Willem Lodeizen laat Puttense
weduwen niet in de steek
a
Een feestelijk huis
Uw probleem ook
Over sterren en
gewone mensen
„Niemand hoeft me dankbaar te zijn"
ek
MAANDAG 20 DECEMBER 1976
TROUW/KWAR-rt
door Fred Lammere
PUTTEN Eigenlijk hal WU-
lem Johannes Lodeizen* twee
jaar geleden al met peiasioen
moeten gaan, maar toetn het
bestuur van de Stichting: 1940-
1945 hem vroeg aan te bdijven
had hij daar niet het noinste
bezwaar tegen. Willem JLodei-
zen was zells blij nog even door
te kunnen gaan met het werk
dat hij als een ereplicht ziet.
Maar op 31 december bleekt
het moment van afscheid ne
men dan toch aan. al wee t Wil
lem Lodeizen dat het slechts
een afscheid op papier zal zijn.
..Mijn taak gaat door tot aan| mijn
laatste snik. Dat heb ik de 1 tatste
Jaren steeds duidelijker begnepen,"
zegt Willem Lodeizen als we zitbten te
praten in zijn huis aan de Hardlerwij-
kerstraat in Putten. Officieel staat
die taak nu nog omschreven als
employé van de Stichting. Het werk
dat Willem Lodeizen zeventien Jaar
geleden op zijn schouders nam. ver
schilt echter in tal van opzichten van
dat van zijn collega's die zich even
eens nog dagelijks bezighouden met
de nasleep van de Tweede Wereld
oorlog.
Na veertien Jaar op het landelijk
bureau van de Stichting in
Amsterdam financiële kwestiei* van
nabestaanden van verzetsstrijders te
hebben afgewikkeld, werd Wülem
Lodeizen in 1959 vrijgemaakt voor
een nieuwe opdracht: het behaï tigen
van de belangen van represldlles-
lachtoffers en speciaal van de ««du
wen en overlevenden van een v*in de
grootste tragedies uit de laatst*' oor
log. het drama van Putten.
Dit Veluwse dorp kreeg lancftf-Ujke
bekendheid door het gebeur an op
oktober 1944, toen de Duitsms na
een overval op een Duitse auto Put
ten In brand staken en de mannelij
ke bevolking wegvoerde naar Duits
land. Ruim 600 mannen werde n op
transport gesteld, slechts 44 kwa
men terug, zodat Putten In 194» het
dorp van de weduwen werd.
Bij het verdriet over degenen die
niet terugkeerden kwamen mg de
financiële zorgen. Wülem Lodeizen
kreeg opdracht met de inmiddels
aangenomen wet op de bijzondere
pensioenen in de hand. daarin veran
dering te brengen. Dat heeft hd J ge
daan en hoe!
In Putten kan men daar een lx >ekje
over opendoen. „De mensen z« iden
wel eens tegen me dat ze van dï hel
in de hemel terecht waren gekomen.
Niemand hoeft me dankbaar te zijn,
al is het natuurlijk fijn te merkrtn dat
je velen uit de problemen hebt kun
nen halen." zegt Wülem Lodeü en.
Dikke dossiers
Een van de eerste zaken die hij in
1959 ter hand nam was uit te .toeken
wie er precies voor een «over-
heidspensioen in aanmerking ,kwa-
men. Met de jaren zijn de dossiers
steeds dikker geworden, zowel van
de Puttense gevallen ais van di* an
deren die het slachtoffer van cH- ok-
tober-razzia werden, met name ook
een stuk of 25 inwoners uit een bui
tenwijk van Nijkerk, enige Amliem-
mers. die naar Putten waren geëva
cueerd en zelfs mannen die op de dag
van het drama Juist op doorr eis ln
Putten verblijf hielden.
