IRaadsman Frans H. acht zijn cliënt niet schuldig Maatschappijleer moet echt vak worden n: .Verdachte gaat geheel vrijuit" Beeldhouwer Caider (78) overleden Pittiger kaas naar Duitsland fan Kemenade hield ontwerp-leerplan ten doop Leerlingen inzicht in samenhang van maatschappij geven nederlandse hervormde kerk algemeen secretaris nederlandse hervormde kerk administrateur Mededeling V88R WilKIWB ET 8 lult« 'erin. HUDAG 12 NOVEMBER 1976 TROUW/KWARTET 9 (AASTRICHT In een even uitvoerig als doorwrocht pleidooi heeft mr. J. J. M. Hermans isteren geconcludeerd dat zijn cliënt Frans H. niet schuldig is aan de dood van negen bejaarde atienten in de Lückerheidekliniek in Kerkrade. Na alle negen sterfgevallen minutieus ontrafeld i hebben, stelde de verdediger van de 41-jarige hoofdverpleger dat „verdachte op basis van de ons ■siteitjèn dienste staande gegevens geheel vrij uit" gaat. CP» t van n be- dede- igeen i voor versi- juist oor Leo Kleyn zijn pleidoor richtte de raadsman ch met name tegen de Nijmeegse ioogleraar dr. E. J. Ariëns en de arts M. A. Vijgen-Duif, die in het .ces tegen H. als getuigen is van deskundigen optreden. Na een ana- chterj^e van de onderhavige sterfgeval- otive- en, stelde Ariëns de verpleger in ït het nkele rapporten aan de rechtbank maar «j wijze van spreken in staat van "beschuldiging. Mevrouw Vijgen eelt er steeds minder een geheim an gemaakt te fungeren als rechter- van de officier van justitie. Een betere aanklager kan men zich ilet wensen", zei Hermans over riëns, volgens wie H. de negen pa- enten met zijn insuline-injecties in ivensgevaar heeft gebracht. De terfgevallen stuk voor stuk onder e loep nemend, meende de verdedi- er, dat de conclusies van de hoogle- aar onjuist zijn. Hij verweet Ariëns <at deze „zich veelal verliest in ab- I tracties" en dat „zijn woorden veel- los van de realiteiten gegeven rorden". Voor de rol die de getuige- deskundige Vijgen speelt, had Her mans geen goed woord over. Hij be toogde, dat deze arts vele malen aan wezig was bij het verhoor van ver dachte en daarbij suggestieve vra gen stelde, dat dat door haar ontwik kelde criteria „op zeer twijfelachtige basis steunden" en ook onjuist zijn gebleken, dat zij onjuiste en „sugge rerende informatie" aan Ariëns heeft verstrekt, en dat zij het bij haar interpretaties te terechtzitting bij het verkeerde eind had. Terechtwijzing Nadat Hermans had gezegd dat me vrouw Vijgen „insinuerende opmer kingen" had gemaakt en dat Ariëns „onjuist, onrechtmatig en mislei dend heeft geconcludeerd", werd hij door de president van de rechtbank, mr. F. A. J. W. Eliëns terechtgewe zen. De president liet weten dat de rechtbank er ernstige bezwaren te gen had dat de conclusies van Ariëns „misleidend" werden ge noemd en dat mevrouw Vijgen „insi nuerende opmerkingen" werden verweten. „Ik wens", zei de presi dent, „dat de getuigen-deskundigen in hun waarde worden gelaten." Toen Hermans inging op de rol die mevrouw Vijgen speelt, greep de president opnieuw in. Hijj verzocht de raadsman „bij de bespreking van personen terughoudendheid in acht te nemen". De verdediger verweerde zich door er onder meer op te wijzen dat de officier van Justitie ook gele genheid had gekregen in diens re quisitoir weinig zachtzinnig met de psycholoog drs. W. H. Derks om te springen. De raadsman van Frans H. schetste zijn cliënt als „een eenvoudig simpel mens, die driehonderd dagen lang op onmenselijke wijze vernederd en getergd werd, waarbij geen stukje mens heel aan hem gelaten werd". De tv, aldus Hermans, slingerde het NEW YORK (AFP, AP) De Amerikaanse beeldhouwer Alexander Caider, die vooral be kend geworden is doorzijn mobie len, bewegende kunstvoorwerpen, is gisteren op 78-jarige leeftijd in New York aan een hartaanval overleden. Caider werd in Philadelphia gebo ren als zoon van een beeldhouwer. Aanvankelijk volgde hij een op leiding tot ingenieur, maar later ging hij naar