itrijd over regeerakkoord roedt binnen PvdA voort )fficier zal beschuldigingen egens radiologen handhaven Concertgebouworkest: geen samenwerking wel hogere salarissen Mozart-Strawinsky bij Rotterdams orkest n Uyl zal moeten opschieten met geduldige druk Amsterdams CS krijgt ruimere hal, bredere tunnels en roltrappen leer belastende verklaringen van getuigen Commissie geeft adviezen Geschiedenis kan samen met andere schoolvakken maar moet eigen plaats behouden iAG 30 OKTOBER 1976 BINNENLAND/KUNST TROUW/KWARTET 9 ir P. L. van Enk i&el we er de laatste week $ïg meer van hebben ge- ^t, woedt de strijd binnen "~?vdA onverminderd voort de plannen van het partij- uur voor een regeerak- fa met de PPR. —j buiten toe hebben be- e het partijbestuur zeil plijk alleen de ministers lenberg en Van der Stoel I duidelijk' geuit zij wen- een buitengewone vergade- van congres of partijraad tie gewraakte ontwerpreso- naar de prullemanc te innen maar kenners van sr»verhoudingen binnen de n «ij zeggen dat die actie wel 5 averechts zou kunnen ken. eerste hebben beide ministers de laatste drie jaar temauwer- met partijpolitieke kwesties >eid en irriteert het menigeen ij nu ineens het hoogste woord eft (Duisenberg wordt door zijn gewest van de kandidatenlijst jt, als hij niet oppast) en ten de zal een buitengewone partij- idering naar ieders verwachting esolutie aanvaarden in plaats verwerpen. - rdeeldheid rigens zou op gewestelijke en lingsvergaderingen wel zijn ge en dat de minderheid tegen de iet*lutie vrij groot is. Er valt te reke- op een stemverhouding die op gunstigst 60-40 maar rschijnlijk 55-45 is en dat zou lurlijk een desastreuze (want de tige verdeeldheid bevestigende) omst van een stemming zijn. ongebruikelijke is dat in dit ge- van het partijbestuur geenszins erwachten is dat het zal probe- het conflict weg te masseren of het pogingen om de zaak te leren zal afwenden. Het partijbe- hgr is immers zelf partij in de elpoverse: enige, misschien zelfs Minister Duisenberg Minister Van der Stoel wel vele leden hebben trouwens de voortzetting van hun lidmaatschap afhankelijk gesteld van de instem ming van de partij met hun voor waarden voor deelneming aan de volgende regering. Het valt natuurlijk te voorzien dat Den Uyl lijsttrekker van de PvdA bij de komende verkiezingen zal pogen, het conflict te bezweren en de ontwerp-resolutie als steen des aanstoots te doen vervangen door een tekst die er minder strikt uitziet en de deelneming van de PvdA aan een volgende coalitie niet meer van algebraïsche formules afhankelijk maakt, maar wel tot uitdrukking zal brengen dat de kiezers de voortzet ting van het of een kabinet Den Uyl uitdrukkelijk moeten legitimeren. Goed beeld Den Uyl heeft zich naar buiten toe nauwelijks over de ontwerp resolutie van het partijbestuur uit gesproken. Merkwaardig genoeg heeft de vice voorzitter van de PvdA, J. van der Doef dat voor hem gedaan. Hoewel Van der Doef zich een fervent en bekwaam verdediger van de plannen van het partij bestuur heeft getoond, geeft hij als het hem wordt gevraagd evengoed een getrouw bééld van de bezwaren van de PvdA-lijsttrekker tegen die plannen. In een interview met een verslaggever van Elseviers Magazi ne van vorige week zegt Van der Doef op de vraag of Den Uyl het eens is met de ontwerpresolutie het volgende: „Nou. hij heeft wel bepaalde be zwaren. Zo vindt hij het onverstan dig om je strategische conceptie te publiceren, zeker in deze harde woorden. Hij had dat voorzichtiger willen doen en met andere formule