„Toen de financiële kant was yrere-
geld en de betrokkenen allen »*a de
Stichting een rijkspensioen haéiden
WILLEM LODEIZEN
mijn deur blijft openstaan
gekregen waren er nog zoveel andere
zaken die de aandacht vroegen. De
mensen in Putten gingen mij steeds
meer als een vraagbaak zien. Met
van alles en nog wat kwamen ze naar
me toe. niet alleen op mijn wekelijk
se spreekuur, maar ook op andere
dagen. Hun mannen waren er niet
meer en omdat ik hun vertrouwen
had gewonnen, gingen ze mij als hun
raadsman beschouwen. Hoewel het
aantal weduwen is verminderd
sommigen zijn hertrouwd en velen
zijn overleden heb lk op dit
ogenblik toch nog bemoeienis met
200 gezinnen, waarvan 130 in Putten.
„De meeste weduwen hebben nu de
AOW-leeftiJd bereikt. Er zijn er ook
bij van tegen de negentig. Ik ken hun
huiselijke omstandigheden. Ze ko
men bij me als ze vragen hebben
over belastingzaken, erfeniskwesties
en ook met problemen van hun kin
deren. hoewel wat dit laatste betreft
de zaken de laatste Jaren aan het
veranderen zijn. Tegenwoordig ko
men de inmiddels volwassen gewor
den kinderen praten over hun moe
ders."
Zieke weduwen krijgen altijd een
bezoekje van de heer Lodeizen. Ook
als ze in een ziekenhuis, waar dan
ook. worden verpleegd komt hij met
een bloemetje aanzetten. BIJ hoogtij
dagen in de gezinnen die tot zijn
cliënten behoren, is hij eveneens
present.
„Het is vaak gebeurd dat ik tijdens
verlovings- en huwelijksrecepties op
verzoek van de familie de vaderrol
heb vervuld, omdat die Puttense
moeders daar zo eenzaam stonden."
vertelt Wülem Lodeizen in dit
verband.
(foto Jaap Herschel)
Uitstapjes
Hij deed dat met plezier, evenals het
organiseren van de jaarlijkse
uitstapjes. „Dit jaar zijn we naar
Zeeland geweest. Die reisjes zijn al
tijd een succes en belangrijk omdat
de mensen die meegaan allen in
ongeveer dezelfde omstandigheden
verkeren. Ze leren elkaar op die ma
nier goed kennen en dat heeft weer
tot gevolg dat ze naderhand nog
eens over en weer op de koffie gaan
om te praten. Ik geloof wel dat de
saamhorigheid in Putten door het
gebeuren van oktober 1944 is ver
sterkt. Het klinkt een beetje hard
maar het is toch zo dat de oorlog
voor Putten pas op de eerste okto
ber 1944 is begonnen. Voordien was
het leven er rustig verder gekabbeld.
Het oorlogsgeweld was ver naast de
deur."
Voor Wülem Lodeizen begon de oor
log eigenlijk al in 1933. toen Hitler in
Duitsland aan de macht kwam. „Ik
voelde dat het misging. Dat idee
leefde algemeen ln de SDAP-
kringen waaruit ik ben voortgeko
men. Toen het op 10 mei 1940 zover
was, wisten we wat ons te wachten
stond. In een opwelling heb ik die
dagen met een paar collega's het
kaartsysteem met alle bijzonderhe
den over de 3400 leden van de
Centrale Nederlandse Ambtenaren
bond in Amsterdam, waar ik
werkzaam was. vernietigd. We heb
ben de cartotheek op een handkar
geladen en die naar de gemeentelij
ke vuilverbranding aan de overkant
van het IJ gebracht Spoedig
merkten we hoe nuttig die maatre
gel was geweest"
Stemfonds
Overdag bleef hij werken bij zijn
ambtenarenorganisatie maar daar
naast raakte hij steeds meer betrok
ken in ondergrondse activiteiten.
