CDA-kritiek verdriet Boersma
Is er binnen de Navo wel voldoende
eenheid voor verdeling van taken?
E
„VAD werd er in het kabinet niet door de socialisten doorgedrukt
J
olitieke motieven achter
e technische bezwaren?
Opgelucht na verklaring
Den Uyl over de resolutie
Üegering handhaaft
ier categorieën
ewetensbezwaren
Strijd om defensie-budget moet ook de vraag beantwoorden:
Onderwij skrant
is verschenen
CNV: bedrag voor
ontwikkelingshulp
onder de maat
ERDAG 6 NOVEMBER 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 9
Pierre van Enk en Johan van Workum
EN HAAG „De indruk wordt wel eens gewekt dat
et wetsontwerp vermogensaanwasdeling (VAD) er
uor de socialisten zou zijn doorgedrukt in het kabi-
it. Dat is beslist onjuist. Als de kritiek van CDA-
jde zo venijnig wordt als nu met de VAD dreigt te
•beuren, dan moet men zich wel goed bedenken dat
et dan tegen de eerste ondertekenaar van dit wets-
ïtwerp gaat".
i
pa-
BE
jens
sntu-
van
dse-
t eerste ondertekenaar is een
lA-minister. namelijk Boersma,
aan het woord. De algelopen
ken heeft hij niet zijn mond ge-
uden over de beruchte resolutie
PvdA en PPR, omdat hij de
eringscombinatie van links plus
A ziet „als de beste waarborg
een zo gezond mogelijke oplos-
ig van de vele problemen waarmee
zitten."
n dat voortbestaan mogelijk te
iken, zal het huidige kabinet „zijn
nu eerst eensgezind moeten
nnen afwandelen. Testcases zijn
arbij de wetsontwerpen van de
«ring over kinderbijslag/kinderaf-
k, vermogensaanwasdeling, nieu-
ondernemingsraden en grondpo-
en eigenlijk ook wel de begro-
g voor defensie".
„linkse" resolutie veroorzaakte
ntbindingsverschijnselen", zegt
Dersma, „en de problemen zijn
ht te groot om al zeven maanden
or de verkiezingen te gaan ontbin-
„Maar", voegt Boersma eraan
e, sprekend over grondpolitiek,
idernemingsraden en VAD, „niet
leen PvdA en PPR zijn gevaarlijk
D het manipuleren. Sommigen in
4 CDA doen het ook. Tot mijn
Bdriet".
ij wijst erop dat drie van de eerder
noemde vier wetsontwerpen als
rste ondertekenaar een CDA-
;ter hebben. „Op technische
iderdelen van de VAD en het wets-
itwerp ondernemingsraden is best
tel kritiek'mogelijk. Maar er is wel
n grens".
et name KVP-leider Andriessen
eft onlangs nogal lelijk gedaan
er de VAD. Heeft de kritiek daar-
de grens bereikt? Boersma,
inzend: weet ik niet. maar
grens wordt al overschreden als
indreissen vindt dat de VAD niet
neer vóór de verkiezingen in de Ka-
ner behandeld zou moeten worden.
)at tou ook voor het arbeidskli
maat een slechte zaak zijn. Tenzij
feonztotelijk wordt bewezen dat
we net de VAD een paard van Troje
biMflihalen. Dat de werkgelegen
heid in gevaar komt. Maar dat be
wijs heb ik nog niet gezien."
Dntbinding
(fas die kritiek van Andriessen ook
stukje ontbinding van de huidi-
regeringscombinatie? Boersma:
at wil ik zo niet beweren. Het kan
I een bijdrage tot die ontbinding
(veren. Een bijdrage aan de „Brug
functie" van dit kabinet was het in
elk geval niet".
In CDA-kring schijnt wel de gedach
te te leven om de hele VAD uit te
stellen vanwege de technische
complicaties, maar wel onder de af
spraak dat de VAD niet definitief
van tafel verdwijnt. Boersma: „Zo'n
constructie met uitstel tot na de
verkiezingen acht ik nauwelijks
denkbaar. Technische zaken kun
nen nooit doorslaggevend zijn. Men
moet zijn politieke motieven en be
zwaren niet proberen onder te bren
gen onder het mom van technische
problemen. Wij zijn vast van plan
als kabinet technische problemen
onder ogen te zien en er een ver
antwoorde oplossing voor te zoeken.
Aan reële bezwaren zullen we tege
moet komen in de memorie van
antwoord die over zes weken komt".
