CDA-kritiek verdriet Boersma Is er binnen de Navo wel voldoende eenheid voor verdeling van taken? E „VAD werd er in het kabinet niet door de socialisten doorgedrukt J olitieke motieven achter e technische bezwaren? Opgelucht na verklaring Den Uyl over de resolutie Üegering handhaaft ier categorieën ewetensbezwaren Strijd om defensie-budget moet ook de vraag beantwoorden: Onderwij skrant is verschenen CNV: bedrag voor ontwikkelingshulp onder de maat ERDAG 6 NOVEMBER 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET 9 Pierre van Enk en Johan van Workum EN HAAG „De indruk wordt wel eens gewekt dat et wetsontwerp vermogensaanwasdeling (VAD) er uor de socialisten zou zijn doorgedrukt in het kabi- it. Dat is beslist onjuist. Als de kritiek van CDA- jde zo venijnig wordt als nu met de VAD dreigt te •beuren, dan moet men zich wel goed bedenken dat et dan tegen de eerste ondertekenaar van dit wets- ïtwerp gaat". i pa- BE jens sntu- van dse- t eerste ondertekenaar is een lA-minister. namelijk Boersma, aan het woord. De algelopen ken heeft hij niet zijn mond ge- uden over de beruchte resolutie PvdA en PPR, omdat hij de eringscombinatie van links plus A ziet „als de beste waarborg een zo gezond mogelijke oplos- ig van de vele problemen waarmee zitten." n dat voortbestaan mogelijk te iken, zal het huidige kabinet „zijn nu eerst eensgezind moeten nnen afwandelen. Testcases zijn arbij de wetsontwerpen van de «ring over kinderbijslag/kinderaf- k, vermogensaanwasdeling, nieu- ondernemingsraden en grondpo- en eigenlijk ook wel de begro- g voor defensie". „linkse" resolutie veroorzaakte ntbindingsverschijnselen", zegt Dersma, „en de problemen zijn ht te groot om al zeven maanden or de verkiezingen te gaan ontbin- „Maar", voegt Boersma eraan e, sprekend over grondpolitiek, idernemingsraden en VAD, „niet leen PvdA en PPR zijn gevaarlijk D het manipuleren. Sommigen in 4 CDA doen het ook. Tot mijn Bdriet". ij wijst erop dat drie van de eerder noemde vier wetsontwerpen als rste ondertekenaar een CDA- ;ter hebben. „Op technische iderdelen van de VAD en het wets- itwerp ondernemingsraden is best tel kritiek'mogelijk. Maar er is wel n grens". et name KVP-leider Andriessen eft onlangs nogal lelijk gedaan er de VAD. Heeft de kritiek daar- de grens bereikt? Boersma, inzend: weet ik niet. maar grens wordt al overschreden als indreissen vindt dat de VAD niet neer vóór de verkiezingen in de Ka- ner behandeld zou moeten worden. )at tou ook voor het arbeidskli maat een slechte zaak zijn. Tenzij feonztotelijk wordt bewezen dat we net de VAD een paard van Troje biMflihalen. Dat de werkgelegen heid in gevaar komt. Maar dat be wijs heb ik nog niet gezien." Dntbinding (fas die kritiek van Andriessen ook stukje ontbinding van de huidi- regeringscombinatie? Boersma: at wil ik zo niet beweren. Het kan I een bijdrage tot die ontbinding (veren. Een bijdrage aan de „Brug functie" van dit kabinet was het in elk geval niet". In CDA-kring schijnt wel de gedach te te leven om de hele VAD uit te stellen vanwege de technische complicaties, maar wel onder de af spraak dat de VAD niet definitief van tafel verdwijnt. Boersma: „Zo'n constructie met uitstel tot na de verkiezingen acht ik nauwelijks denkbaar. Technische zaken kun nen nooit doorslaggevend zijn. Men moet zijn politieke motieven en be zwaren niet proberen onder te bren gen onder het mom van technische problemen. Wij zijn vast van plan als kabinet technische problemen onder ogen te zien en er een ver antwoorde oplossing voor te zoeken. Aan reële bezwaren zullen we tege moet komen in de memorie van antwoord die over zes weken komt". Een van de grootste bezwaren tegen het regelingsplan voor de VAD be treft de verdeling