i fe Superweg tot diep in Den Haag J 1 f -.''/.is';5 ''i HH Minister Westerterp stelt maandag Utrechtsebaan open op nieuwe weg Nu al kritiek co O O cc DECEMBER 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET RH 11 hï- door Hans Schmit DEN HAAG Van het vleugje Coupe rus dat de dichter Gerrit Achterberg in het begin van de jaren vijftig nog overal in Den Haag aantrof, valt steeds minder te bespeuren. Zeker in het gebied rond het nieuwe Centraal Station is weinig meer te herkennen van het Den Haag waaraan Achter berg zijn ode bracht. Hoge kantoren, diepe bouwputten, enkele dichtge spijkerde huizen, trams hoog boven de grond en een open, vijf meter diepe betonnen bak die de auto's tot diep in het centrum brengt, bepalen het gezicht van een nieuw stuk Den Haag. De betonnen tunnelbak draagt de naam Utrechtsebaan en zal maandag door mi nister Westerterp (verkeer en waterstaat voor het verkeer worden opengesteld. De Utrechtsebaan sluit aan op rijksweg 12, de wegverbinding tussen Den Haag en Utrecht. Wie vanuit de richting Utrecht Den Haag binnenrijdt, komt bij Voor burg via een negenhonderd meter lange tijdelijke aansluiting op de Utrechtse baan. Bij de grens van Den Haag duikt de weg onder de spoorlijn Den Haag-Leiden door en blijft dan zeventienhonderd me ter lang verdiept door het Haagse kanto- rengebied lopen, om tussen het Malieveld en het Haagse Bos beganegronds te ein digen. De totale lengte van deze stadsau to weg bedraagt 3,5 kilometer, inclusief de voorlopige aansluiting in Voorburg. De kosten waren tot nu toe 125 miljoen gulden. De Utrechtsebaan is meer dan zo maar een duur stukje autoweg. Hij onder streept de Manhattan-allure die Den H^ag aan deze nieuwe wijk, op een steen worp afstand van het historische Binnen hof, wil geven en benadrukt tegelijkertijd het falen van dat streven. Want de Utrechtsebaan is pas de eerste schakel die gereed is gekomen van een in de jaren vijftig en zestig bedacht stelsel van „su per-wegen" in en rond Den Haag. dat zo staat inmiddels vast nooit zal wor den gebouwd. En wat wèl wordt gereali seerd, zal aanzienlijk bescheidener van opzet zijn. De èerste besprekingen over de inrich ting van het gebied (dat in maart 1945 ten dele was gebombardeerd door 56 Engelse vliegtuigen: vijfhonderd doden, twintig duizend daklozen) begonnen vlak na de oorlog. De gemeente Den Haag sprak toen met de Spoorwegen over een nieuwe station, met Rijkswaterstaat over de Utrechtsebaan en met het rijk over de vestiging van nieuwe rijksgebouwen. Vanuit de Verenigde Staten werd de Fin se planoloog Jokinen naar Den Haag gehaald, maar zijn plannen waren wat al te ingrijpend: zo zou rijksweg 13 (Rotter dam-Den Haag) als zesbaans autoweg dwars door de stad moeten worden door getrokken naar Scheveningen. Overigens was hetgeen aan plannen over bleef, nog indrukwekkend genoeg. Op drie plaatsen zou. in de richting van de kust, een autosnelweg Den Haag moeten binnendringen: de Utrechtsebaan (in het verlengde van rijksweg 12, Utrecht-Den Haag), de Rotterdamsebaan (in het ver lengde van rijksweg 13, Rotterdam-Den Haag) en een nieuwe rijksweg 14, de verlengde Landscheidingsweg. Een ver woestende vork, waarvan inmiddels één tand is voltooid (de Utrechtsebaan) en één tand is afgebroken (de Rotterdamse baan, die van de lijst met plannen is afgevoerd). Over de derde tand, de Landschei dingsweg, is de strijd nog volop aan de gang. Bovendien zouden ten behoeve van het verkeer in noordelijke richting, naast de bestaande rijkswegen 4 en 44 naar Amsterdam, nog twee nieuwe autowegen moeten komen: de Duinweg, dwars door de duinen en de Wassenaarse landgoede ren naar Katwijk, en de Leidsebaan, naar het hart van Leiden door de natuurgebie* De Utrechtsebaan heeft, nog voor hij in gebruik is genomen, al aanleiding gege ven tot uiteenlopende kritiek. De tun nelbak lelt, uit economische overwegin gen. twee rijstroken per richting zonder vluchtstrook. Daarom is een rijstrook- signalering aangebracht, die het brandweer en ambulance mogelijk maakt tegen de rijrichting in te