I
Bedenkingen verdedigers
uridische haarkloverijen"
r
Bankrekeninghouders:
Waarom u de 9 cijfers op uw bank-
giroformulier met mag vergeten.
Kabinet verdeeld over
noord-zuid-gesprek
(VP/ARP
Lubbers
)fficier van justitie in proces tegen L.
le
Voorkom problemen voor u en voor ons.
Vergeet de 9 cijfers niet.
Pronk en Brinkhorst oneens over resultaat
!T Hj ;PAG 23 NOVEMBER 1976
TROUW KWARTET PS 9/RH 11
oor Leo Kleyn
DERMOND „Juridische haarkloverijen" noemde gisteren de officier van justitie bij de
jermondse rechtbank de bedenkingen van de beide verdedigers van de 58-jarige fabrieksarbei-
r Hans L. tegen diens berechting op Nederlands grondgebied. Deze bedenkingen, aan het begin
n het proces geuit, kwamen erop neer dat de Nederlandse strafwet niet van toepassing is op de
oorlogsmisdrijven verdachte Limburger.
■||tnon
B k Roe
H prl
htsm
nffic
monde van mr M. C. van der Poel
Roermond betoogde de verdedi-
prlmalr dat in zake de proces-
tegen L. de bijzondere straf-
in Roermond geen
htsmacht bezit, en subsidiair dat
officier van justitie niet ontvan-
ijk is. Dit verweer was gegrond op
overwegingen dat de verdachte,
ir dienst te nemen bij de Waffen-
zijn Nederlanderschap heeft ver
en en ook nooit heeft teruggekre-
dat L. zijn misdaden niet jegens
«lerlanders heeft begaan, en dat
n Nederlandse belangen zijn ge-
aad. Aan de hand van verschil-
wetten hield Van der Poel de
afkamer voor dat L. in vrijheid
te worden gesteld.
officier van justitie, mr M. J.
uigom. zei niet in te zien waarom
strafkamer geen rechtsmacht zou
bben en hij niet ontvankelijk zou
i. met andere woorden: waarom
Nederlandse strafwet niet op de
dachte van toepassing zou zijn.
I erkende hij dat hier sprake is
een juridische puzzel, die naar
mening te wijten is aan slordig-
d van de wetgever.
in 1943 in Londen tot stand
'dam. Jcomen Besluit buitengewoon
afrecht. dan centraal staat bij de
«chting van oorlogmisdaden, is
1947 aangevuld met een artikel
irin werd bepaald dat ook zij die
le oorlog dienst hebben genomen
de vijand, schuldig zijn aan een
logsmisdrijf tegen de menselijk-
Id. Maar op grond van de wet die
Nederlanderschap regelt, verlie-
degenen, die in vreemde krijgs-
staatsdienst gaan het Nederlands
latburgerschap. Dat heeft tot ge-
lg dat zij niet in Nederland be-
:ht kunnen worden, ais de oor-
fsmisdrijven ook geen andere
nknopingspunten met Nederland
bben.
ontstaan. Als de rechtbank zich on
bevoegd verklaart, stelde hij, kan de
verdachte worden uitgeleverd aan
een land waarvan het onzeker is of
het een even humane rechtspraak
kent als het Nederlandse. Zo zal
volgens de officier L. kunnen wor
den uitgewezen naar zijn geboorte
land, waar sinds 1973 een „Haftbe-
fehl" tegen hem klaarligt. „Daarmee
zou de verdachte van de wal in de
sloot worden geholpen."
Vrijlating
Rammelend"
k officier gaf gisteren toe. dat hier
take is van wat hij een rammelen-
1 wetgeving noemde. Hij consta-
tde in de verschillende bepalin-
fneen „volslagen incongruentie",
tfnaar zijn mening de rechtbank
de opgave stelde zich met „on-
eniijke juristerij" bezig te hou-
L Daarmee bedoelde hij dat de
•pitbank nu maar moest raden
de werkelijk bedoelingen die
irdige wetgevers voor ogen heb-
n gestaan. „De wetgever in 1947",
I hij, „is óf waanzinnig geworden,
men moet het erop houden dat hij
een maar verzuimd heeft de wet-
ving zo te fatsoeneren, dat in dit
val de wet op het Nederlander-
hap niet geldt".