van de VAD- opbrengst. Als een bedrijf VAD moet betalen, wil de regering de helft daarvan op naam laten zetten van de werknemers van het betrok ken bedrijf. De andere helft komt in één landelijke pot, als collectief be zit van alle werknemers, en beheerd door de vakbeweging. Zijn in een bedrijf de winsten in een jaar zo hoog dat de VAU-afdracht meer be draagt dan vijf procent van de loon som van dat bedrijf, dan wil de regering dat meerdere voor tachtig procent in de collectieve pot stop pen, en dus nog voor slechts twintig procent bijschrijven op naam van de individuele werknemers van het betrokken bedrijf. De CDA-fracties vinden deze verde ling veel te veel accent leggen op het collectieve. Van individuele be zitsvorming komt dan te weinig terecht. Niet te collectief Boersma daarentegen ziet deze ver deling juist als een kernzaak in het VAD-plan. Over tal van technische complicaties wil hij in goed overleg met de Kamer praten. „Maar als men ook de verdeling zelf wil aan tasten, wordt het heel wat moeilij ker. Dan wordt het afgeronde geheel van het sociaal-economisch beleid aangetast. Het ging er immers om dat het de vakbeweging mogelijk was in alle bedrijfstakken eenzelfde algemene loonsverhoging te vragen, en daarbij kalm-aan te doen met de hoogte ervan. Dat betekent dan dat je wat „laat zitten" aan uitbetaal- mogelijkheden in de sterke secto ren. De VAD kan dat wat corrigeren. Van onze parlementsredactie DEN HAAG Minister Boersma behoort tot de politici die het meest hebben geïnvesteerd in de totstandkoming van het ka binet Den Uyl. De befaamde stap waarmee hij, februari 1973, de formatie Burger uit het slop haalde, heeft hem veel goodwill in de partij gekost zoveel zelfs dat de AR-leiding het als een meevaller beschouwt dat zijn verhuizing op de kandidatenlijst, van plaats twee naar plaats vier, zo beperkt is gebleven. Sommi gen hebben hun hart vastgehouden omdat zij een diepere duikeling verwachtten. Dit is een vrij wezenlijk punt in de VAD. Aan dit beginsel valt niet te tornen." Toch zegt Boersma ook weer niet hard „nee" tégen suggesties van CDA-zijde voor een wat andere ver deling. Gedacht is bijvoorbeeld aan een vast percentage, dus zonder die grens van vijf procent der loonsom. „Ala," reageert Boersma, „dat is technische uitwerking. Dat is niet fundamenteel." Maar als dan minder dan vijftig pro cent naar de collectieve pot zou gaan, begint hij een bedenkelijk ge zicht te trekken, zonder nu „ja" of „nee" te zeggen. „Het accent zal op het collectieve deel moeten liggen. Maar ik wil er hierbij ook nog eens op wijzen dat ook dat collectieve deel uiteindelijk de individuele werknemer ten goede zal komen, namelijk wanneer hij met pensioen gaat. We willen immers de beheers- opbrengst van het fonds bestemmen voor verbetering van pensioenvoor zieningen." Weinig begrip heeft Boersma voor degenen die angst zaaien voor de macht van de vakbeweging als die het VAD-fonds krijgt te beheren. Boersma: „Die plotselinge vrees voor concentratie van macht vind ik wat merkwaardig. Kijk eens naar de structuur van levensverzekerings maatschappijen en andere grote fi nanciële instellingen. Het verschil is dat daar werkgevers aan de leiding staan. Om dan topraten over grieze lige gevaren als de vakbeweging eens de leiding heeft. Dat vind ik wat onwezenlijk. En ten tweede wil ik erop wijzen dat de vakbeweging zelf al heeft gezegd geen moeitè er mee te hebben als mensen van bui ten (aangewezen door de regering) in het bestuur van het VAD-fonds komen." Kinderbijslag Moeilijkheden met de CDA-fracties dreigen niet alleen bij de VAD, maar ook bij het plan voor afschaffing van de kinderaftrek en inbouw daar van in de kinderbijslag voor