Jules de Corte:
Vliegwielen
en accu's
n
w
(TÉRDAG 6 NOVEMBER 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 13
;hljnlljk
1.75 in,
haar,
I» ge-
istuum,
ropdai
stre-
80k-
nen en
net rijn
In
iet de
EN
ke
in
arne
Ik word nooit een
bestseller
door Willem Schrama
HELENA VEEN Tien dagen
terug op 26 oktoberwas het
op de kop af dertig jaar geleden
dat een toen al moeilijk in te
delen kleinkunstenaar zijn radi
odebuut maakte in het zie-
kenprogramma „De Zonne
bloem" van Alex van Wayen-
burg. Onder de titel „Bij leven
en welzijn" kwam vorige week
zijn twaalfde langspeelplaat uit.
Daartussen ligt een periode
waarin hij naar eigen waarne
ming zo'n drieduizend edjes
schreef, overwegend voorzien
van vaak stekelige, maar altijd
doordachte teksten, die hem in
de loop der jaren het imago ga
ven van een sombere fde pessi
mist, die geen concessies doet.
Thuis, in het Brabantse Helenaveen, blijkt
Jules de Corte niet overstuur van het etiket
dat hem is opgeplakt. Al vindt hij het wel een
foutieve veronderstelling: „Dat is gewoon
niet waar. Maar je schijnt ontzettend gauw
vervelend te worden als je niet met die Libel-
le-stijl meedoet. Je merkt dat voortdurend.
Overal is die vrijblijvende, opgepoetste stijl
van: jongens, kom er eens gezellig bij. Op de
radio en de televisie moeten actualiteitenru
brieken zich uitstrekken over ik weet niet
hoeveel tijd en muziek ertussen, anders luis
teren de mensen niet. Nou, dan luisteren ze
maar niet. zou ik zeggen."
Instituut
Jules de Corte, geboren in Deurne. 1924. Zes
broers, vier zusters. Vader was metaalarbei
der, een volbloed SDAP-er, „die er op los
staakte, als dat nodig was". Was ooit zelf één
dag lid van de PvdA, maar haakte onmiddel
lijk weer af vanwege politiële acties in Indo-
neiië. Bracht een groot deel van zijn jeugd
door op een blindeninstituut annex
kBtschool, waar een streng katholiek regime
barste. „Vijf keer per dag naar de kapel. Om
jirart over zeven was er een mis, en om negen
uur was 't wéér mis. Dan nog de kruisweg, het
lof en de congregatie. En om de veertien
dagen was er een preek, meestal door paters
Capucijners uit Velp. Die hadden daar een
rusthuis, en er was altijd wel een brave ziel die
bij ons wilde komen preken. Dat was op
zichzelf ten hemel schreiend, maar het waren
zulke brave mensen dat het niet gaf."
nemin „Toch heb ik m'n leven lang geprobeerd om
ïn onzj 0p de een 0f andere manier in die katholieke
kerk te passen. Ik heb er altijd over nage
dacht. Want als iedereen zegt: dit is het, dan
ben ik niet iemand die lichtvaardig zegt: het
is nfet zo. Dus tegen de verdrukking in heb ik
het trachten vol te houden. Maar een de
pylers van die katholieke traditie was: wat je
zelf vond dat was niks. Daar heb ik me altijd
tegen gekeerd".
Vlak na de oorlog hij was toen 22 jaar
bood Julès zich per advertentie aan als piano-
begeleider. Nog dezelfde avond kreeg hij
werk. Voor veertig gulden in de week mocht
hij danslessen begeleiden, 's Zaterdags en
's zondags schnabbelde hij er wat bij door in
een dansorkest soirées te verzorgen. Dacht
dat hij wereldberoemd was toen hij met een
auto werd afgehaald voor zijn eerste radiouit
zending. maar het spelen op bruiloften en
partijen hield zijn beide benen op de grond.
opesf
;rdan
»r vre
erkin
Dciaa
va
euve
Pvdi
•teldi
tenlei
s pro
g vei
gaan
in uit
e da|
natio
rtuge
iii Ma
red
lat d
feren
rteke
resul
ng oo
;n va
ïebbe
ewap<
t,
>op
i kui
»r ee
in d
allsti
an et
'tgekc
Nieuwsgierig
Jules de Corte: „Onze manier van leven is zonder meer immoreel te noemen".