Uil fparbij bracht de officier ook te
rde dat degenen die in vreemde
^jgsdienst zijn gegaan, zich moreel
plerlanders kunnen blijven voe-
ook al hebben zij formeel hun
rterlanderschap verloren. Hij
tak van een „gevoelsmatig ver-
aMb. ai jt" dat die Nederlanders gemaakt
r u d0lfn worden.
zijn weerwoord op de bezwaren
n de verdediging bepaalde hij
rder de rechtbank bij de situatie
L bij vrijlating van L. zou kunnen
Ook L. zelf. betoogde de officier, is
erbij gebaat dat hij in Nederland
wordt berecht. „Als hij zou worden
vrijgelaten, zou hij terugkomen in
de kring van zijn bekenden. Hij zou
blijven rondlopen als een man die
nic. berecht is en in de kou worden
gelaten met zijn eventueel aanwezi
ge schuldbesef. Hij zal alleen wor
den gelaten, en een gruwelijker straf
is er niet."
Volgens de officier van justitie heeft
de verdachte zelf trouwens te ken
nen gegeven dat hij „zonder vonnis
niet meer kan leven". L. zou gezegd
hebben dat hij zich Nederlander
voelt en in Nederland terecht wil
staan. „Hij eist", hield de officier de
rechtbank voor, „dat hij door u
wordt berecht en niet elders in de
wereld voor de beulen wordt ge
worpen."
De rechtbank besloot na kort be
raad deze eis te honoreren. Zij be
paalde onder meer dat degene die
vrijwillig of onvrijwillig in vreemde
krijgs- of staatsdienst treedt, het
Nederlanderschap niet verliest. Ver
der ontwaarde zij in de bezwaren
van de verdediging een „samenstel
van feiten", waarover zij geen oor
deel wilden vellen alvorens de zaak
zelf onderzocht te hebben.
Toestand
De rechtbank was ook niet gevoelig
voor het argument dat door de twee
de verdediger mr H. Schouten uit
Venlo, naar voren was gebracht. De
ze raadsman betoogde dat L. er
geestelijk zo slecht aan toe is dat op
grond van het wetboek van strafvor
dering de vervolging geschorst dient
te worden. Schouten voerde aan dat
L. sinds zijn overbrenging naar de
psychiatrische observatie-kliniek
van het gevangeniswezen (POK) in
Utrecht, waar hij onderzocht is, psy
chisch in een zo deplorable toestand
verkeert dat hij niet meer in staat is
de op de zitting behandelde stukken
te volgen, vragen te beantwoorden
of iets ter eigen verdediging aan te
voeren. Aan de hand van het rap
port dat door de POK is uitge
bracht, stelde hij dat L. lijdt aan een
syndroom waarbij geheugenstoor
nis. bewustzijnstoornis, desoriënta
tie en hollucinaties optreden. Hij
meende dat zijn cliënt zich in een
„zeer gevaarlijke toestand" bevindt.
De rechtbank oordeelde dat voors
hands niet is gebleken dat L. in zo'n
gevaarlijke toestand verkeert. In
een later stadium, zo voegde zij daar
aan toe kan de schorsing van de
vervolging, zo die noodzakelijk
mocht blijken, alsnog worden bevo-
volg op pagina 1
nieuwe subsidies van de „investe-
gsrekening" wil Lubbers zo verde-
dattiedrijven in zwakke regio's
Investeringen die veel werk ople-
en, het meest worden gesubsi-
'erd. Later zou er ook meer subsi-
mogelijk moeten worden naar-
e een investering leidt tot scho-
produceren. minder beslag legt
ïnergie en grondstoffen, de inter-
ionale arbeidsverdeling bevor-
en een goede ruimtelijke orde-
g dient.