rijden. Toch hebben deskundigen van de brandweer de weg onveilig genoemd. Bovendien is het uitzicht op enkele punten slecht. Als een auto op zo'n punt strandt, is een kettingbotsing niet uitgesloten. Daarbij is het de vraag of de maximumsnelheid van vijftig kilo- aan het eind kan alleen rechtsaf (Be- noordenhoutseweg) of linksaf (Zuid- hollandlaan) worden geslagen. Hoe de ze laatste weg (een schakel in de ver binding naar Scheveningen, van belang voor de badgastenstroom uit Duitsland) eruit komt te zien staat nog niet vast: de plannen van Den Haag zijn als te groot van opzet door het rijk van de hand gewezen. Overigens zal het openstellen van de Utrechtsebaan waarschijnlijk leiden tot een vermindering van verkeer op de oude invalswegen. Deze zullen worden versmald door het plaatsen van plan tenbakken en het aangeven van vrije busbanen. Wanneer de Utrechtsebaan geheel zal zijn voltooid, valt nog niet te zeggen. Zowel de weg als de spoorlijn (en het station Voorburg) moeten omhoog worden gebracht, een kostbaar en tijd rovend karwei: minimaal vier en zes jaar voor weg dan wel spoor. Minister Weslertcrp heeft toegezegd dat het werk niet zal worden opgeschort. meter per uur zal worden aangehouden. Voor fietsers in Den Haag vormt de Utrechtsebaan een ernstige barrière: zo kan het Haagse Bos (van waaruit men per fiets gemakkelijk naar het duinge bied kan gaan) moeilijk worden bereikt. Een commissie buigt zich nu over de mogelijkheden om de toegankelijkheid van het Haagse Bos te herstellen, even tueel via een fietsbrug. Ook de afwikke ling van het verkeer roept twijfels op: stellen, een beslissing die het nieuwe provinciaal bestuur heeft overgenomen. Kanon van een weg Wim ter Keurs, bioloog, lid van de Werkgroep milieubeheer van de Rijks universiteit: „Waarom het verzet toen principieel, tegen de weg zelf in plaats van tegen het tracé, is geworden, valt moeilijk te zeggen. Wat mijzelf betreft, ik heb mijn omgeving snel zien veranderen. Ik werd opeens geconfronteerd met landmeters in de Veenzijdse polder en toen ik vroeg wat ze deden, hoorde ik dat er een kanon van een weg zou komen. Ik geloof dat dat een belangrijk motief is geweest voor velen om in actie te komen: de angst voor en de bezorgdheid over de snelle veranderingen én de kwaadheid over de zinloosheid". Ter Keurs acht de kans dat de Leidsebaan nu nog wordt aangelegd, klein: „Men denkt eerder aan verbreding van rijksweg 4. er zijn minder forensen dan werd gedacht en de vorm van de weg van het hart van de ene stad naar het hart van de andere is achter haald". In die jaren veranderde niet alleen de houding tegenover de ongeremde ont wikkeling van het autoverkeer, ook het autoverkeer zelf pakte anders uit. Reeds in het structuurplan uit 1970 constateer de de gemeente Den Haag dat er binnen de gemeentegrenzen eigenlijk geen spra ke is van opstoppingen. In het ver keerscirculatieplan van 1975 werd zelfs een terugloop op de telpunten geconsta teerd. Toch werkten zulke ontwikkelin gen niet erg snel door in het beleid. Enkele voorbeelden: in het verkeerscir culatieplan van 1975 kwam een deel van de Leidsebaan terug als Mariahoeveweg en stond nog steeds een weg door de Schilderswijk. Enkele doorbraken in Den Haag (Brouwersgracht-Prinsegracht) zijn ook nog niet van de baan. Landscheidingsweg Na de Duinweg en de Leidsebaan ver dween de Rotterdamsebaan in alle stilte van het toneel en richtte de aandacht van de actiegroepen zich tegen de derde tand van de vork die tot diep in Den Haag moest prikken: de Landscheidingsweg. Deze weg was in opzet werkelijk gigan tisch: zo zou bij Wassenaar een stervia duct met zes punten in vier verdiepingen moeten komen. De weg zou via Zoeter- meer naar de oostpunt van de Rotter damse ruit lopen. Door de beslissing een spoorlijn tussen Den Haag en Zoeter- meer aan te leggen, werd de weg ingekort tot aan rijksweg 4, Den Haag - Amster dam. Ook de opzet werd aanzienlijk te ruggebracht: een gelijkvloerse weg met stoplichten. Voor dit jaar stemde de Tweede Kamer het geld voor deze weg van de