Geen rooie preek, maar een mooie
(fflW'flTOiHSSL
„De baron"
verlaat het
bijbelgenootschap
Vandaai
Onze adressen
ZATERDAG 30 OKTOBER 1976
KERK
TROUW/KWAR
door prof. dr. H. M. Kuitert
Zoals dat bö alle groten vóór hem is gegaan, gaat het nu ook btf
Karl Barth: om de erfenis van zyn theologie wordt vandaag ge
vochten. Wat is het eigene van Barth's theologie en wie heeft het
recht zich op zyn werk met alle autoriteit die dat meebrengt
te beroepen?
Ik herinner in dit verband aan de.
alweer ueggeebdc. discussie over de
uitleg die Frledrich-Wilhelm Mar-
quardt aan Barth's theologie heeft
gegeven: goert beschouwd zou Barth
eigenlijk marxistisch hebben ge
dacht en zou zijn theologie dan ook
als theorie voor een revolutionaire
praxis kunnen dienen.
In zulke gevallen is het maar het
beste de man zelf in dit geval
dus: Karl Barth te gaan lezen,
hoeveel tijd dat ook mag kosten.
Het wordt ons in dat opzicht trou
wens gemakkelijk gemaakt. Onlangs
zijn de laatste colleges van Barth s
Kirchlicbe Dogmatik verschenen
onder de titel Das christliche Leben.
en wat men daarover verder ook
kan zeggen, ze lijken nog het
meest op een oerdegelijke, tot in
bijzonderheden uitgewerkte gere
formeerde preek, met alle sterke en
zwakke kanten ervan.
Laat ik echter mogen beginnen met
(ADVERTENTIE)
K. H. Miskotte
als een die dient
volledige uitgave van het 'Gemeenteblaadje
-Cortgene'. 27 oktober t923 - 4 april t925
348 Nadz.f 17.50
Dietrich Bonhoeffer
Tot de nacht voorbij is
gedichten m
84 bladz19,75
iets van de structuur of als men
wil: iets van de opzet van Barth's
ethiek aan te geven. Inderdaad
spreekt Barth voortdurend van zijn
ethiek en niet van 'het christelijk
leven', zoals de uitgevers willen sug
gereren met hun titel Dat laatste is
ook wel weer begrijpelijk, want
ethiek is voor Barth een onderdeel
van de dogmatiek, en al houdt hij
daar streng aan vast. het klinkt voor
moderne oren wel wat vreemd. Van
daar dat de uitgevers van dit stukje
van de erfenis er althans dat ver
moed ik „christelijk leven boven
hebben gez.et in plaats van Barth's
eigen spraakgebruik te volgen.
Waarom is ethiek voor Barth zonder
beperking een deel van de dogma
tiek? Omdat het in de ethiek vol
gens Barth. net als in de dogmatiek,
om de kennis van het Woord Gods
gaat. maar nu dan om de kennis
van het Woord van God als Gebie
der. Goed handelen Is handelen in
gehoorzaamheid aan het gebod van
God.
Waar en hoe
Daaraan moet meteen de vraag wor
den toegevoegd waar en hoe een
mens dat Woord Gods kan horen.
Opnieuw: dat is een dogmatische
vraag, en ook in deze uitgave van
zijn laatste ethlekcolleges wordt
deze vraag als een dogmatische
vraag beantwoord. Barth grijpt, om
de vraag te beantwoorden hoe een
mens Gods gebiedend Woord komt
te horen, terug naar zijn vorige de
len van de Kirchliche Dogmatik:
Gods Woord is een verkorte uit-
«drukking voor de sprekende God
zelf. Het staat niet gelijk met de
bijbel, ook niet als het om ethiek
gaat met voorschrijvende of ge
biedende regels, maar is in eerste
instantie levend, gebeurend Woord.