ringen. Je roept nu, vindt hij. allerlei reacties op die je in feite niet wil. Zijn tweede bezwaar richt zich tegen het tijdstip van publiceren van de resolutie, dat had volgens hem niet tijdens de algemene beschouwingen moeten gebeuren. In de derde plaats is hij tegen de 12:7 stemverhouding tussen PvdA en PPR. Hij is voorstander van een akkoord met de PPR. maar deze weegformule vindt hij niet redelijk. Ik heb er overigens geen moeite mee als Den Uyl zegt dat hij deze resolu tie als een onplezierig, veel te strak keurslijf aanvaardt. Hij wil in de campagne liever niet praten over getalsformules na de verkiezingen, maar over inhoudelijke zaken. Hij maakt zich zorgen dat deze resolutie de aandacht afleidt van de hoofdza ken." Tot zover Van der Doef in een opmerkelijk, maar veel te weinig opgemerkte bijdrage aan de duide lijkheid en openheid van de dis- cussic" In dit citaat wordt eigenlijk al aangegeven in welke richting Den Uyl te begin nen maandag tijdens het beraad van delegaties van bewindslieden, de Tweede Kamerfractie en het par tijbestuur zal gaan duwen en wrikken. Hij zal daarvoor zoals al tijd het liefst ruim de tijd nemen, ook al om de voorziene terugtocht van het partijbestuur zo min moge lijk pijnlijk te maken en voorts misschien omdat hij stiekem hoopt dat het PPR-congres van november zo vriendelijk zal zijn om het vuile werk te doen door de resolutie op te blazen. Realistisch Of een dergelijke verwachting rea listisch zou zijn valt nu nog met geen mogelijkheid te zeggen. Na tuurlijk zijn er groepen binnen de PPR die van het kabinet Den Uyl af willen nu dat na de verkiezingen kan zonder de eigen bewindslieden te laten vallen. Zij zullen zich nogal gesard voelen door wat Marcus Bak ker dezer dagen in De Waarheid schreef: namelijk dat de PPR door middel van de resolutie „wordt inge pakt en weggelegd". Bakker: „De PPR kon de laatste jaren nog wel eens uit haar slof schieten met aller lei dreigementen, zich daarbij beroe pend op een zekere afstand die ze van het begin af van het kabinet Den Uyl had genomen. Dat is nu over. Haar bestuur legt zich vast op Den Uyl hoogstpersoonlijk, het ver mengt de PPR-zetels met die van de PvdA; men geeft definitief de zelfstandigheid op." Dat zijn voor de PPR lelijke dingen om te horen, maar het bestuur zal daar wel tegenin brengen dat de buiten-proportionele inbreng van de PPR de anti-Navo-vleugel binnen de PvdA enorm versterkt. Dat is dan ook precies de programmatische achtergrond van Van der Stoels be an een onzer verslaggevers ^STERDAM Het Centraal Sta- v^n in Amsterdam krijgt een ruime- .j hal, bredere tunnels en er komen l^iltrappen. De plannen daarvoor aarmee veertig miljoen gulden ge loeid is, moeten in AS985 uitgevoerd 5 ijn- 1c directie van de Nederlandse <poorwegen heeft hiertoe besloten, m> blijkt uit „De Koppeling", het _lad van de NS. De vernieuweings- ■lannen moeten nog goedgekeurd /orden door de Raad van Commissa rissen van de NS en door de rege ling. )e nieuwe hal van het cs zal vier leer zo groot worden en zal zich iitstrekken van de westelijke tot de wstelijke tunnel. De middelste tun- ïj'lel, die nu vierenhalve meter breed S zal verbreed kunnen worden tot twintig meter, aldus de plannen. Voor de uitbreiding van de hal is vijftien miljoen gulden nodig, voor de vernieuwing van de tunnels vij fentwintig miljoen* gulden. Nieuw bouw voor het Amsterdamse hoofd station is uitgesloten, omdat het sta tionsgebouw en de grote perronkap op de monumentenlijst staan. Volgens de spoorwegen