Geen rooie preek, maar een mooie (fflW'flTOiHSSL „De baron" verlaat het bijbelgenootschap Vandaai Onze adressen ZATERDAG 30 OKTOBER 1976 KERK TROUW/KWAR door prof. dr. H. M. Kuitert Zoals dat bö alle groten vóór hem is gegaan, gaat het nu ook btf Karl Barth: om de erfenis van zyn theologie wordt vandaag ge vochten. Wat is het eigene van Barth's theologie en wie heeft het recht zich op zyn werk met alle autoriteit die dat meebrengt te beroepen? Ik herinner in dit verband aan de. alweer ueggeebdc. discussie over de uitleg die Frledrich-Wilhelm Mar- quardt aan Barth's theologie heeft gegeven: goert beschouwd zou Barth eigenlijk marxistisch hebben ge dacht en zou zijn theologie dan ook als theorie voor een revolutionaire praxis kunnen dienen. In zulke gevallen is het maar het beste de man zelf in dit geval dus: Karl Barth te gaan lezen, hoeveel tijd dat ook mag kosten. Het wordt ons in dat opzicht trou wens gemakkelijk gemaakt. Onlangs zijn de laatste colleges van Barth s Kirchlicbe Dogmatik verschenen onder de titel Das christliche Leben. en wat men daarover verder ook kan zeggen, ze lijken nog het meest op een oerdegelijke, tot in bijzonderheden uitgewerkte gere formeerde preek, met alle sterke en zwakke kanten ervan. Laat ik echter mogen beginnen met (ADVERTENTIE) K. H. Miskotte als een die dient volledige uitgave van het 'Gemeenteblaadje -Cortgene'. 27 oktober t923 - 4 april t925 348 Nadz.f 17.50 Dietrich Bonhoeffer Tot de nacht voorbij is gedichten m 84 bladz19,75 iets van de structuur of als men wil: iets van de opzet van Barth's ethiek aan te geven. Inderdaad spreekt Barth voortdurend van zijn ethiek en niet van 'het christelijk leven', zoals de uitgevers willen sug gereren met hun titel Dat laatste is ook wel weer begrijpelijk, want ethiek is voor Barth een onderdeel van de dogmatiek, en al houdt hij daar streng aan vast. het klinkt voor moderne oren wel wat vreemd. Van daar dat de uitgevers van dit stukje van de erfenis er althans dat ver moed ik „christelijk leven boven hebben gez.et in plaats van Barth's eigen spraakgebruik te volgen. Waarom is ethiek voor Barth zonder beperking een deel van de dogma tiek? Omdat het in de ethiek vol gens Barth. net als in de dogmatiek, om de kennis van het Woord Gods gaat. maar nu dan om de kennis van het Woord van God als Gebie der. Goed handelen Is handelen in gehoorzaamheid aan het gebod van God. Waar en hoe Daaraan moet meteen de vraag wor den toegevoegd waar en hoe een mens dat Woord Gods kan horen. Opnieuw: dat is een dogmatische vraag, en ook in deze uitgave van zijn laatste ethlekcolleges wordt deze vraag als een dogmatische vraag beantwoord. Barth grijpt, om de vraag te beantwoorden hoe een mens Gods gebiedend Woord komt te horen, terug naar zijn vorige de len van de Kirchliche Dogmatik: Gods Woord is een verkorte uit- «drukking voor de sprekende God zelf. Het staat niet gelijk met de bijbel, ook niet als het om ethiek gaat met voorschrijvende of ge biedende regels, maar is in eerste instantie levend, gebeurend Woord. Het probleem is intussen als ik even mag analyseren dat je op deze manier in de dogmatiek nog wel vooruit kan. bijvoorbeeld door bij het actuele levende spreken van God te denken aan de "Vreemde Vrijspraak" (Miskotte) in de zin Karl Barth van: ineens de bevreemdende erva ring van opluchting, van vergeving ontvangen te ondergaan. Maar in de ethiek is een beroep op de actueel sprekende God heel wat moeilijker, want ethiek (het woord heeft wat met gewoonte te maken) veronder stelt normen en regels die juist altijd en voor iedereen gelden, en waar aan een mens. als het hem zo uit komt. zich niet zomaar