Een van de grootste bezwaren tegen
het regelingsplan voor de VAD be
treft de verdeling van de VAD-
opbrengst. Als een bedrijf VAD
moet betalen, wil de regering de
helft daarvan op naam laten zetten
van de werknemers van het betrok
ken bedrijf. De andere helft komt in
één landelijke pot, als collectief be
zit van alle werknemers, en beheerd
door de vakbeweging. Zijn in een
bedrijf de winsten in een jaar zo
hoog dat de VAU-afdracht meer be
draagt dan vijf procent van de loon
som van dat bedrijf, dan wil de
regering dat meerdere voor tachtig
procent in de collectieve pot stop
pen, en dus nog voor slechts twintig
procent bijschrijven op naam van
de individuele werknemers van het
betrokken bedrijf.
De CDA-fracties vinden deze verde
ling veel te veel accent leggen op het
collectieve. Van individuele be
zitsvorming komt dan te weinig
terecht.
Niet te collectief
Boersma daarentegen ziet deze ver
deling juist als een kernzaak in het
VAD-plan. Over tal van technische
complicaties wil hij in goed overleg
met de Kamer praten. „Maar als
men ook de verdeling zelf wil aan
tasten, wordt het heel wat moeilij
ker. Dan wordt het afgeronde geheel
van het sociaal-economisch beleid
aangetast. Het ging er immers om
dat het de vakbeweging mogelijk
was in alle bedrijfstakken eenzelfde
algemene loonsverhoging te vragen,
en daarbij kalm-aan te doen met de
hoogte ervan. Dat betekent dan dat
je wat „laat zitten" aan uitbetaal-
mogelijkheden in de sterke secto
ren. De VAD kan dat wat corrigeren.
Van onze parlementsredactie
DEN HAAG Minister Boersma behoort tot de politici die het
meest hebben geïnvesteerd in de totstandkoming van het ka
binet Den Uyl. De befaamde stap waarmee hij, februari 1973, de
formatie Burger uit het slop haalde, heeft hem veel goodwill in
de partij gekost zoveel zelfs dat de AR-leiding het als een
meevaller beschouwt dat zijn verhuizing op de kandidatenlijst,
van plaats twee naar plaats vier, zo beperkt is gebleven. Sommi
gen hebben hun hart vastgehouden omdat zij een diepere
duikeling verwachtten.
Dit is een vrij wezenlijk punt in de
VAD. Aan dit beginsel valt niet te
tornen."
Toch zegt Boersma ook weer niet
hard „nee" tégen suggesties van
CDA-zijde voor een wat andere ver
deling. Gedacht is bijvoorbeeld aan
een vast percentage, dus zonder die
grens van vijf procent der loonsom.
„Ala," reageert Boersma, „dat is
technische uitwerking. Dat is niet
fundamenteel."
Maar als dan minder dan vijftig pro
cent naar de collectieve pot zou
gaan, begint hij een bedenkelijk ge
zicht te trekken, zonder nu „ja" of
„nee" te zeggen. „Het accent zal op
het collectieve deel moeten liggen.
Maar ik wil er hierbij ook nog eens
op wijzen dat ook dat collectieve
deel uiteindelijk de individuele
werknemer ten goede zal komen,
namelijk wanneer hij met pensioen
gaat. We willen immers de beheers-
opbrengst van het fonds bestemmen
voor verbetering van pensioenvoor
zieningen."
Weinig begrip heeft Boersma voor
degenen die angst zaaien voor de
macht van de vakbeweging als die
het VAD-fonds krijgt te beheren.
Boersma: „Die plotselinge vrees
voor concentratie van macht vind ik
wat merkwaardig. Kijk eens naar de
structuur van levensverzekerings
maatschappijen en andere grote fi
nanciële instellingen. Het verschil is
dat daar werkgevers aan de leiding
staan. Om dan topraten over grieze
lige gevaren als de vakbeweging
eens de leiding heeft. Dat vind ik
wat onwezenlijk. En ten tweede wil
ik erop wijzen dat de vakbeweging
zelf al heeft gezegd geen moeitè er
mee te hebben als mensen van bui
ten (aangewezen door de regering) in
het bestuur van het VAD-fonds
komen."
