alleen vogels.
De natuur tekenen, daarmee houd
je je toch wel het meest bezig?
Ja, maar daarnaast maak ik ook il
lustraties bij korte verhalen in tijd
schriften.
Mensen tekenen of de natuur, je
doet er niet gewichtig over.
Tekenen is een vak. Ik zou niets
liever willen doen, maar het valt
soms niet mee. Je hebt je zelf een
kwaliteitsnorm gesteld en daar wil je
niet onder. Maar je moet ook oppas
sen dat een illustratie zijn doel niet
voorbijschiet.
Dat het werk met de maker op de
loop gaat
Ja, ik kende iemand die had als
opdracht gekregen een huiszwaluw
te tekenen. Hij tekende die zwaluw
van boven, maar ook het dak waarb
oven die vloog en de tuin, waarin de
man zelf in een ligstoel naar die
zwaluw keek. Dat is dus duidelijk
zo'n geval, dat zie je nogal eens, die
veelvormigheid in het beeld, waar
door de aandacht van de essentie
wordt afgeleid. In de meeste geval
len zal een illustrator de tekst moe
ten ondersteunen, in beeld vertellen
wat je in de tekst niet zichtbaar kunt
maken.
Hoe werk jij als je een opdracht
krijgt voor het illustreren van een
verhaal of een boek?
Dat zijn twee heel verschillende
dingen. Bij een verhaal probeer ik
in de eerste plaats door kleur, hou
ding, gebaar het karakter van de
hoofdpersoon en de sfeer in beeld
te brengen. Ik heb er een hekel aan
als een illustratie te anecdotisch
wordt. Bij een boek is dat haast
niet te verwezenlijken, zeker niet
als het voor kinderen bestemd is.
Dan moet je echt wel komen met
essentiële gedeelten uit het verhaal
en met actiemomenten.
Hoe ga je te werk bij het tekenen
van dieren?
Hoe teleurstellend het misschien
ook mag klinken, ik heb er een
hekel aan om me nat te laten rege
nen. Dus ik teken gewoon thuis.
Dan moet je die dieren wel heel goed
kennen.
Ik schets wel eens wat om voor me
zelf vast te houden, maar die schet
sen bewaren doe ik nooit. Het is een
soort geheugensteuntje, eventjes
voor me zelf concretiseren. Meestal
twee dagen duurt het en dan gooi
ik het weg, omdat het verder geen
waarde meer heeft Het moment zit
dan voor altijd in mijn hoofd. Ik
denk dat veel dierentekenaars zo
werken. Ik heb dagen achtereen
gezeten in de schuilhut bij het vo-
gelbadje bij het Kröller-
Müllermuseum.
Hee, heb je daar ook gezeten? Ik heb
daar foto's gemaakt.
Ja. wat me opviel is dat van het
zwartkopje alleen het wijfje kwam,
het mannetje heb ik nooit gezien.
Ik heb er drie dagen gezeten en
nooit het mannetje gezien.
Je hebt daar alleen zitten kijken?
Ja, ik kan me nu eigenlijk nauwe
lijks meer voorstellen dat ik dagen
bij een vogelbadje heb zitten
kijken.
Maar je blijft toch wel kijken?
Ja, ik kan niet anders. Ik heb eens
een steenmarter erg dichtbij ge
had. Ik zie nog dat vampierkopje,/
die bolle oogjes, die half doorschij
nende oren. Een sterke indruk. Vo
gels zijn soms ook sterke kleu
rindrukken voor me. Als je ooit
gezien hebt, hoe groen de poten
van een roerdomp zijn, vergeet je
dat nooit meer, als je er oog voor
hebt, om maar een voorbeeld te
noemen.
Wat me opvalt in de „Jeugd
vogelgids" is dat je erin slaagt met
een paar simpele lijnen een vogel
neer te zetten, die het helemaal is.
Ja, dat is gedaan om het voor kin
deren makkelijker aanspreekbaar
te maken. Daarnaast wil ik ook wel
kwijt dat ik er zelf weinig in zie al
die veertjes natuurgetrouw weer te
geven, als dat voor een rake type
ring en een mooie tekening niet
nodig is. Ik vind het leuk om alleen
'met lijnen een sfeer op te roepen.