begroting, voor het komend jaar heeft minister Westerterp geen geld voor dit wegvak uitgetrokken, hoewel hij zegt niet aan de noodzaak van de weg te twijfelen. Wat er na 1977 gaat gebeuren, is nog onduidelijk. Breed viaduct De veranderde inzichten en de aanpas sing van gigantische projecten zijn in de Haagse regio niet onopgemerkt gebleven. Een duidelijk voorbeeld is het te brede Prins Bernhardviaduct, over het nieuwe Centraal Station, letterlijk doodlopend op het Spui, bij de gerestaureerde Nieu we Kerk. Dat viaduct zou worden doorge trokken, maar deze plannen zijn terugge schroefd. Zodat het Prins Bernhardvia duct dagelijks herinnert aan te groot opgezette plannen, waaraan net niet tij dig genoeg een halt is toegeroepen. Zo ligt er nog een viaduct van de Leidsebaan en staan in Voorburg al Jaren betonnen palen te wachten op het wegdek van de Landscheidingsweg. Wim ter Keurs: „Laat maar staan, als een soort monu ment. als herinnering aan een omkering in het denken over wegenaanleg". Den Haags kantorencentrum in aanbouw, gezien vanaf het dak van het zestig meter hoge Centraal station. Links boven, naast de Utrechtsebaan, het Paleis van Justitie. Dan twee gebouwen van de giro (waarvóór het Koninklijk conservatorium wordt gebouwd) en twee kantoorgebouwen. Rechts midden is de bouw van hel Rijksarchief begonnen, links van de trambaan komt het ministerie van buitenlandse zaken. De tunnelbak van de Utrechtsebaan (links voor) op de kruising met het Prins Bernhardviaduct en de verhoogde tramlus, die van het dak van het Centraal station komt. Naast deze lus komt het nieuwe ministerie van buitenlandse zaken, tussen de lus en het dak van het station (tevens busstation) komt het Rijksarchief. Op de achtergrond van rechts naar links het Transistorium (op de plaats van het afgebrande gebouw van K. en W.), de toren van de Grote Kerk, de nieuwbouw voor de ministeries van binnenlandse zaken en justitie en de gerestaureerde Nieuwe Kerk, waarop liet verkeer van het viaduct 5,randl' Foto's ROB HENDRIKSEN den tussen Wassenaar en Leiden. En dat alles zou moeten worden gevolgd door een binnenringweg en een buitenringweg in Den Haag zelf, teneinde voor een goe de verkeersafwikkeling te kunnen zorgen. Eerste kink in de kabel Verzet wekten de plannen tot ver in de jaren zestig nauwelijks: ze pasten in de gedachten over een ongeremde ontwik keling van het autoverkeer, waarbij de daaruit voortvloeiende sloop van de ste den (ontvolking en verpaupering) en aan tasting van natuurgebieden nog nauwe lijks wogen. Aan het eind van de jaren zestig kwam de eerste kink in de kabel toen Den Haag en Wassenaar het niet eens konden worden over de vraag waar de Duinweg moet komen te lopen: door het duingebied dat voor de Haagse drinkwatervoorziening wordt gebruikt, of door Wassenaars landgoederen? Uit eindelijk besliste de Kroon in 1970 dat de Duinweg er niet zou komen. Vóór die tijd echter had de provincie al een alternatief uitgewerkt: leg de Leidsebaan sneller aan en maak hem breder. De strijd rond de Leidsebaan is laat inge zet, maar heeft een verrassende ontkno ping gehad. In het begin was de strijd weinig principieel en richtte het protest zoals gebruikelijk in die jaren, zich niet tegen de weg als zodanig, maar tegen een deel van het tracé, dat de moerasbossen in de Duivenvoordse polder zou aantas ten, Het verzet in de Haagse en Leidse regio groeide echter in 1970, nadat Dolle Mina tegen de Duinweg had gedemon streerd en waardoor het accent naar de Leidsebaan (als alternatief van de Duin weg) verschoof. De zaak raakte in een stroomversnelling en de openbaar vervoerbedrijven in de regio stelden een nota op, die de provincie tot uitstel van de beslissing dwong. Uiteindelijk werd in januari 1972 besloten de aanleg uit te De Utrechtsebaan op de grens van Den Haag en Voorburg, op het punt waar hij onder de spoorlijn de grond induikt. Het verloop van de weg is moeilijk te overzien. Zeventienhon derd meter verder eindigt de tunnelbak naast het Malieveld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 11