kan onttrek ken Zeer onlangs, in een gesprek over de kwestie van de godsdienstvrij heid in oosteuropese landen, her innerde iemand eraan dal in de dagen van de koude oorlog bijbels aan ballonnetjes achter het ijze ren gordijn werden neergelaten. Dit bracht mij ertoe te vertellen van mijn eerste ontmoeting met mr. F. L. S. F. baron van Tuyll van Serooskcrken. de algemeen secretaris van het Nederlands Bij belgenootschap. Mijn hoofdredac teur van toen. de heer Bruins Slot. had me gezegd naar het Bijbelhuis aan de Amsterdamse Herengracht te gaan. omdat de heer Van Tuyll iets aangaande de krant wilde be spreken. Het bleek te gaan over die bijbelverspreiding per ballon. Kijk. zei mr. Van Tuyll. deze actie be rokkent het werk van de bijbel genootschappen in de communis tische wereld veel schade. We kun nen daar nog het een en ander doen. maar als dit doorgaat zullen we de zaak ginds moeten sluiten. Bijbelverspreiding wordt op deze manier een wapen in de koude oorlog. Ik knikte dat ik het begreep. Wel nu. hernam de heer Van Tuyll. ik heb op een conferentie de heer Bruins Slot gesproken, die mij in de politiek met. maar met de bijbel wel volledig vertrouwt. Ik heb hem uiteengezet dat wij als bijbelge nootschap moeilijk hardop kunnen /eggen wat wij van die actie vin den Als we dat zouden doen. ver wijten ze ons concurrentienijd óf communistische sympathieën. Nu heeit de gereformeerde dr. Harren- stein.u zult zijn naam wel ken nen. in het blad Belijden en Be leven een fel artikel tegen die bal lonnen-actie geschreven en ik zou graag zien dat Trouw dat verhaal overnam. Ik knikte opnieuw dat het me dui delijk was De heer Van Tuyll voegde er nog aan toe. dat hij het nooit zo goed gekund zou hebben als dominee Harrenstein. Gerefor meerden verstaan nu eenmaal be ter de kunst van het schelden dan hervormden, zei hij. en ik ben her vormd. Dat is helemaal de baron?, riep iemand van ons gezelschap geest driftig uit. toen ik mijn verhaal gedaan had. En omdat vandaag mr Van Tuyll afschelA neemt van het bijbelgenootschap, zet ik dit gesprekje in de krant. Ik meen na melijk ook. dat de heer Van Tuyll hieruit aardig tevoorschijn komt als de diplomatieke doordouwer die hij Is. Ik zeg dit vooral niet misprijzend, maar bewonderend. Ik had destijds op jaarbijeenkom sten van het bijbelgenootschap er al van genoten (en Ik zou hot na dien nog vaker doen), hoe virtuoos de algemeen secretaris de zaal be speelde en hoe hij met beminne lijke onverzettelijkheid de in gees telijk opzicht tijk geschakeerde kudde op het door hem uitgestip pelde pad hield. Trouwens, ik ver denk hem ervan dat hij achter de schermen ook gaarne het hoofd bestuur bespeelde. De baron Aldus heb ik hem in en buiten het Bijbelhuis dikwijls (ei genlijk meestal, denk Ik achteraf) horen aanduiden en er klonk zo- we! ontzag als genegenheid uit Eenzelfde soort gevoelens nam ik ens waar na en persconferentie met dc baron. Het onderwerp was de. toen nog aanstaande, verhui- door A. J. Klei Mr. F. L. S. F. baron van Tuyll van Scrooskerkcn zing van verscheidene afdelingen van het bijbelgenootschap naar Haarlem. Mr. Van Tuyll zette op uiterst onafhankelijke toon uiteen hoe hij aan huisvesting in Haar lem was gekomen. Als hij "ik" zei bedoelde hij het ganse bijbelge nootschap, en "zullie" was ieder een die in het Haarlemse panden te vergeven had. We dienden goed in de gaten te hebben hoe snel zullie" waren gezwicht voor mr. Van Tuyll. Wat een regent!, was bet commen taar van een van mijn collega's. Maar je merkte terstond dat het niet smalend bedoeld was. Er sprak.ja. alweer.iets van ont zag uit en ook van genegenheid. Dit laatste