Kinderbijslag
Moeilijkheden met de CDA-fracties
dreigen niet alleen bij de VAD, maar
ook bij het plan voor afschaffing
van de kinderaftrek en inbouw daar
van in de kinderbijslag voor lagerbe-
taalden. De CDA-fracties hebben
het hiermee moeilijk. Ze zouden dit
kabinetsplan graag tegelijk behan
delen met andere bezuinigingsplan
nen, die bij „links" In de Kamer juist
moeilijk liggen. Gelijk oversteken
dus. Maar nu zijn die andere plan
nen lagere WAO-ultkering voor
nieuwe gevallen en lagere sociale
uitkeringen voor niet-kostwinners
die nog bij hun ouders wonen nog
niet klaar. In CDA-kring bestaat de
vrees dat de zaak van de kinderaf
trek erdoor wordt gejaagd, en dat
die twee andere zaken in de ijskast
raken.
Boersma: „Die argwaan kan ik me
voorstellen als Je naar de verhoudin
gen in de Kamer kijkt. Maar die
argwaan is onterecht wat het kabi
net betreft. Het kabinet houdt vast
aan de samenhang tussen deze drie
voorstellen, ook al komt er over een
onderdeeltje hier en daar nog dis
cussie in het kabinet Achter de ver
traging zit niets anders dan dat die
kostwinnerszaak technisch erg
moeilijk is, en ook het WAO-voorstel
levert meer technische problemen
dan we hadden gedacht. Maar we
zijn beslist niet van plan deze twee
zaken daarom nu maar te laten rus
ten. Ik streef er ook naar dat alle
drie de zaken gelijktijdig in de Ka
mer kunnen worden behandeld.
Maar ik moet zeggen dat ik vrees
dat dit ons niet meer zal lukken."
Het heeft dan ook niemand verwon
derd dat Boersma zo verstoord heeft
gereageerd op de ontwerp-resolutie
waarmee de besturen van PvdA en
PPR weer rechtstreeks op de opposi
tie leken af te stevenen. Boersma
had zijn nek uitgestoken voor de
huidige combinatie de best
denkbare, zij het niet de enig
denkbare" en hij was er duidelijk
op uit, haar te continueren.
Na die aanvankelijke verstoordheid
toonde hij zich gisteren duidelijk op
gelucht over de verklaring waarmee
Den Uyl als PvdA-lijsttrekker heeft
aangegeven dat hij in het keurslijf
van de resolutie niet kan en wil wer
ken. Voor Boersma was de verkla
ring van de premier een bevestiging
van wat hem al eerder tijdens een
bespreking in de ministerraad was
gebleken, namelijk dat de minister
president en de overige progressieve
bewindslieden uit het kabinet er
voor zijn, de samenwerking in het
kabinet voort te zetten en zo moge
lijk ook de coalitie natuurlijk in
aangepaste vorm na de verkiezin
gen te vernieuwen.
Kritiek
Boersma meent dat de resolutie
mede is voortgekomen uit kritiek op
het kabinetsbeleid. Hij zegt: „Die
kritiek leeft zeker bij diegenen die
ondanks de extreme tegenvallers
waarmee het kabinet te maken
heeft gekregen tot het laatste toe
hebben geloofd in het keerpunt
programma, maar ook bij de spijt
optanten die niet gelukkig zijn met
het defensie en NAVO-beleid en
bij de stroming die zegt dat het
kabinet een historische vergissing is
geweest.
Maar Boersma onderscheidt ook
een groep bij de PvdA die een nieu
we Drees-periode ziet aankomen en
vreest dat het CDA de PvdA weer
aan de kant zal zetten. Deze groep
vraagt waarborgen dat dit niet zal
gebeuren. Daarover zegt Boersma:
„Ik vind bepaalde afspraken voor de
verkiezingen op hoofdpunten van
beleid een gezonde zaak. Het zijn
natuurlijk in de eerste plaats de
partijleiders die dit zullen moeten
proberen te rooien, maar ik heb de
indruk dat de collega's uit het kabi
net het belangrijk zouden vinden als
het CDA de bereidheid daartoe zou
tonen".
