Tabak
eertijds
als drug
verfoeid
dichtbij
Commentaar Kerk dreigde met excommunicatie; overheid met strenge lijfstraffen
Cultureel verdrag 1
Cultureel verdrag 2
^Wordt het
hondeweer
buiten?^
t2eKAM£R«
ÉllllWIIlliUlllili
liiiiiiiiiiiifetilipiiimi
WIllllliBillilW1»*!
«MMimm
mrnmmm
niiiiiiiiiaMiiilllllltt
Ju mini" ww Hill
dcckmprtira'j van dek.up.
„dat zijn grote problemen"
stuur 'n brief
groeten
gered
sorry
weer
Aanhoudend wisselvallig
ET 4
W
ZATERDAG 6 NOVEMBER 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 5
daar
was
s en
één
?1 de
rwijl
twa-
s B.
met
aan,
ede-
ir ja,
n en
t de
deze
zich
n in'
dat>
heu-1
..Ze
n en
ver-
le-
zegt
hebt
en?"
aefe-
nog
nde-
)rge-
gène
udd.
>rlog
juni
icht,
r de
ir zo
ioest
toe-
i hij.
Igd
Minister Van der Stoel heeft deze
week in de Tweede Kamer bij het
debat over zijn begroting in zekere
zin het cultureel verdrag van ons
land met Zuid-Afrika op termijn
gesteld. PPR-woordvoerder De
Gaay Fortman had om opzegging
van het verdrag gevraagd, maar de
minister wil in het komende jaa;
nagaan of het kan worden gebruikt
ais middel ter bestrijding van oe
apartheidspolitiek.
Inmiddels heeft de vice-voorzi.'ter
van het Zuidafrikaanse parlement,
dr Paul van der Merwe die op het
ogenblik in Nederland is, zich in de
discussie gemengd. Hij zei don
derdag in Den Haag dat het „Zuid-
Afrika"' (en dan bedoelt df heer
Van der Merwe uiteraard de blanke
Afrikaner bevolkingsgroep rn Zuid-
Afrika namens wie' hij spreekt)
„geen jota uitmaakt of het cultureel
verdrag wordt opgezegd" en dat het
„niet meer waard is dan het papier
waarop het geschreven is, omdat
het niet uit het hart komt".
Nu is het erg verstandig bij het
beoordelen van de vraag of een
dergelijk verdrag moet worden
voortgezet ons te laten leiden door
wat de Zuidafrikanen zelf zeggen,
maar de heer Van der Merwe maakt
het ons wel moeilijk. Meent hij nu
werkelijk wat hij zegt of is hij een
kleine bange jongen, die in het
donker fluit om zijn angst te verge
ten? Want wat men ook van het
verdrag mag zegg;n: de bevolkings
groep die de heer Van der Merwe
bij zijn rondreis door Nederland
vertegenwoordigt heeft het verdrag
jarenlang royaa! gebruikt als kanaal
om hier in Nederland de officiële
meningen en standpunten over
apartheid uit te dragen en toe te
lichten; anders gezegd: propaganda
te maken voor de apartheid.
Anderzijds is het ook wuar (minis
ter Van der Stoel heeft daar in de
Kamer op gewezen) dat door de
werking van dit verdrag nogal wat
niet-blanke Zuidafrikaanse studen
ten als bursaal in Nederland konden
studeren en daar kennis konden
nemen van onze opvattingen over
apartheid. Tegelijk ook hebben
heel wat Nederlandse hoogleraren
in docenten een poosje in Zuid-
Afrika kunnen werken, waar velen
van hen geen twijfel over hun op
vattingen hebben achtergelaten.
Bovendien blijkt uit de Zuidafri
kaanse pers, dat er daar nog wel
degelijk belangstelling bestaat voor
het culturele leven in Nederland
(meer dan omgekeerd!), al heeft die
belangstelling als het om de meer
eigentijhdse uitingen gaat vaak het
kfakter van een nogal gecompli
ceerde haat-liefde verhouding.