lagerbe- taalden. De CDA-fracties hebben het hiermee moeilijk. Ze zouden dit kabinetsplan graag tegelijk behan delen met andere bezuinigingsplan nen, die bij „links" In de Kamer juist moeilijk liggen. Gelijk oversteken dus. Maar nu zijn die andere plan nen lagere WAO-ultkering voor nieuwe gevallen en lagere sociale uitkeringen voor niet-kostwinners die nog bij hun ouders wonen nog niet klaar. In CDA-kring bestaat de vrees dat de zaak van de kinderaf trek erdoor wordt gejaagd, en dat die twee andere zaken in de ijskast raken. Boersma: „Die argwaan kan ik me voorstellen als Je naar de verhoudin gen in de Kamer kijkt. Maar die argwaan is onterecht wat het kabi net betreft. Het kabinet houdt vast aan de samenhang tussen deze drie voorstellen, ook al komt er over een onderdeeltje hier en daar nog dis cussie in het kabinet Achter de ver traging zit niets anders dan dat die kostwinnerszaak technisch erg moeilijk is, en ook het WAO-voorstel levert meer technische problemen dan we hadden gedacht. Maar we zijn beslist niet van plan deze twee zaken daarom nu maar te laten rus ten. Ik streef er ook naar dat alle drie de zaken gelijktijdig in de Ka mer kunnen worden behandeld. Maar ik moet zeggen dat ik vrees dat dit ons niet meer zal lukken." Het heeft dan ook niemand verwon derd dat Boersma zo verstoord heeft gereageerd op de ontwerp-resolutie waarmee de besturen van PvdA en PPR weer rechtstreeks op de opposi tie leken af te stevenen. Boersma had zijn nek uitgestoken voor de huidige combinatie de best denkbare, zij het niet de enig denkbare" en hij was er duidelijk op uit, haar te continueren. Na die aanvankelijke verstoordheid toonde hij zich gisteren duidelijk op gelucht over de verklaring waarmee Den Uyl als PvdA-lijsttrekker heeft aangegeven dat hij in het keurslijf van de resolutie niet kan en wil wer ken. Voor Boersma was de verkla ring van de premier een bevestiging van wat hem al eerder tijdens een bespreking in de ministerraad was gebleken, namelijk dat de minister president en de overige progressieve bewindslieden uit het kabinet er voor zijn, de samenwerking in het kabinet voort te zetten en zo moge lijk ook de coalitie natuurlijk in aangepaste vorm na de verkiezin gen te vernieuwen. Kritiek Boersma meent dat de resolutie mede is voortgekomen uit kritiek op het kabinetsbeleid. Hij zegt: „Die kritiek leeft zeker bij diegenen die ondanks de extreme tegenvallers waarmee het kabinet te maken heeft gekregen tot het laatste toe hebben geloofd in het keerpunt programma, maar ook bij de spijt optanten die niet gelukkig zijn met het defensie en NAVO-beleid en bij de stroming die zegt dat het kabinet een historische vergissing is geweest. Maar Boersma onderscheidt ook een groep bij de PvdA die een nieu we Drees-periode ziet aankomen en vreest dat het CDA de PvdA weer aan de kant zal zetten. Deze groep vraagt waarborgen dat dit niet zal gebeuren. Daarover zegt Boersma: „Ik vind bepaalde afspraken voor de verkiezingen op hoofdpunten van beleid een gezonde zaak. Het zijn natuurlijk in de eerste plaats de partijleiders die dit zullen moeten proberen te rooien, maar ik heb de indruk dat de collega's uit het kabi net het belangrijk zouden vinden als het CDA de bereidheid daartoe zou tonen". Bewust Hij zegt de problemen daarover wel in te zien. maar anderzijds zegt hij: „Het is ook zo, dat de lijsttrekker van het CDA lid van dit kabinet Is; »n onze Haagse redactie EN HAAG De regering wil met verruiming van de wet gewe- osbezwaren militaire dienst niet rder gaan dan de voorstellen die daartoe bij de Kamer heeft inge- end. De regering, zo heeft zij de uner gisteren laten weten, is tegen n algemene erkenningsgrond en indhaaft de vier categorieën gewe- nsbezwaren