kan gevoed zijn door het vriendelijk-zorgvuldig optreden van onze gastheer: hij zag er nauwlettend op toe dat ieder vol doende kreeg van de soep die hij had laten aanrukken en hij gaf de toon aan voor een ongedwongen conversatie. Die soepschenkerij brengt me op de aandacht van de heer Van Tuyll voor het détail. Daarover zijn fraaie anecdotes in omloop en ik heb me voor waar laten- vertel len dat de baron eens een paar kisten, die naar zijn aanwijzingen in elkaar waren gezet, van vier hoog het raam uit liet smijten om te kijken of ze heelhuids de grond ouden bereiken. Tot zijn innige voldoening overleefden de kisten het. Zij waren geschikt bevonden om bijbels te verzenden naar In donesië of Kameroen, althans naar een vergelegen land. want zij zou den als ze in het ruim van een schip gegooid werden, niet uit e'kaar barstqn. Mr. Van Tuyll: een regent. Een adellijke regent nog wel. Hij ziet er inderdaad uit als een baron met zijn Ietwat gebiedende houding en zijn charme, die nooit neerbuigend is. bergt altijd iets van afstand in zich. Ik durf veilig aannemen dat inspraakprocedures en dat spul nooit erg aan hem besteed zijn ge weest, maar ik weet ook dat juist deze regent het bijbelgenootschap volledig uit de sfeer van het ne- gentlende-eeuwse regentendom ge haald heeft en door zijn optreden en 7.ijn denkbeelden (en het door drukken ervan!) bevorderd heeft dat het bijbelgenootschap geen zaak is geworden, die je liefkozend bekijkt als iets-van-vroeger, maar een instelling die een funktie heeft en haar funktie bewijst in onze samenleving. Je kunt als buitenstaander moei lijk aangeven, wat precies de vruchten zijn van de vindingrijk heid. het gezag en vooral de inzet van mr Van Tuyll. njaar .ik durf zonder Iemand tekort te wil len doen vaststellen, dat hij de drijvende kracht is geweest achter al hetgeen vandaag het bijbelge nootschap zijn plaats geeft en daarmee de bijbel zijn kans. Ik voor mij denk dan met name aan de hulpmiddelen voor het verstaan van de bijbel én aan het feit dat men daarvoor enig risico (is in lichtingen geven altijd te scheiden van uitleg geven?) niet uit de weg ging De heer Van Tuyll (Wiens voorname rol in de wereldbond van bnbelgenootschappen ik buiten be schouwing heb gelaten) wordt door drie personen opgevolgd. en met deze treffende en verlangen de mededeling wil ik besluiten. vrljh eid. bijna geen enkele plaats heeft, voor wat alle ethiek nu een maal kenmerkt: algemeen-geldig heid en continuïteit (hetzelfde blij vend)), van regels en normen. Wie {Schepping zegt. of liever: ge schapenheid. zegt nu eenmaal: structuren, vast bestand, van bij voorbeeld ons mens-zijn. Alle men sen zaïjn lichamelijk, alle mensen zijn Ufdelijk enz., en dat betekent dat all e mensen voor dezelfde pro blemen staan en vermoedelijk laten wie het bescheiden houden naar «ezel f de morele oplossingen verwezern kunnen worden. Gods g ebod louter als actuele stem Gods opvatten bleek dus op grote problennen te stuiten, en wie het bovengenoemde deel III. 4 van de KirchlicHie Dogmatik leest, zal dan ook ontidekken dat daar juist daar Barth's ethiek nog het meest lijkt op «vat wij vandaag een ethiek noemen: een boek met beargumen teerde - vooral vanuit de anthro pologic beargumenteerde regels voor het menselijk gedrag. Ik moet erbij zeggen: een tamelijk traditio nele ethnzk. zoals die in burgerlijke kringen tan de vijftiger jaren ge bruikelijk! was. De felle en vernieti gende uithalen naar homofilie en homofiele^ relaties die erin staan, maken daft overduidelijk. Drievoudig Bartn heeft die moeilijkheid heel goed gevoeld, toen hij zich de eerste keer met werkelijke (zakelijke) ethi