Bewust
Hij zegt de problemen daarover wel
in te zien. maar anderzijds zegt hij:
„Het is ook zo, dat de lijsttrekker
van het CDA lid van dit kabinet Is;
»n onze Haagse redactie
EN HAAG De regering wil met
verruiming van de wet gewe-
osbezwaren militaire dienst niet
rder gaan dan de voorstellen die
daartoe bij de Kamer heeft inge-
end. De regering, zo heeft zij de
uner gisteren laten weten, is tegen
n algemene erkenningsgrond en
indhaaft de vier categorieën gewe-
nsbezwaren die voor erkenning in
inmerking komen. Daarmee
reekt zij zich uit tegen de voorstel-
n van AR en PvdA-zijde om ieder
iderscheid tussen het ene of ande
gewetensbezwaar te laten vallen.
e AR onder andere meent, dat als
n gewetensbezwaar echt een ge-
etensbezwaar is dit altijd erkent
lent te worden. De regering wijst er
dat één algemene erkennings-
ond het gevaar in zich heeft dat de
«passing van de wet teveel afhan-
elijk wordt van de interpretatie
in de toetsingscommissie. De vier
ingegeven categorieën gewe-
nsbezwaren sluiten erkenning van
illtiek geïnspireerde gewetensbe-
raren in de ruimste zin uit. De
tering is wel bereid akkoord te
lan met een andere formulering
in de vier genoemde categorieën
Itegorieën gewetensbezwaren,
«ar deze formulering mag niet ver-
er gaan dat de huidige voorstellen.
Tweede Kamer zal de wijziging
in de wet gewetensbezwaren bin-
*n enkele weken behandelen.
lp een ander punt wil de regering
Kamer wel tegemoet komen,
touit de Kamer ls kritiek geleverd
P de bevoorrechte positie van de
thovagetuigen die geheel vrijge-
Wd zijn van militaire dienst. De
agering verklaart zich nu bereid
ventueel andere groeperingen die
&et de Jehova's te vergelijken zijn
in deze regeling op te nemen.
door M. H. von Meijenfeldt
Deze week is in de Tweede Kamer rond het vraagstuk van de taakverdeling in de Navo, de
politieke strijd begonnen om de hoogte van het defensiebudget in de periode 1977-1981.
Defensie-minister Vredeling moest zich staande houden tegen frontale aanvallen van zijn
partijgenoot Dankert en werd op de flank bedreigd door de fractie-voorzitter van de anti
revolutionaire partij Aantjes, die nog steeds een motie overeind houdt om volgend jaar voor
defensie 150 miljoen gulden meer uit te geven dan door de politieke leiding is voorzien.
Een belangrijk verwijt uit eigen kring aan het adres van de minister is dat hij in de afgelopen drie
jaar op het terrein van de bondgenootschappelijke samenwerking niets heeft bereikt, waardoor er
naar de mening van velen nog steeds te veel geld naar defensie gaat. De minister kaatst de bal
echter terug met de opmerking dcat hij in het Navo-beraad ongeloofwaardig overkomt door
uitspraken van zijn partijgenoot en partij onder andere over de noodzakelijk vermindering van de
defensieuitgaven.
Economisch probleem
Dat de Navo het eens moet worden
over een betere taakverdeling op de
fensiegebied behoeft nauwelijks be
toog. De instandhouding van een
Verantwoorde deiensiehuishouding
wordt zeker voor kleinere landen in
toenemende mate een economisch
probleem. De al maar hoger worden
de exploitatiekosten en de sterk stij
gende priojzen voor militair materi
eel en munitie maken het onmoge
lijk om nog veel langer een
krijgsmacht, bestaande uit zee-,
land- en luchtstrijdkrachten op de
been te houden. Op deze problema
tiek is al gewezen in de defensienota
1974: „Om de veiligheid van het be
staan." Een verdergaande taakver
deling tussen de krijgsmachtdelen
van de Navo-landen is dringend
noodzakelijk „wil het Navo-
bondgenootschap op den duur alle
aanvaarde taken kunnen blijven uit
voeren". De ondertekenaars van de
nota vinden wel dat een dergelijke
taakverdeling tot stand moet komen
langs de weg van het bilateraal en
multilateraal overleg. Maar zij
waarschuwen ervoor dat, wanneer er
onvoldoende voortgang wordt ge
boekt, het in de toekomst steeds
moeilijker zal zijn om de in de nota
voorkomende plannen ten aanzien
van de krijgsmachtdelen, in hun vol
le omvang te handhaven. Met andere
woorden: zij behouden zich het recht
voor om desnoods eenzijdig taken ai
te stoten.
Onder druk
Voor een deel van de achterban van
de minister is de tijd meer dan rijp
om de Navo nu eens goed onder druk
te zetten. En het meent dat te moe
ten doen door bijvoorbeeld uitstel
van de vervanging van de Neptune
vliegtuigen van de Koninklijke Mari
ne en door vooruit te grijpen op een
eventuele overeenkomst tussen Na
vo en Warschau pact over de vermin
dering van met name de grond
strijdkrachten in de Centraal euro-
pese sector, waarvan ook het Neder
landse legerkorps deel uitmaakt.