(foto Dirk Ketting)
Hij zegt geen flauw idee te hebben over wie
zijn platen kopen en wat ze er van vinden:
„Mijn dochter staat op zaterdagen in een
platenzaak in Delft, en die zegt dat ze nog
nooit een plaat van mij verkocht heeft." Gnif
felend: „Nou is Delft natuurlijk ook geen
criterium."
Hij wordt nu zelf ook nieuwsgierig hoeveel
exemplaren van zijn vorige langspeelplaten
„Miniaturen" zijn verkocht, èn vraagt zijn
vrouw er een telefoontje aan te wagen. Die
komt terug met de mededeling dat de compu-
terlijst van CBS zal worden geraadpleegd.
Jules wrijft van pret in zijn handen: „Kijk es
aan, heel Haarlem in rep en roer. En dan
krijgen we straks het schrikbarende getal van
elfhonderdvierenzeventig. De schellen zullen
me van de ogen vallen."
Later leert een telefoontje uit Haarlem dat
het er 9586 zijn. Jules, verwonderd: „Wat 'n
goeie mensen allemaal. Maar voor die platen-
jongens is dat niets hoor, bij 15.000 word je
voor hen pas rendabel. Maar ik sta er niet op
om het met tien vermenigvuldigd te krijgen.
Het produkt moet voor zichzelf spreken, vind
ik. Daarom zal ik ook nooit een bestseller
worden, maar dat is niet zo vreselijk. Ik douw
of trek er niet aan, anders kon lk zo weer vijf
langspeelplaten vullen. Ze moeten het me
echt vragen, anders doe ik het niet. Wat heeft
het allemaal voor zin, denk je wel eens. waa
rom zou je je ook zo druk maken? Ik werk
maar in het verborgene door en af en toe
komt eens een plaat uit."
Smartlap
Hij vindt het niet erg dat „Kleine Anita" een
smartlap wordt genoemd: „Een goeie
smartlap wil ik best maken, maar dat woord
is gedevalueerd. Smartlappen zijn nu snot
liedjes. Maar waarom interesseert ons het
leed ener moeder niet meer? Omdat we ge
woon om elkéér geen donder meer geven. Ik
merk het zelf wel. Dan hoor je dat er bij een
aardbeving achthonderd mensen zijn omge
komen, en in de tussentijd stop ik mijn pijp.
We zijn afgestompt van elke dag ieder uur
nieuws. Ik kan er ook niet meer tegen. Mijn
broer zei: „Sinds ik de krant heb opgezegd is
het me elke dag weer een lieve lust om naar de
fabriek te fietsen."
„We maken ons druk om die stomme presi
dentsverkiezingen in Amerika, terwijl het er
niet om gaat-welke man het is. maar of-ie een
snorhaar meer of minder heeft. Ik bedoel, het
is zo'n schandelijke farce. En niemand zegt
dat. Niemand zegt: de belachelijke presi
dentsverkiezingen in Amerika. Het is trou
wens niet eens belachelijk, het is hartver
scheurend, het is het is om wraak roe
pend. Dat zou met vuur uit de hemel gestraft
moeten worden. Vandaag nog. Dit soort de
mocratie, daar veeg ik m'n achterwerk nog
niet aan af. Het is een groot schoremzooitje.
En *t lijkt wel of ze daar ook niets anders
hebben dan die twee uitgekookte. 't zijn
gangsterpionnen. Ik kan het niet bewijzen,
maar het is voor mij zeker omdat het niet de
politiek is die daar de gebeurtenissen bepaalt,
maar het zijn de speculanten, de wapen
industrie, enzovoorts, die de dienst uit
maken."
Immoreel
„Als ik nou hoor dat er in Chili gemarteld
wordt, dan denk ik: dat wordt namens ons
gedaan. Daarom kunnen wij hier rustig zitten
met een welvaartspens. We zijn zonder meer
PSP, maar hij begrijpt het allemaal niet.
