JÜIUH.U
Het blijft moeilijk
Je moet zo iets echt
zelf willen, anders
heeft het geen zin
om de juiste
weg te kiezen
pAG 30 OKTOBER 1976
SIGNALEMENT
TROUW/KWARTET 17
i deze Signalementspagina werkten mee: Cisca
.sselhuys en Kees de Leeuw (gesprekken) en Erwin
tieijen (fotografie).
folgens voorzichtige schattingen gebaseerd
ip ervaring en gegevens van onder meer huis-
irtsen en bureaus voor levens- en gezinsmoel-
Ijkheden heeft de helft van de Nederlandse
bevolking psychische problemen. Dat wil niet
eggen dat ze ernstig gestoord zijn, maar wel
lat een groot deel van hen op een zodanige
nanier te maken heeft met problemen, dat ze
liet zo functioneren als ze zouden kunnen,
(impeler gezegd: de helft van de mensen leeft
ingelukkiger en problematischer dan nodig Is.
foor wie niet alleen (of samen met haar of zijn
partner) erin slaagt uit die problemen te komen,
zijn er mogelijkheden om elders hulp te vragen.
Men kan aankloppen bij een bureau voor levens-
en gezinsmoeilijkheden en via gesprekken met
maatschappelijk werkster en/of psycholoog
verder worden geholpen. Of men kan naar een
psychiatrisch ziekenhuis gaan voor een dagbe
handeling.
Men is dan in therapie, zoals dat wordt ge
noemd. Zo'n therapie kan bestaan uit individue
le gesprekken, maar ook uit gesprekken die men
in een groep voert Zouden overigens alle men-
onverwacht kind. ik was de
tweede van de tweeling. Ze
hadden maar op één kind
gerekend en ik heb altijd het
gevoel gehad dat ik teveel
was. niet gewenst. Dat heb
ben ze me vroeger ook wel
eens laten voelen: op mij was
niet gerekend, ik kostte maar
extra zorgen en geld. En of
dat nu echt zo duidelijk ge
zegd is als ik denk. weet ik
niet. maar ik heb het in ie
der geval altijd sterk zo ge
voeld en daar gaat het maar
om. Ik weet nog goed hoe
ellendig ik me voelde, toen
ik op achtjarige leeftijd van
mijn moeder van die ouder
wetse kousen met een aan
gebreid bovenstukje aan
moest. Mijn zuster accepteer
de zoiets heel rustig, met een
grijns, maar ik heb me er
met hand en tand tegen
verzet: ik voelde het alsof
mijn moeder dat deed om me
te pesten. Vooral de laatste
jaren namen die problemen
met mijn moeder zulke vor
men aan, dat itc ze niet meer
aankon. Ik ben enorm agres
sief ten opzichte van haar,
ik kan haar betutteling en
bemoedering niet meer heb
ben. Opeens ben ik nu de
beste dochter, bij wie ze al
tijd aankomt om raad en die
op allerlei manieren verwend
wordt met cadeautjes. Een
uiting van schuldgevoel van
haar kant. denk ik. Op het
ogenblik hangt ze gewoon op«
mij. alle zaken worden per
telefoon met mij behandeld.
HUILEN
Ik kan dat niet meer op
brengen. want ze is zo enorm
klagerig en dramatisch. Ze
loopt bijna altijd met tranen
in de ogen rond en er hoeft
niet d4t te gebeuren, of ze
gooit zich weer in een huil
bui. Ik sta heel huiverig ten
opzichte van haar verdriet, ik
voel het vaak als onecht, als
een manier om ons te mani
puleren. Daarom ben ik zelf
zo vreselijk geremd in het
tonen van emoties en ver
driet. ik ben veel te bang dat
de mensen dat zullen be
schouwen als een manipula
tie. een manier om mede
leven te krijgen. Zover ik me
kan herinneren heb ik eigen
lijk nooit gehuild. Daar had
ik natuurlijk ook het juiste
beroep niet voor: een ver
pleegster mag niet huilen,
dat is iemand van beton, bij
wie Juist anderen uithuilen.
Een paar weken geleden heb
ik tijdens een psychodrama
(het naspelen van bepaalde
gebeurtenissen in je leven ais
een vorm van therapie, om
de daarbij behorende emo
ties nogmaals op te roepen)
voor het eerst echt gehuild.
