let kerkenkerkhof in de Zwarte Zee IS AANSTAANDE ZONDAG PREKEN' RILA-KLOOSTER: BLIKVANGER VAN DE BALKAN Rentewijziging bij de RPS per 13 december a.s. Nassebar:25 eeuwen versteende religie Eerlijk is eerlijk. Rijkspostspaarbank Crisismaatregelen op komst in staalindustrie Beleggingsbewijzen Spaardeposito's Meer informatie? TROUW/KWARTET 2 Van de 300 monniken, die eertijds het Rilakloostercomplex een mo nument, dat in de Balkan zijn weer ga niet heeft bevolkten, zijn er nu nog 17 overgebleven, die dagelijks, tijdens de vroege ochtendscheme ring, de stilte verbreken met hun gebeden en hun zangen. Later op de dag worden ze omringd door honder den, soms duizenden belangstellen den (tijdens de weekeinden dubbele aantallen) dit indrukwekkende berggebied, op ruim 100 kilometer zuidelijk van Sofia, bezoeken. Onder hen zijn bedevaartgangers, die er knielen, bidden, de religieuze' beelden en kleinoden kussen en er presentjes achterlaten. Rila-klooster is een omvangrijk domein van Grieks-orthodoxe signatuur, dat niet alleen als een religieus centrum van Bulgarije wordt beschouwd, maar dat ook grote aandacht verkrijgt van wege de immense hoeveelheid van cultuurschatten, die er in de loop der jaren zijn bijeengebracht. Het ge heel is bijna een kloosterstad, met logeervertrekken voor hen, die er enkele dagen aan willen besteden om dit monument schitterend van architectuur van onder tot boven te bezichtigen. Het klooster ontstond na de komst van het christendom op de Balkan, omstreeks de negende eeuw, en is in de tiende eeuw gesticht door Ivan Rllske. Rila-klooster, gelegen in een bergmassief, was ook in roerige tij den, zoals gedurende de overheer sing van de Ottomaanse sultans, een oord waar de rechten en vrijheden, verleend door Bulgaarse vorsten, ook door de indringers werden geres pecteerd. Dit verleende het schilder achtige complex, dat later wel is verwoest (in de vijftiende eeuw) een •aureool van nationale heiligheid, waarvan de weerslag thans nog merkbaar is. Het kloosterccmplex werd in de eerste helft van de 19de eeuw in de huidige vorm herbouwd. Het is om geven door 24 meter hoge muren, die twee meter dik zijn. Niet alleen de mystieke kloosterkerk Is een juweel, maar ook de Kapel van Christus" Verrijzenis kan op een magnifieke schoonheid bogen. Afgezien van de bewaard gebleven .religieuze huisvlijt het indruk wekkende monnikenwerk is een bezoeker een bevoorrecht mens als hij een der monniken kan bewegen met hem een der in de oorspronkelij ke staat aanwezige cellen te bezoe ken. Het interieur is een toonbeeld van het leven van generaties van monniken van weleer. En daar hoort men alleen het ruisen van de bergbeek. Rila-klooster is een bij zondere ervaring voor romantisch in gestelde toeristen en vooral voor kunstliefhebbers. Deel van het kloostercomplex Rila, waar men zelden een rlaten binnenplaats, zoals op deze foto. aantreft. Door de verlaging van de rente op de kapitaalmarkt is de RPS genoodzaakt de rente op nieuwe spaargelden die voor lange tijd worden vastgezet - beleggingsbewijzen en spaardeposito's - te verlagen. Alle rentepercentages van de vóór 13 december afgegeven beleggingsbewijzen en gestorte spaardeposito's blijven ongewijzigd. De rente op nieuw te storten bedragen is thans voor: 3 jaar vast 4 jaar vast 7|% 5jaarvast8 2 jaar vast 7 "r 3jaar vast7j5 4 jaar vast 8 ró 5jaar vast 8}^ 6jaar vast 8)% De rentetarieven van de overige spaarvormen zijn niet gewijzigd. Ook de hypotheekrente is verlaagd en bedraagt thans t Bel 020 - 5 89 31 37 0017 bellen kan ook Vraag folder bij het postkantoor Of schrijf, zonder postzegel, naar de Rijkspostspaarbank, Amsterdam. H35K3 uw nationale spaar- en hypotheekbank Nessebar, een droomstadje van bijna 25 eeuwen ouderdom, opgetast op een rotsplateau, een schiereiland, tegenover de Bulgaarse kust, in de Zwarte Zee, is het Marken en Volendam van deze zuidelijke rokzoom van de Balkan. Maar dan niet vanwege de folkloristische klederdracht, maar omdat men er herinneringen van tientallen eeuwen aantreft. De zeer oude nederzetting, Nessebar, eeuwenlang een vesting, toevluchtsoord, veelzijdig n de rkelijk trefpunt, vanaf de landzijde gezien. Op een oppervlakte, kleiner dan die van het voormalige ei land Urk, vindt men er een on voorstelbare „oecumenische" erfenis in de vorm van over blijfselen