Reeën zie je vaak met insecten om
de kop vliegend. Dat hoort bij de
sfeer.
Als iemand voor het eerst een ree
ziet, die ziet die insecten niet. Je
moet een goeie kenner zijn en vaak
reeën gezien hebben om te weten
dat er insecten omheen vliegen. Je
moet in eerste instantie die reeën in
tegenlicht gezien hebben. Ik ken het
van edelherten, als die rustig in het
veld liggen en je kunt ze op je gemak
door de kijker bekijken, dan zie je
dat, hele zwermen. Dat is heel ka
rakteristiek.
Ja, dat soort dingen gebruik ik. Je
ziet het ook op de reeëntekening
die zit in de natuurstrip „Wat van
daag leeft", die ik samen met Jaap
Loohuis in een aantal regionale
bladen heb. Hoe het resultaat op de
beschouwer overkomt, moet je
maar afwachten. Kenners herken
nen het
Het hoort bij de ree zijn omgeving.
Ik vind het een mooi voorbeeld van
de manier waarop je werkt
De manier waarop je werkt, ja
Blake/Joan Fisher: MAAK
Het grote Cantecleer
iboek. (Oorspr. titel: The Comple-
ook of Handicrafts.) Uitg. Cante-
De Bilt. 304 blz.; prijs 29,50 (na
art '77 42,50.)
Nel Cantecleer in twee achter
volgende jaren al een uitgebreid
Iwerkboek uitbracht (eind '74:
I over Handwerken; eind 75:
dwerkboek) nu toch weer een
t en meer uitgebreid werkboek,
n worden maar liefst 21
werk- en handenarbeidtechnie-
behandeld. Eh wel een 10-tal
nde handwerkmogelijkheden
)n, breien, borduren, naaien,
terwijl het overige deel van het
handelt over o.m. werken met
er, met leer, manden vlechten,
iet maken van speelbeesten,
Ipoppen, lampekappen en hoe-
Een rijke inhoud van oude en
Ne technieken, hier in duidelijke
n gebracht. Min of meer een
oek dus. Zowel de beginner als
tl een en ander in de handvaar-
eid gepresteerd heeft kan hier-
[eschikte leerstof en/of ideeën
en. Ook aan het werken door (of
kinderen is in enkele hoofd
en gedacht.
s een aantrekkelijk (ook wat de
betreft) en leuk verzorgd boek-
geworden met beste werkteke-
)n en patronen (goede kleuren-
i) van niet al te ingewikkelde
leelden. Het zal zijn praktisch
n het Nederlandse gezin onge-
wel bewijzen.
Arthur Lehning. Amsterdam 8 janua
ri 1976. Athenaeum Polak Van
Gennep, Amsterdam, 1976. 90 blz.
17,50.
Op 8 Januari 1976 werd door de
Universiteit van Amsterdam het
eredoctoraat in de sociale we
tenschappen verleend aan Arthur
Lehning. Alle documenten die met
deze plechtigheid verband houden
(de 'rede van erepromotor prof. dr Fr.
de Jong Edz., de bul, de overwegin
gen der faculteit, en Lehnings
dankrede) zijn in dit boekje verza
meld. De mate waarin Lehning zich
zowel politiek als wetenschappelijk
met de geschiedenis van deze eeuw
heeft ingelaten zowel actief als
reflectief dus is indrukwekkend.
Daarvan getuigt allereerst de uit
voerige, erg overzichtelijke biblio
grafie. door Maria Hunink samenge
steld van zijn publikaties: 514 num
mers in totaal (tijdschriftartikelen
en herdrukken meegerekend). In
1919 startte Lehing een publicitair
uiterst vruchtbaar leven, waarin aan
veelsoortige onderwerpen aandacht
werd besteed, maar tenslotte toch
vooral aan de anarchistische bewe
ging en dan speciaal Bakoenin. Leh
ning wordt beschouwd als 's werelds
grootste autoriteit op het gebied
van de pre-marxistische en niet-
marxistische internationale socia
listische bewegingen.