de Art Students league in New York. Omstreeks 1930 begon hij ab stracte constructies van ij- Zffdraad en metaal, zowel in be weeglijke als in vaste vorm, te maken. Eerstgenoemde construc ties kregen later van Calders vriend Hans Arp de naam stabie- len. Caider zelf was echter vooral geïnteresseerd in soortgelijke constructies die, zwevend opge hangen, door trilling van de lucht of door aanraking, in beweging komen. De Franse schilder Mar cel Duchamp noemde deze kunstvoorwerpen mobielen. Caider ontwierp ook speelgoed en keukenvoorwerpen, terwijl hij ooit eens de rompen beschilderde van twee straalvliegtuigen. Cai der was en zeer veelzijdig man, hetgeen blijkt uit zijn illustraties bij de fabels van Aesopus, het ontwerpen van decors voor ballet- en toneelvoorstellingen en zijn wandtapijten. Caider is bevriend geweest met Mondriaan, Leger en Cocteau. Hij liet in 1950 in Frankrijk een reus achtig atelier bouwen, waar hij zijn grote werken tot stand bracht. In 1974 ontving hij een grote Franse cultuurprijs. bericht de wereld in dat verdachte in vijf jaar tijd de hele Lückerheide kliniek heeft uitgemoord. „De offi cier van justitie", voegde hij eraan toe, „slingerde op zijn beurt, strie mend als vlakke handslagen de woorden moordenaar, huichelaar, leugenaar in een onbeschermd ge zicht. Hij vervolgde: „Er was geen enkele factor, hoe gering dan ook, die als verzachtende omstandigheid werd aangevoerd, en wel met opzet. Geen enkel gebaar van medemense lijkheid. Twee maal levenslang. De verdediger van Frans H. was er vooral op uit de als hecht gepresen teerde bewijsvoering van de officier van justitie mr. J. Booster te onder graven. Hij hield de rechtbank voor dat de zaken niet zo simpel zijn als ze wellicht lijken. Naar zijn mening is er sprake van verwarringen, on duidelijkheid, onzekerheden", die „zijn neergekomen op één man, de verdachte Frans H. Uitdrukkelijk stelde de verdediger van H. dat het nooit diens bedoeling geweest kon zijn te spuiten om te doden. Hij hield de rechtbank voor, dat de verpleger op goede gronden aannam dat de hoeveelheid insuline die hij spoot „aan de veilige kant" was, dat een arts in de buurt niets van pijnstillende middelen wilde weten, ondanks tegenwerpingen van verdachte en één van diens col lega's en dat verdachte wist dat in de psychiatrie insuline als shock therapie wordt gebruikt om patiën ten rustiger te maken. Daarbij wees hij erop, dat een arts over H. heeft verklaard: „Ik heb vanuit mijn prak tijkervaring bedenkingen over de kennis van verdachte over medische zaken en meer specifiek met betrek king, tot het functioneren van het menselijk lichaam". Sprekend over de kennis die H. droeg over hypoglycaemieën, wees de raadsman erop dat die beperkt is tot een zeer klein gebied. Daarbij merkte hij op dat het verschijnsel niet zo eenvoudig is en dat twee artsen in de kliniek er felle discus sies over hebben gevoerd. Boven dien valt volgens Hermans in aan merking te nemen dat H. al negen tien jaar geleden tot verpleegkundi ge werd opgeleid, dat hij slechts beschikt over een A-diploma, dat zijn denkvermogen „begrensd is binnen een beperkte intelligentie" en dat „kennis en reproductie van de kennis van verdachte meer het resultaat is van een mechanisch ge heugen en niet van een logisch rede neren". Evenals in zijn vorige pleidooi ver weet Hermans de met name ge noemde arts J. A. A. F. van Hooft nalatigheid. Hij refereerde aan ver klaringen die professor Ariëns te genover de rechter-commissaris heeft afgelegd en waarin deze de arts ervan beticht onverantwoord gehandeld te hebben. Van Hooft, aldus Ariëns, had moeten weten dat hij in hypoglycaemie geraakte pa tiënten suiker en kalium had moe ten toedienen. Dat hij niet wist dat H. insuline had gespoten, doet daar aan volgens de hoogleraar niets af. „De arts", aldus Hermans, „is de hogst verantwoordelijke persoon in deze kwestie. Uit deze verantwoor delijkheid