Het probleem is intussen als ik
even mag analyseren dat je op
deze manier in de dogmatiek nog
wel vooruit kan. bijvoorbeeld door
bij het actuele levende spreken van
God te denken aan de "Vreemde
Vrijspraak" (Miskotte) in de zin
Karl Barth
van: ineens de bevreemdende erva
ring van opluchting, van vergeving
ontvangen te ondergaan. Maar in de
ethiek is een beroep op de actueel
sprekende God heel wat moeilijker,
want ethiek (het woord heeft wat
met gewoonte te maken) veronder
stelt normen en regels die juist altijd
en voor iedereen gelden, en waar
aan een mens. als het hem zo uit
komt. zich niet zomaar kan onttrek
ken
Zeer onlangs, in een gesprek over
de kwestie van de godsdienstvrij
heid in oosteuropese landen, her
innerde iemand eraan dal in de
dagen van de koude oorlog bijbels
aan ballonnetjes achter het ijze
ren gordijn werden neergelaten.
Dit bracht mij ertoe te vertellen
van mijn eerste ontmoeting met
mr. F. L. S. F. baron van Tuyll
van Serooskcrken. de algemeen
secretaris van het Nederlands Bij
belgenootschap. Mijn hoofdredac
teur van toen. de heer Bruins Slot.
had me gezegd naar het Bijbelhuis
aan de Amsterdamse Herengracht
te gaan. omdat de heer Van Tuyll
iets aangaande de krant wilde be
spreken. Het bleek te gaan over die
bijbelverspreiding per ballon. Kijk.
zei mr. Van Tuyll. deze actie be
rokkent het werk van de bijbel
genootschappen in de communis
tische wereld veel schade. We kun
nen daar nog het een en ander
doen. maar als dit doorgaat zullen
we de zaak ginds moeten sluiten.
Bijbelverspreiding wordt op deze
manier een wapen in de koude
oorlog.
Ik knikte dat ik het begreep. Wel
nu. hernam de heer Van Tuyll. ik
heb op een conferentie de heer
Bruins Slot gesproken, die mij in
de politiek met. maar met de bijbel
wel volledig vertrouwt. Ik heb hem
uiteengezet dat wij als bijbelge
nootschap moeilijk hardop kunnen
/eggen wat wij van die actie vin
den Als we dat zouden doen. ver
wijten ze ons concurrentienijd óf
communistische sympathieën. Nu
heeit de gereformeerde dr. Harren-
stein.u zult zijn naam wel ken
nen. in het blad Belijden en Be
leven een fel artikel tegen die bal
lonnen-actie geschreven en ik zou
graag zien dat Trouw dat verhaal
overnam.
Ik knikte opnieuw dat het me dui
delijk was De heer Van Tuyll
voegde er nog aan toe. dat hij het
nooit zo goed gekund zou hebben
als dominee Harrenstein. Gerefor
meerden verstaan nu eenmaal be
ter de kunst van het schelden dan
hervormden, zei hij. en ik ben her
vormd.
Dat is helemaal de baron?, riep
iemand van ons gezelschap geest
driftig uit. toen ik mijn verhaal
gedaan had. En omdat vandaag
mr Van Tuyll afschelA neemt van
het bijbelgenootschap, zet ik dit
gesprekje in de krant. Ik meen na
melijk ook. dat de heer Van Tuyll
hieruit aardig tevoorschijn komt
als de diplomatieke doordouwer
die hij Is. Ik zeg dit vooral niet
misprijzend, maar bewonderend.
Ik had destijds op jaarbijeenkom
sten van het bijbelgenootschap er
al van genoten (en Ik zou hot na
dien nog vaker doen), hoe virtuoos
de algemeen secretaris de zaal be
speelde en hoe hij met beminne
lijke onverzettelijkheid de in gees
telijk opzicht tijk geschakeerde
kudde op het door hem uitgestip
pelde pad hield. Trouwens, ik ver
denk hem ervan dat hij achter de
schermen ook gaarne het hoofd
bestuur bespeelde.