„Het begon eenvoudig met het inza
melen van geld voor joodse colle
ga's. die op straat waren gezet en
zonder inkomsten zaten. De leden
die hun lidmaatschap opzegden, dat
waren de goeie, gingen we persoon
lijk een bijdrage vragen voor het
Nationaal Steunfonds dat was opge
richt voor de hulp aan joodse stad
genoten. Zo kwam het geld mees
tal in heel kleine bedragen bin
nen. Het werd in het geheim ge
bracht naar de mensen die er het
meest om verlegen zaten."
Wülem Lodeizen haalt een oud noti
tieboekje te voorschijn uit de schoe
nendoos waarin hij papieren oor
logsherinneringen bewaart. „Kijk,
hierin maakte ik volgens een be
paald systeem, waar buitenstaan
ders niet uit wijs konden worden,
aantekeningen over de bestemming
van het geld. Na verloop van tijd
kwam ik steeds vaker voor gesloten
deuren. Dan waren de bewoners ver
dwenen en moest ik achter adressen
invullen 'weg' of 'Polen'. Als ik
zoiets moest opschrijven wist ik wat
het betekende die mensen zou ik
nooit meer terugzien. Je deed wat je
kon, maar je was eigenlijk zo mach
teloos. Nederland heeft veel te wei
nig gedaan. Dat is me na de oorlog
duidelijk geworden toen ik cijfers
onder ogen kreeg. Er zijn maar zo'n
25.000 mensen in het verzet geweest.
Er waren net zo veel oorlogsmisda
digers in ons land."
Gerrit van der Veen
Later kwam Wülem Lodeizen in de
verzetsgroep van de beeldhouwer
Gerrit van der Veen terecht. „Ik
merkte later dat de r«an die ik ken
de als Jan de Vries ln werkelijkheid
de bekende beeldhouwt was. Wat
me van hem is bijgeble\ :n is vooral
dat hij zo rustig was. Ee.i dag na de
overval op het Amsterdamse bevol
kingsregister in maart 1943 kwam
hij gewoon bij me thuis op de Fah-
renheitsingel. Je merkte niets aan
hem, hoewel de stad op stelten
stond."
Toen Van der Veen in juni 1944 werd
gefusüleerd, zat Wülem Lodeizen al
een maand of negen gevangen. Na
zijn arrestatie op 20 oktober 1943
was hij via Vught naar Dachau ge
bracht. Na de oorlog had hij maar
één verlangen: de handen uit de
mouwen te gaan steken voor de fa
milie van zijn omgekomen vrienden.
En toen kwam Putten in zijn leven.
„Dat was in het begin heel moeilijk
werk. Ik wist er maar weinig van en
ben begonnen het nodige te lezen
over de gebeurtenissen. Bijna dage
lijks reisde ik van Amsterdam naar
Putten, maar de mensen waren eerst
nogal wantrouwend. Ik zag ze den
ken als ik bij hen binnenstapte: wat
komt die vreemde snoeshaan doen.
wü hij ons soms korten op onze
uitkeringen. Toen ze merkten dat
het tegendeel het geval was, werd ik
hun vriend, vooral nadat ik me in
1964 in Putten had gevestigd."
Wülem Lodeizen heeft hard ge
werkt. Vakantie nemen is er wel
eens bij ingeschoten. Hij is er. en dat
noemt hij zelf een groot voordeel,
evenmin aan toe gekomen te gaan
piekeren over zijn eigen oorlogspro
blemen.
De dossiers in zijn kantoortje zullen
binnenkort naar Utrecht worden ge
bracht De weduwen van Putten
hoeven echter niet bang te zijn dat
Wülem Lodeizen hen in de steek
laat. „Ik ben niet van dossiers af
hankelijk. De gegevens over de men
sen staan in mijn hoofd gegrift,
meer zelfs dan in de dossiers staat.