volgt dan de plicht tot verantwoording afleggen; kan hij dat niet, dan volgt daar automa tisch uit het aansprakelijk zijn. de aansprakelijkheid voor de gevolgen van de nalatigheid". Hij vervolgde: „Ik wil hier direct en uitdrukkelijk bij zeggen dat het verre van mijn bedoeling is een schuldige aan te wijzen of aan te klagen. Dit is niet mijn taak. Maar het is wel mijn bedoeling en mijn taak dat, welke nalatigheid dan ook. en de gevolgen daarvan, niet aan een niet daarvoor aansprakelijke persoon, c.q. de ver dachte worden ten laste gelegd". In zijn pleidooi stond Hermans ook uitvoerig stil bij de situatie in de Lückerheidekliniek. Aan de hand van getuigenverklaringen stelde hij vast dat het met de bijscholing en begeleiding van het verplegend per soneel droevig gesteld is geweest. „De consequenties die daaruit voortkomen", zei hij. „zijn zowel voor personeel als patiënt van ver ontrustende aard te noemen." Dat de leiding van de kliniek nooit iets van moeilijkheden gemerkt of van klachten gehoord zou hebben, weigerde de raadsman te geloven. „Na alles." aldus Hermans „wat ge zegd is door anderen, en ook door het bestuur en directie zelf is toch wel een sfeerschildering ontstaan, die een wrange smaak achterlaat, waaraan niet te ontkomen valt." steld. De resultaten daarvan zijn volgens de officier belastend voor H. Hermans wierp tegen dat deze be schuldiging niet staande kan blij ven: gebleken is volgens hem dat H. niet meer insuline heeft besteld dan de hoofden van drie andere afde lingen. Het pleidooi, dat veeleer een aanval lend dan een verdedigend karakter draagt, is zo omvangrijk, dat giste ren nog slechts een gedeelte ten gehore kon worden gebracht. Van daag zal verder worden gepleit. „Wanbeheer" Met betrekking tot de manier waar op de artsen functioneerden, sprak de verdediger van „wanbeheer", een „noodtoestand", en „een betreu renswaardige zaak". „Heel wat artsen", zei hij „waren niet opgewas sen tegen hun taak door ouderdom en verkindsing, door versleten ken nis of onkunde, door het ontbreken van ervaring, door ver van de reali teit staande theorieën, door enorm tijdgebrek, door communicatiebar rières." Hermans voegde eraan toe: „Het gaat niet over medeschuldig heid als zodanig, het gaat om de plaats en de invloed van verdachte op het totale gebeuren en derhalve zijn ook deze zaken relevant en op zijn plaats." De verdediger ging ook nog in op de medicijnbesteliingen, waarnaar me vrouw Vijgen op verzoek van de officier een onderzoek heeft inge- DEN HAAG Onder de naam „Pikantje van Gouda" gaat de Nederlandse zuivelindustrie de belegen Goudse kaas naar West-Duitsland exporteren. De kwaliteit zou worden gega randeerd: onder de naam „Pi- kantje van Gouda" mag alleen vier maanden oude Goudse fa- briekskaas, die gecontroleerd is door het zuivel- kwaliteitsbureau worden ver- ^kocht. Op deze wijze hoopt men de verkoop van deze kaas in West- Duitsland te vergroten. Vanenze onderwijsredactie DBfHAAG Maatschappijleer moet een echt vak worden, een vak dat de leerlingen inzicht geeft in ie maatschappij en hen in staat stelt daarop zelf invloed uit te oefenen. Om dit vak meer vorm legeven is gisteren een ontwerp-leerplan gepubliceerd, dat sterk aanleunt tegen de sociale irefenschappen, al is het volgens de opstellers niet de bedoeling van maatschappijleer een soort „sociologie in zakformaat" te maken. ifinister Van kemenade hield giste- en zelf het ontwerp-leerplan ten loop. Dat had zijn reden, want de linister van onderwijs is zelf bctrok- en geweest bij de totstandkoming fan dit ontwerp. Us ex-leraar in de maatschappijleer o hoogleraar in de sociologie heeft ij aanvankelijk deel uitgemaakt an de in 1971 door staatssecretaris «rosheide ingestelde commissie- Jaatschappijleer. Toen vorig jaar en eerste ontwerp verscheen, heeft e minister het stuk een onvoldoen- e gegeven, de toen bestaande com missie opgeheven, en een nieuwe ommissie benoemd