De baron Aldus heb ik hem in en
buiten het Bijbelhuis dikwijls (ei
genlijk meestal, denk Ik achteraf)
horen aanduiden en er klonk zo-
we! ontzag als genegenheid uit
Eenzelfde soort gevoelens nam ik
ens waar na en persconferentie
met dc baron. Het onderwerp was
de. toen nog aanstaande, verhui-
door A. J. Klei
Mr. F. L. S. F. baron van Tuyll van Scrooskerkcn
zing van verscheidene afdelingen
van het bijbelgenootschap naar
Haarlem. Mr. Van Tuyll zette op
uiterst onafhankelijke toon uiteen
hoe hij aan huisvesting in Haar
lem was gekomen. Als hij "ik" zei
bedoelde hij het ganse bijbelge
nootschap, en "zullie" was ieder
een die in het Haarlemse panden
te vergeven had. We dienden goed
in de gaten te hebben hoe snel
zullie" waren gezwicht voor mr.
Van Tuyll.
Wat een regent!, was bet commen
taar van een van mijn collega's.
Maar je merkte terstond dat het
niet smalend bedoeld was. Er
sprak.ja. alweer.iets van ont
zag uit en ook van genegenheid.
Dit laatste kan gevoed zijn door
het vriendelijk-zorgvuldig optreden
van onze gastheer: hij zag er
nauwlettend op toe dat ieder vol
doende kreeg van de soep die hij
had laten aanrukken en hij gaf de
toon aan voor een ongedwongen
conversatie.
Die soepschenkerij brengt me op
de aandacht van de heer Van
Tuyll voor het détail. Daarover
zijn fraaie anecdotes in omloop en
ik heb me voor waar laten- vertel
len dat de baron eens een paar
kisten, die naar zijn aanwijzingen
in elkaar waren gezet, van vier
hoog het raam uit liet smijten om
te kijken of ze heelhuids de grond
ouden bereiken. Tot zijn innige
voldoening overleefden de kisten
het. Zij waren geschikt bevonden
om bijbels te verzenden naar In
donesië of Kameroen, althans naar
een vergelegen land. want zij zou
den als ze in het ruim van een
schip gegooid werden, niet uit
e'kaar barstqn.
Mr. Van Tuyll: een regent. Een
adellijke regent nog wel. Hij ziet
er inderdaad uit als een baron met
zijn Ietwat gebiedende houding en
zijn charme, die nooit neerbuigend
is. bergt altijd iets van afstand in
zich. Ik durf veilig aannemen dat
inspraakprocedures en dat spul
nooit erg aan hem besteed zijn ge
weest, maar ik weet ook dat juist
deze regent het bijbelgenootschap
volledig uit de sfeer van het ne-
gentlende-eeuwse regentendom ge
haald heeft en door zijn optreden
en 7.ijn denkbeelden (en het door
drukken ervan!) bevorderd heeft
dat het bijbelgenootschap geen
zaak is geworden, die je liefkozend
bekijkt als iets-van-vroeger, maar
een instelling die een funktie
heeft en haar funktie bewijst in
onze samenleving.
Je kunt als buitenstaander moei
lijk aangeven, wat precies de
vruchten zijn van de vindingrijk
heid. het gezag en vooral de
inzet van mr Van Tuyll. njaar .ik
durf zonder Iemand tekort te wil
len doen vaststellen, dat hij de
drijvende kracht is geweest achter
al hetgeen vandaag het bijbelge
nootschap zijn plaats geeft en
daarmee de bijbel zijn kans. Ik
voor mij denk dan met name aan
de hulpmiddelen voor het verstaan
van de bijbel én aan het feit dat
men daarvoor enig risico (is in
lichtingen geven altijd te scheiden
van uitleg geven?) niet uit de weg
ging De heer Van Tuyll (Wiens
voorname rol in de wereldbond van
bnbelgenootschappen ik buiten be
schouwing heb gelaten) wordt door
drie personen opgevolgd. en
met deze treffende en verlangen
de mededeling wil ik besluiten.
vrljh eid. bijna geen enkele plaats
heeft, voor wat alle ethiek nu een
maal kenmerkt: algemeen-geldig
heid en continuïteit (hetzelfde blij
vend)), van regels en normen.