„Neem nou de PvdA en de PPR. Belachelijk
dat men er zo'n drukte over maakt dat ze
samen willen regeren als ze de meerderheid
halen. Dat is toch logisch? Moeten ze dan
zeggen: we hopen dat we niet de meerheid
halen want we willen het liefst met 150 par
tijen regeren? En daar maken ze dan een
drukte over. Den denk ik: dat kan het CDA
van Piet Steenklomp toch ook zeggen? Je
kunt zoiets toch zeggen? Daar hoef je niet
kwaad om te worden? Als je nou zou zeggen:
ik wil wel in de regering, maar dan moet eerst
Andriessen verdrinken, dan zeg ik: tja, da's
nou onaardig. Maar als ik nu een verstandig
mens als Boersma zo kwaad zie worden, dan
begrijp ik dat werkelijk niet"
Ik vraag hem naar de oorzaak van zijn star
heid. Resten van een strenge opvoeding? „Al
les wat wij vinden is ons uiteindelijk inge
scherpt, en naarmate het ons is ingescherpt,
vinden we het. Natuurlijk, het is indoctrina
tie. Ik ben een mens, ik ben cultuur-
beïnvloed, dus heb ik daar ook moeite mee.
Seksuele voorlichting bijvoorbeeld. Onzin. Je
zou zo moeten leven dat kinderen in een nest
wonen en daar gebeuren zulke dingen. Niet
dat je ze moet uitnodigen van: jongens kom,
nu is het zo ver. Maar wij wisten toch hele
maal niets? Eer ik eens goed wist hoe het in
elkaar zat was ik al achttien, en dat kwam
nog omdat ik een boek gestolen had over de
menselijke voortplanting. Dat lag toevallig
op de zogeheten lange tafel op het blinden
instituut. Dat was een B-boek, wat inhield dat
je 21 moest zijn om het te mogen lezen. Ik wil
niet zeggen dat zulks eeuwige schade aan
mijn bestaan heeft toegebracht het is ook
niet beter als je het op je elfde al weet maar
wij zijn ervan vervreemd omdat we nooit
vader en moeder bezig hebben gehoord in
onze kinderjaren. In dat geval zouden we er
geen moeite mee hebben gehad".
Bang
Ik kom met een van zijn mooiste liedjes op de
proppen: „Als je overmorgen oud bent, wie
zal er dan bij je blijven en wie zal er bij Je
waken op de avond voor je dood". Jules:
„Daar ben ik inderdaad bang voor, ja. Ieder
een heeft hooguit één-tweetiende kind en
twee-ééntiende auto. Als straks iedereen oud
is en er zijn nog een paar jonge mensen over
om voor ons te zorgen, dan houd ik m'n hart
vast en hoop ik niet dat ik zoiets hoef mee te
maken. Ik vrees dat zeer veel mensen alleen
gelaten zullen worden. En dat is toch het
ergste wat je kan overkomen, dat er niemand
bij je is op de avond voor je dood. Wij hebben
een keer een hond moeten laten doodmaken
bij mijn weten was er geen zachtmoediger
schepsel op de wereld en die hebben we tot
de grens begeleid. Maar wie doet dat nou
eigenlijk? De mensen zitten erbij te jakkeren
als het niet opschiet. Ik ken een verhaal over
een man uit Helmond, die stervende was. Die
kreeg 's nachts een kaars in zijn handen, en
als dat nou maar lang genoeg duurde, werd
dat ding weer op de kandelaar gezet. Maar het
werd al licht, en de familieleden begonnen
zich alweer druk te maken over hun werk.
Toen zei die man: „Allee, geef me de kaars
nog es aan, dan zal ik het nog es proberen
Nou, daar kan ik echt om lachen, maar 't is
wèl ontroerend.!"
Hoe laat zich zijn religie eigenlijk om
schrijven?