om het huis- erk over te maken. et rapport dat nu is uitgebracht tor een commissie onder voorzit- rschap van prof. dr. G. Kuiper Hzn. ociologie, Vrije Universiteit) wordt zicht gestuurd naar de rijksscho- ii voor voortgezet onderwijs. Die ogen vóór maart volgend jaar rea- ren, daarna komt er een definitief am-leerplan, dat in eerste instan- e bedoeld is voor de rijksscholen, toder gaat het ter informatie naar bijzondere scholen, die zelf bepa- o wat zij er wel of niet van overne- rn. Het advies dient ook als uit- mgspunt voor de opzet van de euwe lerarenopleidingen, die zo ogelijk in augustus volgend jaar finnen. 'erward bt nu toe is de situatie van het vak aatschappijleer uiterst verward. ;t vak werd in 1968 ingevoerd in de »gste klassen van het voortgezet mderwijs (daarvóór bestond het echts op enkele schooltypen). Er estond geen leerplan en er waren ien hiertoe opgeleide leraren, tordat het vak slechts gedurende n uur per week gegeven wordt, ïkt het vaak in de verdrukking, e uren vallen, al naar het uit komt. aan leraren geschiedenis, dsdienst (met name op christelij- scholen), economie, enzovoorts. s commissie-Kuiper vindt het vak maatschappijleer belangrijk om tolingen maatschappelijk tfstandig te maken. „In plaats van tovaarding van traditionele waar- to", stelt het vak „zowel aan indi- toi als aan groepen de hogere eis zelfbeschikking en mondig- formulering die, zoals een jour at gisteren opmerkte, zou kun- botsen met de doelstelling van openbaar onderwijs, dat volgens wet gebaseerd is op de waarden christendom en humanisme. rto het bijzonder onderwijs hier- mee aan moet, is uiteraard een zaak van de bijzondere school zelf. Dat beaamde ook de minister, die er overigens de nadruk op legde dat het vak maatschappijleer niet be doelt het belang van traditionele waarden te bagatelliseren. Integen deel, het gaat er eerder om die waar den te onderkennen en een bewuste keus mogelijk te maken. Problemen Maatschappijleer moet. zo vindt de leerplan-commissie, de leerling in zicht geven in de samenhang van onze ingewikkelde maatschappij. Als problemen die in onze maat schappij een rol spelen noemt de commissie: de onderlinge afhanke lijkheid van allerlei verschijnselen, de huidige arbeidsdeling, de maat schappelijke ongelijkheid, de cultu rele verscheidenheid van mensen en groepen, de spanning tussen indivi duele en collectieve belangen en het proces van verandering. Om die pro blemen te lijf te kunnen gaan, zal althans de leraar thuis moeten zijn in de sociale wetenschappen. Hij moet weet hebben van verschillende theorieën en visies binnen de sociale wetenschap. Omdat het ontwerp- leerplan dit laatste punt breed uit werkt, zou men de indruk kunnen krijgen dat het vak maatschappij leer toch weer ontwikkeld wordt vanuit de universitaire we tenschapsbeoefening, maar volgens minister Van Kemenade en prof. Kuiper is dat niet de "bedoeling. Lesvoorbeelden Om dat aan te tonen verwijzen zij naar de lesvoorbeelden die achterin het ontwerp-leerplan zijn opgeno men. Daar worden twee les-thema's uitgewerkt bij wijze van voorbeeld: massamedia en gezin. Bij het opzet ten van zo'n thema moet worden aangesloten bij wat een leerling zelf ervaart en weet. In de les komen dan vragen aan de orde als: hoe ver houdt het gezin zich tot andere sa menlevingsvormen. hoe is het on derlinge contact in een gezin, hoe komen de regels binnen een gezin tot stand, wat is de positie van de vrouw of van het kind. is het gezin een middel tot het instandhouden van deze maatschappij, enzovoorts. De behandeling van thema's kan in vele vormen geschieden: gegevens verzamelen, gesprek, werkstukken, excursies, films, spel, enzovoorts. Het ontwerp-leerplan presenteert maatschappijleer als een vak met een eigen gezicht, zegt het persber icht van het ministerie. Geen opvul- vak, geen praatvak, niet louter een vormingsvak, evenmin louter een leervak en nog minder een vak dat