Wie {Schepping zegt. of liever: ge
schapenheid. zegt nu eenmaal:
structuren, vast bestand, van bij
voorbeeld ons mens-zijn. Alle men
sen zaïjn lichamelijk, alle mensen
zijn Ufdelijk enz., en dat betekent
dat all e mensen voor dezelfde pro
blemen staan en vermoedelijk
laten wie het bescheiden houden
naar «ezel f de morele oplossingen
verwezern kunnen worden.
Gods g ebod louter als actuele stem
Gods opvatten bleek dus op grote
problennen te stuiten, en wie het
bovengenoemde deel III. 4 van de
KirchlicHie Dogmatik leest, zal dan
ook ontidekken dat daar juist
daar Barth's ethiek nog het meest
lijkt op «vat wij vandaag een ethiek
noemen: een boek met beargumen
teerde - vooral vanuit de anthro
pologic beargumenteerde regels
voor het menselijk gedrag. Ik moet
erbij zeggen: een tamelijk traditio
nele ethnzk. zoals die in burgerlijke
kringen tan de vijftiger jaren ge
bruikelijk! was. De felle en vernieti
gende uithalen naar homofilie en
homofiele^ relaties die erin staan,
maken daft overduidelijk.
Drievoudig
Bartn heeft die moeilijkheid heel
goed gevoeld, toen hij zich de eerste
keer met werkelijke (zakelijke) ethi
sche vragen ging bezighouden in
zijn scheppingsethiek (Kirchliche
Dogmatik III. 4). Hij moest daarin
zich een beetje verwijderen van zijn
krasse accenten op het actuele ge
bieden van God. zoals hij dat had
geschetst in zijn Godsleer (Kirch
liche Dogmatik II. 2). waarin hij.
redenerend vanuit Gods souvereine
Hoe zit d.it nu in het deel van de
ethiek dat; ik hier bespreek? Weer
een beetjei anders. Om dat te laten
zien. moet Lik nog een derde element
uit Barth's: opzet naar voren haJen.
dat overigens reeds zijdelings ter
sprake kwa.m. Het levende Woord
Gods is hi t Woord Gods. is het
Woord van God de Schepper, maar
ook en vooral het Woord van
God de Veracener. zoals het in Jezus
Christus Is gesproken en tenslotte
ook nog het I Woord van God de Ver
losser zoals {dat eenmaal, bij de vol-
tooing gesproken zal zijn. Welnu, bij
deze drievoudige gestalte van het
Woord Gods moeten we telkens ook
denken aan het Woord van de ge
biedende Gcii. Als Schepper gebiedt
God. als Verzoener en als Verlosser
(Voltooier). Vandaar een schep
pingsethiek. die we al tegenkwamen
in deel III, 4i en nu. in het deel dat
we hier bespreken, de ethiek van de
verzoening, otf dogmatischer gezegd:
het gebiedende Woord van God de
Verzoener.
Tussen haakjles merk ik op dat het
deel over het |gebiedend spreken van
God de VerloHser niet verschenen is;
(ADVERTENTIE)
OP SPEURTOCHT
MET DE BIJBEL
Losbladig* Htljschrljf bijbel (NBG-
vertaJmg I96t> .Bettaande uil Jb Katern
bi|be«ekst btipae;6endgoedbeschri|tt>aar
papier Komplcait mei drie grijze
Formaat 15 22 «cm
Pnjs/ 49,50
Huisbijbel met deuterokanonleke of
apocriefe boeken i
Oe bqbei in NBG-eerlaltng 1951 mei de
nieuwe vertaling vb ai de deulerokanonieke
o' aprocnefe boeker
Formaat 15 22 Ci*»
Prijs 39,50
Tussen Oud en N»k1w
Een nieuwe vertaling van de deulefokano-
meke ol apocriele boeken.