van meer dan dertig kerken, mini-basilieken en ka-, thedralen en een klein aantal bouwwerken, dat in tact is ge bleven en heeft behoord tot de in totaal veertig kerkgebou wen. Ruïnes en restanten, die mede als een uiting van Byzan tijnse bouwdrift de ernst en praal van een grotendeels ver gane romantiek aanbieden. "D epresentaties van godsdiensten en godsdienstige stromingen op een oppervlakte van nauwelijks dui zend bij driehonderd meter, steenklompen, funderingen, gewel ven, poorten, eenzaam met groen omwoekerde muren, nauwelijks op een steenworp afstand van elkaar. Griekse kolonisten vestigen er zich vijf eeuwen vóór de geboorte van Christus. Zij waren het die vermoe delijk op een schaarse zonloze dag de binnenzee zwórt noemden, een aan duiding die heeft geleld tot de valse, onuitroeibare naamgeving. Deze zee is niet anders van kleur dan welke andere zee ook. Zoals Rembrandts „Nachtwacht" niets te maken heeft met een nachte lijk gebeuren en eveneens haar naamgeving aan een toevallige op merking te danken, te wijten, heeft 1 ren bij het komen en gaan op een pleisterplaats als „Msemvria" (stad in de zee) zoals de rotsklomp eertijds heette, er sporen hebben achtergela ten. Vrijwel alle godsdienstige stro mingen van het Nabije Oosten heb ben er bouwlustlge vertegenwoordi gers gehad, patriciërs, kooplieden, langdurige „vakantiegangers" (ban nelingen), een bonte mengeling van nationaliteiten, met Grieken, Ro meinen en Turken vooral als wisse lende hoofdbewoners. Er zijn ker ken, die nimmer zijn afgebouwd, nimmer zijn ingewijd, omdat de veel vuldige invasies telkens nieuwe situ aties schiepen en er de staalkaart van de architectuur verrijken. Nes- sabar, de huidige naam is van mid deleeuwse oorsprong, was strate gisch een handelscentrum en kerke lijk een gevarieerd bastillon. Tjet is geworden tot het open- luchtmuseum aan de Zwarte Zee, een toeristische magneet voor hen, die in de avond de zandstran den van „Sunny Beach" en „Golden Sand", de staatsdorpen van Balkan-Tourist, verlaten. Zij vinden op het schierei land een geheel ander decor dan van de Amerikaanse getinte hoteloor den. Ze verruilen, drentelend en fil mend, de wolkenkrabbers voor een compact bijeen gebrachte historie. Het verspreid liggend gesteente van de ruïnes is soms gebruikt voor hui zenbouw. tal van funderingen en on derstukken zijn van kerkstenen af komstig. Huizen als kleine vestin gen. Nessebar. al weer generaties lang een vissersplaats, ontvangt vooral in het zomerseizoen ladin gen toeristen, die in oude autobus sen over de strekdam, die oud met nieuw Nessebar verbindt, arriveren om er hun pantoffelparade door de kronkelstraatjes te ondernemen. En kelingen scheiden zich af om schetsboek of palet ter hand te ne men. Dit unieke kerkenkerkhof in de Zwarte Zee biedt daartoe vele moge lijkheden. met t per or prof. G. N. Lammens nng, tiling tot de vraag wat preken is, iet Luther eens hebben ge- twoord: „Preken is de ekstoel opgaan, er even op ian en er dan weer af gaan." t is al evenmin een diepzin- ïieid als „preken is aan- ande zondag preken". Maar t niet diepzinnig is, kan wel nig zijn. Dat geldt ook hier. int voor mannen en vrouwen er toe geroepen zijn, bete- it preken allereerst dat het ndag aanstaande moet ge uren. En daarbij zijn ze zich ivust dat de preek momen- il danig in opspraak is. tegengeluiden zijn bekend, it de preek vooral in discre ter- heeft gebracht is het mo- logisch karakter ervan. Waar wereld tref je dit nog aan t in een gemeenschappelijk beuren één vrouw of man de ■nst uitmaakt? Dan is er de rveling, het wegebben van de rwachting dat door een eek ooit nog eens iets be- ïgwekkends kan gebeuren de klacht van maar al te len dat ze in de preek zichzelf ft tegenkomen, noch de ei- n situatie herkennen. we geloven dat het Woord vindt waar we werkelijk kunnen we dit onbehagen, ze wrevel niet ernstig genoeg men. Maar intussen moet idag aanstaande toch maar beuren wat gedaan is vanaf moment waarop de christe- gemeente ontstaan is: el- r de dienst van het Woord •vijzen. En dit gebeurt zo er geen andere overtuigen den. afd. inng de vorm is gevonden nog altijd in de vorm van de preek. Zo staan we voor de vraag of er een wijze van preken mogelijk is, waarbij de kritische vragen niet worden genegeerd of met grote theologische woorden van tafel