In zijn dankrede spreekt hij uitvoe
rig over de rol van de utopie in zijn
leven: „Zij is ,das Prinzip Hoffnung'
van Ernst Blochs filosofie; geen fata
morgana, maar veeleer een vaste
ster aan het firmament, die de men-
seheid op haar toch begeleidt. Zij is
geen wensdroom of droombeeld,
waarin de werkelijke eenheid van
theorie en praxis. Wat onbewust en
als droom in de mensheid leeft,
wordt door het utopicum bewust
gemaakt, niet als een eschatolo
gische heilsverwachting, maar als
een cultuurscheppende kracht, een
proces dat inspireert tot handelen.
De utopie is in laatste instantie dat
wat aan de geschiedenis haar zin
geeft".
T.v.D.
Toen Israëlische commando's op 11 mei 1960 Adolf Eichmann in
Buenos Aires kidnapten, had Eichmann een groot deel van zijn
„memoires" voltooid. Met behulp van zijn vriend, de Neder
landse ex-SS-er Willem Sassen, had Eichmann vanaf 1957 weke
lijkse gesprekken gehad, die alle op de band werden opgenomen.
Verreweg het grootste deel van die gesproken „memoires" zijn
nooit in de openbaarheid gekomen.
Kees de Kiefte sfeer in beeld brengen"
De Belg Stan Lauryssens heeft een
speurtocht aan deze affaire besteed
en over zijn bevindingen een boek
geschreven. Hij wist Willem Sassen
te vinden en hem over zijn gesprek
ken met Eichmann aan de praat te
krijgen.
Lauryssen heeft de geschiedenis
Eichmann-Sassen vanaf 1944 pogen
te reconstrueren. Hij beschrijft hoe
oud-SS-ers met behulp van Neder
landse katholieken een vluchtroute
naar Zuid-Amerika konden organi
seren. Ook Sassen heeft daar een
dankbaar gebruik van gemaakt. In
de loop van de jaren vijftig ontmoet
Sassen Eichmann in Buenos Aires.
Daar komt het tot de gesprekken,
die sedertdien om niet geheel duide
lijke redenen ongepubliceerd bleven.
De oorspronkelijke banden bevin
den zich in een Zwitserse bankkluis.
Ze zijn overigens allemaal destijds al
door Sassen uitgetypt en vaak door
Eichmann zelf nog voorzien van
uitbreidingen en nadere commenta
ren. Zo ontstond een manuscript van
850 getypte pagina's.
Het Rijksinstituut voor oorlogsdocu
mentatie in Amsterdam heeft vol
gens Lauryssens 510 van die 850 pa
gina's in fotokopie in haar bezit.
Lauryssens zou een aardig werk heb
ben verricht als hij strikt documen
tair zijn bevindingen te boek had
gesteld. Hij heeft echter een „boek"
willen schrijven waar de spetters
vanaf vlogen en hij is daarbij gestrui
keld. Dat komt ten eerste doordat
hij te weinig te onthullen had (het
werk bevat weinig of geen nieuws),
en ten tweede doordat hij niet over
de stilistische mogelijkheden tot
dramatiseren beschikt.
Over Eichmann zelf komen we geen
dingen aan de weet die al niet in
hoogten en diepten bekend waren.
Daarom is het boek de 25 gulden niet
waard.
Stan Lauryssens: „De Eichmann-
erfenis". Uitgave Mantrau. Brussel -
Den Haag. Omvang 233 pag. Prijs
ƒ25.-.
C.G.v.Z.
door Cisca Dresselhuys
M. B. Engström: VLUG GEBREID
MET RECHTE STEKEN. Oorspr. ti
tel: „Sticka lat pa nytt satt." Vert.
Eva Behrens. Uitg. Cantecleer bv. de
Bilt Serie Werken en Spelen. 79
blz.; prijs 9,90.
Mary Dawson: HAAKPATRONEN.
Oorspr. titel: ,,A complete guide to
Crochet Stitches". Vert. A. van Dael-
Schouten. Uitg. Kosmos bv., Amster
dam. 128 blz.; prijs 11,90.
