II
,.ersenoperaties om gedrag
te veranderen; stappen op de
Wegwaar wij niets van weten
eel schoolkinderen in
Leiden te laat naar bed
r
Cursus voor kerkleden
in de Minahassa
markim
erband tussen beroep van ouders en „doorleren"
Vooral in weekend
mag de hele tv
uitgekeken worden
Iferzuim
Een ladder
naar de
hemel
electrische treinen compleet va. 6975
RTET
ERDAG 13 NOVEMBER 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 11
S van
(maakt
i: Bath
a Imet
2575,
ran vol
loor drs. J. J. Kllnkert
bij hot
Bel van
int u in
Jd-
Enkele weken geleden bracht de NCRV een tweetal televisieprogramma's op het scherm, die
Het onderwerp „psycho-chirurgie" behandelden. Hiermee wordt een vorm van hersenchirurgie
aangeduid, die als doel heeft het veranderen van het gedrag van een patiënt in een gewenste
Ichting. Het gaat meestal om het onderdrukken van bepaalde ongewenste gedragingen.
eerste
it NES
rmulfer
Henk Mochel deed een aantal kan
en van dit onderwerp uit de doe-
j ten, waarbij hij er de nadruk op
egde, dat over dit soort chirurgie
iet laatste woord nog niet gezegd
s. In het nu volgende wil ik dan
ook ln een eerste reactie op de twee
lodatie (televisieprogramma's aandacht
vragen voor een aspect van de psy
cho-chirurgie, dat nog in het geheel
niet aan de orde is gekomen: het
taande jjoclaal-wetenschappelijk aspekt.
Wat is ziekte?
Ziekte is een verschijnsel dat ieder
een kent, maar waarvan het heel
moeilijk is te zeggen, wat het pre
cies Inhoudt. Wel kunnen er een
.drietal aspecten aan het begrip
ziekte onderschelden worden, die
ln de loop van de geschiedenis in
verschillende mate aandacht heb
ben gekregen.
Er ls een tijd geweest, met name de
tweede helft van de negentiende en
de eerste helft van de twintigste
eeuw, dat ziekte sterk werd opge
vat ln termen van het lichamelijk
aspect ervan. Ziekte werd be-
'louwd als uitsluitend een fysieke
«tand, waarbij voor elk zlekte-
ig een fysieke afwijking als
ak moest worden beschouwd,
alleen, zo meenden de toenma-
medici, gold dit voor ziekten
typhus, cholera en difterie,
ook voor de zg. geestes
ten.
de medische wetenschap heeft
te opvatting ook na de genoem-
le periode een belangrijke rol ge
peeld. Het inzicht dat andere as-
>ecten ook belangrijk zijn wint
■tchter de laatste decennia sterk
■ierreln. Zo is daar bijvoorbeeld het
speet van de individuele ervaring,
emand is hierbij ziek wanneer hij
lch ziek voelt. Dat kan, maar be-
loef t niet samen te vallen met ziek
te in lichamelijke zin.
Gedrag
Eo derde aspect van ziekte is het
ipect van het uiterlijk gedrag,
flerblj is iemand ziek als hij zich
aders gedraagt dan hij zou doen
dl hij gezond was. Dat gedrag (af-
«ijkend gedrag zouden we dat kun
nen noemen) kan allerlei vormen
aannemen: naar de dokter gaan, de
hele dag in bed liggen, nooit iets
zeggen, bang zijn om in een lift te
staan, overgeven, enz. Dit aspect
van ziekte is weer volledig onafhan
kelijk van de belde eerdergenoem
de aspecten. Ziektegedrag kan dus
jeheel los van lichamelijke afwij-
tingen voorkomen.
Een teken dat, zoals gezegd, de
aandacht voor de twee laatstge
noemde aspecten van het ver
schijnsel ziekte toeneemt is het be-
«lult van de Wereldgezondheidsor
ganisatie, genomen ln 1948, om ge
wondheid te omschrijven als: een
loestand van optimaal fysiek, gees
telijk en sociaal welbevinden.
sp ea|
ona
B.V.,
Wanneer nu het inzicht doorbreekt,
dat ziekte naast een lichamelijk
ook een psychisch of sociaal aspect
heeft, dan betekent dit dat ook de
behandeling van aangepaste aard
zou moeten zijn. Immers, .ziekte"
of liever „ziektegedrag" dat zijn
belangrijkste oorzaak vindt in soci
ale omstandigheden, kan onmoge
lijk afdoende bestreden worden
met fysieke middelen. Wat men
dan in het beste geval doet ls
symptomen bestrijden zonder de
oorzaak weg te nemen. Wat kunnen
de sociale ooizaken van ziekte nu
zoal zijn?