Maar is dat juist niet vaak het
kenmerk van ware betrokkenheid?
Wat is immers erger dan onverschil
ligheid?
Een punt apart in het verdrag is
tenslotte nog dat het niet voor het
hele Koninkrijk geldt, maar dat de
Antillen (en vroeger Suriname) van
de werking ervan zijn uitgesloten.
Om praktiusche redenen is dat na
tuurlijk wel te verklaren en de prak-
tici onder ons zullen zich wel beijve
ren om er op te wijzen dat dit
gebeurd is op verzoek van de Antil-
lianen zelf. Maar toch als wij nog
maar iets menen van de gedachte
van het ene rijksverband binnen het
Koninkrijk, dan is dit principieel
gezien een zaak om ons een beetje
voor te schamen.
Er is dus een gecompliceerde optel
en aftreksom nodig om de waarde
van het verdrag te taxeren, maar
het ziet er niet naar uit dat het
eindresultaat erg positief zal zijn.
Het beste lijkt ons dan ook, dat als
de volgende week fcen Kamermeer
derheid besluit om voorlopig nog
even door te gaan met dit verdrag,
duidelijk wordt uitgesproken dat de
waarde met duidelijke waarneem
bare maten zal worden gemeten en
dat bijvoorbeeld de wederzijdse
contacten zich niet zullen beperken
tot de blanke Nederlanders hier en
de Afrikaans sprekende blanke Af
rikaners daar.
Als wij voor een bredere opzet van
het verdrag pleiten, dan denken wij
beslist niet in de eerste plaats aan de
Engels sprekende blanke Zuidafri
kaners, maar veel eerder aan die
grote groep Afrikaans sprekende
kleurlingen aan de Kaap; mensen,
die misschien nog meer dan het
Afrikaner-establishment van dit
ogenblik doordrenkt zijn met de
Nederlandse cultuur en waar de
kinderen nog liedjes zingen als: ,,Ik
zag twee beren broodjes smeren"
en ,,A1 is ons prinsje nog zo klein".
Wij kunnen dat jaar goed gebruiken
om ons deze band bewust te
*orden.
door Kees de Leeuw
Op dit schilderij 'Rokers' van Adriaan Brouwer uit ongeveer 1625 blijkt duidelijk de
bedwelmende werking van de rook.
WAGENINGEN Wie van
daag de dag tabak rookt in de
vorm van sigaret of in een pijp
loopt echt niet de kans in het
openbaar te worden gegeseld
of het risico, dat zijn neus
wordt afgesneden. Op zijn
hoogst kan hij een kribbige op
merking naar zijn hoofd geslin
gerd krijgen van iemand, die
juist probeert van het roken af
te komen en die de geur van
tabak maar moeilijk kan ver
dragen, maar daar blijft het
ook bij.
De tijd ligt echter nog niet zo heel
ver achter ons, dat het roken van
tabak althans in Europa sociaal
weinig of niet werd geaccepteerd.
Het viel buiten het heersende cul
tuurpatroon, het was nog ..drugge
bruik" en iets wat fatsoenlijke chris
tenen niet behoorden te doen. Dit
staat te lezen in het proefschrift „In
landse tabak", waarop ir. H. K. Roes-
singh gisteren is gepromoveerd tot
doctor in de landbouwwetenschap
pen aan de Landbouwhogeschool in
Wageningen. Het proefschrift behan
delt de opkomst en de ontwikkeling
van de tabaksteelt in Nederland in
de zeventiende en achttiende eeuw
èn wil antwoord geven op de vraag
hoe tabak als handelsgewas ingang
vond bij kleine boeren, keuters en
landarbeiders in de provincies Gel
derland en Utrecht en welke beteke
nis de door hen geproduceerde tabak
had als grondstof voor de tabaksnij
verheid in binnen- en buitenland.In
een inleidend cultuurhistorisch
hoofdstuk over de geschiedenis van
de tabak en van het roken schrijft ir.