zijn de ver nieuwingen noodzakelijk gezien de verwachte toename van reizigers. Er wordt op gerekend dat in 1985 twin tig procent méér reizigers gebruik zullen maken van het Centraalstati on, dan de 100.000 die nu per dag geteld worden. Oorzaak van de toe name wordt gezien in het groeiende forensisme naar de noordkop van de provincie Noord-Holland, het gereed komen van de Hemspoortunncl in 1983, de aanleg in de verre toekomst van de spoorlijn naar Almere en een aansluiting van de Schiphollijn op het Centraal Station. De vernieuwingen vergen niet al leen om financiële maar vooral om bouwtechnische redenen zeven jaar: om de tunnels naar de perrons te kunnen verbreden, moeten bo vengronds de wissels tijdelijk ver wijderd worden. Volgens de spoor wegen kan slechts één wissel per jaar uit de roulatie genomen worden. De Nederlandse Spoorwegen heb ben ook plannen om aan het station van Utrecht vernieuwingen aan te brengen: voor ongeveer vijfentwin tig miljoen gulden zal het traverse plateau over de sporen heen uitge breid worden. Reden voor dit kar wei, dat ongeveer vijf jaar in beslag zal nemen, is het toenemende voet gangersverkeer in de traverse, dat regelmatig aanleiding geeft tot .bot singen'. bor Barend Mensen JHERTOGENBOSCH Mr. J. Peijnenburg officier van Justitie bij de rechtbank van Den Bosch ati in zijn maandag te houden requisitoir zijn beschuldiging tegen de radiologen van het ndhovense St-Jozefziekenhuis ongetwijfeld recht over eind houden. gebeurd maar dan terecht. Zij ont- van het rapport mede op grond kende dat de bewering als zou zij de waarvan het openbaar ministerie instructie hebben gegeven altijd drie tot vervolging van de artsen had de tweede dag van het ingewik- ejlde proces tegen de 55-jarige P.K. de 60-jarige F. van Z. legden weer kele getuigen belastende verkla gen af. De verdedigers, de juristen Polak uit Amsterdam en W. ten "rgen uit Eindhoven hebben tot ilsver op geen enkele manier laten icrken welke richting zij in hun eneens maandag te houden plei- ifoien zullen inslaan. verdachten zelf. die met foutieve claraties vijf ziekenfondsen stel- matig zouden hebben benadeeld et totale door hen onrechtmatig tvangen maar inmiddels terugge- irte en geblokkeerde bedrag zou 5.000 gulden hebben bedragen), n blijkens hun reacties op sommi- verklaringen kennelijk niet van is schuld te bekennen. Gisteren rong vooral dr. K. nogal eens op de tting om een getuige in verwarring brengen. Zo in de geest van: rertel me eens waarom ik bij een derzoek van de hersenschedel de iderkaak erbij zou moeten imen?" 'rie coderingen opnieuw vertelde een voor- 1 alig laborante dat bij onderzoeken 1 n maag, nieren, wervels, of schedel 1 de aanvraagbon en de werkstaat 5 tijd drie coderingen moesten wor- n vermeld. „Als we het niet deden" dus mevrouw A. Grips" dan ïam de secretaresse van de dokto- in ons de bonnen terugbrengen", rfie secretaresse mevrouw T. Lunel ei dat dit inderdaad wel eens was coderingen te vermelden waar zou zijn. Mevrouw E. Clays, eveneens verbon den geweest aan de röntgenafdeling. zei niet te weten van wie die instruc tie dan wel was uitgegaan. „Het ge beurde automatisch, je wist niet be ter of het moest zo". Deze getuige vertelde echter dat dr. van Z. haar meermalen had gevraagd: „Denk je aan de drie codenummers?" President mr. Th. Geense: „Zei hij dat dan in het algemeen of bij be paalde onderzoeken?" De getuige antwoordde dat nooit geen bepaald geval bedoeld werd. Ze had me vrouw Lunel eens gevraagd waarom er bijvoorbeeld bij een