„Als ik een missietocht begon, zou ik alle
mensen willen vertellen: waarom geloven Jul
lie toch niet in de gelijkheid van alle leven? Ik
bedoel: een kip, die een paar jaar leuk geleefd
heeft en vervolgens in de soep gaat. die heeft
misschien een leuker leven gehad dan de
meeste mensen in een bejaardenhuis."
al schuldig. Het gaat niet aan om te kokhal
zen van het vreten als andere mensen niets
hebben. En dat komt omdat we het allemaal
fout verdeeld hebben. Onze manier van leven
is zonder meer immoreel te noemen. Het is
immoreel om in een vliegtuig te stappen en
met een snelheid van ik-weet-niet-hoeveel
naar Spanje te jagen om daar in de zon te
gaan liggen. Een vliegtuig is gewoon als ver
schijnsel al immoreel. Als zóiets moet bijdra
gen tot de vooruitgang van wat dan ook Ik
ben eens een paar dagen in Amstelveen ge
weest om een koorwerk te noteren. Ik ben
werkelijk diep onder de indruk geraakt van
het onrecht dat die mensen daar in Amstel
veen wordt aangedaan. Door dat afschuwelij
ke, waardeloze, vreselijke, tirannieke gedon
der van die rotdingen, wéér ze ook vandaan
mogen komen. En ik dacht werkelijk iedere
keer: ik wou dat ze omlaag lazerden
Vol?
desnoods, op zo'n moment kan me dat
niets meer schelen. Is er tenminste gerechtig
heid. Werkelijk, als ik op zo'n moment een
stuk luchtafweer had, dan schoot ik ze alle
maal omlaag. Dat kén niet. Zo'n herrie még je
niet maken. Ook niet waar alleen mollen zijn.
Die mag je met zo'n kabaal ook geen schade
toebrengen".
Weer tot kalmte gekomen: .Hoe zou het toch
komen dat het Westen overal in doorsijpelt.
Hoe komt het nou dat er geen mens op de
wereld is of hij moet dat gejank horen uit
Amerika. Ik vind dat van een verschrikking.
Nou, ik zou er rigoureus de beuk in gooien
hoor."
Drukte
Vaderlandse politiek: sympathie voor de
Belangstelling
„Ik wil dat iedereen gelukkig is, maar ik wil
dan ook wèl dat we zien waar 't zit. God, dat is
toch niet een akelig soort oppermens, met
menselijke gevoelens en gedachten. Dat is
zo'n slecht beeld, een meneer God. Dat heb ik
al snel verworpen. Wat ervoor in de plaats is
gekomen? Dat kan ik niet zeggen, maar wèl
voelen. Ik noem dat altijd Het Grote Zijn.
Dan weet ik wel: wat zeg je dan? Het Grote
Zijn waaruit en waardoor en waarin alles is.
Het zijn van die dingen vind ik zo mateloos
boeiend en verwonderlijk. Daar gaat het ook
steeds om, hè, het zijn van het totaal."
Zou hij zich afsluitend niet een tikje
conformistischer hebben opgesteld als hij
had kunnen zien?
„Ik geloof het niet. Ik zou waarschijnlijk wèl
een heel ander leven hebben gehad. Ik zou op
de eerste plaats niet op het Instituut zijn
geweest en daardoor zou het helemaal niet
zeker zijn of ik ooit muziekles had gekregen.
Maar wat ik zeg en denk. dat hangt van
belangstelling af. Als je niet kunt lopen, krijg
Je niet vanzelfsprekend méér belangstelling
voor fietsen, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik
ken veel vogelgeluiden, maar dat is geen
kwestie van uit het hoofd leren. De meeste
blinde mensen kennen geen vogels. Als ik tien
kanaries zou hebben, dan wist ik precies als
ik ze zou nummeren wanneer nummer acht
zou zingen. Dat is iets anders."