Roessingh, dat in vele landen kerke
lijke en wereldlijke overheden het
roken sterk afkeurden en tegengin
gen omdat men het schadelijk
achtte voor lichaam en geest en ze
delijk verval vreesde.
Opgehangen
In de eerste helft van de zeventiende
eeuw verschenen talloze, soms zeer
(ADVERTENTIE'
Voor zo n f 1.25 per mtr is uw
huistochtdicht te maken met
TOCHTWERING
5 jaar onvoorwaardelijk
gegarandeerd
Vraag ernaar bi| de i|zerwaren /dtv-zaken
emotioneel geladen geschriften pro
en contra de tabak en het gebruik
ervan, waarbij het kruid door vriend
en vijand ontelbare eigenschappen
zowel goede als slechte werd
toegeschreven. De maatregelen te
gen het gebruik van tabak als genot
middel liepen uiteen, al gelang de
verschillende landen, van eenvoudi
ge verbodsbepalingen, kerkelijke
censurering van rokers, ontzegging
van het avondmaal en excommuni
catie, tot boetes, confiscatie van be
zit en strenge lichamelijke straffen
als geseling, het afsnijden van de
neus en zelfs de doodstraf. Zo trad
sultan Murad IV na 1633 in Constan-
tinopel zeer rigoreus op tegen rokers
door hen te laten ophangen met een
pijp door hun neus. Opgemerkt moet
daarbij worden, dat dit strenge
optreden hoogst waarschijnlijk niet
zozeer werd ingegeven door haat te
gen tabak als wel door angst voor
brand in de stad met haar dicht
opeengepakte houten huizen en ge
brekkige blusmiddelen.
De tegenstand uit religieuze en reli
gieus-morele motieven stond aan
vankelijk voorop, maar diende, al
dus ir. Roessingh. ook vaak om ande
re beweegredenen te bedekken. Men
overwoog dat tabak gebruikt werd
door Indiaanse priesters en dit
maakte de duivelse herkomst duide
lijk.
Smerige heidenen
Alleen al het feit. dat roken van
tabak een nieuwigheid was, diende
een voldoende reden te zijn het ge
bruik met achterdocht te beschou
wen, speciaal wanneer men de her
komst in overweging nam. Roken
was het imiteren van de smerige
heidense Indianen, slaven van de
Spanjaarden, die men toch ook niet
in hun andere gewoonten ging na
doen. door naakt te gaan lopen of
door zich te versieren met glas en
veren. Roken betekende God ont
kennen en de duivel vereren.
De verdedigers van de tabak wezen
erop, dat men een goede wijn niet
moet veroordelen, omdat sommige
mensen er een verkeerd gebruik van
maakten. Dat tabak slecht was ge
zien zijn herkomst vonden zij geen
houdbaar argument. Tabak was op
zichzelf goed noch slecht en het ge
bruik ervan gewoon plezierig. Het
had een bevredigend en kalmerend
effect op de zenuwen, aldus het
standpunt van de gewone roker uit
die tijd. Anderen verdedigden fel de
geneeskrachtige kwaliteiten, prezen
de tabak uitvoerig en bespraken „de
kragt van de tabak in de mond. in de
hersenen, in de ingewanden en in 't
voortteelen".
Het roken van tabak won geweldig
aan prestige in de tijd van de pest
epidemieën in de jaren dertig van de
zeventiende eeuw. toen aangenomen
werd dat roken tevens een voorbe
hoedmiddel tegen besmetting was.
Ysbrand van Diemerbroeck, de Nij
meegse stadsgeneesheer, vertelt, dat
hij als pestmeester tijdens de epide
mie van 1635-1636 regelmatig een
pijp opstak, zowel thuis na de maal
tijden als in de ziekenkamer, wan
neer de bedorven lucht hem te fnach-
tig werd. Onomwonden verklaart hij
de tabak als het krachtigste voorbe
hoedmiddel tegen de pest te be
schouwen.