In het breiboekje speelt de Zweedse
Maj Engström met haar vlugge brei-
sels de modeme Hollandse breister
zeker in de kaart. Eenvoudige brei-
modellen (kledingstukken zowel
voor kinderen als voor volwassenen)
vliegen rechttoe-rechtaan, gebreid
met alleen rechte steken, van de
pennen. Bij ieder model een werkte
kening; ook enkele foto's. Als
sluitstuk een handige maat-tabel
voor iedere leeftijd.
Bij Mary Dawson kunt U terecht
voor eenvoudig haakwerk. Zij be
perkt zich tot steken, patroontjes,
motiefjes en randjes met als extra
de Tunesische haaksteek, waarvan
een 6-tal variaties. Via het opzetten
worden lossen, vasten en stokjes be
sproken, waarna naast duidelijke
afbeeldingen een 100-tal steken
en patroontjes volgt.
Een duidelijk gidsje voor de
haakster, die geen behoefte heeft al
te diep op de haak-techniek in te
gaan.
„Democratisering-gedachten en erva
ringen. Publicatie van het Interuni
versitair Instituut normen en waar
den. Uitg. Het Wereldvenster te
Baarn. 191 blz. Prijs 18.50.
Een bundel opstellen met als
centraal thema de democratisering.
Democratisering kan volgens de au
teurs niet beperkt blijven tot politie
ke democratie, zij strekt zich uit tot
democratie in bedrijfsleven, onder
wijs, wetenschappen tot alle plaat
sen waar mensen wonen en werken.
Behalve een theoretisch gedeelte
bevat het boek ook praktische erva
ringen. Besproken wordt bij voor
beeld de Rotterdamse havenstaking
van 1970.
DEN HAAG De NVSH (de
Nederlandse Vereniging voor
Seksuele Hervorming) zit weer
middenin een conflict. Was het
twee jaar geleden nog zo, dat er
opeens twee hoofdbesturen wa
ren, die voor de rechter moes
ten uitvechten, wie nu het ech
te hoofdbestuur was, nu zit de
vereniging helemaal zonder be
stuur. Onlangs trad het be
stuur, dat door vorige scher
mutselingen, al gehalveerd was,
onder leiding van vooraitter
Wim van der Geer in zijn ge
heel af, nadat er in de vereni
gingsraad een motie was aan
genomen, die door het bestuur
als een motie van wantrouwen
werd beschouwd. Hiermee zat
de NVSH voor de zoveelste
keer in haar dertigjarig be
staan weer eens in de puree.
Sinds de NVSH in 1946 als een direc
te voortzetting van de Neo-
Malthusiaanse bond haar bestaan
begon, wordt haar geschiedenis na
melijk gekenmerkt door een flink
aantal conflicten, met name tijdens
de laatste tien jaar: problemen, die
leidden tot de afsplitsing van de Dr
Rutgersstichting, nog later tot de
afscheiding van enkele artsen, die
zich verenigden in de Amsterdamse
instelling MR'70, moeilijkheden ron
dom de Stichting Directe Hulpverle
ning, waarin de abortusklinieken
van de NVSH zijn ondergebracht en
regelmatig tot bestuursconflicten.
Soms hadden de moeilijkheden een
zakelijke of organisatorische ach
tergrond, maar vaker waren princi
piële zaken, zoals verschil van me
ning over het doel en de werkwijze
van de NVSH, reden tot een conflict.
Zo is het ook deze keer. De tegenstel
ling die aanleiding is geworden tot
het huidige conflict, is overigens
geen nieuwe: zij bestaat al Jarenlang,
maar werd de laatste tijd een beetje
overspoeld door zakelijke en organi
satorische moeilijkheden. Nu die een
beetje aan de kant geruimd zijn door
de vorig jaar nieuw gekozen voorzit
ter Wim van der Geer, een betrekke
lijke buitenstaander tot die tijd,
steekt de oude controverse de kop
weer op.
Stromingen
Eenvoudig gezegd komt het erop
neer dat er binnen het NVSH-kader
(hoe de afzonderlijke leden over deze
zaak denken is eigenlijk niet of nau
welijks bekend) twee stromingen be
staan, die beide ongeveer evenveel
aanhang hebben. De ene stroming,
waartoe Wim van der Geer cn de rest
van het bestuur behoren, vindt dat
de NVSH zich vooral moet bezighou
den met de hulp-hier-en-nu aan indi
viduele mensen. Pas daama moet
bekeken worden in hoeverre het no
dig is de maatschappij aan te pak
ken, omdat deze verantwoordelijk
zou zijn voor het ontstaan van be
paalde problemen.