Sociaal verschijnsel
Sociale factoren kunnen op ver
schillende manieren bijdragen tot
het ontstaan van ziekte, of zelfs
ziekte veroorzaken. De sociale om
geving bijvoorbeeld kan de invloed
van biotische ziekteverwekkers
(bacteriën) vergemakkelijken. Ook
kan ziekte het resultaat zijn van
een in een cultuur toegejuichte le
vensstijl (longkanker als gevolg
van roken) of van spanningen in
iemands sociale omgeving (de be
kende maagzweer).
Er is echter nog een andere relatie
tussen sociale omgeving en indivi
duele ziekte. Dat betreft in het bij
zonder ziekten die zich alleen uiten
in gedrag. Dat nogmen we meestal
gemakshalve „geestesziekten" (of:
psychisch disfunctioneren, of:
functionele stoornissen). Een ojec-
tleve fysieke oorzaak is daarvoor
ondanks diepgaand onderzoek dik
wijls niet aan te tonen. Anders ge
zegd: in medisch wetenschappelij
ke termen zoals die nu gangbaar
zijn, kan ziektegedrag niet ver
klaard worden.
Op dit moment komen andere we
tenschappen de medische we
tenschap te hulp. Als er ziekte ls
die zich alleen ln gedrag uit, dan
kan bijvoorbeeld de sociale we
tenschap (een der gedragswe
tenschappen) een bijdrage in de
verklaring van zulk gedrag leveren.
Een dergelijke bijdrage is bijvoor
beeld het inzicht, neergelegd in het
zg. Thomas-theorema: wanneer ie
mand een situatie als werkelijk be
schouwt, dan Is die situatie voor
hem ook werkelijk ln zijn gevolgen.
Op ziekte toegepast betekent dit:
als ik een bepaald gedragspatroon
ziekte noem, dan ls het ook ziekte.
Ziekte, met andere woorden, is dan
geen objectief gegeven meer dat op
wetenschappelijke wijze is aan te
tonen. Nee, ziekte is dan een ver
schijnsel dat optreedt bijvoorbeeld
afhankelijk van de sociale of cultu
rele omgeving van het „zieke" indi
vidu. De omgeving van een indivi
du bepaalt om het even sterk te
stellen of hij ziek is of niet. Dat
doet zij door een bepaald gedrag
„ziekte" te noemen, of er een ander
etiket op te plakken bijvoor
beeld „hekserij" of „misdaad".
Psycho-chirurgie
Een arts in het programma noemde
de operaties consequent „neurochi
rurgie". Deze laatste term is niet
toevallig gekozen. Hij duldt aan
dat er sprake is van chirurgie (zeg
maar: doelgericht snijden) ln het
(centrale) zenuwstelsel. Zo'n term
heeft een steriel, een objectief ka
rakter. Het is tegelijk een smettelo
ze en een dode term, omdat hij
niets zegt over het doel en de gevol
gen van dit type chirurgie.
Niet voorspelbaar
Echter, en daar gaat het mij ln dit
stuk om: de gevolgen van chirur
gische ingrepen met het doel het
veranderen van iemands gedrag
zijn nooit te voorspellen. Met ande
re woorden: chirurgie is hier niet
doelgericht. En daarmee ben ik
weer terug op de Juistheid van de
term psycho-chirurgie: het duldt
het onmogelijke aan. Na wat ik
schreef over de verschillende as
pecten van ziekte en de „oorzaken"
van ziektegedrag is het niet moei
lijk deze stelling toe te lichten.
In het programma zelf werd er al
steun aan gegeven door uitlatingen
van verschillende Nederlandse
artsen en ln het slotwoord door
Mochel zelf: bij de huidige stand
van kennis ls het min of meer wer
ken in volstrekte duisternis. Een
psycho-chirurg prikt en brandt iets
weg, maar wat hij precies doet is
zeer onduidelijk ook voor
hemzelf.