Roessingh: „De discussie in de lite
ratuur doet gedeeltelijk wat onwe
zenlijk aan. omdat het pleit door de
DE-
VAN EEN LEZER-
Tekeningen, bij voorkeur in liggend for
maat. sturen aan: Trouw, jury politieke
prent. Postbus 859, Amsterdam. Naam
en adres aan de achterzijde vermelden.
Voor geplaatste prenten is er een boe-
kenbon.
1 o O I[j[
tabak in feite reeds was gewonnen.
Het roken was immers omstreeks
1590 al sterk verspreid en van kleine
groepjes gebruikers in de steden en
in de hogere kringen begon de ge
woonte in de eerste decennia van de
17e eeuw door te dringen tot steeds
grotere groepen van de bevolking,
ondanks de tegenstand van we
reldlijke of kerkelijke zijde."
Gouden eieren
Toen bleek, dat de tabak een ge
schikt en winstgevend object voor
belastingheffing kon zijn gaf overal
de overheid er in de loop van de
zeventiende eeuw de voorkeur aan
de kip maar met rust te laten om de
gouden eieren te kunnen rapen. Men
begon spoedig invoerrechten en ac
cijnzen van de tabak te heffen en na
1650 werden in verschillende landen
tabaksmonopolies ingesteld. Van
overheidswege verflauwde de be
langstelling voor bestrijding van het
tabaksgebruik meer en meer. omdat
de staatsinkomsten uit de tabak ste
gen en niet meer gemist konden
worden.
Ook de bezwaren van kerkelijke zij
de smolten grotendeels weg, toen het
gebruik van tabak langzamerhand
algemeen geaccepteerd bleek, al ble
ven de verboden of de afkeuring for
meel nog heel lang gehandhaafd.
Roessingh: „De snelle verbreiding
van het roken van tabak heeft altijd
bijzonder de aandacht getrokken
juist in het licht van de grote te
genstand, die het gebruik als genot
middel in veel landen aanvankelijk
opriep. Wie het in gebruik komen
van het roken in Europa nagaat en
wie kennis neemt van de meningen
uit de tijd zelf over deze nieuwigheid,
wordt getroffen door de duidelijke
historische parallel met onze tijd,
waarin het gebruik van bepaalde
drugs (bedoeld zijn marihuana en
Hasjiesj KdL) bezig is een deel te
gaan vormen van het jeugd
cultuurpatroon, hetgeen heftige
weerstanden oproept. De aard en de
ontwikkeling van de tegenstand en
de soort argumentatie die gebruikt
wordt, vertonen overeenkomstige
trekken met die uit de tijd. toen het
roken van tabak nog „druggebruik"
was. Het gaat hier om gelijksoortige
historische processen, waarin wel
licht dezelfde sociaal-psychologische
factoren een rol spelen."
In dit verband bespreekt ir. Roes
singh ook andere vormen van drug
gebruik in de zestiende en zeven
tiende eeuw in West-Europa, zoals
het gebruik van bier bereid met bil-
zekruidzaad. Hij komt tot de conclu
sie, dat het gebruik van tabak ver
mengt met bilzekruid, wolfskers
(bella donna) of met Cannabis-
produkten (marihuana) in het begin
van de zeventiende eeuw geenszins
is uitgesloten. Overigens gaf de op
komst van het roken een belangrij
ke verschuiving binnen het con
sumptiepatroon van de genot- en
roesmiddelen. Tabaksgebruik was
een alternatief voor het gebruik van
brandewijn of van een gevaarlijk
roesmiddel als bier bereid met bilze-
kruidzaad, dat na gebruik leidde tot
waanzinnige woede-aanvallen.
Onbekend
Niemand weet wanneer en door wie
voor het eerst tabaksbladen naar
Europa werden gebracht en wie
daar voor het eerst rookte, aldus ir.