Een welkoiqe bate is dan dat de
defensiebegroting op korte termijn
kan worden teruggebracht tot rond
drie procent van het nationale inko
men (nu ongeveer 3,5 procent). Dit
streven getruigt mijns inziens van
onvoldoende begrip voor de realiteit.
Immers: een vergaande taakverde
ling tussen de leden van de Navo zou
(onder andere door noodzakelijke re
organisaties. wijzigingen in het mid
delenpakket en bouwkundige aan
passingen) aanvankelijk meer geld
kosten dan bezuiniging opleveren.
Een betere taakverdeling leidt in elk
geval niet tot een relatieve vermin
dering van de defensiebegroting
voor de jaren 1977-1981. Het omge
keerde is eerder waar. De poging van
de heer Aantjes, om zoals hij zegt ln
Nederlandse Gedachten van 23 okto
ber 1976, met 150 miljoen méér voor
defensie een „negatieve prioriteit"
recht te zetten, ls wanneer wij de
verregaande taakverdeling als be
langrijk beleidspunt willen handha
ven dan ook beslist verantwoord. Fi
nanciële baten zijn pas na Jaren van
samenwerking te verwachten, met
dien verstande dat het dan alleen
gaat om een beperking van de stij
ging van het defensiebudget en niet
om een verlaging.
Voldoende
voorwaarden
Een vraag waar ik mee zit is of er
binnen de Navo voldoende voor-
wsaarden zijn om tot een verregaan
de taakverdeling te komen. Een
taakverdeling immers versterkt de
wederzijdse afhankelijkheid, maakt
ons minder zelfstandig en dat lijkt
mij slechts aanvaardbaar wanneer er
tussen de bondgenoten een grote
mate van overeenstemming is over
een gemeenschappelijk beleid met
betrekking tot de politieke toekomst
van Europa, de relatie tot de Veren
igde Staten van Amerika en over de
middelen die nodig zijn om onze
veiligheid in de komende jaren te
verzekeren.
In dit verband denk ik aan het nog
niet uitgeroeide verlangen naar een
Westeuropese kernmacht en aan de
weliswaar uitgesproken maar nog
niet geconcretiseerde wens om de rol
van kernwapens in het Atlantische
veiligheidsbeleid terug te dringen.
En omdat er juist op deze punten
nog veel onzeker is, moeten wij te
rughoudend zijn met het verder be
perken van onze vrijheid van hande
len op defensiegebied, het mag ons
nooit gaan om een verdere taakver
deling zonder meer.
Er zijn ook economische redenen
aanwijsbaar die een vergaande taak
verdeling in de weg kunnen staan.
De instandhouding van de
krijgsmacht is ook een economisch
belang. En een wijziging in defensie-
Drie punten
hij is zelfs vice-premier. Ook de CHU
heeft zich achter deze lijsttrekker
gesteld. Ik naam aan dat het CDA
die stap bewust heeft gezet Er komt
een moment waarop we moeten be
slissen hoe het nu verder moet Het
gevaar dreigt dat we als reactie op
de opstelling van PvdA en PPR
weer gaan zitten op de vervloekte
lood-om-oudijzer-lijn. Dat zou ver
derfelijk zijn".
Boersma heeft ook behoefte aan af
spraken tussen de bewindslieden
over hun optreden in de verkiezings
tijd. Ook daarover zouden naar zijn
mening de betrokken partijbesturen
om de tafel moeten gaan zitten. Hij
meent dat de ministers niet anders
kunnen doen dan het kabinetsbe
leid verdedigen: „Ik kan namelijk
niet tegelijkertijd met mijn werk in
het kabinet doorgaan en het afkra
ken. Daar ben ik in elk geval niet toe
■reid".
AD VER TETIF.
UNIEBOEK-TOP-TIEN
Oe tien meest gekochte boeken in oktober
KABOUTER M9.50
(Van Holkcma ft Warendort)
2 Eduard Kte>n
SEVERINO /IS.»