De andere stroming, die nogal wat
aanhangers heeft op het NVSH-
verenigingskantoor in Den Haag, be
staat uit „maatschappijvemieu-
wers": mensen die vinden dat Je
moet beginnen met de maatschappij
te veranderen, omdat deze ver
antwoordelijk is voor alle ellende.
Doe Je dat niet, dan kun je, volgens
deze stroming, wel aan het hulpver
lenen blijven. Je sleutelt dan wat
aah de symptomen, zonder ooit de
werkelijke oorzaak te behandelen.
Dat vindt men volstrekt niet zinvol.
Dit conflict zou alleen maar uit de
weg geruimd kunnen worden of wan
neer er binnen de NVSH een duidelij
ke keuze komt voor een van de twee
Ideeën (wat niet te verwachten valt.
Tijdens een van de vorige conflicten van de NVSH, werd het verenigingskantoor in Den Haag bezet
door verontruste werknemers.
omdat er geen duidelijke meerder
heid voor een van beide stromingen
bestaat) óf wanneer beide partijen
met elkaar leren samenwerken (wat
volgens voorzitter Wim van der Geer
ook niet direct in het verschiet ligt,
omdat de „maatschappijvernieu
wers" niet tot samenwerking te krij
gen zijn, daar ze zich voortdurend
afzetten tegen de andersdenkenden).
Ontslagen?
Een andere kant van het huidige
conflict is het plan van Wim van der
Oeer neergelegd in een begroting
dat er om financiële reden tien
personeelsleden van het verenigings
kantoor moeten worden ontslagen.
Volgens hem is dit nodig, om de
NVSH met de huidige financiële mo
gelijkheden nog zo'n vier jaar le
venskansen te geven. (De NVSH
krijgt tot nu toe geen vaste subsi
dies, maar moet vrijwel volledig be
staan van de leden-contributie).
Wanneer deze ontslagen niet door
gaan. houdt de NVSH het geen twee
jaar meer uit, volgens Van der Geer.
Dit plan is een groot aantal mensen
in het verkeerde keelgat geschoten.
Vandaar dat er op de laatste vereni
gingsraad een motie werd aangeno
men, waarin onder meer gesteld
werd. dat eerst nog maar eens goed
onderzocht moest worden of derge
lijke „overijlde besluien" wel echt
nodig waren (sedert twee jaar gele
den is het personeelsbestand onge
veer gehalveerd). Als gevolg van deze
motie is verder een commissie van
zeven personen ingesteld, die het be
stuur zou moeten bijstaan.
Aangezien het bestuur dit als een
motie van wantrouwen opvatte, trad
het af, waardoor de commissie nu
alleen over is. Het is de bedoeling,
dat deze commissie begin maart met
een aantal definitieve voorstellen
komt over de oplossing van de ver
schillende problemen binnen de
NVSH. Tot dan toe blijft het dreigen
de ontslag boven de hoofden van de
tien NVSH-medewerkers hangen.
Het afgetreden bestuur fungeert op
het ogenblik alleen nog maar als
zaakwaarnemer, waardoor wat lo
pende zaken afgehandeld kunnen
worden.
Wil bestuur weg?
Henk de Haan, lid van de
stuurgroep, die de leiding heeft op
het verenigingskantoor: „Het is niet
erg duidelijk hoe het nu precies zit
met het bestuur. Echte bestuursver-
kiezingen worden pas op 5 maart
gehouden. Maar we hebben niet de
indruk dat de afgetreden be
stuursleden inderdaad weg willen.