Roessingh. Voor de ontdekking van
Amerika door Columbus in 1492 was
de tabaksplant in Europa onbe
kend. Zeelui en kolonisten zagen,
dat de Indianen in Zuid- en Noord-
Amerika de gedroogde bladeren van
dit kruid rookten uit opgerolde
palmbladen of uit een soort pijpen.
Sommigen van hen probeerden dit
ook en namen het gebruik van ta
bak als genotmiddel snel over. Door
zeelui, soldaten, kooplieden en stu
denten werd de indiaanse gewoonte
van het roken van tabak naar ver
schillende landen overgebracht en
vóór 1600 was het al bijna overal in
Europa bekend.Wat ons land betreft
is er een beschrijving van een
Delftse arts, die in 1621 noteert: „Ik
zag voor het eerst roken omstreeks
1590, toen ik in Leiden studeerde.
Het waren mijn Engelse en Franse
medestudenten die het deden. Ik
probeerde het ook, maar het be
kwam mij slecht. Ik werd verschrik
kelijk misselijk en duizelig".
Alle tabak die omstreeks 1600 in
Europa werd geconsumeerd, kwam
nog uit Amerika, maar vijftien jaar
later begonnen enkele Amersfoortse
burgers met het telen ervan en van
uit die plaats verbreidde omstreeks
1635 de teelt zich naar naburige
plaatsen als Nijkerk, Barneveld,
Ede en Wageningen. Kort na 1700
bereikte deze tabaksteelt in Gelder
land en Utrecht zijn grootste
uitbreiding en werd een belangrijke
bestaansbron op veel kleine boeren-
bedrijfjes. Het geoogste tabaksblad
werd gedroogd op zolders of in schu
ren en ging dan naar de Amsterdam
se tabaksnijverheid, waar het werd
verwerkt tot rook- of pruimtabak.
Door buitenlandse concurrentie
echter liep de teelt in de tweede
helft van de achttiende eeuw lang
zaam terug en verdween geheel uit
Wageningen, waar voorheen veertig
procent van het bouwland rond de
stad met tabak was bezet en één op
de vijf gezinnen direct van de ta
baksteelt afhankelijk was.
Stille getuigen
Wie thans vanuit Wageningen naar
Utrecht gaat langs de oude weg over
Rhenen-Amerongen zal daar nog
grote zwart geteerde houten schu
ren opmerken. Het zijn voormalige
tabaksschuren, stille getuigen van
een verdwenen teelt. Vast staat dat
het roken in ons land in de 17e eeuw
snel populair is geworden en dat er
geen land was. waar zowel door
mannen als door vrouwen meer
werd gerookt dan in Holland. Een
Duits schrijver vindt dat later overi
gens alleszins begrijpelijk, omdat
zo zegt hij „de tabaksrook een
zeer voortreffelijk middel is om de
kwade uitwasemingen en onaange
name geuren, die uit de Hollandse
grachten opstijgen, minder
merkbaar te maken".
Van het proefschrift „Inlandse ta
bak" is bij De Walburg Pers
Zutphen in de Gelderse Historische
Reeks een handelseditie ver
schenen.
onder redactie van loes smit
„Ik dacht dat God een gewoon
mens was, maar doorzichtig. En
als je in de kerk zat en er was een
lege stoel voor je. dan dacht ik
dat God dan wel op die stoel kon
zitten."
„Waar is God?" was de titel van
een NCRV-
schoolradioprogramma van zo'n
jaar geleden. Kinderen spraken
daarin hun gedachten uit over
hun voorstelling van God en
schreven daar zoveel over op. dat
Margreet Blees nu een pagina's
lang in verschillende afleverin
gen van „Over en Weer" (con
tactblad voor onderwijs en om
roep, uitgave van NCRV-
schoolradio en -televisie) met
fragmenten uit die opstelletjes
kan vervullen.