geveegd maar als uit daging aanvaard. Handreiking Iemand die dit heeft gedaan is drs J. Thomas. Het resultaat treffen we aan in een onlangs bij Boeken centrum in Den Haag verschenen ■studie van zijn hand: Homiletlsche hulplijnen. De auteur heeft zich se dert 1968 als docent aan de theolo gische faculteit van de Vrije Univer siteit beziggehouden met het bege leiden van preek-werkgroepen van aanstaande predikanten en met de theorievorming rondom de predi king. In zijn boek vinden we de neerslag van de ervaringen die hij daarbij opdeed. Ik ben van oordeel dat we aan drs. Thomas een althans in ons taalgebied uniek boek te danken hebben, waarin dankzij de eigentijdse aanpak een nieuw licht valt op tal van oude en nieuwe vragen uit de homiletiek, of tewel de theorie van de prediking. Hoorder In de oudere homiletlsche literatuur staat centraal de vraag hoe we van de tekst tot de preek komen. Bij Thomas staat de hóórder, d.w.z. de geméénte centraal. Dit hangt hier mee samen dat hij de prediking con sequent ziet als een communicatie- gebeuren. Preken is contact zoeken met woorden. Uiteraard is in dit gebeuren de hoorder niet de énige faktor. de zender is er ook evenals de tekst of het thema. Maar wat de hoorder doet is voor het gebeuren beslissend. Het onderzoek op het terrein van de massamedia heeft uitgewezen dat de media met men sen doen wat mensen met de media doen. Hetzelfde geldt van de predi king: preken doen met mensen wat mensen met preken doen. „Niet wat in de preek wordt gezegd maar wat de hoorders vernemen is beslissend voor het contact." Overigens is dit niet het enige en diepste motief voor de centraalstel- ling van de hoorder. Het voor naamste motief is van theologische aard. Het Woord zoekt de mensen waar ze werkelijk zijn. Daarom is de hoorder er van meetaan, d.w.z. van af het eerste moment van de preek- voorbereiding bij. De hoorder en zijn situatie van medebepalende be tekenis voor wat de preek gaat worden. Gelijkwaardig Het is duidelijk dat deze inzet bij de hoorder fundamenteel verschilt van de vroegere opvatting dat de tekst op de hoorder moet worden toege past. Inmiddels bel.:deze centraalstelling van de hoorde: ..t dat daarom de preek als monoloog moet worden afgeschaft en vervan gen door een andere vorm, bij voor beeld het gesprek. Thomas consta teert nuchter dat monoloog en dia loog twee gelijkwaardige vormen van communicatie zijn, die elk voor zich een levend contact tussen men sen kunnen realiseren. Als mensen zich in een preek niet kunnen her kennen komt dit niet doordat er geen dialoog was maar omdat het een slechte preek was. De hoorders kwamen er niet in voor! Overigens relativeert de auteur niet alleen de tegenstelling monoloog/dialoog maar evenzeer de preek zelf. De preek is ook niet ólles. Daarom „moet niet zozeer de mono loogvorm als wel de monopolieposi tie van de preek onder kritiek ge steld worden". Andere communica tievormen zoals in katechese. leer huisactiviteiten e.d. zullen op de preek moeten aansluiten. Het zal niemand verwonderen dat de auteur vanuit deze invalshoek het vóór- en nagesprek over de preek met ge- meentegroepen van essentiële bete kenis acht en dat hij voor een effi ciënt functioneren van zulke groe pen tal van aanwijzingen geeft. Om elk misverstand over degelijke groe pen te voorkomen drukt Thomas zich zo kras mogelijk uit. Als op deze manier de hoorders zichzelf inbren gen in het preekgebeuren betekent dit niet dat ze worden „ingescha keld" in het werk van de predikant zoals veelal wordt gezegd maar Juist omgekeerd dat de predikant met zijn preekwerk zich laat inscha kelen in het leven en werken van de gemeente, die op hóór wijze niet theologisch maar vanuit de eigen levenssituatie met de bijbel bezig is. Werkproces Wie in dit boek op zoek gaat naar fraaie definities van wat preken is, doet vergeefse moeite. Definities hebben nu eenmaal de eigenschap zaken voortijdig definitief te maken en de weg naar eigen ontdekkingen te blokkeren. Thomas' bedoeling is nu Juist die weg open te houden. En begaanbaar te maken. Wie een kerkdienst moet voorbereiden maakt een verWarrende hoeveelheid van problemen los. De vraag hoe je temidden van die probelemen een weg vindt, beantwoordt hij door mo delmatig het werkproces van de preekvoorbereiding met de verschil lende onderling