(Van Holkema Warendort)
3. Jaap ter Haar
GESCHIEDENIS VAN DE LAGE
LANDEN 4 delen, per deel 747
(Fibula van DishoecM
4. Rien Poortviet
TE HOOI EN TE GRAS /4f.Sp
(Van Holkema ft Warendort)
5. O.S. Nock
DIE STAMPENDE. STOMENDE
LOCOMOTIEVEN /Z7.M
(De Haan)
6. L. Heaps
DE GANS IS GEVLOGEN /24.»
(Van Holkema ft Warendort)
7. Hubrecht Duqker
OE COMPLETE
WIJNLIEFHEBBER /IE.»
(Van Dishoeckl
8 Nan de Vries
PEPPI EN KOKKI BIJ DE MARINE
4.»
(De Goolse Uitgeverij)
9 GRIEKENLAND EN ROME
(National Geographic Societv-Dé
Haan) /48.G0
10. Drs. C. de Haas
DE GROTE DRIE /4S.S0
(De Boer Maritiem)
(verkrijgbaar in elke boekhandel)
taken kan grote economische gevol
gen hebben. Overdracht van bijvoor
beeld belangrijke landmachttaken
aan andere bondgenoten zal zeker
voor onze nationale auto-industrie
(DAF) weinig aantrekkelijk zijn. Het
is mij niet duidelijk of de Navo aan
deze problematiek voldoende aan
dacht schenkt.
Enkele opmerkingen tot slot. Mili
tair gezien is gegeven de huidige
prioriteit voor defensie in het totale
beleid, een verdergaande taakverde
ling tussen de leden van de Navo een
voorwaarde om een effectief veilig-
heidsstelsel te kunnen handhaven.
Slagen wijk daar niet snel in. dan
moeten wij: óf genoegen nemen met
een defensieapparaat dat slechts ge
deeltelijk voor zijn taak berekend is
óf het nationale defensiebeleid dras
tisch verhogen.
Een tweede opmerking is dat wij in
de Navo pas als een volwaardige
gesprekspartner over deze proble
men worden geaccepteerd, wanneer
wij de taken die wij op ons genomen
hebben goed gaan uitvoeren.
Tenslotte: een verdergaande taak
verdeling mag slechts worden nage
streefd binnen een verantwoord en
algemeen aanvaard politiek en eco
nomisch kader. Zolang dat ont
breekt is een diepgaande bezinning
nodig ook in ons parlement over
de weg die wij op defensiegebied
moeten gaan. Deze bezinning kan
mijns inziens niet vroeg genoeg be
gonnen.
De heer M. H. von Meijenfeldt is
fenersal-tnajoor van de Koninklijke
Landmacht.
Van onze onderwijsredactie
DEN HAAG Gisteren is de vierde
„Onderwijskrant van Nederland"
verschenen. Deze jaarlijkse ver
schijnende krant geeft uitgebreid
informatie over de mogelijkheden
die men in het onderwijs heeft.
De krant ls niet alleen voor ouders
en kinderen interessant, ook de on
derwijsgevenden hebben er grote in
teresse voor. Uit een NIPO-enquëte.
die is gehouden onder 375 school
hoofden. bleek dat de Onder
wijskrant de bekendste van alle
overheldsbladen en -brochures is.
Hoewel de krant enorm veel infor
matie geeft, kan deze vanzelfspre
kend niet volledig zijn. Bij het mi
nisterie hoopt men echter dat de
krant kan bijdragen tot betere over
wogen schoolkeuze.
Minister Van Kemenade heeft voor
deze vorm van voorlichting vrij veel
geld uitgetrokken. Alleen de druk
kosten al bedragen een kwart mil
joen gulden. Dan komen daarbij nog
de kosten van het schrijven van de
krant en de portkosten.
De krant is gratis te verkrijgen door
een briefje of briefkaart te sturen
aan( Centrale directie voorlichting
van het ministerie van onderwijs en
wetenschappen, Nieuwe Uitleg 1,
Den Haag.
Van een verslaggever
UTRECHT Het CNV vindt het
bedrag dat de regering voor 1977
voor ontwikkelingshulp heeft uitge
trokken onder de maat. „De proble
men in de ontwikkelingslanden zijn
van een geheel andere orde dan de
problemen in Nederlapd", zegt het
CNV in een brief aan de Tweede
Kamercommissie voor ontwikke
lingshulp.
Het meetellen van de uitgaven voor
het verblijf van Surlnamers in Ne
derland op de begroting van minis
ter Pronk gaat volgens het CNV
allemaal „ten koste van de werkelij
ke hulp aan ontwikkelingslanden".
Het CNV noemt dit „onaan
vaardbaar".