Formaat 11 s 18 cm|
Pnjs 10,90
(exd. verzendkosten)
Verkrijgbaar bij de boekhandel en
Nederlands
Bijbelgenootschap
Postbus 620, HaaHem.
Tel. 023-259501
!t
AMSTERDAM:
Postbus 859.
Wibautstraat 131
Te!. 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/DORDR ECHT:
Postbus 948.
Westbiaak 9. Rotterdam
Tel. 010-115588
DEN HAAG/LEIDEN:
Postbus 101.
Parkstraat 22. Oen 1 Haag
Tel. 070-469445
ZWOLLE/GRONINGEN:
Postbus 3.
Melkmarkt 56. 2wollei
Tel. 05200-17030
aan het laatste stuk van zijn dog
matiek dat juist over God de Ver
losser zou handelen (dus over de
eschatologie, om in het theologisch
spraakgebruik te blijven) is Barth
niet meer toegekomen.
Het hart
Wat de voor ons liggende ethiek
van de verzoening betreft: aller
eerst kunnen we constateren dat
Barth geleerd door de problemen
bij de ethiek van de schepping
alle ruimte probeert te geven aan
de continuïteit in het gebieden van
God. Je mag van Gods gebod geen
principe of regel maken, al had ie
hem ook uit de bijbel gehaald,
maar je mag er evenmin zoiets als
een 'Gebot der Stunde' van maken,
dat wil zeggen: een gebod dat alleen
voor het uur geldt en niet voor mor
gen en overmorgen.
Er valt nog een tweede belangrijk
gegeven op te merken: bij de ethiek
van de verzoening staan we bij het
hart van de ethiek, het cen'rum en
middelpunt van wat God gebiedt,
het primaat (zoals Barth kan zeg
gen) van de geboden, waarbij ver
geleken de ethiek van de schepping
en de verlossing omtrek moeten
heten.
Bidden
Dat maakt ons nieuwsgierig naar
het antwoord op de vraag wat dan
dat centrale is dat van ons gevraagd
wordt door God de verzoener. Barth
antwoordt (na enkele andere moge
lijkheden afgetast te hebben) dat
het centrale dat ons door God de
verzoener gevraagd wordt het bid
den is. Vandaaruit ontvouwt het
boek zich vervolgens in een bespre
king van de eerste twee beden van
het Onze Vader.
Dat doet wel even merkwaardig aan
voor wie gerekend had op wat
ethiek heet. Toch. er valt wel wat
voor te zeggen. Allereerst al niet
voor niets herinnerde ik aan het be
gin van dit opstel aan een degelijke
gereformeerde preek kunnen we
hier denken aan de Heidelbergse
Catechismus die in Zondag 45 het
bidden onder de geboden rekent.
Vervolgens verloopt de redenering
bij Barth als volgt (bij beide beden
hetzelfde patroon) dat primair en
.allereerst de gehoorzaamheid aan
•God de Verzoener in het bidden ge
legd wordt: wie niet bidt. of liever
gezegd: wie niet God als Vader aan
roept. om Zijns Naams ere bidt, en
om het komen van Znn Rijk, is niet
gehoorzaam aan God. Maar daar
naast ontvouwt Barth uitvoerig dat
deze beden ook een doen insluiten,
zodat we kunnen zeggen: doen zon
der bidden is geen gehoorzaamheid,
maar bidden zonder doen is het
evenmin.
Welke werken?
Intussen, we weten dan nog niet
wat we moeten doen. Zoals dat ook
al het geval is in de Heidelbergse
Catechismus: goede werken zijn
werken die uit een waar geloof. God
ter eer en in overeenstemming met
Zijn gebod geschieden (Zondag 33).
Maar van welke werken geldt dat?