Uit die bloemlezing is het eerste
citaat van het jongetje Hans af
komstig. waaraan Bianca toe
voegt: „Maar in welke kerk?"Pe
ter denkt „dat God in mijn beer
zat, daarom nam ik die overal
mee naar toe." en Monica
schrijft: ,,'s Avonds lag ik wel
eens na te denken, en ik stapte
dan me bed uit en keek naar
buiten of ik mensen zag vliegen
naar God."
God is overal en ziet alles, dat
willen de kinderen wel geloven,
maar hoe dat dan mogelijk is. is
ze een raadsel. Linda heeft er een
Sinterklaas-oplossing voor: „Zou
God Hulpjes hebben? Die bij
voorbeeld alles opvangen en het
aan God vertellen? Net zoals ze
zeiden van Sint Nicolaas en zijn
pieten? Die „hulpjes" kunnen
volgens Ilse best engelen zijn,
maar Mare en Jeroen zoeken het
in moor goden of meer ogen:
In oktober 1972 heeft Amnesty
International de jonge zwarte
Rhodesiër Stephen Moesoengwa
Zwinawasje geadopteerd. Hij zat
toen (en zit daar nog) in de Gwelo-
gevangenis in zijn land. waar hij
allang niet meer hoort te zijn. In
het midden van de jaren zestig
voerde Zwinawasje oppositie
tegen de regering van premier Ian
Smith. Samen met vele andere
jonge Afrikanen werd hij toen op
gepakt en veroordeeld tot een ja
renlange gevangenisstraf Deze
hele p-oep veroordeelden had de
straf in mei 1972 tot de laatste dag
uitgezeten. Natuurlijk hadden ze
toen verwacht op vrije voeten te
worden gesteld, maar dat gebeur
de niet. Integendeel, ze werden
voor onbepaalde tijd in een ande
re gevangenis opgesloten. Zo zit
Zwinawasje nu nog steeds in de
Gwelo-gevangenis. waar de
omstandigheden bijzonder slecht
zijn. Van het dagelijkse voedsel
rantsoen kun je daar maar net in
leven blijven en het is dan ook
geen wonder, dat Stephen Zwina
wasje al een tijd aan een ernstige
maagzweer lijdt, waarvan hij be
hoorlijk ziek is. Een flink aantal
brieven aan de Rhodesische pre
mier Smith (adressering: The Pri
me Minister. Mr. I. Smith - Cause
way - Salisbury - Rhodesia) en of
de minister van Justitie (The Mi
nister of Justice, Law and Order -
P.O.Box 704 Causeway-
Salisbury - Rhodesia) zouden zijn
vrijlating kunnen bespoedigen.
Hoe meer brieven met een (be
leefd) verzoek om vrijlating van
Zwinawasje. hoe beter.
..Misschien zijn der wel meer go
den. b.v. boven elk land één", en:
„Zou God uit een heleboel dingen
bestaan zodat hij op duizend
plaatsen tegelijk kan zijn?
Misschien is hij nog teel groter
dan de aarde, dat hij enorme
ogen heeft waarmee hij op de hele
aarde tegelijk kan zien."
Voor Monique zijn extra „ogen
van aheteren al voldoende, „an
ders zou hij toch niet over heel de
wereld kunnen kijken?" Andere
kinderen zien God meer als een
heerser op de allerhoogste berg.
waar vandaan je naar hun idee
ook de hele wereld kunt zien.
Fred voegt daar nog „een villa op
een berg aan toe. Weer andere
kinderen zoeken het eerder in
wind en wolken, licht en zon.
want die vind je tenslotte overal.
Hoe God er uitziet? Als de domi
nee. met een zwart kleed aan.
menen sommigen. „Als een gewo
ne jonge meneer met een grijze
trui met een veehals." schrijft
Digna. en in elk geval volgens de
meesten net zoiets als een mens.