Niet aangeboren
Een tweede, belangrijker argument
is het volgende. De menselijke
„geest" het doelwit van verande
ring van de psycho-chirurgie, is
hem niet aangeboren. Het ls een
geheel dat wellicht enkele erfelijke
kenmerken bezit (die als randvoor
waarden voor bepaalde aspecten
van de ontwikkeling van een per
soonlijkheid kunnen functioneren),
maar dat voornamelijk ln wis-
selkwerking met de omgeving
wordt ontwikkeld. En met „de om
geving" bedoel ik dan vooral de
sociale omgeving: andere mensen.
In de eerste levensjaren zijn dat
vooral de ouders en andere ge
zinsleden, een geheel dat wel wordt
aangeduid als de „primaire groep".
Hierin wordt de richting van de
ontwikkeling van iemands geest
vooral bepaald. Op latere leeftijd
oefent een wijdere sociale omge
ving haar invloed nog steeds uit.
Terugkeer
Psycho-chirurgie nu, snijden in ie
mands geest met het doel zijn ge
drag te veranderen, ontkent dit ge
geven of acht het van gering be
lang. Het is een voorbeeld van een
terugkeer naar het nog altijd be
langrijke natuurwetenschappelijk
paradigma in de geneeskunde, de
opvatting waarbij ziekte als uitslui
tend fysiek verschijnsel wordt ge
zien. Psycho-chirurgie gaat uit van
de veronderstelling, dat het mense
lijk gedrag voor het belangrijkste
deel bepaald wordt door de fysieke
struktuur van de hersenen. Agres
sief gedrag? Te veel van cel A op
plaats B. Agressief gedrag? Te veel
van cel A op plaats B. Alcoholis
me? Te veel van cel C op plaats D.
Wegbranden en de zaak ls weer
terecht.
Het zal duidelijk zijn dat met een
dergelijke aanpak, gebaseerd op
deze vooronderstelling datgene
ontkend wordt wat het menselijke
in de mens ls: zijn geest als een
subtiele structurering van fysieke
en sociale elementen, in de loop der
jaren ontwikkeld tot een onscheid
baar en vooral uniek geheel. Dat de
gevolgen van een chirurgische in
greep hierdoor niet te voorspellen
zijn ls duidelijk. Iets zo Ingewik
kelds als het menselijk gedrag, iets
dat zo moeilijk te verklaren en te
voorspellen is kan per definitie niet
doelgericht chirurgisch worden be
naderd. Psycho-chirurgie ls daar
om niet slechts een eng-medische
denkfout; het is een belediging
voor de mens een een belediging
voor de schepping.
Door de hele entourage waarmee
de psycho-chlrurgische Ingrepen
omgeven zijn lijkt zo'n operatie
voor de leek een demonstratie van
het hoogste medisch-
wetenschappelïjk kunnen. Het te
gendeel ls echter waar: het ls een
ingreep die ln zijn technische een
zijdigheid uitblinkt door zijn primi
tiviteit. Het is een operatie die als
een regressie ln het medisch den
ken aan te duiden ls.
Voor wie?
Een laatste opmerking wil ik wij
den aan de categorieën mensen die
in aanmerking zouden kunnen ko
men voor een psycho-chlrurgische
behandeling. Volgens het televisie
programma gold dit onder meer:
geesteszieken, agressieve misdadi
gers, homofielen en alcoholici.
Wanneer ik dit lijstje zie, dan be
kruipt mij het angstige vermoeden,
dat het medisch handelen hier het
belang van de samenleving boven
dat van de patiënt stelt. Een sa
menleving die last heeft van be
paalde mensen en hier een gemak
kelijke manier krijgt aangereikt
om daar vanaf te komen.
Ik beweer overigens niet dat dat de
Nederlandse praktijk zou zijn
integendeel. Maar het is wel van
groot belang om het belang van de
patiënt duidelijk te maken. Dat
moet het uitgangspunt van elke
medische handeling zijn. Het gaat
niet om de samenleving, niet om de
wetenschap, niet om de techniek
en niet on de hobby van een stel
artsen. Het gaat uitsluitend om de
patiënt. En het belang van die pa
tiënt betekent voor de psycho-
chirurgie ln Nederland maar één
ding: stoppen.