Als we het maar algemeen houden,
is er geen probleem. God is tegen
de zonde, ja ja. maar dan keert de
vraag weer terug welke daad zonde
moet heten en welke niet. God is
tegen de wanorde, zegt Barth. Zeker,
maar waar heerst wanorde: vóór of
achter het ijzeren gordijn? God is
vóór gerechtigheid. Dat lijkt mij een
waarheid waar geen christen onder
uit kan. en die door Barth nog eens
met klem van redenen wordt on
derstreept. Maar wanneer is aan de
voorwaarden voor gerechtigheid vol
daan? Dat staat niet in Barth's
ethiek? Maar het was ook eigenlijk
geen ethiek, hebben we gezien, veel
eer een stukje dogmatiek.
Ethiek heeft het over de vraag wan
neer er van gerechtigheid gesproken
kan worden. Het maximin-principe
van Rawls (het doet er nu niet toe
wat dat is) moet dan besproken
worden, en het vraagstuk van de
verdeling naar behoefte, en de
structuurproblemen. Ik noem maar
een paar idingen. Barth behandelt
dat allemaal niet. Dat hoeft ook niet,
maar een ethiek is het dan in elk
geval niet. hoe eerzaam en opbou
wend het verder ook mag zijn. Dat
is het natuurlijk allemaal, maar dan
in de orde van een preek. Geen
rooie preek, maar een mooie. Bij
rijkdom (mammon) wordt wel ge
vraagd of we ertegen kunnen, maar
hoe je eraan gekoipen bent. blijft
buiten beschouwing'.
Voor gelovigen
Laten we het er dus op houden dat
dit nagelaten stukje Kirchliche Dog
matik met vrucht gebruikt kan wor
den onder christenen. Dat onder
streep ik nog eens. aan het slot. Het
is een woord aan gelovige en voor
gelovige christenen. Het is een
Kirchliche Ethik. dat wil zeggen:
een ethiek (als men het al zo noe
men wil) voor binnenkerkelijk ge
bruik. Wie niet het Onze Vader mee
bidt. slaat de plank van de gehoor
zaamheid aan Gods gebod zo
zegt Barth hier uitdrukkelijk ge
heel mis. In deze toespitsing op het
binnenkerkelijk gebruik ligt de
kracht en de zwakheid van deze
ethiek.
Besproken werd K. Barth. Das
Christliche Lebcn. Die Kirchliche
Dogmalik IV. 4. Fragmentc aus dem
oacniass. voncsungen ijoy-isoi.
Uitgave Theologische Verlag. Zu
rich 1976. Prijs S.Fr. 64.
I ADVERTENTIE)
IX
GIRO 29146
tnv
'XgA Jg
CUiU UUdl MCIC
1527 Gronmc
Steun aan vluchtelingen uitxVietnam, Laos
en Cambodja. cl
STICHTING
COMITÉ
HULPVERLENING
ZUID OOSI-AZIÉ
Posfbus 1527 Groningen
KERKHERVORMING
In de kerkhervorming, die wij
gen herdenkan, worden een i
zaken aan de orde gesteld,
eerste plaats die van zonde en
de. van de rechtvaardiging do#n
geloof. Hoezeer dit een kern
van het christelijk geloof betri El
wijst wel dat wij daar vandaa >a;
alleszins mee bezig zijn. Toch
ook verschuiving in. De vraa
Luther „Hoe krijg ik een geni.