nzekerheid
KVP-Kamerlid Peijnenburg be-
gde gisteren dat de ondernemers
nlg vertrouwen hebben in het
ïwe subsidie-instrument. Men
est ambtelijke willekeur en onze-
heid. Volgens Peijnenburg zou de
isteringsaftrek zo kunnen wor-
verfijnd. dat de nieuwe, boven-
wemde criteria daarbij kunnen
den toegepast. Investerende be
ven die geen winst maken en
i investeren, zouden een negatie-
•elasting moeten kunnen ontvan-
Dit heeft volgens Peijnenburg
voordeel dat ondernemers en
rheid weten waar ze aan toe zijn.
investeringsaftrek is een oud be-
Kl instrument, waarover ook be-
Pszaken zijn gevoerd. De KVP-er
eg minister Lubbers zijn sugges-
onder de loep te nemen.
CHouwelingen (ARP) bleek niet
naai gelukkig met de nadruk
'mee Peijnenburg zijn alterna-
had gepresenteerd. De drie CDA-
fracties KVP. ARP. CHU had
den niet een volledig gezamenlijk
standpunt, maar hadden wel tevoren
de zaken doorgepraat. Daarbij is vol
gens Van Houwelingen als CDA-
standpunt afgesproken dat men de
investeringsregeling niet zou afwij
zen. maar enkele kritische vragen
erover zou stellen, waaronder de
vraag of via verfijning van de inves-
terings-aftrek niet hetzelfde doel zou
kunnen worden bereikt.
Van Houwelingen vindt dat een
nieuw fonds als de investeringsreke
ning duidelijk voordelen biedt bo
ven verfijning en uitbreiding van de
investeringsaftrek. De subsidieper
centages uit het fonds kunnen ge
makkelijk worden aangepast als de
economische ontwikkeling daartoe
aanleiding geeft, zonder dat de uit
gebreide procedure van wetswijzi
ging moet worden gevolgd. Boven
dien biedt het fonds de mogelijk
heid om werkgevers en vakbewe
ging in te schakelen bij het uitwer
ken van de criteria voor de subsidië
ring. De ARP'er vreest dat invoering
van deze criteria in de investerings
aftrek niet gemakkelijk zal zijn van
wege de gevestigde belastingideeën.
Gereserveerd
K
Van der Mei (CHU) uitte veel reserve
ten aanzien van de investeringsreke
ning. Hij waarschuwde voor
ambtenarij en subjectiviteit in de
steun, en ook voor onzekerheid bij
de ondernemers over de bedragen
waarop ze mogen rekenen. Door de
PvdA werd de investeringsrekening
zeer verwelkomd.
Wierenga (PvdA) had al wel wat
eisen ten aanzien van de investe
ringsrekening. Ook overheidsbedrij
ven zelf of bedrijven waarin de over
heid deelneemt, moeten voor de
nieuwe subsidies in aanmerking ko
men. Verder vindt de PvdA het on
aanvaardbaar dat de extra subsidie
naarmate een Investering veel werk
oplevert, alleen zal gelden voor in
vesteringen van 10 miljoen gulden
of meer. De PvdA wil juist de
kleinschaligheid bevorderen, en het
subsidiepercentage laten dalen
naarmate de investering groter is.
Van Aardenne (VVD) vreest van de
subsidies en andere steun aan be
drijven een „afglijden naar een ge
leide economie". Rechtstreekse
overheidsteun aan bedrijven vindt
hij alleen aanvaardbaar als op de
wereldmarkt andere regeringen de
concurrentie vervalsen als het gaat
om bedrijven in sectoren die in her
structurering zijn, en voor de lest
alleen als het gaat om globale, voor
alle bedrijven gelijkelijk werkende
steunmaatregelen. In de investe
ringsrekening ziet de WD een drei
gend „bureaucratisch-industrieel
complex".
Kritiek uit Kamer
op exportbeleid
minister Lubbers
DEN HAAG Minister Lubbers
(economische zaken) heeft gisteren
vanuit de Tweede Kamer het ver
wijt te horen gekregen, dat hij te
weinig aandacht heeft voor bevorde
ring van de export. In Lubbers' nota
over de structuur van de economie,
is het hoofdstuk over de Neder
landse export verbazingwekkend
mager, zo oordeelde de heer Wieren-
ga (PvdA). Ook de CDA-
partijmensen meenden, bij monde
van Chu-er Van der Mei. dat die
export er te bekaaid is afgekomen.