De afgelopen weken zijn er vaak
mensen geweest die tegen me heb
ben gezegd dat ze me niet kunnen
missen. Nou, eerlijk gezegd kan ik
dat hen ook niet. Putten is mijn
leven geworden. Mijn deur blijft
openstaan voor degenen die me no
dig hebben."
door Mink van
Rijsdi
Het beste kopje koffie drink ik gewoon thuis, daarna
gaat mijn voorkeur direct naar een bakje troost in de
kantine van de NCRV. Dat zit hem niet alleen in de
voortreffelijke kwaliteit als wel in de radio- en tee
veesterren die men er gratis bij geserveerd krijgt.
Gelukkig treft men op de Schuttersweg niet uitslui
tend de Heel Erg Populairen, kortweg de Heps, aan.
Ook technici en administratieve krachten zijn het
bekijken zeer waard. Enerzijds hebben zij iets gela
tens en dat is wel te verklaren. Ze weten drommels
goed dat zij menselijkerwijs gesproken de
getiustreerde bladen nooit zullen halen. Naar hun
mening wordt voor microfoon of camera nooit ge
vraagd. Als je dag in dag uit in de Heps zit en beseft er
zelf nooit een te worden, wil dat weieens terneerdruk
ken. Anderzijds laten zij zich gelukkig niet onder
sneeuwen, wetende wat ze zelf waard zijn en dat
populariteit een grillig bezit is. Ik kijk graag naar hen
de bescheiden stalmeesters van het grote Hilver-
sumse circus.
Verder raak ik nooit uitgekeken op de oude rotten
van het vak, mannen en vrouwen die zo'n twintig jaar
geleden voor kijkers en luisteraars een begrip waren.
De helden en heldinnen zijn wat moe geworden en
dat maakt hen erg geloofwaardig. Ze hoeven niet
meer zo nodig en hebben de betrekkelijkheid van
roem allang ingezien. Met Prediker kunnen zij boei
ende verhalen vertellen over de ijdelheid der dingen.
Niet weg te denken uit de kantine zijn verder de
dóórwerkers. Eigenlijk hebben zij nauwelijks tijd
voor koffie, relaxen of pauzeren. Zij blijven driftig in
de weer met pennetjes en papiertjes, immer op jacht
naar nieuws achter nieuws, dat blijkbaar uitsluitend te
vergaren is op het puntje van een stoel en nooit
gewoon lekker zittend.
Het verrukkelijkst te aanschouwen zijn echter de
ware Heps van buis en gouden plaat, de sterren van
NU. Zij komen Je kantine binnen met de allure alsof
de camera's al inrijden om hun grootse optreden te
registreren. Gewone mensjes worden getransfor
meerd tot publiek, waarvan tenminste herkennen,
liever nog bewondering wordt verwacht. Drie tellen
na nuAllez hop, daar komt de Hep. Die
schitterende opkomst duurt helaas maar kort, want in
een kantine is het de bedoeling dat iedereen zelf
koffie haalt. Deze handeling is fnuikend voor de
glamour, alleen de erg handige Hep weet daar chi
mant iets van te maken.
>er
En daar stond ik pardoes tussen twee Heel Ef-
Populairen in, te weten tussen een gouden plat HA
mevrouw en een altoos leuk doende meneer. Ik k e P
hen gewoon aanraken, niet dat ik daar behoefte a pro
had, maar het kon. De milde regen van hun succ ols|
stortte druppels op mijn pas gewassen haar. Het m urct
dan ook niet verbazen dat ik er nogal verfomfa; e
tussen stond. Ik rook hun geuren, chanel no 5 en bi< gn,
veel bier van de vorige avond. Langs me heen kustftjA
ze elkaar. „Hallo Snoep." „Dag scha-èt." Het is d in§
ik beter weet, anders zou ik subiet gedacht hebben d
alle Heps elkaar heel teer beminnen. ff I
d.