God?'.' is waarschijnlijk nog s!
in kleine kringen te horen. Wie 1J
jonge mensen luistert verneem
anders. De duizenden van Ho !n'
dijk bidden voor de bekering v iel
wereld en een moreel réveil. D
tische jongeren zitten minder
de vraag van hun zonde dan n
vraag wie God eigenlijk is en hl
met onrecht en schuld in de x
moet. Ook op dat andere pun 00
de Reformatie hebben er ven c
vingen plaatsgevonden, nl. waar?
gaat oiti de betekenis van de ba*
Het is duidelijk dat de kerkhi
mers een enorme stoot tot bij
zen hebben gegeven. De ver!e
daaromheen mogen meer illi
tief dan historisch zijn. een ier
dat zij heel wat zaken die in de ei
misgegaan waren met de heft
van de bijbel weer in het gare
op z'n minst in discussie he w
gekregen. In hun spreken ov er
bijbel komen zij vaak uit b
vraag naar de verhouding
Woord en Geest. Zwingli gebr ,u
daarvoor het beeld van de wag
het paard. De touwen, die hetf 'a;
met de wagen verbinden, trekki ;®j
wagen niet: daarmee bedoeldi f'
de bijbel alleen doet het niet.)in
ook het paard op zichzelf ka
wagen niet trekken als hij niet
de touwen zit. en dat was dat
dat de Geest niet zonder het f
kan. Interessant is om te lezer
ze daarmee worstelden. Ik denru
aan een woord dat de zaak m
zuiver stelt: Het Woord is het W
van de Geest, en de Geest i
Geest van het Woord. En dat
dat vandaag van grote betekei
Velen zijn op de toer van de en
en leven op hun gevoelens, r
ook wel zo moeten, maar je hebl
oriëntatie nodig. Iemand dis
stuurt, die richting geeft. Datj
de hervormers wel degelijk, vaf
ook hun aandacht voor het g
ven Woord.
NED. HERV. KERK
Beroepbaar: H. Onderstal.
pred., leraar godsdienstonden
Hattem.
Bedankt voor Nieuw-Lekkerla
Catsburg te Katwijk aan zee.
GEREF. KERKEN
Beroepbaar: G. M. A. Hendril
laatstelijk te Dendermonde, v
leend voor de arbeid onder Ni
landse immigranten in Zuid-At
Izaakstraat 107, Killerpark, P
ria, Zuid-Afrika; D. J. de Lang
Klerkstraat 14. Hardinxveld.
Beroepen: te Oost- en Westsoul
drs H. A. F. M. Bosscha, kam
Heerde, die dit beroep heeft ai
nomen; te Bovenhardinxveld: k
D. J. de Lange aldaar, die dit be
heeft aangenomen (en die nu
intrede doet). Lemmer: L. Bn
huis te Bodegraven.
Benoemd als leraar godsdienst
de chr. soc. ac. te Kampen (14
A. van Egmond te Badhoeved
die deze benoeming heeft aa
nomen.
Aangenomen naar Leiderdorp:
Doesburg te Bovensmilde; df
noeming tot geest. verz. Stick
Streekziekenhuis Gooi-Noord:J
ver te Vlaardingen.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Herkingen: A. Bregl
te Rijssen, die bedankte voor G
muiden.
Bedankt voor St. Philipsland: J
rens te Opheusden.
BAPT. GEMEENTEN
Beneoemd tot geest. verz. aan
herv. diakonessenhuis te Arrf
(part time): H. Ploeger te Sch
ningen.
(ADVERTENTIE)
boekennieuv
TOTDAT HIJ KOMT
96 blz.110.90
Gedachten over de wederkomst van M
Christus. Medewerkers: Ds W.L. Tukker.®
H.J. Smit. Os Jaap Zi»lstra en Jb. K»
Haneveld.
KOM HAASTIGI
0e druk. 104 blz., geb. f 10.75
Gedichten over de wederkomst var»
Verzameld en ingeleid door Okke Jager.
Prof. Or. W H. Velema
LEER ERMEE TE LEVENI
80 blz.. (9.50
Met de titel wil de auteur zeggen: Leer mat'
Bêbet in de problemen te staan. Leer mat I
problemen vanuit de dabei te leven
Ir. J. ven tier Graaf (eindredactie)
VAST EN ZEKER
168 blz.. 7 15.95
Aspecten van het verbond Gods. w*
bezinning oo de betekenis van het verbod
voor een volgende generate e van gr*
belang.
Verkrijgbaar m de boekhandel