sche vragen ging bezighouden in zijn scheppingsethiek (Kirchliche Dogmatik III. 4). Hij moest daarin zich een beetje verwijderen van zijn krasse accenten op het actuele ge bieden van God. zoals hij dat had geschetst in zijn Godsleer (Kirch liche Dogmatik II. 2). waarin hij. redenerend vanuit Gods souvereine Hoe zit d.it nu in het deel van de ethiek dat; ik hier bespreek? Weer een beetjei anders. Om dat te laten zien. moet Lik nog een derde element uit Barth's: opzet naar voren haJen. dat overigens reeds zijdelings ter sprake kwa.m. Het levende Woord Gods is hi t Woord Gods. is het Woord van God de Schepper, maar ook en vooral het Woord van God de Veracener. zoals het in Jezus Christus Is gesproken en tenslotte ook nog het I Woord van God de Ver losser zoals {dat eenmaal, bij de vol- tooing gesproken zal zijn. Welnu, bij deze drievoudige gestalte van het Woord Gods moeten we telkens ook denken aan het Woord van de ge biedende Gcii. Als Schepper gebiedt God. als Verzoener en als Verlosser (Voltooier). Vandaar een schep pingsethiek. die we al tegenkwamen in deel III, 4i en nu. in het deel dat we hier bespreken, de ethiek van de verzoening, otf dogmatischer gezegd: het gebiedende Woord van God de Verzoener. Tussen haakjles merk ik op dat het deel over het |gebiedend spreken van God de VerloHser niet verschenen is; (ADVERTENTIE) OP SPEURTOCHT MET DE BIJBEL Losbladig* Htljschrljf bijbel (NBG- vertaJmg I96t> .Bettaande uil Jb Katern bi|be«ekst btipae;6endgoedbeschri|tt>aar papier Komplcait mei drie grijze Formaat 15 22 «cm Pnjs/ 49,50 Huisbijbel met deuterokanonleke of apocriefe boeken i Oe bqbei in NBG-eerlaltng 1951 mei de nieuwe vertaling vb ai de deulerokanonieke o' aprocnefe boeker Formaat 15 22 Ci*» Prijs 39,50 Tussen Oud en N»k1w Een nieuwe vertaling van de deulefokano- meke ol apocriele boeken. Formaat 11 s 18 cm| Pnjs 10,90 (exd. verzendkosten) Verkrijgbaar bij de boekhandel en Nederlands Bijbelgenootschap Postbus 620, HaaHem. Tel. 023-259501 !t AMSTERDAM: Postbus 859. Wibautstraat 131 Te!. 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM/DORDR ECHT: Postbus 948. Westbiaak 9. Rotterdam Tel. 010-115588 DEN HAAG/LEIDEN: Postbus 101. Parkstraat 22. Oen 1 Haag Tel. 070-469445 ZWOLLE/GRONINGEN: Postbus 3. Melkmarkt 56. 2wollei Tel. 05200-17030 aan het laatste stuk van zijn dog matiek dat juist over God de Ver losser zou handelen (dus over de eschatologie, om in het theologisch spraakgebruik te blijven) is Barth niet meer toegekomen. Het hart Wat de voor ons liggende ethiek van de verzoening betreft: aller eerst kunnen we constateren dat Barth geleerd door de problemen bij de ethiek van de schepping alle ruimte probeert te geven aan de continuïteit in het gebieden van God. Je mag van Gods gebod geen principe of regel maken, al had ie hem ook uit de bijbel gehaald, maar je mag er evenmin zoiets als een 'Gebot der Stunde' van maken, dat wil zeggen: een gebod dat alleen voor het uur geldt en niet voor mor gen en overmorgen. Er valt nog een tweede belangrijk gegeven op te merken: bij de ethiek van de verzoening staan we bij het hart van de ethiek, het cen'rum en middelpunt van wat God gebiedt, het primaat (zoals Barth kan zeg gen) van de geboden, waarbij ver geleken de ethiek van de schepping en de verlossing omtrek moeten heten. Bidden Dat maakt ons nieuwsgierig naar het antwoord op de vraag wat dan dat centrale is dat van ons gevraagd wordt door God de verzoener. Barth antwoordt (na enkele andere moge lijkheden afgetast te hebben) dat het centrale dat ons door God de verzoener gevraagd wordt het bid den is. Vandaaruit ontvouwt het boek zich vervolgens in