Wie die twee Heps waren? Dat blijft mjn geheir|n C
Sommige Heps zijn namelijk nogal van de heb. 1
was er laatst een gouden-plaat-dame op een recept ite
en zij vroeg de dag daarna haar gastheer om e®r \i
honorarium voor haar aanwezigheid. Ik kijk dus w
uit met het noemen van namen, voordat ik het bes eer
heb ik een declaratie in huis en voor mij groeit h Scl
geld ook niet zomaar in het bos. »pni
braai
Met de koffie zat ik tenslotte in een hoekje en z<'pj,'
sterren en gewone mensen. Ik verwonderde mc zefye(]
over hen, die het zogenaamd „gemaakt" hadde op
Plotseling vroeg iemand me: „Wat zit jij hier met ee
krom ruggetje te navelstaren?" En omdat de Hep-ta iatï
nogal besmettelijk is, zei ik bijna: „Dag scha-dt
Gelukkig hield ik mijn tong in toom. want hoewel c
oudere man beslist een schat is, zou hij ter plekke ie >rh<
krijgen als hij zo werd aangesproken. Ik vertelde hcitte.
iets van mijn gedachten over de mensen om ons heerBns
Toen zei hij: „Ik erger me altijd wezenloos aan Jiede iet
met kapsones of vakmaniertjes. Maar als ze nu aan d K)r
overkant over mij praten, hebben ze het vast over dij^
pedante overjarige freak. Ik ben natuurlijk oon
pedant, maar wat ze niet waarnemen is dat d >or
zenuwen me door de keel gieren. Over een kwartie e 2
heb ik opname en daar hik ik zoals altijd ontzetten
tegen aan."
ikse
Hij spurtte weg en ik dacht: Eigenlijk smaakt ditag
koffie hier vaak extra lekker door de ontmoeting mest
mensen zoals hij er een is, eerlijk, echt en gewoon lla*
Wat zou de NCRV zijn zonder zulke figuren?
atg
door Annemarie Lücker
Kinderen zijn dol op traditie. Fees
ten zoals Sinterklaas en Kerstmis
laten een diepe indruk achter in hun
latere leven. Vraag je aan volwasse
nen hoe vroeger thuis Kerstmis werd
gevierd, dan zijn de reacties meestal
niet zo afwijkend.
Grote mensen hebben het gevoel dat
het vroeger veel echter was, ieder
een was blij en spande zich in om er
een echt feest van te maken. Tegen
woordig lijkt alles veel kunstmati
ger. Hel is natuurlijk makkelijk om
met een mandje aan de arm in su
permarkt of warenhuis alle op el
kaar afgestemde versierselen in een
klap aan te schaffen, maar de ge-
noegelijkheid van het gezamenlijk
voorbereiden krijgt er wel een
knauw door. De charme van een
opgetuigde boom is die van decora
ties met een herinnering aan de af
gelopen jaren, met ieder jaar
hoogstens een of twee nieuw ge
maakte of gekozen versierselen. In
mijn ouderlijk huis prijkt aan de
boom nog ieder jaar triomfantelijk
het pastelkleurige uit watten ge
maakte kerstmannetje dat dateert
uit mijn geboortejaar. Mijn kinde
ren vinden dit met zo wonderlijk als
ik en ze willen alle verhalen van
toen horen.
Het zijn echt niet alleen de boom en
de„stukjes" die het huis feestelijk
maken. Gekochte stukjes zijn mees
tal duur en nogal onpersoonlijk, het
is ook veel aardiger om ze zelf le
maken en zo de kleuren van de ge
dekte tafel te verwerken. Vul een
wijnglas met een piramidevormig
stukje oase waarin takjes, besjes,
droogbloemen en kaarsen worden
geprikt, liefst in een of twee verlo
pende tinten. Gebruik als kraag een
een ingerimpelde kanlen taartbo
dem. Taartbodems zijn ook prima
placemats en worden extra feeste
lijk over een met zilverfolie bespan
nen tafel, een kleiner formaat wordt
onderzetter of menukaart.
Een ronde of een ovale spiegel op
.tafel onder het „stuk", samen met
zilveren of glazen kandelaars zor
gen letterlijk voor een schitterend
effect.
Een kerststukje hoeft niet altijd uit
groene takjes en hulst te bestaan,
met wat fantasie kan het anders.