Beide Kamerleden misten in de no
ta van Lubbers concrete voorstellen
ten gerieve van de export, die zo
constateert de minister een niet
bijster gunstige toekomst lijkt te
hebben. Juist daarom is een actieve
rol van de overheid onmisbaar, zei
Wierenga.
len. Gistermiddag werd begonnen
met het verhoor van L., die ineenge
doken. vaak met het hoofd in de
handen, voor zijn rechters zat. Op
veel vragen antwoordde hij met een
schouderophalen. De president van
de strafkamer, mr H.J. te Strake.
vulde de schaarse en summiere
antwoorden aan met voorlezing van
tijdens het vooronderzoek afgeleg
de. uitvoeriger verklaringen.
L. zoon van een Nederlandse vader
die in 1902 Limburg verliet om in
Duitsland te gaan wonen en werken
en een Duitse moeder, heeft zich in
het najaar van 1941 aangemeld bij
de SA. Hij heeft verklaard dat vrij
willig gedaan te hebben, maar zich
wel door de omstandigheden daar
toe gedwongen te hebben gevoeld.
Bier
Uit nadere vragen van de president
bleek gisteren dat L. gezegd heeft
min of meer onder druk van Duit
sers in zijn omgeving te hebben ge
handeld. Hij zou in het dorp waar hij
woonde met de nek zijn aangeke
ken, omdat hij zich afzijdig hield
van de oorlogsvoering. Ook zou hij
zich hebben aangemeld na flink wat
bier te hebben gedronken. Gisteren
bevestigde hij dat iemand
missschien iets in zijn bier had
gedaan.
Op 15 januari was hij ingeschreven
bij de SS. waarna hij drie maanden
lang een infanterie-opleiding
volgde. Na afloop daarvan was hij
naar het kamp Bobruisk in de Sow-
jet-Unie gezonden. Als soldaat had
hij daar verschillende baantjes; on
der meer was hij boodschappenjon
gen van een SS-offlcier. Hij werkte
in dat kamp tot september 1943 toen
het werd opgeheven. Van de 1500
Poolse Joden die in de loop van de
tijd naar Bobruisk waren gezonden,
waren er toen nog 91 in leven.
Een groep van 75 overlevenden be
geleiden L. persoonlijk naar Minsk.
Onder tranen vertelde hij gisteren
de rechtbank dat hij daar bij een
prostitué een geslachtsziekte had
opgelopen. Vanaf dat ogenblik zei
hij, was hij „niet meer goed in orde"
geweest. Hij voegde eraan toe: „Ik
begrijp zelf niet wat er allemaal ge
beurd is. Ik ben volkomen in de
Kristalnacht
Tot wreedheden die hij in Bobruisk
heeft begaan, is L. naar zijn zeggen
geïnspireerd door de mishandelin
gen waaraan Joden tijdens zijn
jeugd onderworpen werden en waar
van hij dagelijks getuige was. Met
name de Kristalnacht zou een onuit
wisbare indruk op hem hebben ge
maakt. Tijdens die nacht, in novem
ber 1938 zou hij hebben gezien hoe
joden mishandeld en vermoord wer
den. Die gebeurtenissen zouden als
een film in zijn hoofd zijn blijven
hangen en als SS-er in Bobruisk zou
hij in praktijk hebben gebracht wat
hij toen heeft gezien.
Omdat het verhoor L. na enkele
uren te zeer aangreep werd het giste
ren vroeg in de middag, al afgebro
ken. „Ik weet niet meer wat er ge
beurt". stamelde hij. voordat hij de
rechtzaal verliet.
O
74 99 3? 834
DE HEER B.M. DE VRIES
STATIONSWEG 114
SPOORSTAD 8888
L
Hi-« Ibaiikginilbmitilivr.
Als u geld overmaakt, zet u het bankrekeningnummer van de
betrokkene op uw bankgiroformulier. U vindt dat vanzelfsprekend.