een bespre king van de eerste twee beden van het Onze Vader. Dat doet wel even merkwaardig aan voor wie gerekend had op wat ethiek heet. Toch. er valt wel wat voor te zeggen. Allereerst al niet voor niets herinnerde ik aan het be gin van dit opstel aan een degelijke gereformeerde preek kunnen we hier denken aan de Heidelbergse Catechismus die in Zondag 45 het bidden onder de geboden rekent. Vervolgens verloopt de redenering bij Barth als volgt (bij beide beden hetzelfde patroon) dat primair en .allereerst de gehoorzaamheid aan •God de Verzoener in het bidden ge legd wordt: wie niet bidt. of liever gezegd: wie niet God als Vader aan roept. om Zijns Naams ere bidt, en om het komen van Znn Rijk, is niet gehoorzaam aan God. Maar daar naast ontvouwt Barth uitvoerig dat deze beden ook een doen insluiten, zodat we kunnen zeggen: doen zon der bidden is geen gehoorzaamheid, maar bidden zonder doen is het evenmin. Welke werken? Intussen, we weten dan nog niet wat we moeten doen. Zoals dat ook al het geval is in de Heidelbergse Catechismus: goede werken zijn werken die uit een waar geloof. God ter eer en in overeenstemming met Zijn gebod geschieden (Zondag 33). Maar van welke werken geldt dat? Als we het maar algemeen houden, is er geen probleem. God is tegen de zonde, ja ja. maar dan keert de vraag weer terug welke daad zonde moet heten en welke niet. God is tegen de wanorde, zegt Barth. Zeker, maar waar heerst wanorde: vóór of achter het ijzeren gordijn? God is vóór gerechtigheid. Dat lijkt mij een waarheid waar geen christen onder uit kan. en die door Barth nog eens met klem van redenen wordt on derstreept. Maar wanneer is aan de voorwaarden voor gerechtigheid vol daan? Dat staat niet in Barth's ethiek? Maar het was ook eigenlijk geen ethiek, hebben we gezien, veel eer een stukje dogmatiek. Ethiek heeft het over de vraag wan neer er van gerechtigheid gesproken kan worden. Het maximin-principe van Rawls (het doet er nu niet toe wat dat is) moet dan besproken worden, en het vraagstuk van de verdeling naar behoefte, en de structuurproblemen. Ik noem maar een paar idingen. Barth behandelt dat allemaal niet. Dat hoeft ook niet, maar een ethiek is het dan in elk geval niet. hoe eerzaam en opbou wend het verder ook mag zijn. Dat is het natuurlijk allemaal, maar dan in de orde van een preek. Geen rooie preek, maar een mooie. Bij rijkdom (mammon) wordt wel ge vraagd of we ertegen kunnen, maar hoe je eraan gekoipen bent. blijft buiten beschouwing'. Voor gelovigen Laten we het er dus op houden dat dit nagelaten stukje Kirchliche Dog matik met vrucht gebruikt kan wor den onder christenen. Dat onder streep ik nog eens. aan het slot. Het is een woord aan gelovige en voor gelovige christenen. Het is een Kirchliche Ethik. dat wil zeggen: een ethiek (als men het al zo noe men wil) voor binnenkerkelijk ge bruik. Wie niet het Onze Vader mee bidt. slaat de plank van de gehoor zaamheid aan Gods gebod zo zegt Barth hier uitdrukkelijk ge heel mis. In deze toespitsing op het binnenkerkelijk gebruik ligt de kracht en de zwakheid van deze ethiek. Besproken werd K. Barth. Das Christliche Lebcn. Die Kirchliche Dogmalik IV. 4. Fragmentc aus dem oacniass. voncsungen ijoy-isoi. Uitgave Theologische Verlag. Zu rich 1976. Prijs S.Fr. 64. I ADVERTENTIE) IX GIRO 29146 tnv 'XgA Jg CUiU UUdl MCIC 1527 Gronmc Steun aan vluchtelingen uitxVietnam, Laos en Cambodja. cl STICHTING COMITÉ HULPVERLENING ZUID OOSI-AZIÉ Posfbus 1527 Groningen KERKHERVORMING In de kerkhervorming, die wij gen herdenkan, worden een i zaken aan de orde gesteld, eerste plaats die van zonde en de. van de rechtvaardiging do#n geloof. Hoezeer dit een kern van het christelijk geloof betri El wijst wel dat wij daar vandaa >a; alleszins mee bezig zijn. Toch ook verschuiving in. De vraa Luther „Hoe krijg ik een geni. God?'