samenhangende fa sen daarin te beschrijven. Het gaan langs die weg is het begin van het preken zelf en de vraag wat preken Is, wordt beantwoord door de preek die ik op de eerstvolgende zondag zal uitsprekpn. In dót ver band valt dan het woord: „preken is aanstaande zondag preken." Op die manier is alle prober, "tlpk op ver kleinde schaal gecracl'.l -\iar wie het boek leest zal bemerken dat Juist daardoor een opmerkelijke ver fijning van de vraagstelling optreedt. Zo bij voorbeeld wanneer heel precies wordt aangegeven hoe onderwerp of thema van de preek verschillen van het preekdoel en in verschillende fasen van het werkproces ter sprake komen. In tussen blijft de auteur in de duiding van elke fase trouw aan zijn uit gangspunt; de hoorder als beslissen de factor in het gebeuren. Fuiken Wie zoals Thomas de preek conse quent benadert in het perspectief van de communicatietheorie met centraalstelling van de hoorder kan in twee fuiken lopen Enereijds dat niet het Woord maar de situatie wordt verkondigd, terwijl dan alleen wat algemeenheden uit de christelij ke geloofstraditie de situatie verhel deren. Het vreemde, verwarrende en tegelijk verrassende van het evange lie krijgt dan geen kans meer. En het eind kan zijn dat je hoorders over houdt zónder Woord. Anderzijds is er de fuik dat het com municatieve gebeuren uiteindelijk niet ernstig genomen wordt doordat Je alles wat gezegd werd onschade lijk maakt door dogmatische bezwe ringen. Bijvoorbeeld door een voor tijdig beroep op de souvereinitelt van het Woord op op de Heilige Geest, alsof Geest en Woord de men selijke bemiddeling uit- in plaats van inschakelen. Dat kan er op uit lopen dat je het Woord overhoudt zonder hoorders. Thomas is voor mijn besef in geen van beide fuiken gelopen, wat hieraan te danken is dat hij de theologische gegevens vo lop laat functioneren binnen de communicatieve aanpak. De theolo gie komt in zijn boek volledig aan haar trekken en hoe! De lezer oorde- le zelf. voor wie? Uiteraard heb ik ook mijn vragen maar die kunnen we in een dagblad beter achterwege laten. Graag had ik uitvoerig uit het boek geciteerd, bij voorbeeld wat de auteur zegt over de raaklijnen met de liturgie en zijn advies om het schijnbaar be scheiden maar toch zo misleidende „wij" in de preek te ontbinden in de factoren „ik" en „u". Maar de aan kondiging mag het boek zelf niet vervangen. Ik wens het allereerst in handen van predikanten en theologie studenten. Al was het alleen maar vanwege de bemoelding dat preken geen zaak is van „je kunt het of je kunt het niet" maar een vak dat je kunt leren Een opmerking die de auteur méént en waar maakt. Verder denk ik aan leden van pree- kwerkgroepen zoals we die in tal van gemeenten aantreffen. Het was de bedoeling van de auteur om de vee lal verzwegen zaak van de preek voorbereiding bespreekbaar te ma ken. Dat is hem gelukt. Het zou van belang zijn als hiervan in brede kring profijt werd getrokken. Prof. dr G. N. Lammens Is hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amster dam, waar hij liturgiek doceert. BRUSSEL Met Ingang van 1 Januari moeten er produktlebe- perklngen voor de Europese staalbedrijven en groepen van staalondememingen komen. Dat ls de mening van de Europese commissie, het „dagelijks bestuur" van de EO. De economische en sociale situatie in de Europese staalsector zal er in de komende maanden beslist niet beter op worden, zo meent de Euro pese commissie Daarom overweegt ze begin volgend Jaar de zogenoemde crisismaatregelen in werking te la ten treden. De eerste fase van zo'n crisismechanisme houdt het instel len van produktiequota in. Daarmee kan men overproduktle en een on verantwoorde daling van de staalprijzen voorkomen. De commissie kan geen produk- tieschema's opleggen aan de onder nemingen. Maar ze gaat wel een drin gend beroep op de staalbedrijven doen om zich aan de gestelde nor men te houden. Slechts dat kan er ger voorkomen, zo meent de commi- issie. Als het niet lukt om de situatie (be zettingsgraad, werkgelegenheid, prijzen etc.) in de hand te houden, dan kan er een tweede fase in wer king treden. In zo'n tweede fase kan de commissie minimum-richtprijzen voor staalprodukten afkondigen. Tenslotte kan de commissie dan die minimum-prijzen verplicht maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 21