En dat is 't ook. De 9 cijfers sluiten misverstanden uit en bespoedigen de
betaling.
Toch komt het voor, dat u een bankrekeningnummer niet weet.
Probeer in zo'n geval eerst zelf die 9 cijfers aan de weet te komen. Een
telefoontje naar de betrokkene is meestal voldoende. U kunt hem dan
meteen attenderen op het feit dat zijn bankrekeningnummer nergens op
vermeld staat. Lukt het niet, neem dan contact op met uw bank.
Stuur zo'n bankgiroformulier in ieder geval niet in zonder die
9 cijfers; dat veroorzaakt grote problemen bij uw bank. Omdat vanaf
1 januari 1977 het bankgirosysteem volledig is geautomatiseerd, kunnen
wij bankgiroformulieren zonder rekeningnummer dan niet meer
verwerken.
De Gezamenlijke Banken en Spaarbanken.
door Nico Kussendrager
DEN HAAG Het botert niet tussen minister van ontwikkelingssamenwerking Pronk aan de ene,
en minister Van der Stoel en staatssecretaris Brinkhorst (buitenlandse zaken) aan de andere kant.
Een paar maanden geleden was er
verschil van mening over een Neder
landse nota over Europese ontwik
kelingssamenwerking. Pronk
hechtte daar erg aan. de twee andere
bewindslieden vonden dat ons land
als voorzitter van de Gemeenschap
niet met zo'n stuk kon komen. Bo
vendien wilden zij West-Duitsland
dat met Den Haag sterk van mening
verschilt in hoeverre op eisen van de
derde wereld moet worden ingegaan
niet al te hard tegen de haren
instrijken. Uiteindelijk kwam de no
ta zij het gekortwiekt er toch.
Geen vertrouwen
Het nieuwe conflict gaat over het
verloop van het noord-zuidgesprek
in Parijs, het overleg tussen arme en
rijke landen dat sinds december vo
rig jaar voortsukkelt en dat volgens
plan volgende maand moet worden
afgesloten. Pronk heeft in het ge
sprek geen enkel vertrouwen meer
In juli zei hij al in een gesprek met
Trouw dat het beter was het noord-
zuidgesprek maar te vergeten. En
vorige week vertelde de minister de
christelijke jonge werkgevers geen
enkele hoop meer te hebben dat de
noord-zuiddlaloog nog iets zal ople
veren. Hij hekelde de houding van de
rijke landen in de Franse hoofdstad,
die volgens hem niets positiefs in
brengen.
Die uitspraken zijn Pronk door
Brinkhorst niet in dank afgenomen.
Volgens de staatssecretaris spelen
alle uitspraken over een mogelijk
mislukken van zo'n gesprek perso
nen in de kaart die zo'n mislukking
van de noord-zuidd:r:!oop juist wil
len. Pronk praat het gt :::r.en
arme en rijke landen het graf in. zo
laat zich de kritiek van de staatsse
cretaris samenvatten. Hij wilde niet
met zoveel woorden Ingaan op de
uitlatingen van Pronk, maar stelde
wel met nadruk dat de eerste ver
antwoordelijkheid voor het noord-
zuidgesprek in Nederland ligt bij mi
nister Van der Stoel en hemzelf en
niet bij de minister van ontwikke
lingssamenwerking.
'Oliedruk'
Pronk zei bij de christelijke Jonge
werkgevers ook een verhoging van
de olieprijzen met 10 tot 15 procent
niet onredelijk te vinden, omdat een
dergelijke verhoging in de pas blijft
met de internationale inflatie. De
olielanden en andere staten in de
derde wereld moeten juist door de
geldontwaarding ook steeds meer
betalen voor de industrieprodukten
die zij in de westerse landen kopen.
Zo'n olleprijsverhoglng heeft alles te
maken met het verloop van het
noord-zuidgesprek. Aanleiding voor
dat overleg was de 'oliecrisis' die de
derde wereld een machtig wapen in
handen scheen te geven: de
grondstoffen (koffie, koper, katoen
bij voorbeeld) en de energie (olie) die
zij aan de westerse landen leveren en
waarvan de industriestaten afhanke
lijk zijn.