maagonder- zoek altijd drie coderingen moesten worden aangegeven. Die had echter ook niet anders weten te antwoor den dan dat het zo moest Nog een getuige mevrouw M. Heu- verjans gewaagde van het automa tisme waarmee extra coderingen op aanvraagbonnen en werkstaten wer den gezet. Zij voegde daaraan toe ook wel eens gezien te hebben dat één der radiologen zelf een codering aan die van een onderzoek toe voegde. De tweede procesdag ging verder heen met een uitvoerig verhoor van de getuigen-deskundigen prof. dr. C. Puijlaert, dr. J. Kamerling en dr. L. J. van Andel. Zij hebben een groot aandeel gehad in de samenstelling besloten. De deskundigen gaven uit eenzettingen over het nieuwe (begin 1972 ingevoerde) systeem van de co deringen. over het feit dat de röntgenoloog vroeger „fotograaf" maar nu als specialist wordt be schouwd. aan wie maar dan in overleg met de behandelende medi cus uiteraard de nodige vrijheid moet worden gelaten en over het feit dat de verdachten het bijzonder druk hadden maar desondanks uitstekend werk leverden. Daarbij lieten de deskundigen echter in ele gante bewoordingen weten dat het niet gebruikelijk is elk onderzoek als vanzelfsprekend zeer uitgebreid te doen. dat geen enkel van de door de commissie onderzochte tachtig verrichtingen meer dan twee code ringen had mogen hebben en dat als klap op de vuurpijl in sommi ge dossiers foto's en beschrijvingen ontbraken, die dus kennelijk niet gemaakt waren maar wel waren ge declareerd. Hierdoor slaat echter de deur nog niet dicht, als waargemaakt kan worden dat de drukbezette radiolo gen zich nauwelijks met hun admi nistratie konden bemoeien. Op grond van die overweging vroeg raadsman Polak de deskundigen op de man af of zij. in hun onderzoek ooit enige aanwijzing hadden gevon den van kwade trouw van de ver dachten. De president bespaarde het hun op die vraag antwoord te moeten geven. President mr. Th. Geense: „Zei hij dat dan in het algemeen of bij be paalde onderzoeken?" De getuige antwoordde dat nooit geen bepaald geval bedoeld werd. Ze had me vrouw Lunel eens gevraagd waarom er bijvoorbeeld bij een maagonder- zoek altijd drie coderingen moesten worden aangegeven. Die had echter ook niet anders weten te antwoor den dan dat het zo moest. Nog een getuige mevrouw M. Heu- verjans gewaagde van het automa* tisme waarmee extra coderingen op aanvraagbonnen en werkstaten wer den gezet. Zij voegde daaraan toe ook wel eens gezien te hebben dat één der radiologen zelf een codering aan die van een onderzoek toe voegde. De tweede procesdag ging verder heen met een uitvoerig verhoor van de getuigen-deskundigen prof. dr. C. Puijlaert. dr. J. Kamerling en dr. L. J. van Andel. Zij hebben een groot aandeel gehad in de samenstelling van het rapport mede op grond waarvan het openbaar ministerie tot vervolging van de artsen had besloten. De deskundigen gaven uit eenzettingen over het nieuwe (begin 1972 ingevoerde) systeem van de co deringen, over het feit dat de röntgenoloog vroeger „fotograaf" maar nu als specialist wordt be schouwd, aan wie maar dan in overleg met de behandelende medi cus uiteraard de nodige vrijheid moet worden gelaten en over het feit dat de verdachten het bijzonder druk hadden maar desondanks uitstekend werk leverden. Daarbij lieten de deskundigen echter in ele gante bewoordingen weten dat het niet gebruikelijk is elk onderzoek als vanzelfsprekend zeer uitgebreid te doen. dat geen enkel van de door de commissie onderzochte tachtig Minister-president Den Uyl zwaren tegen het