Drs. J. J. Klinkert is wetenschappe
lijk medewerker van de Vakgroep
algemene sociologie van de Vrije
Universiteit te Amsterdam.
n onze onderwijsredactie
IIDEN Volgens de leerkrachten in Leiden gaan daar ontzettend veel schoolkinderen te laat
ar bed. Zij concluderen dat uit het feit dat erg veel kinderen nog laat televisieprogramma's
zien hebben. Vooral in het weekend blijken veel kinderen laat te gaan slapen. Ze mogen dan het
le tv-programma uitkijken.
ADVERTENTIE
is een van de punten uit de
uitaten van een onderzoek dat de
neente Leiden als eerste in Neder-
d heeft laten insteUen naar de
'blemen van schoolkinderen en
de school. Op grond van de
kütaten van dat onderzoek hoopt
Leidse schooladviesdienst zijn
rk beter te kunnen doen.
t onderzoek is uitgevoerd door de
6,2 lerwijssociologe, mevrouw C. de
ijs. H( es-Van Bilderbeek. Om de ver-
lOtoM11116,1 tussen de gebieden in Lei-
'K a i boven water te krijgen heeft zij
den verdeeld ln een zestal regio's,
toenstad, Kooidistrict, Roden-
rgdlstrtct, Bos- en Gasthuisdis-
:t, Morsdistrict en Merenwijk. De
zes „regio's zijn zo samengesteld
er nogal wat verschiUende bevol-
ngsgroepen in elke regio zijn.
blijkt dat er in de Merenwijk de
tete Surinamers en AntiUianen
school zitten, terwijl er in de
inenstad volgens de leerkrachten
één is. Kinderen met buiten-
ie ouders wonen gelijkelijk ver-
ir 279 «ld over de stad.
.ito tat scho'
MftiPF Kooidistri
het schoolverzuim betreft: in
Kooidistrict wordt zowel abso-
als relatief het meest verzuimd
(5.4 procent), in het Morsdistrict het
minst. In bijna de helft van de geval
len is bij de leerkrachten niet be
kend, waaróm er verzuimd wordt.
Vijftien procent van de „spijbelaars"
geeft als reden: „tegenzin in school"
en dertien procent: „helpen in het
huishouden."
Beroep vader
Interessant zijn ook de gegevens
over de schoolverlaters. Hieruit
blijkt dat in Rodenburg het grootste
percentage naar de brugklas van het
VWO/HAVO/MAVO gaat, terwijl in
diezelfde wijk ook het kleinste per
centage naar de LTS gaat. In Kooi
zijn deze cijfers precies omgekeerd.
Uit de gegevens van het bureau voor
de statistiek van de gemeente Lei
den blijkt dat er een verband bestaat
tussen het percentage leerlingen dat
naar VWO/HAVO/MAVO gaat en het
aantal handarbeiders in de betref
fende wijk. Hoe meer handarbeiders,
hoe minder leerlingen er naar de
genoemde schoolsoort gaan.
Uit de beroepsgroepen van de vaders
van de leerlingen kan een aardig
beeld verkregen worden over de af
komst van deze leerlingen. Uit deze
cijfers blijkt dat in de Merenwijk de
meeste mensen wonen met hogere
en middenberoepen, terwijl in Kooi
de meeste ongeschoolde arbeiders
wonen (35 procent). In deze laatste
wijk komen vrijwel geen hogere en
middenberoepen voor. Bovendien
zijn in de binnenstad en Kooi de
meeste vaders werkloos, terwijl in
Mors de minste werkloosheid voor
komt.
Om een inzicht te krijgen in het
opvoedingsklimaat, waarin de leer
lingen verkeren, heeft mevrouw De
Vries een aantal vragen gesteld aan
de leerkrachten, onder andere of de
ouders regelmatig met hun kinderen
over hun problemen praten, of zij
een spelletje met hen doen en of ze
weieens gezamenlijk op stap gaan.
Het Morsdistrict scoort wat betreft
het praten met de kinderen over
problemen het laagst (28 procent)
„of heeft het eerlijkst geantwoord",
aldus de onderzoekster. In de overi
ge districten praat ongeveer twee
derde deel van de ouders regelmatig
met de kinderen over hun proble
men. Op de andere vragen antwoor-
Uonel Blue
De joodse weg tot God
...de meest smakelijke inleiding die
ik ooit onder ogen heb gekregen.