overbodig zou zijn, indien andere vakken maar beter gegeven werden. Minister Van Kemenade hoopt dat de verdere uitwerking van het nu bekend gemaakte ontwerp-leerplan vlot zal verlopen. Op vier plaatsen in het land kan dan misschien in au gustus 1977 een tweede- en derde graads-opleiding beginnen aan de nieuwe instituten voor de lerarenop leiding. Ook de universiteiten kun nen dan programma's maken voor de opleiding van eerstegraads lera ren. Op dat niveau wordt met name gedacht aan sociologen, politicolo gen en cultureel antropologen en aan afgestudeerden in verwante richtingen. Ook de her- en bijscho ling van de al zittende leraren kan dan beginnen. Ik drink melk. John Lanting, aclcur. Uook? O Melk moet. Melk doetje goed. _lpsj Generale Diakonale Raad Per 1 januari 1977 zal bij de Generale Diakonale Raad der Nederlandse Hervormde Kerk de functie vrijkomen van V-r, !1 v i v De functie omvat o.m.: - voorbereiding, uitvoering en coördinatie van het beleid van de raad in samenwerking met de provinciale diakonale organen; - geven van leiding aan het bureau (ca 25 medewerkers); V - vertegenwoordiging van de kerk op het terrein van de dienstverlening en welzijnszorg. De gedachten gaan uit naar een persoon met: - wezenlijke interesse voor de diakonale opdracht van de gemeente; - theologische belangstelling; - kennis van de structuur van de Nederlandse Hervormde Kerk; - academische vorming; - leidinggevende en contactuele eigenschappen. Belijdend lidmaat van de Ned. Herv. Kerk; leeftijd bij voorkeur 40-50 jaar. Geboden wordt: - salariëring op administrateursniveau; - goede rechtspositieregeling. Zij, die belangstelling voor deze functie hebben worden verzocht hun sollicitatie te richten aan de voorzitter van de raad, mevrouw M. van der Wall-Duyvendak, Meidoornweg 7, Geldermalsen. Zij is tevens bereid telefonisch informatie over de functie te verstrekken onder nr. 03455- 1645, of 03455-1238. Generale Diakonale Raad De Generale Diakonale Raad der Nederlandse Hervormde Kerk vraagt voor zijn afdeling financiële administratie een die na zijn inwerkperiode in staat moet zijn het hoofd van de afdeling bij diens afwezigheid te vervangen. Voor deze functie wordt gevraagd: —voltooide opleiding H.E.A.O. of gevorderde studie S.P.D. enige jaren praktijkervaring, —goede contactuele en leidinggevende eigenschappen, —leeftijd bij voorkeur niet hoger dan 30 jaar, —meelevend lid Hervormde Kerk. Voor deze functie zijn een goede honorering en secundaire arbeidsvoor waarden beschikbaar. kandidaten moeten bereid zijn eventueel een psychologisch onderzoek te ondergaan. Met de hand geschreven sollicitaties te richten aan: Generale Diakonale Raad der Nederlandse Hervormde Kerk, Postbus 14100, Utrecht. Tel. 030-33.24.26. s-Avonds 030-76,14.78. aan verzekerden van Delta-Lloyd Levensverzekering N V. Bij deze doen wij mededeling van winstbijschrijving per 15 september 1976. Het betreft hier verzekeringen die vóór 15 september 1969, als niot-winstdelende verzekeringen werden gesloten en tevens voldoen aan de voorwaarden gesteld in onze mededeling d d. september 1970. De winstbiischrijving bedraagt 0.5% van de op 15 september 1976 verzekerde bedragen, met inbegrip van de winstbijschrijvingen per 15 september 1970 tot en met 1975 Ik ben Harry, Ik ben 14 jaar en zit in de eerste klas van de ITO. Ik woon in een kinderhuis en begin van het groepsleven in het tehuis ge noeg te krijgen. Ik wil daarom graag naar een gezin. Ik zou het leuk vinden als er kinderen van mijn eigen leeftijd waren en het liefst zou ik in een dorp wonen. Welk gezin wil er voor mij gaan zorgen in de toekomst? Corresp.adres: Vereniging Kinderzorg Noord- Holland, Stolbergstraat 4, Haarlem, tel. 023- 316655. Elke vrijdag in Trouw Inlichtingen over de aantrekkelijke adverten tietarieven worden u gaarne verstrekt. Tel. 020-913456, toestel 703 en 716

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 9