Een glazen taartschaal of bonbon-
nière gevuld met zilveren kerstbal
len. Eenvoudiger kan het niet.
Een glazen bak gevuld met water,
waxine lichtjes en witte
!St
drijfbloemen.
Een groene gevlochten
kenkrans waarop sterappeltje}
noten liggen.
int
)A
k
[jks
nel
Wanneer er veel mensen aan
grote geïmproviseerde tafel zi
komen er onherroepelijk proble
met tafelkleden, want bijna
mand is voorzien van zo'n uitzon
lijk formaat. Een gekleurd twee' °er
soons laken kan in dit geval
uitkomst zijn.
de
Een alternatief van de beke
kersttakken achter schilderijen ve
met ijzerdraad gevlochten kran 'e8
van takken en goud of zilver ge:1 1
ten denneappels of droogbloemtui
boven of op een deur.
>re
Kinderen vinden het heerlijk omlet
trokken te worden bij alle voorbe
dingen, laat ze ook zoveel moge
meedoen. Maar er zijn altijd
menten dat ze goed bedoeld voorn
voeten lopen. Op die momenten k
nen ze misschien met ouden
schoenen-witsel en een kwast
kersttekening op de ramen in
kinderkamer schilderen, of met
kleurd karton, een buisje glit
lijm en viltstiften voor familie
bekenden wenskaarten maken.
Vragen (één per brief) zenden naar uw probleem ook het onze.
Postbus 507, Voorburg. Naam en adres vermelden. Eén gulden
aan postzegels bijsluiten. Geheimhouding is verzekerd.
VRAAG: Wie was Palingenius en
van wie was deze naam het pseudo
niem?
ANTWOORD: Op deze vraag heb
ben we verschiüende zeer interes
sante antwoorden ontvangen: In
derdaad was het een psydonlem, ge
vormd uit de omgezette letters (ana-
.grami van Pier Angelo Manzoli tot
Marzelo Palmgenio. uit Stella bij
Ferrare (ongeveer 1500-1550). Hij
schreef de Zodlacus Vitae. oftewel
de Dierenriem des levens, een»
dichtwerk van twaalf in hexameter
geschreven boeken. Zijn werk doet
in opzet en manier van behandelen*
aan dat van Lucretius denken. Ech
ter waar Lucretius het geloof in de*
in zijn tijd niet geheel aux sérieus;
genomen, Romeinse goden op de4
korrel nam. behandelt Palingenius
op satirische wijze de kerk. en de
gehele geestelijkheid, de paus in
cluis. Na zijn dood werd zijn werk op
de index geplaatst en zijn lichaam
opgegraven en alsnog verbrand.4
Sommigen noemen hem als de lij
farts van Hercuies de tweede d'Est
hertog van Ferrara. maar anderen
vermelden hem als een geleerde van
lutherse gedachtengang. die aan het
hof van de hertogin van Ferara haar
protectie genoot. Zijn werk werd
minstens zestig keer herdrukt. Het
is wel merkwaardig, dat Winkler
Prins en Oosthoek deze naam niet
vermelden. In de bibliotheek van de
VU kan men in 2A 581 de Dictionnal-
re Universal, hist, crit biogr in
Tome 13 pag 188 kolom één een zeer
interessant artikel vinden. Trou
wens ook in de Biographle Unlrer-
selle tred Michaudizljn op de pagi
na's 406/7 van deel 26 uitvoerige
beschouwingen aan deze dichter ge
wijd. Wij danken hen, die zoveel
naspeuringen hebben verricht, har
telijk.
VRAAG: Hoe kan ik de huid van een
konijn prepareren?