(-) Wat maakt dit boekje zo onge
looflijk aantrekkelijk? Blue's hu
mor, het feit dat hij nooit een blad
voor de mond neemt bij zijn
ongebruikelijke tocht door de
hedendaagse joodse gemeenschap
Een ladder naar de hemel, de
openhartigste kennismaking die ik
me kan voorstellen.
Drs. Edward van Voolen in
N.I.W. 22-10-76
een uitgave van Ten Have, Baarn
prijs f 12.50
verkrijgbaar in de boekhandel.
Een kerk in Kota Mobagu in de Minahassa.
door Sjoerd Runia
Ook de Indonesische kerken hebben de laatste tijd de technieken van het vormingswerk ontdekt
om de gemeenteleden toe te rusten voor het uitdragen van het evangelie in hun eigen omgeving.
Dit toerustingswerk bestaat reeds langere tijd ln andere kerken, onder meer in Nederland.
dde ongeveer de helft van de ouders
positief.
Interesse
Tot slot nog wat gegevens over de
mate waarin de ouders zich interes
seren voor hetgeen er op school ge
beurt. Hiervoor ls onder andere ge
vraagd of de ouders achter het huis
werk van de kinderen aanzitten en of
zij desnoods bereid zijn de televisie
uit te zetten.
In de Merenwijk houden alle ouders
hun kinderen ln de gaten, of zij hun
huiswerk wel maken. In het Morsdi
strict gebeurt dat slechts in de helft
van de gevallen. Het percentage ou
ders dat de televisie uit zou doen ligt
overigens veel lager. Behalve in de
Merenwijk ls dit percentage nergens
hoger dan vijftig (in de Merenwijk
85). Het laagst scoren Mors. Bin
nenstad en Kooi met tussen de 25 en
30 procent.
De Evangelisch Christelijke Kerk
van de Minahassa vroeg mijn raad
en helpende hand bij de opzet van
dit werk in de eigen gemeenten.
Maar in hoeverre waren de aanpak
en de methoden uit andere kerken
bruikbaar in de Indonesische situa
tie? In twee beraden met Indone
sische predikanten die twee jaar ge
leden werden gehouden, kregen wij
duidelijkheid. We werden het eens
dat het toerustingswerk niet van bo
ven in de gemeente kan neerdalen.
Er moet tevoren overlegd worden
tussen synode, classes, gemeenten
en gemeenteleden, zodat we van el
kaar weten waar ieder mee bezig is
en waar de knelpunten liggen.
Wij werden het tijdens de beraden
verder eens dat onze leden, vooral
onze kerkeraadsleden, toerusting en
informatie nodig hebben, niet alleen
in de kleine doe-het-zelf-gemeente,
maar ook in de grotere gemeenten,
die als een fanclub aan hun dominee
hangen. We vonden dat het niet no
dig was te wachten op rapporten van
onze afgevaardigden naar de we
reldraadassemblee in Nairobi. We
besloten onszelf in de gemeenten te
gaan oefenen in bevrijding en een
heid door Jezus Christus en zelf op
zoek te gaan naar weerstanden daar
tegen.
Er kwam een programma tot stand,
bestaande uit drie etappes, waarmee
wij op pad gingen langs de gemeen
tes in de Minahassa. Dat programma
had als doel een bewustwording op
gang te brengen onder meer door een
groepsdynamisch spel, waardoor er
langzamerhand een besef in de groep
ontstaat dat het met de vrijheid erg
tegenvalt, want dat ieder met han
den en voeten gebonden ls aan adat,
onwetendheid, angst, status, publie
ke opinies enz.
Drie cursusetappes
Elk weekend bestaat uit drie cursus
etappes. Als we op vrijdagmiddag
om vier uur met de eerste etappe
„Zijn we wel vrij en één?" beginnen,
gaat het er om dat we onze gebon
denheid en onenigheid bij onszelf en
in ons kerkelijk en maatschappelijk
milieu gaan ontdekken en de moed
opbrengen dit uit te spreken.