„Maar ik zag al vroeg dat carrière maken
onzin was. Daar heb ik maar acht jaar in
geloofd. Ik ben ook nooit bereid geweest om
er voor te knokken. Dat is misschien een
vorm van luiheid, maar dan toch een luiheid
waar ik het mee eens ben. dus dan is het ook
eigenlijk geen luiheid."
door Rcb Foppema
Het tijdschrift Atoomenergie
brengt deze maand nieuws dat
zelfs de meest verstokte tegen
stander van het aangeduide
onderwerp het hart zal verwar
men. Het gaat dan ook met
over atoomenergie maar over
de milieuvriendelijkste tech
niek van energiebesparing die
zich laat denken: het vliegwiel.
In de draaibeweging van een
vliegwiel kun je energie op
slaan die je op dat moment
niet nodig hebt. Die kan dan
later weer nuttig gebruikt wor
den. In een aantal belangrijke
toepassingen voorkomt dat ver
liezen die we nu als onvermij
delijk aanvaarden.
Het verband tussen vliegwielen
en atoomenergie is tweeledig.
Het tijdschrift is de officiële
spreekbuis van het Energie-
onderzoekcentrum Nederland
(ECN. voorheen reactorcen
trum. maar sinds kort van een
bredere doelstelling voorzien).
De inhoud is al aan de nieuwe
verhoudingen aangepast, de
naam nog niet. Dat komt vol
gend jaar.
Het andere verband is wel zo
boeiend. Echt bruikbare vlieg
wielen voor de opslag van ener
gie zijn er nog niet, maar ze
liggen duidelijk binnen het ge
bied der technische mogelijk
heden concludeert ir. F. H.
Theyse in een doorwrocht over
zichtsartikel. En de Nederland
se industrie verkeert in de ge
lukkige omstandigheid dat ze
juist op het gebied van de ken
nis en technologie bij die vlieg
wielen een rol spelen, „een we
reldniveau heeft bereikt".
Theyse noemt daarbij met na
me de twee atoomprojecten
waar Nederland zich diep in ge
stoken heeft: de ultracentrifu-
getechniek (uitbreiding nu ern
stig in discussie) en het werk
voor de snelle kweekreactor
(door de regering op een sud-
derpitje gezet). Bij de indu
strieën die. via ECN. een ont-
wikkelingsvoorstel voor vlieg
wielen bij de overheid hebben
ingediend, springen dan ook
Ultracentriftige Nederland en
Verenigde machinefabrieken
Stork er duidelijk uit.
Het andere gunstige effect van
een opslagsysteem is dat het
rendement van de centrales be
ter wordt. Wanneer de machi
nes op halve kracht draaien of
nog minder, dan lopen ze be
paald niet op hun zuinigst. In-
en uitschakelen van eenheden
en het op elk moment volgen
van de vraag, kosten ook extra
brandstof. Door met vliegwie
len grote en kleine fluctuaties
op te vangen, kan de bedrijfs
leiding de machines zuiniger en
regelmatiger laten lopen. Het
gemiddelde rendement (in 1974
37 procent) zou daardoor met
twee procent kunnen worden
verhoogd. En dat scheelt een
dikke vijf procent op de brand
stofrekening.
In de sector vervoer zou een
vliegwiel bij het remmen de
energie kunnen opslaan die nu
als warmte wordt afgevoerd.
Die energie kan dan weer voor
het optrekken worden gebruikt.
Dat maakt een besparing op
het verbruik van 25 procent
mogelijk. Voor verbrandings
motoren komt daar nog bij.
aldus ir. Theyse. dat de motor
gelijkmatiger en dus zuiniger
kan draaien. En onder die om
standigheden is ook nog eens
de samenstelling van de uit
laatgassen beter in de hand te
houden.
Technisch biedt de ontwikke
ling van een vliegwiel voor toe
passing in voertuigen wat meer
moeilijkheden. Het ondervindt
ook zijdelingse krachten, in te
genstelling tot de vast opge
stelde tollen bij een centrale.
En daar moeten de lagers maar
tegen kunnen. In de plannen
van de Nederlandse industrie
zijn die extra moeilijkheden te
rug te vinden in een geschatte
ontwikkelingstijd van zeven
jaar voor mobiele vliegwielen.