vernieuwde ver borg met de PPR en vooral tegen de uitwerking ervan. Van Mierlo Intussen is het de moeite waard, nog even te herinneren aan een andere uitlating die deze week niet de aan dacht heeft gekregen die zij ver dient, namelijk de reactie van de vroegere voorman van D'66, Van Mierlo op de plannen van PvdA- PPR. Van Mierlo verblijft in de VS en verklaarde telefonisch voor de NOS-radio het „buitengewoon dom" te vinden wat het PvdA-bestuur had gebakken. Van Mierlo - vier jaar geleden een van de politici die het door zijn matigend optreden mogelijk heeft gemaakt dat het kabinet Den Uyl er kwam - ontwikkelde eigenlijk de zelfde bezwaren die Den Uyl blij kens het interview met Van der Doef heeft. Hij zei het ermee eens te zijn dat de kiezers de voortzetting van het kabinet moeten legitimeren, maar dat er van dat beginsel niets terecht kan komen wanneer het - zoals in de ontwerp-resolutie - met gedetailleerde voorwaarden wordt ingevuld. Waarom heeft het PvdA- bestuur dat gedaan? Van Mierlo: „Ik denk dat men vooral om interne redenen tot die invulling is overgegaan. Ik denk dat men in dit geval door de PPR voor het blok is gezet. Dat de PPR heeft gezegd: wij gaan het definitief invul len op ons congres. En dat de PvdA toen gezegd heeft: laten we het dan maar samen doen". Van Mierlo liet ook weten dat een formatie als die van Burger echt maar één keer mogelijk is en dat minister Boersma „ontzaglijk ge lijk" had door te dreigen, eruit te stappen en te zeggen: „Ik heb mijn nek uitgestoken indertijd (n.l. bij de formatie Burger), en ik wil zelfs niet het gevoel hebben dat ik als een bijzitter verder doorfunctioneer het laatste half jaar". Van Mierlo komt maandag terug uit Amerika; hij zal de komende week zijn ideeën onge twijfeld enigszins uitdrukkelijker ventileren dan nu mogelijk was. De situatie is nog redelijk explosief. Den Uyl heeft niet alle tijd van de wereld. Als hij zijn zaakje langs de weg van geduldige massage in het gareel wil helpen, zal hij daarbij toch harder moeten opschieten dan hij gewoonlijk doet. AMSTERDAM Het bestuur van het Concertgebouworkest heeft nog eens met klem verklaard dat het zich zal blijven verzetten tegen een uniforme salarisregeling en uniforme ar beidsvoorwaarden voor de leden van het Concertgebouworkest in het kader van een landelijke CAO. Dat doet het bestuur aan het slot van een brief aan minister Van Doorn van CRM met betrekking tot diens voornemen aangaande de herziening van het orkestenbestel. In de brief, die op 18 oktober van dit jaar werd geschreven, wordt het sa menwerkingsverband tussen Con certgebouworkest, Residentie Or kest en Rotterdams Philharmonisch Orkest zoals de minister zich dat voorstelt op diverse gronden van de hand gewezen. Alleen het inciden teel uitwisselen van belangrijke pro- dukties lijkt het bestuur ook in fi nancieel opzicht als vorm van sa menwerking zinnig. De verwachtin gen van een verdergaande samen werking dienen vooral niet te wor den overtrokken, meent het bestuur. Behalve dat het extra geld zal gaan kosten zal het een verschraling van het repertoire van elk der orkesten betekenen. Ook ziet het bestuur voor geen der orkesten die alle een volle dig bezet dienstrooster hebben, mo gelijkheid tot extra taken, zoals het spelen in kamerorkest-bezetting. Ook met de conclusie dat bij een verdere samenwerking tussen de drie grootstedelijke orkesten het Ne derlands Kamerorkest wel opgehe ven kan worden, is het bestuur het niet eens. Vraag en aanbod Dit orkest heeft een geheel eigen