„Ik heb heel lang het idee gehad
dat God een man was. die je niet
kon zien door het vele licht dat
hij gaf. zegt Marja. maar. rede
neert Petra, „als God op aarde
woont, wat voor gezicht heeft de
Heer dan? En wat vooreen kleur
gezicht: heeft hij bijvoorbeeld een
blank gezicht of een zwart gezicht
of een geel gezicht of een bruin
gezicht?" Frank herinnert zich
uit Genesis dat God de mens
naar zijn beeld schiep, „maar de
mens is al heel wat veranderd in
de tijden. Dat zijn erg grote pro
blemen." En dat zullen het wel
blijven ook.
De bevrijdingsbeweging voor
Zuid-Afrika (African National
Congress) heeft opnieuw een serie
van vijf groetkaarten ook goed te
gebruiken om kerstwensen over te
brengen uitgegeven, die in ons
land worden verspreid door de An
ti-Apartheidsbeweging Nederland.
Wie ze koopt haalt niet alleen teke
ningen van Zuidafrikaanse
kunstenaars in huis, maar steunt
ook het verzet tegen de apartheid
in Zuid-Afrika. Deze ANC-kaarten
kunnen besteld worden bij de An
ti-Apartheidsbeweging in Amster
dam, tel. 020-237335. een compleet
stel (vijf stuks) kost 3.- maar wie
ze per postgiro bestelt (580900 ten
name van AABN, Lauriergracht
116 in Amsterdam) moet daar 80
cent porto bij tellen. Voor twee sets
6.- dus) komt er 1,20 bij, voor
drie tot vijf sets 1,90 en voor zes
tot tien serts 2,75 extra aan ver
zendkosten.
Cultuurrijp het personeelsblad
van de rijksdienst voor de IJssel-
meerpolders gewaagt van een
moedige rpdding: „Personeel van
uitvoering beplantiongen redde
met enige waaghalzerij uit
de modder van een droogvallend
plasje in het Lepelaarsgebied on
geveer achttienhonderd palingen,
die hun vrijheid herkregen in de
dichtstbijzijnde tocht". Veel die
ren meenden blijkbaar een korte
re weg naar de nieuwe ver
blijfplaats te weten: „Bijna even
veel gladde jongens" (niet de red
ders dus, maar de palingen) „na
men tot hun-schade zelf het initia
tief voor de evacuatie, kropen het
land op en kwamen door verdro
ging om het leven".
Verschillende huisartsen hebben
naast hun deur zo'n kastje han
gen, waar je een klaargemaakt
recept uit kunt halen of waar je
spullen in kwijt kunt die je alleen
maar hoeft af te geven. Een arts
op Walcheren heeft ook zo'n kas
tje waarin de patiënten, aldus de
Provinciale Zeeuwse Courant,
„stoffen kunnen plaatsen die hij
begeert te onderzoeken". Deze
arts doet in dat kastje van tijd tot
tijd bepaald verrassende
vondsten. Zo had een patiënt, ver
haalt de krant verder, er een flesje
in geplaatst met dit briefje er
omheen: „Sorry dokter dat ik u
nu pas m'n urine breng, maar 't is
me gisteren door m'n hoofd ge
schoten".
door hans de Jong
Het weer blijft wisselvallig.
Gedurende het weekeinde is
een mixture van regenge
biedjes. buien en opklaringen
te verwachten. Hoe de ver-
houdjng tussen de zon
neschijn en neerslag zal zijn,
is moeilijk aan te geven. Dat
hangt ook af van de plaats
waar men zit. Hoe dichter bij
zee. hoe groter de kans op een
bui en verder scheelt het ook
of de wind op wat hoger ni
veau, transporteur van de
buien, zuidwest of west is. In
het laatste geval dringen zee
buien dieper het land binnen.
Waarnemingen van vrijdag
middag wezen uit, dat de
windrichting op 5.5 km hoog
te veelal west-zuid west was.