Een nieuwe olieprijsverhoging kan
door de derde wereld worden ge
bruikt om in Parijs concessies van
de rijke landen af te dwingen. Pronk
zei voor de christelijke jonge werkge
vers dat een tegemoetkomende hou
ding van de geïndustrialiseerde lan
den in de noord-zuiddialoog nodig is
om een sterke stijging van de olie
prijs te vookomen. Op die manier
zou de 'oliedruk' weer op het gesprek
in Parijs kunnen worden gezet, na
dat 'olie als wapen' aan kracht had
ingeboet toen de rijke landen over de
eerste schrik van de oliecrisis heen
waren. Zij leken toen weer van een
gestage aanvoer van olie tegen rede
lijke prijzen verzekerd, zodat voor
hen de noodzaak om in Parijs aan de
verlangens van de derde wereld tege
moet te komen, was verdwenen
Eenheid?
Nu is het nog maar de vraag of de
olielanden inderdaad de olieprijs
weer zullen gebruiken om de wester
se landen in Parijs over de brug te
laten komen. Tot nu toe hebben de
olielanden met de mond steeds de
eenheid met de rest van de derde
wereld beleden, maar ln de praktijk
bleek daar weinig van.
De armste ontwikkelingslanden
hebben het meest te lijden gehad
van de olieprijsverhogingen tot nu
toe, terwijl de OPEC-staten op Inter
nationale bijeenkomsten voor deze
landen tot nu toe weinig uit het vuur
hebben weten te slepen. Daardoor
taant op het ogenblik de eenheid in
de derde wereld en zou het best eens
kunnen zijn dat een aantal ontwik
kelingslanden in Parijs met veel
minder genoegen zullen nemen dan
waar zij aanvankelijk om vroegen.
De belangrijkste eisen van de „ne
gentien" (olie- en andere ontwikke
lingslanden) in Parijs zijn op het
ogenblik hogere en evenwichtiger
grondstoffenprijzen en een regeling
voor de door de armste ontwikke
lingslanden schier niet meer af te
betalen schulden. Volgens staatsse
cretaris Brinkhorst zijn mogelijk de
radicale landen (waaronder enkele
oliestaten) uit op een mislukking in
Parijs, maar niet de armste ontwik
kelingslanden. Het valt inderdaad
op dat het met de felle uitvallen van
bijvoorbeeld Algerije tijdens het
noord-zuidgesprek is gedaan. Ande
re. meer gematigde derde wereldlan
den lijken de leidende rol ln Parijs te
hebben overgenomen.
Inspelen
Er is wel gezegd dat de rijke landen
op de verdeeldheid van de derde
wereld inspelen om tijdens het
noord-zuidgesprek geen tegemoet-
staatssecretaris Brinkhorst.
koming te hoeven doen. Het zou dan
een jaar lang alleen maar hebben
gediend als een doekje voor het
bloeden, zonder dat een stap vooruit
is gezet. Met name West-Duitsland
en de Verenigde Staten hebben bij
voortduring hardnekkig geweigerd
om ook maar Iets toe te geven.
Door de houding van de Westduit
sers aan de ene en Nederland aan de
andere kant ls de Europese Ge
meenschap het ook nog steeds niet
eens geworden over een ge
meenschappelijk standpunt ln Pa
rijs. evenmin als zij erin slaagde
tijdens de wereldhandelsconferentie
Unctad in Nairobi eensgezind op te
treden. Vorige week hebben de mi
nisters van buitenlandse zaken in
Brussel geprobeerd overeenstem
ming te bereiken, maar opnieuw
zonder succes. Maandag gaan de
regeringsleiders van de negen het in
Den Haag opnieuw proberen maar
er is weinig hoop dat dat wèl wat zal
opleveren. Verdeeld zullen de olie-
en andere ontwikkelingslanden vol
gende maand naar de eventuele
slotzitting ln Parijs trekken, ver
deeld zullen de rijke landen daar
dan zijn, zodat het balletje nog vele
kanten op kan rollen.