.' is waarschijnlijk nog s! in kleine kringen te horen. Wie 1J jonge mensen luistert verneem anders. De duizenden van Ho !n' dijk bidden voor de bekering v iel wereld en een moreel réveil. D tische jongeren zitten minder de vraag van hun zonde dan n vraag wie God eigenlijk is en hl met onrecht en schuld in de x moet. Ook op dat andere pun 00 de Reformatie hebben er ven c vingen plaatsgevonden, nl. waar? gaat oiti de betekenis van de ba* Het is duidelijk dat de kerkhi mers een enorme stoot tot bij zen hebben gegeven. De ver!e daaromheen mogen meer illi tief dan historisch zijn. een ier dat zij heel wat zaken die in de ei misgegaan waren met de heft van de bijbel weer in het gare op z'n minst in discussie he w gekregen. In hun spreken ov er bijbel komen zij vaak uit b vraag naar de verhouding Woord en Geest. Zwingli gebr ,u daarvoor het beeld van de wag het paard. De touwen, die hetf 'a; met de wagen verbinden, trekki ;®j wagen niet: daarmee bedoeldi f' de bijbel alleen doet het niet.)in ook het paard op zichzelf ka wagen niet trekken als hij niet de touwen zit. en dat was dat dat de Geest niet zonder het f kan. Interessant is om te lezer ze daarmee worstelden. Ik denru aan een woord dat de zaak m zuiver stelt: Het Woord is het W van de Geest, en de Geest i Geest van het Woord. En dat dat vandaag van grote betekei Velen zijn op de toer van de en en leven op hun gevoelens, r ook wel zo moeten, maar je hebl oriëntatie nodig. Iemand dis stuurt, die richting geeft. Datj de hervormers wel degelijk, vaf ook hun aandacht voor het g ven Woord. NED. HERV. KERK Beroepbaar: H. Onderstal. pred., leraar godsdienstonden Hattem. Bedankt voor Nieuw-Lekkerla Catsburg te Katwijk aan zee. GEREF. KERKEN Beroepbaar: G. M. A. Hendril laatstelijk te Dendermonde, v leend voor de arbeid onder Ni landse immigranten in Zuid-At Izaakstraat 107, Killerpark, P ria, Zuid-Afrika; D. J. de Lang Klerkstraat 14. Hardinxveld. Beroepen: te Oost- en Westsoul drs H. A. F. M. Bosscha, kam Heerde, die dit beroep heeft ai nomen; te Bovenhardinxveld: k D. J. de Lange aldaar, die dit be heeft aangenomen (en die nu intrede doet). Lemmer: L. Bn huis te Bodegraven. Benoemd als leraar godsdienst de chr. soc. ac. te Kampen (14 A. van Egmond te Badhoeved die deze benoeming heeft aa nomen. Aangenomen naar Leiderdorp: Doesburg te Bovensmilde; df noeming tot geest. verz. Stick Streekziekenhuis Gooi-Noord:J ver te Vlaardingen. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Herkingen: A. Bregl te Rijssen, die bedankte voor G muiden. Bedankt voor St. Philipsland: J rens te Opheusden. BAPT. GEMEENTEN Beneoemd tot geest. verz. aan herv. diakonessenhuis te Arrf (part time): H. Ploeger te Sch ningen. (ADVERTENTIE) boekennieuv TOTDAT HIJ KOMT 96 blz.110.90 Gedachten over de wederkomst van M Christus. Medewerkers: Ds W.L. Tukker.® H.J. Smit. Os Jaap Zi»lstra en Jb. K» Haneveld. KOM HAASTIGI 0e druk. 104 blz., geb. f 10.75 Gedichten over de wederkomst var» Verzameld en ingeleid door Okke Jager. Prof. Or. W H. Velema LEER ERMEE TE LEVENI 80 blz.. (9.50 Met de titel wil de auteur zeggen: Leer mat' Bêbet in de problemen te staan. Leer mat I problemen vanuit de dabei te leven Ir. J. ven tier Graaf (eindredactie) VAST EN ZEKER 168 blz.. 7 15.95 Aspecten van het verbond Gods. w* bezinning oo de betekenis van het verbod voor een volgende generate e van gr* belang. Verkrijgbaar m de boekhandel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 2