BIJ de tweede etappe „Jezus bevrijdt
en verenigt" zitten we niet meer in
clubjes per gemeente of als team
apart, maar kriskras door elkaar in
een grote kring, al verdwijnt de hok
jesgeest niet ln een dag. Het bericht
van de Bevrijder brengen we ter
sprake door twee verhalen, n.l. „de
roeping van Levi." (Marcus 2 vers
13-17) en „Niet heersen maar dienen"
(Marcus 10 vers 35-45). Deze twee
verhalen blijven voortdurend door
de cursus heenspelen. De vertolking
is niet alleen gericht op uitleg, maar
ook op vertaling naar de plaatselijke
situatie toe. Christus de Bevrijder
moet in de eigen samenleving gestal
te krijgen.
In de derde etappe „Hoe geven we
dit bericht door?" Oefent de groep
zich op drie tnanleren.
In de eerste plaats is er een uitwisse
ling van eigen problematiek tussen
zondagsschoolmensen en kerke
raadsleden, tussen jeugd en vrou
wengroepen, enz.Adviezen worden
gegeven over en weer. Want samen
werking binnen de gemeente begint
in ieder geval met aandacht voor
elkaar te hebben, naar elkaar te le
ren luisteren en positief met elkaar
mee te denken.
In de tweede plaats spelen alle deel
nemers. verdeeld in vier groepen,
hun Inzicht en ervaring met het the
ma in vier korte schetsjes uit, die de
plaatselijke situatie raken, hun ei
gen gebondenheid en onenigheid en
in eigen taal onder woorden brengen
wat het bericht van bevrijding en
eenheid door Jezus Christus kan be
tekenen. Dit is dan de kern van de
dienst op zondagmorgen. En van de
gemeente mag deze dienst dan best
langer dan twee uur duren. Want ze
hebben zichzelf, hun wereldje met
zijn gebondenheid aan adat, oordeel
van anderen, angst, bijgeloof, presti
ge en onbenulligheid herkend.
De derde oefening speelt zich zon
dagmiddag af. Dan trekken cursis
ten twee aan twee de gemeente in
om samen twee gezinnen te bezoe
ken: het eerste bezoek voor een ge
sprek, het tweede om samen met een
gezin een eenvoudige bijbelstudie te
doen. Dit was van beide kanten voor
bereid. Een liturgische viering, te
vens uitzendingsdienst waarin het
groepsproces zijn climax bereikte,
besloot het „officiële" gedeelte van
het weekend. De overgang naar de
„gewone werkelijkheid" probeerden
we te vinden in een spontane vrolij
ke avond samen met heel de ge
meente, waarin we nog eens onze
bevrijding en verbondenheid
vierden.
Met dit programma hebben we op 45
weekends alle classes door de hele
Minahassa bezocht. Uit elke ge
meente bestond de deelname tel
kens uit een lid van de kerkeraad,
van de vrouwengroep, van de man
nengroep, van de jeugdgroep en van
de zondagsschoolleiding.
Hoe werkte het door?
Drie dagen lang was het kerkgebouw
ons leerhuis, vierhuis, oefenhuls, ge
meenschapshuis. meestal ook eet
huis. Toch waren deze oefeningen
van begin af aan gericht op doorwer
king naar de gemeenten en de maat
schappij. Daarbij kwam het echter
aan op eigen initiatief. In veel ge
meenten zijn de weekends soms
met andere gemeenten samen en
vaak in vereenvoudigde vorm her
haald. Daardoor is het aantal ge
meenteleden dat inmiddels met In
houd en methode van de cursus ken
nismaakte zeker drie keer zo groot
als het aantal van ongeveer 2500
deelnemers, die aan een door het
synodale team geleld weekend deel
namen. Men kan daarom gerust zeg
gen, dat deze „oefeningen" op het
thema van Nairobi gemeengoed van
de Minahassische gemeenten zijn ge
worden.
De leiding van dit werk is nu ln
bekwame Minahassische handen
overgegaan. Zo hoort het ook. On
dertussen zijn er al weer nieuwe
plannen gemaakt. Want het toerus
tingswerk is niet meer weg te denken
uit het leven en werken van deze
kerk.
(De auteur werd door de lending van
dc Hervormde Kerk uitgezonden naar
de Evangelisch Christelijke Kerk van
de Minahassa op Sulawesi Utara
(Noord-Sulawesi). Sinds augustus
woont hij weer in Nederland).
(ADVERTENTIE!