Accu
Voor de elektriciteitscentrales
intussen, is het vliegwiel be
paald niet het enige idee dat in
omloop is. De meest voor de
hand liggende methode om pro-
Het lijkt een plan met handen
en voeten: binnen vijf Jaar zou
de zaak produktierljp moeten
zijn. Mits er voortvarend be-
gonnen wordt, zou dat moge
lijk zijn door doelmatig ge
bruik van de aanzienlijke voor
kennis die bij de genoemde be
drijven aanwezig is.
Ir. Theyse ziet twee grote toe
passingen in het verschiet: de
elektriciteitsvoorziening en het
weg- en railvervoer. Elektrici
teitscentrales zijn technisch
volledig aan het gedrag van
hun klanten overgeleverd Zij
produceren de hoeveelheid
stroom die er op elk moment
wordt afgenomen, compleet
met alle pieken en dalen die er
in die vraag optreden. Dat ls op
twee manieren vervelend, en
dus zouden zij zeer gebaat zijn
bij een systeem om energie tij
delijk te kunnen opslaan.
Ten eerste moet de omvang
van de centrale op het ogenblik
afgestemd zijn op de grootste
vraag die zal optreden (plus
een zekere reserve). Dat komt
er op neer dat er met name
's winters midden op de dag
een paar uur voluit wordt ge
draaid. En in de kleine uurtjes
wordt maar een beperkt deel
van de capaciteit gebruikt.
Als dat beter uitgesmeerd zou
kunnen worden door 's nachts-
de vliegwielen op toeren te
brengen en daarmee overdag
de hoogste top van de vraag op
te vangen, zou men met een
kleinere centrale kunnen vol
staan. die dan vollediger ge
bruikt wordt. Voor de praktijk
betekent dat: minder nieuwe
centrales bouwen Volgens een
berekening van de Nederlandse
elektriciteitsproducenten voor
het jaar 1974 zou een toen In-
gevoerd vtlegwiclcnsystccm de
installatie van 1000 megawatt
nieuw vermogen overbodig heb
ben gemaakt. Dat is acht pro
cent van wat er toen in totaal
in Nederland stond.
Wie wel eens een paar uur de
koplampen van een geparkeer
de auto aan heeft laten staan,
zal er voorgoed van doordron
gen zijn dat er in een accu
eigenlijk maar weinig elektri
citeit zit opgeslagen. Er be
staan wel berekeningen die er
op uitkomen dat niettemin een
verzameling hele grote lood-
accu's nü al voor elektriciteits
bedrijven rendabel zou zijn om
(op onderstations) een stuk
pieklast te helpen opvangen.
Maar het algemene oordeel is
toch „te duur. te groot, te
zwaar".
Wel wordt er hard gewerkt aan
systemen die er radicaal anders
uitzien en technisch meer be
loven. Hoge ogen gooit de na-
trium/zwavel-accu. die in ieder
geval geen loodzware werkstof-
fen bevat, en in een beperkte
ruimte meer elektriciteit kan
opslaan. We kwamen die een
paar maanden geleden al eens
tegen als krachtbron In hope
voor de elektrische auto. Maar
General Electric In Amerika
heeft grootsere plannen.
De staafvormge afzonderlijke
cellen zullen om technische re
denen niet al te groot kunnen
worden. Het laboratoriummo
del waarmee men nu werkt is
20 centimeter lang en 2.5 cm
dik. In de toekomstvisie op de
tekening zullen de cellen twee
of drie maal zo groot zijn.
Maar als Je er maar genoeg
naast en achter elkaar zet kom
Je een heel eind. De getekende
opstelling zou honderd kilo
wattuur elektriciteit moeten
kunnen opslaan.
De dikke wanden om deze mon
steraccu zijn voor de warmte-
isolatie. Het systeem werkt bij
temperaturen rond 350 graden.
Met deze bakbeesten als bouw
stenen zijn elektrische vermo
gens op te nemen en weer af te
geven die voor de elektriciteits
producenten interessant begin
nen te worden.
duktie en afgifte van elektrici
teit wat los te koppelen, is het
gebruik van een heleboel ac
cu s. En ook daaraan wordt ge
werkt.