die voor erkenning in inmerking komen. Daarmee reekt zij zich uit tegen de voorstel- n van AR en PvdA-zijde om ieder iderscheid tussen het ene of ande gewetensbezwaar te laten vallen. e AR onder andere meent, dat als n gewetensbezwaar echt een ge- etensbezwaar is dit altijd erkent lent te worden. De regering wijst er dat één algemene erkennings- ond het gevaar in zich heeft dat de «passing van de wet teveel afhan- elijk wordt van de interpretatie in de toetsingscommissie. De vier ingegeven categorieën gewe- nsbezwaren sluiten erkenning van illtiek geïnspireerde gewetensbe- raren in de ruimste zin uit. De tering is wel bereid akkoord te lan met een andere formulering in de vier genoemde categorieën Itegorieën gewetensbezwaren, «ar deze formulering mag niet ver- er gaan dat de huidige voorstellen. Tweede Kamer zal de wijziging in de wet gewetensbezwaren bin- *n enkele weken behandelen. lp een ander punt wil de regering Kamer wel tegemoet komen, touit de Kamer ls kritiek geleverd P de bevoorrechte positie van de thovagetuigen die geheel vrijge- Wd zijn van militaire dienst. De agering verklaart zich nu bereid ventueel andere groeperingen die &et de Jehova's te vergelijken zijn in deze regeling op te nemen. door M. H. von Meijenfeldt Deze week is in de Tweede Kamer rond het vraagstuk van de taakverdeling in de Navo, de politieke strijd begonnen om de hoogte van het defensiebudget in de periode 1977-1981. Defensie-minister Vredeling moest zich staande houden tegen frontale aanvallen van zijn partijgenoot Dankert en werd op de flank bedreigd door de fractie-voorzitter van de anti revolutionaire partij Aantjes, die nog steeds een motie overeind houdt om volgend jaar voor defensie 150 miljoen gulden meer uit te geven dan door de politieke leiding is voorzien. Een belangrijk verwijt uit eigen kring aan het adres van de minister is dat hij in de afgelopen drie jaar op het terrein van de bondgenootschappelijke samenwerking niets heeft bereikt, waardoor er naar de mening van velen nog steeds te veel geld naar defensie gaat. De minister kaatst de bal echter terug met de opmerking dcat hij in het Navo-beraad ongeloofwaardig overkomt door uitspraken van zijn partijgenoot en partij onder andere over de noodzakelijk vermindering van de defensieuitgaven. Economisch probleem Dat de Navo het eens moet worden over een betere taakverdeling op de fensiegebied behoeft nauwelijks be toog. De instandhouding van een Verantwoorde deiensiehuishouding wordt zeker voor kleinere landen in toenemende mate een economisch probleem. De al maar hoger worden de exploitatiekosten en de sterk stij gende priojzen voor militair materi eel en munitie maken het onmoge lijk om nog veel langer een krijgsmacht, bestaande uit zee-, land- en luchtstrijdkrachten op de been te houden. Op deze problema tiek is al gewezen in de defensienota 1974: „Om de veiligheid van het be staan." Een verdergaande taakver deling tussen de krijgsmachtdelen van de Navo-landen is dringend noodzakelijk „wil het Navo- bondgenootschap op den duur alle aanvaarde taken kunnen blijven uit voeren". De ondertekenaars van de nota vinden wel dat een dergelijke taakverdeling tot stand moet komen langs de weg van het bilateraal en multilateraal overleg. Maar zij waarschuwen ervoor dat, wanneer er onvoldoende voortgang wordt ge boekt, het in de toekomst steeds moeilijker zal zijn om de in de nota voorkomende plannen ten aanzien van de krijgsmachtdelen, in hun vol le omvang te handhaven. Met andere woorden: zij behouden zich het recht voor om desnoods eenzijdig taken ai te stoten. Onder druk Voor een deel van de achterban van de minister is de tijd meer dan rijp om de Navo nu eens goed onder druk te