ANTWOORD: Aan uw vraag kun
nen we merken dat het jaar op z'n
eind loopt. Dit antwoord geldt ook
voor de haaseter Twee liter water
koken waarin 120 gram zout en
evenveel aluin oplossen Als het wa
ter koud is een scheutje verdund
zwavelzuur erbij (gevaarlijk, ook
voor kleding en handen!) Twee vel
len kunnen in deze oplossing 24 uur
blijven liggen. Spannen op een hou
ten raam Restjes vlees en vet eraf
wrijven Buiten drogen op winderige
plaats De achterkant wordt vervol
gens met talkpoeder ingewreven en
men haalt de huidjes nu over de
ronde kant van een stoel of een
aanrecht Een stinkende rendier
huid kan men echter op deze wijze
niet overbehandelen. Deze huiden
zijn slechts in de zon gedroogd en
als ze ln de enigszins vochtige
warmte van onze huizen in een ka
mer aan de muur worden gehangen.
is het er niet meer uit te houden. Op
een plaats waar het niet te heet is.
waar het mogelijk wel eens tocht, is
de huid te handhaven. Achterkant
met een stankverdrijvend middel
bespuiten (men verkoopt die dingen
bij de drogist voor gebruik in toilet
ten) De haarkant licht bestuiven
met een zeer goedkoop soort haar
lak. nadat de haren heel voorzichtig
ln model zijn gebracht.
VRAAG: Hoe bestrijd ik het „wit"
van mijn begonia?
ANTWOORD: Bestuiven met bloem
van zwavel of Pirox of bespuiten
met Poliflor. Niet op een bloeiende
plant spuiten. Zo nodig herhalen.
VRAAG: Ik heb een heel mooie
Kertster gekregen. Hoe houdt men
die zo lang mogelijk met de rode
schutbladeren?
ANTWOORD: Zet de plant licht in
de warme kamer, zo mogelijk op het
zuiden. Veel water geven en het blad
besproeien. Na het afvallen van de
rode schutbladeren (fijn. dat u dat
nu geen bloemen noemt. De
bloemen zijn namelijk die kleine ge
le frutseltjes in het midden) de hoe
veelheid water sterk verminderen.
De bladeren vallen af en de plant
wordt ingesnoeid tot 10 centimeter.
De wond met as afdekken (het
melksap is vergiftig!) en neerzetten,
droog, in een matig verwarmde ka
mer tot april. Dan neemt men de
plant uit de pot. schudt haar goed
uit en zet de Poinsettia in het
aardmengsel. dat de piantenman
voor u heeft, zoetjes aan weer wat
water gaan geven, als de plant blad
gaat vertonen. Weer op de oude
plaats op het zuiden zetten. Regel
matig plantenmest toedienen. De
plant heeft de hele zomer zon en
warmte nodig in tuin en huis.
maar vergeet het sproeien niet. Na
september moet de plant naar bin
nen. Wij geven onze lezeressen de
raad toch dat boekje over de ka
merplanten eens te kopen.
VRAAG: Al tientaüen jaren heb ik
met het Kerstfeest een stalletje in
mijn kamer. Vroeger in Indië vertel
de ik daarbij het kerstverhaal aan
de bedienden, later hoorde het er
voor kinderen en kleinkinderen he
lemaal bij. Er zijn natuurlijk ook
negatieve reacties: zo van: in een
protestantse omgeving hoort zoiets
niet. Dat is verdrietig. Wat vindt u er
van?
ANTWOORD: Wat wij daarvan vin
den is niet zo belangrijk, maar wel
hebben we uit uw brief begrepen,
dat u altijd kinderen om u heen
heeft gehad, in een periode, die voor
hen heel belangrijk was. Het maakt
niet veel verschil, of u een kerstver
haal vertelt aan de hand van een
kinderbijbel met mooie platen, dan
wel op een andere manier. De
boodschap, die gebracht wordt en
die u doorgeeft, is het belangrijkste.
Wat nu de betweters betreft: Laat de
blijdschap, die de voorbereiding van
dit grote feest, dat u op eenvoudige
manier met uw kleinkinderen gaat
vieren, niet belemmerd worden.