repertoire en een eigen publiek. Het muziekaanbod van het Nederlands Kamerorkest wordt geheel gedekt door de vraag van de zijde van het publiek. Het bestuur vindt het op vallend dat minister Van Van Doorn bij zijn plannen in het algemeen uitsluitend uitgaat van een bepaald aanbod van muziek, dat volgens hem te eenzijdig zou zijn. zonder dat hij rekening houdt met de vraag daar naar. Ook het beperken van het aantal lesuren aan conservatoria voor or kestmusici met een full-time betrek king bij een orkest, komt bij het bestuur weinig consequent voor. Het is nl. moeilijk te rijmen met het streven van de minister naar een veelzijdig functioneren van de or kestmusicus, wiens educatieve taak o.m. is het opleiden van toekomstige orkestmusici. Met verwijzing naar de bijzondere positie van het Concertgebouwor kest zoals die is vastgelegd in het rapport Scholten vraagt het bestuur of er nu eindelijk eens ernst gemaakt wordt met een eigen salarisregeling die tenminste C' ftig procent hoger zal moeten liggen dan de toekomsti ge basissalariëring van de provin ciale orkesten. door W. H. Wolvekamp ROTTERDAM Twee werken, van Strawinsky en Mozart, die zich goed op één programma laten onderbrengen, werden don derdagavond onder leiding van Edo de Waart door het Rotter dams Philharmonisch Orkest ten gehore gebracht: de in 1928 geschrven balletmuziek Apollon musagète en de Serenade no. 5 in D, K.V. 250 (Haffner-serenade). Strawinsky was tijdens het ontstaan van bovengenoemde balletmuziek in zijn zogenaamde neo-klassieke peri ode. De stof is ontleend aan de Griekse godenwereld en valt uiteen Van onze onderwijsredactie OVERVEEN Vergaande samenwerking is mogelijk tussen geschiedenis en andere schoolvakken, maar dat mag er niet toe leiden dat het vak geschiedenis zijn eigen plaats verliest. Dat is de strekking van de adviezen die de commissie modernisering leerplan geschiedenis heeft uitgebracht. De commissie heeft eerder gerappor teerd over de problemen die zich in het geschiedenis-onderwijs voor doen. Nu heeft de commissie in drie rapporten haar visie gegeven op de ontwikkeling van het vak geschiede nis in de verschillende school soorten. In het rapport over mavo, havo en v.w.o.-scholen worden leraren opge roepen hun isolement op te geven. Aan universiteiten zijn de contacten tussen de historici en de andere soci ale wetenschappen steeds intensie ver geworden. Die lijn zou in het voortgezet onderwijs moeten worden doorgetrokken. Niet alle leraren lij ken daar erg warm voor te lopen, vooral omdat ze menen dat deze samenwerking met andere vakken hun van bulten wordt opgedrongen. De leerplan-commissie beveelt nu deze samenwerking aan als een noodzakelijke doorbreking van het bestaande isolement. Tegelijkertijd waarschuwt de com missie ertegen alle sociale vakken op één hoop te gooien. De eigen inbreng van de afzonderlijke vakken moet bewaard blijven. Bovendien mag de geschiedenis-leraar zich niet beper ken tot het contact met andere maatschappij-vakken. Er liggen ook verbindingen met de talen, natuur wetenschappen en techniek en zelfs met de creatieve vakken. Over het lager beroepsonderwijs, waar geschiedenis in combinatie verrichtingen meer dan twee code ringen had mogen hebben en dat als klap op de vuurpijl in sommi ge dossiers foto's en beschrijvingen ontbraken, die dus kennelijk niet gemaakt waren maar wel waren ge declareerd. Hierdoor slaat echter de deur nog niet dicht, als waargemaakt kan worden dat de drukbezette radiolo gen zich nauwelijks met hun admi