Ze werken, volgens mij, aan een
terugkomst op hun condities. De
„bestuurloosheld" heeft wel een
paar nadelen, bijvoorbeeld het feit,
dat die ontslagdreiging nu zo'n drie
maanden blijft hangen. Verder kun
nen we als vereniging nu niet slag
vaardig reageren als er van ons een
commentaar verwacht wordt op een
bepaalde zaak. Persoonlijk vind ik
Van der Geer eigenlijk geen goede
voorzitter voor de NVSH. Hij kan
echt niet beschouwd worden als een
voorloper van de seksuele hervor
ming. Hij doet zelden een uitspraak
op dit gebied. Hij is een diplomatie
ke man, wel deskundig op zakelijk
gebied, maar als de zakelijke proble
men zijn opgelost valt er een soort
vacuum om hem heen. Hij zou een
veel meer geprononceerde figuur
moeten zijn. Hij is in zijn beleid ook
veel te voorzichtig uit angst om be
paalde subsidies niet te krijgen."
Wim van der Geer over deze verwij
ten: „Ik stel me op het standpunt
dat de NVSH een gedemocratiseer
de vereniging is, waar de gewone
leden het voor het zeggen hebben.
Als voorzitter moet Je dan niet aller
lei persoonlijke meningen rondtoe-
teren, dan handel Je in strijd met de
principes van de NVSH. Je hoort de
ideeën van Je leden te laten horen,
niet die van jezelf.
Andere structuur
Ik kan niet meer zo functioneren als
Mary Zeldenrust, die in haar tijd,
regelmatig verklaringen uitgaf en
voor radio en televisie optrad.
Sindsdien is de structuur van de
NVSH helemaal verandered. Ik heb
de afgelopen twee Jaar bewust de
publiciteit gemeden. Wat mijn te
grote voorzichtigheid betreft: de
mensen die daarover praten, zijn
duidelijk nooit bij de subsidie-
gesprekken aanwezig. Ze kunnen
mij maar makkelijk een etiket van
te grote voorzichtigheid opplakken,
zij weten niet hoe moeilijk het is om
met overheidsinstanties tot afspra
ken te komen. Men zit daar heus
niet te wachten op de NVSH, vooral
de laatste tijd niet meer. Al die
interne moeilijkheden bij ons heb
ben heel wat instanties kopschuw
voor ons gemaakt. Ze staan niet te
dringen om aan zo'n instelling geld
te geven."
Wat die „maatschappijvernieuwers"
binnen de NVSH willen.vind ik hele
maal niet fout. maar ik vind dat ze
dat moeten proberen te bereiken in
de politiek. Wanneer je de maat-
schappij wilt veranderen, moet je
immers voor een politiek model kie
zen: het marxistische model, het li
berale model of zo iets. Wanneer dat
gebeurt, zullen veel NVSH-leden af
haken, omdat ze geen politieke
kleur aan de NVSH willen.
Persoonlijk vind ik ook, dat je er
niet alleen bent met individuele
hulpverlening. Wanneer je bij deze
hulp het aanpakken van de maat
schappelijke oorzaken nalaat, blijft
het een bloedeloze zaak. Maar ik
vind wel, dat je moet beginnen met
die individuele hulp. Deze mensen
kunnen niet wachten, tot de maat
schappij hervormd is. Wat mijn
voorzitterschap betreft: ik heb ge
zegd: Jullie moeten bij de NVSH
eens ophouden met mensen te kie
zen. Je moet voor een beleid kiezen
en daar dan de passende mensen bij
zoeken. Ik wacht nu op een beleid en
ik wil duidelijke tekenen vanuit de
NVSH zien. die op stabiliteit wijzen,
dan blijf ik. Wordt er voor de andere
stroming gekozen, dan ga lk weg".
Teruggang
De NVSH, die in „de gouden dagen
van Mary" ruim 200.000 leden had
heeft er nu nog 65.000. Deze terug
gang dateert van de Jaren zestig,
toen de condoomverkoop vrij
kwam, de pil bij elke huisarts te
krijgen was en er in z'n totaliteit
veel meer en gemakkelijker gepraat
werd over zaken als geboorterege
ling. Mensen die tot dan toe lid
waren geweest vai» de NVSH. omdat
ze daar condooms konden krijgen,
zeiden hun lidmaatschap op. omdat
ze ook zonder de NVSH wel aan deze
middelen konden komen. Daardoor
is de problematiek, waarmee de
NVSH de laatste jaren vooral te
maken krijgt, ook sterk verandered:
er komen nu veel meer mensen met
relatieproblemen in plaats van met
puur seksuele problemen van
vroeger.