zetten. En het meent dat te moe ten doen door bijvoorbeeld uitstel van de vervanging van de Neptune vliegtuigen van de Koninklijke Mari ne en door vooruit te grijpen op een eventuele overeenkomst tussen Na vo en Warschau pact over de vermin dering van met name de grond strijdkrachten in de Centraal euro- pese sector, waarvan ook het Neder landse legerkorps deel uitmaakt. Een welkoiqe bate is dan dat de defensiebegroting op korte termijn kan worden teruggebracht tot rond drie procent van het nationale inko men (nu ongeveer 3,5 procent). Dit streven getruigt mijns inziens van onvoldoende begrip voor de realiteit. Immers: een vergaande taakverde ling tussen de leden van de Navo zou (onder andere door noodzakelijke re organisaties. wijzigingen in het mid delenpakket en bouwkundige aan passingen) aanvankelijk meer geld kosten dan bezuiniging opleveren. Een betere taakverdeling leidt in elk geval niet tot een relatieve vermin dering van de defensiebegroting voor de jaren 1977-1981. Het omge keerde is eerder waar. De poging van de heer Aantjes, om zoals hij zegt ln Nederlandse Gedachten van 23 okto ber 1976, met 150 miljoen méér voor defensie een „negatieve prioriteit" recht te zetten, ls wanneer wij de verregaande taakverdeling als be langrijk beleidspunt willen handha ven dan ook beslist verantwoord. Fi nanciële baten zijn pas na Jaren van samenwerking te verwachten, met dien verstande dat het dan alleen gaat om een beperking van de stij ging van het defensiebudget en niet om een verlaging. Voldoende voorwaarden Een vraag waar ik mee zit is of er binnen de Navo voldoende voor- wsaarden zijn om tot een verregaan de taakverdeling te komen. Een taakverdeling immers versterkt de wederzijdse afhankelijkheid, maakt ons minder zelfstandig en dat lijkt mij slechts aanvaardbaar wanneer er tussen de bondgenoten een grote mate van overeenstemming is over een gemeenschappelijk beleid met betrekking tot de politieke toekomst van Europa, de relatie tot de Veren igde Staten van Amerika en over de middelen die nodig zijn om onze veiligheid in de komende jaren te verzekeren. In dit verband denk ik aan het nog niet uitgeroeide verlangen naar een Westeuropese kernmacht en aan de weliswaar uitgesproken maar nog niet geconcretiseerde wens om de rol van kernwapens in het Atlantische veiligheidsbeleid terug te dringen. En omdat er juist op deze punten nog veel onzeker is, moeten wij te rughoudend zijn met het verder be perken van onze vrijheid van hande len op defensiegebied, het mag ons nooit gaan om een verdere taakver deling zonder meer. Er zijn ook economische redenen aanwijsbaar die een vergaande taak verdeling in de weg kunnen staan. De instandhouding van de krijgsmacht is ook een economisch belang. En een wijziging in defensie- Drie punten hij is zelfs vice-premier. Ook de CHU heeft zich achter deze lijsttrekker gesteld. Ik naam aan dat het CDA die stap bewust heeft gezet Er komt een moment waarop we moeten be slissen hoe het nu verder moet Het gevaar dreigt dat we als reactie op de opstelling van PvdA en PPR weer gaan zitten op de vervloekte lood-om-oudijzer-lijn. Dat zou ver derfelijk zijn". Boersma heeft ook behoefte aan af spraken tussen de bewindslieden over hun optreden in de verkiezings tijd. Ook daarover zouden naar zijn mening de betrokken partijbesturen om de tafel moeten gaan zitten. Hij meent dat de ministers niet anders kunnen doen dan het kabinetsbe leid verdedigen: „Ik kan namelijk niet tegelijkertijd met mijn werk in het kabinet doorgaan en het afkra ken. Daar ben ik in elk geval niet toe ■reid". AD VER TETIF. UNIEBOEK-TOP-TIEN Oe tien meest gekochte boeken in oktober KABOUTER M9.50 (Van Holkcma ft Warendort) 2 Eduard Kte>n SEVERINO /IS.» (Van Holkema Warendort) 3. Jaap ter Haar GESCHIEDENIS VAN DE LAGE LANDEN 4 delen, per deel 747 (Fibula van DishoecM 4. Rien Poortviet TE HOOI EN TE GRAS /4f.Sp (Van Holkema ft Warendort) 5. O.S. Nock DIE STAMPENDE. STOMENDE LOCOMOTIEVEN /Z7.M (De Haan) 6. L. Heaps DE GANS IS GEVLOGEN /24.» (Van Holkema ft Warendort) 7. Hubrecht Duqker OE COMPLETE WIJNLIEFHEBBER /IE.» (Van Dishoeckl 8 Nan de Vries PEPPI EN KOKKI BIJ DE MARINE 4.» (De Goolse Uitgeverij) 9 GRIEKENLAND EN ROME (National Geographic Societv-Dé Haan) /48.G0 10. Drs. C. de Haas DE GROTE DRIE /4S.S0 (De Boer Maritiem) (verkrijgbaar in elke boekhandel) taken kan grote economische gevol gen hebben. Overdracht van bijvoor beeld belangrijke landmachttaken aan andere bondgenoten zal zeker voor onze nationale auto-industrie (DAF) weinig aantrekkelijk zijn. Het is mij niet duidelijk of de Navo aan deze problematiek voldoende aan dacht schenkt. Enkele opmerkingen tot slot. Mili tair gezien is gegeven de huidige prioriteit voor defensie in het totale beleid, een verdergaande taakverde ling tussen de leden van de Navo een voorwaarde om een effectief veilig- heidsstelsel te kunnen handhaven. Slagen wijk daar niet snel in. dan moeten wij: óf genoegen nemen met een defensieapparaat dat slechts ge deeltelijk voor zijn taak berekend is óf het nationale defensiebeleid dras tisch verhogen. Een tweede opmerking is dat wij in de Navo pas als een volwaardige gesprekspartner over deze proble men worden geaccepteerd, wanneer wij de taken die wij op ons genomen hebben goed gaan uitvoeren. Tenslotte: een verdergaande taak verdeling mag slechts worden nage streefd binnen een verantwoord en algemeen aanvaard politiek en eco nomisch kader. Zolang dat ont breekt is een diepgaande bezinning nodig ook in ons parlement over de weg die wij op defensiegebied moeten gaan. Deze bezinning kan mijns inziens niet vroeg genoeg be gonnen. De heer M. H. von Meijenfeldt is fenersal-tnajoor van de Koninklijke Landmacht. Van onze onderwijsredactie DEN HAAG Gisteren is de vierde „Onderwijskrant van Nederland" verschenen. Deze jaarlijkse ver schijnende krant geeft uitgebreid informatie over de mogelijkheden die men in het onderwijs heeft. De krant ls niet alleen voor ouders en kinderen interessant, ook de on derwijsgevenden hebben er grote in teresse voor. Uit een NIPO-enquëte. die is gehouden onder 375 school hoofden. bleek dat de Onder wijskrant de bekendste van alle overheldsbladen en -brochures is. Hoewel de krant enorm veel infor matie geeft, kan deze vanzelfspre kend niet volledig zijn. Bij het mi nisterie hoopt men echter dat de krant kan bijdragen tot betere over wogen schoolkeuze. Minister Van Kemenade heeft voor deze vorm van voorlichting vrij veel geld uitgetrokken. Alleen de druk kosten al bedragen een kwart mil joen gulden. Dan komen daarbij nog de kosten van het schrijven van de krant en de portkosten. De krant is gratis te verkrijgen door een briefje of briefkaart te sturen aan( Centrale directie voorlichting van het ministerie van onderwijs en wetenschappen, Nieuwe Uitleg 1, Den Haag. Van een verslaggever UTRECHT Het CNV vindt het bedrag dat de regering voor 1977 voor ontwikkelingshulp heeft uitge trokken onder de maat. „De proble men in de ontwikkelingslanden zijn van een geheel andere orde dan de problemen in Nederlapd", zegt het CNV in een brief aan de Tweede Kamercommissie voor ontwikke lingshulp. Het meetellen van de uitgaven voor het verblijf van Surlnamers in Ne derland op de begroting van minis ter Pronk gaat volgens het CNV allemaal „ten koste van de werkelij ke hulp aan ontwikkelingslanden". Het CNV noemt dit „onaan vaardbaar".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 9