nistratie konden bemoeien. Op grond van die overweging vroeg raadsman Polak de deskundigen op de man af of zij in hun onderzoek ooit enige aanwijzing hadden gevon den van kwade trouw van de ver dachten. De president bespaarde het hun op die vraag antwoord te moeten geven. met aardrijkskunde gedurende twee jaar verplicht is (daarna is het keuze vak), zegt de commissie dat de situa tie niet rooskleurig is. De leerling heeft uit zichzelf minder belangstel ling voor het vak. Dat stelt extra hoge eisen aan de leraren. De commissie wijst erop dat Juist voor deze groep leerlingen enig his torisch inzicht van groot belang is. „Door goed geschiedenisonderwijs kan het besef groeien dat wij in de steeds veranderende samenleving een taak en een verantwoordelijk heid hebben". Hoewel traditionele leervormen hun waarde blijven be houden, moeten meer speelse activi teiten worden aangemoedigd. De commissie denkt daarbij aan het spelen van historische gebeurtenis- se. spreekbeurten, het maken van klankbeelden en foto's, collages, en zovoorts. In het rapport over het lager onder wijs worden de voor-en nadelen van het samenvoegen van geschiedenis en andere vakken tot „wereldoriën tatie" op een rij gezet, maar een duidelijke keus wordt niet gemaakt. Wel wordt veel nadruk gelegd op het belang van een (eigen) leerplan voor geschiedenis. Vooral aan de oplei ding van onderwijzers moet veel ver beterd worden. in twee tableau's: de geboorte van Apollo op de Parnassus, waarvan de muziek de vorm meekreeg van een Franse ouverture (een snel deel. voorafgegaan en gevolgd door een langzaam deell). Het tweede tableau bestaat uit negen dansscènes. Stra winsky schreef de muziek uitslui tend voor strijkorkest in een voor de componist opmerkelijk mild klank idioom. Natuurlijk herkent men niettemin aan talrijke details de meester van de grote balletten van voor de eerste wereldoorlog (Oiseau de feu, Pe- trouchka en Sacre du Printemps) maar tussen de verschijningsvorm van deze balletten en de ca. vijftien jaar later geschreven Apollon musa gète gaapt een afgrond. Merkwaar dig is overigens dat de muzikale waarde van de vroege balletten zo wel als die van de thans uitgevoerde balletmuziek zeer goed tot uidruk- king kan komen zonder het dansspel. Edo de Waart heeft het Orkest tot een bijzonder fraaie en klankrijke reproductie geleid. Afzon derlijk vermeld dienen de door con certmeester Gerard Hettema met een opvallend gecultiveerde toon ge speelde vioolsoli. Langademig De na de pauze uitgevoerde Haffner- serenade K.V. 250, (er bestaan er twee) is een van de omvangrijkste werken van Mozart op het gebied van diens feestmuziek. Aanleiding tot de compositie was het huwelijk van de Salzburgse burgemees tersdochter Elisabeth Haffner. Een zeer uitvoerige inleiding wordt in de ze serenade gevolgd door verschil lende Menuetten, een razend snel Rondeau (ook hier excelleerde con certmeester Hettema in zijn solo- spel) en een drietal andere delen. Bij alle bekoorlijkheid doet deze muziek wat langademig aan. Maar niet ver geten mag worden dat het hier om gelegenheidsmuziek gaat. En hierin heeft Mozart toch wel de hoogste graad van verfijning bereikt. Edo de Waart besteedde aan de weergave van de partituur grote zorg. Het sublieme spel der blazers deed in dit werk niet onder voor de klankproduktie der strijkers. Het sa menspel was in een woord af. Simpkins „Een zware dag: ik verloor mijn lunchpakket, mijn paperclips waren op en er was geen koffie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 9