VRAAG: In een artikel, dat in de
Nieuwe Haagse Courant heeft ge
staan zo'n 15 jaar geleden, en dat
helaas bij een verhuizing verdwenen
is. stond o.a. over de naam van gene
raal De Gaulle, die uit een Vlaamse
familie zou stammen waarvan de
naam Van der Walle was. Zijn vrouw
Yvonne Vendroux zou ook van
Vlaamse afkomst zijn uit een familie
Van der Hoek of Houcke. Is dit juist
en is dit artikel óp te zoeken?
ANTWOORD: Het lijkt mij onmoge
lijk om een dergelijk artikel alsnog
ergens vandaan te halen. Er zijn in
de loop der eeuwen heel wat Franse
namen in de lage landen terecht
%gekomen en daar vaak onherken
baar veranderd of verbasterd. Voor
beelden zijn daar genoeg van. Ik
volsta met één daarvan: Tilleul
werd: van der Linde(n). en van Til.
Omgekeerd zijn veel Noordfranse
namen aangepast aan het spraakge
bruik en de naam Vendroux is daar
een goed voorbeeld van. De H was
natuurlijk wel heel moeilijk om uit
te spreken, dus het werd al spoedig
Ven derou(k). Wat de vertaling Wal-
le-de Gaulle betreft: heel vaak ziet
men juist deze afwisseling: de Prin
ce of Wales, heet in Frankrijk Prince
de Galles. Galliërs en Walloniërs
komt men door elkaar in de geschie
denis tegen.
VRAAG: In juni volgend jaar moe
ten wij een historisch feest vieren.
De tijd schiet wel op en we moeten
beginnen met de kostuums. Heeft u
een idee voor ons?
ANTWOORD: Vraag in uw biblio
theek eens of daar het boekje Klae-
dedragtens Kavalkade is, dat ver
taald en bewerkt werd in Knaurs
Kostümbuch (übersetzung W. v.d.
Mühle). De gekleurde tekeningen uit
alle tijden zijn zeer duidelijk gete
kend en ingekleurd en kunnen heel
goed tot voorbeeld dienen. Er zijn
geen patronen bij.
VRAAG: Heeft iemand misscii
nog het brei- en haakpatroon ff
het Scandinavische heksje Morn
tje, dat vroeger in de Prinses stoj
VRAAG: Mijn tamme kasta
heeft heel veel vruchten laten
len. We hebben die aan alle kan
uitgedeeld en de meeste ontvang
hebben ze gepoft maar vonden]
meer leuk dan lekker. Het kan t|
ook wel anders dan de door I
steeds toegepaste methode van i
ling en versiering van groot gé
gelte?
ANTWOORD: Wij voelen mei
mee: tamme kastanjes doen
denken aan eindeloze wandelin
in Noord-Italië, waar in het na;
hele groepen mensen de berger
trekken, gewapend met een roos
pan en daar gaat men dan picnic
en plezier maken. Het is er dood
en men hoort alleen de dorre bi;
ren vallen en de kastanjes neerp
fen. In alle steden ziet men men
met geweldige roosterpannen be
Het resultaat viel bitter tegen: oi
re prut in verkoolde schillen.
Ook als vulling van de kalkoe
zijn ze te zwaar op de maag
gewaardeerd te kunnen worden,
fin: u vroeg iets positiefs: Kook
halve kilo kastanjes en schil z<
heet mogelijk (moeilijk maar es
tieel). Laat deze kastanjes een
uur trekken in 3 dl melk, wa
vanille (dit brandt heel vlug a
Pureren in een mixer. 50 gram b<
60 gram suiker (eventueel vanille
ker) erbij. In een schaal koud 1:
worden. Room kloppen en er(
heen spuiten. Gameren met bri
suiker of verkruimelde gecaram
seerde suiker. Dit is wel een be
kelljk maar geen kostbaar recep
zal het waarschijnlijk in geen ei
kookboek vinden, vandaar dat
in deze rubriek terecht gekome
Eet er niet te veel van!