Boven het Kanaal is de lucht
niet opvallend koud met -21
graden. Normaal voor De Bilt
op dit niveau is voor novem
ber -20 tot -21 graden. Boven
Ierland, vooral de noordwes
telijke helft, is het kouder-
met -30 tot -32 graden. In de
buurt van ons land ligt ook
nog altijd een front waarin
gemakkelijk storingen tot
ontwikkeling komen. Dat
front schuift moeilijk verder
oostwaarts op omdat het
wordt afgeremd door een ho-
gedrukzone, maar daarover
zo dadelijk.
Zover ons „atlantisch oog"
reikt, zien wij weinig of geen
verandering komen. Dit bete
kent dat ook maandag en
dinsdag het weer wisselvallig
en af en toe vrij koud zal zijn
vooral wanneer de wind er
even wat harder aan trekt
Natuurlijk bestaat ook altijd
nog de mogelijkheid van een
of andere uitdijende randsto-
ring, maar daarvan was op de
weerkaart van gisteravond
weinig te zien. De Londense
computers verwachten deze
hele novembermaand min of
meer gestoord en tamelijk
koud weer met af en toe re
gen of buiten. Het weer zal
echter niet zo nat uitvallen
als oktober en er mag ook
gerekend worden op korte
drogere perioden gepresen
teerd door loslopende hoge-
drukgebiedjes. Nadat Enge
land en Wales een zomer be
leefd hadden, zo droog als
maar één keer in de vijfhon
derd jaar voorkomt, vielen
september en oktober daar
tezamen natter uit dan was
voorgekomen sedert1727.
Wat een contrast! De natuur
heeft dus geprobeerd op kor
te termijn wat van de schade
goed te maken.
De algemene circulatie op
het noordelijk halfrond in ok
tober 1976 is vergeleken met
die van 1881, 1889 en 1907. In
Zweden, Finland en grote de
len van Rusland is koning
Winter heer en meester. On
der een sterk hogedrukge-
bied van 1040 mb met uitlo
per over de Alpen tot Spanje,
is het daar ook overdag ijzig
koud met temperaturen van
-5 tot -15 graden. Het is hier al
vaker betoogd: West-Europa
behoeft geen invasie van de
ze koude continentale lucht
te vrezen. De zuid- tot zuid
westelijke stromingen hier
houden de temperatuur op
Atlantisch peil.
Hoe is het met de regenverde-
ling in oktober gesteld ge
weest? Hier de regionale
uitslagen voor ons land De
venter maar een schijntje
met 17 mm. Maastricht bere
kende 28 mm, Kampereiland
31. Stad Groningen 32. Eist
33, Bussum en Marken 34.
Rotterdam-Centrum en
Amersfoort 36. Ten Post en
Emmen 38. Arnhem. Ede. Nij
megen en Baflo 39. Ulrum en
Volkel 40. Uithulzermeeden
en Scheveningen 43. Fijnaart
44, Almkerk 45, Musselka-
naal 46, Oud Beierland 47.
Siddeburen 50, Texel 51.
Zwijndrecht en Roosendaal
53. Wagenborgen en Herwij
nen 54, Zierikzee 56.
Santpoort 62 en het Friese
Veenwouden 73 mm Nor
maal voor Nederland is van
ongeveer 55 mm in noord-
Limburg tot 90 mm in het
uiterste noordwesten van het
land. Onweer kwam op 7 da
gen ergens in het land voor
tegen 8 dagen normaal.
HOOOWATER zondag 7 november
Vlmmgen 1 57-14 03. HanngvlieUlul-
zen 2 10-14.27, Rotterdam 4 07-16.11.
Scheveningen 3 12-15 26. Umulden
3 45-15 50. Den Helder 7 46-19 SS.
HarUngen 9 59-22 19, Delfzijl 12 06
HOOOWATER maandag 8 november.
VllMingen 2 28-14 36. HartngvlleUlui
zen 2 44-14 58. Rotterdam 4 39-16 43.
Scheveningen 3 45-15.59. IJmulden
4 18-16 32. Den Helder 5 21-20 33. Har
Ungen 10 33-22 53. Delfzijl 0 29 12 39