Ik voelde het als een enorme
opluchting, dat ik het aan
gedurfd had om in de groep
mijn emoties te tonen. Dat is
gewoon een soort keerpunt
voor mijn gevoel. Mijn emo
ties kwamen toen op. omdat
we het hadden over een ge
beurtenis in mijn leven, toen
ik acht was. Ik heb toen een
klein nichtje, op wie ik klaar
blijkelijk erg gesteld moet
zijn geweest, verloren. Ik heb
haar gezien, nadat ze ge
storven was. Dat moet zo n
enorme indruk op me ge
maakt hebben, dat mijn
doodsangst, die Ik in sterke
mate heb. daarop terug te
voeren moet zijn.
DOODSANGST
Ik ben erg bang om aange
vallen te worden, om door
iemand dood gemaakt te
worden. Daarom ben ik altijd
op mijn hoede, zowel over
dag als 's nachts. Vandaar
natuurlijk ook dat slechte
slapen Bovendien durf ik
nauwelijks met een open
deur of raam te slapen, al
les moet dicht en vergren
deld zijn. Ook ben ik bang
om ergens anders te slapen
(bijvoorbeeld in een kamer
op de begane grond of in een
hotel) Dat heeft me al heel
wat ellende bezorgd en veel
vakanties volledig bedorven
Ik hoop dat de therapie ook
wat aan die doodsangst kan
veranderen. In mijn werk alt
verpleegster in een zieken
huis had ik ook steeds weer
met die doodsangst te ma
ken. daar kun je immers elk
moment met een dode te
maken krijgen. Dat is ook
een van de redenen, dat ik
uit het ziekenhuis ben weg
gegaan. In de wijkverple
ging, vooral wanneer je in
een nieuwe wijk met veel
jonge gezinnen werkt, heb
Je een veel kleinere kans om
met de dood in aanraking te
komen."
Ellen is nu drie en een halve
maand in therapie. Na de
eerste drie maanden is het
mogelijk een verlenging aan
te vragen van de behande
ling voor twee weken of een
maand. ZIJ heeft dat gedaan.
Op het ogenblik moet ze
weer beslissen of ze nog eens
een verlenging wil aanvra
gen óf dat ze ermee stopt.
Wanneer ze ermee ophoudt,
zal ze in ieder geval zorgen,
dat ze ergens in de nazorg
terecht kan. of in haar
woonplaats of anders in de
nazorg van de inrichting,
waar ze behandeld is.
Sinds het begin van haar
behandeling Is ze finaal met
alle pillen gestopt.
"Eerst was ik erg angstig en
trillerig, maar verder heb Ik
geen ontwenningsverschijn
selen gehad. Ik slaap nog
steeds slecht, heb vooral veel
moeite met inslapen en word
veel te vroeg weer wakker.
Maar met al die pillen sliep
ik geen haar beter, terwijl ik
nu de voldoening heb. dat ik
me niet meer met die dingen
volstop en toch wel wat
slaap. Ik hoop. dat dat nog
beter wordt."
Ellen heeft het er erg moei
lijk mee gehad om thuis te
vertellen dat ze zich in een
inrichting ging laten behan
delen voor haar depressivi
teit en angst. "Toen ik een
keertje thuis was. vlak voor
dat ik aan de behandeling
zou beginnen, heb ik het een
half uurtje voordat Ik weg
ging verteld. Ze waren met
stomheid geslagen. Zc den
ken trouwens dat Ik er alleen
maar een soort ontwennings
kuur voor al die pillen on
derga. Dat vinden ze wel ver
standig. De rest heb Ik ze
niet verteld. Misschien zou
ik dat wel eens willen doen.
maar ik weet niet wat ik
daarmee losmaak. Enorme
huilbuien van mijn moeder
en onbegrip bij mijn vader,
een zeer gesloten. Introverte
man. die, zolang ik hem be
wust meemaak, al min of
meer overspannen is. Nu is
hij ook al weer een tijd
thuis, maar hij zoekt nooit
echt deskundige hulp. altijd
maar wat knoeien met de
huisarts en medicijnen. Ei
genlijk zou ik hem wel naar
zon therapie als de mijne
willen toesiepen, maar dat
kan niet. Je moet zoiets echt
zelf willen, anders heeft het
geen nut. Zelf heb ik nog
geen ogenblik spijt gehad,
dat ik aan deze behandeling
begonnen ben. Ik zou het
iedereen, jong of oud. wel
willen aanraden die zo met
zichzelf in de knoop zit als
ik. De groepsgesprekken, die
een belangrijk onderdeel van
de therapie zijn. vind ik in
sommige opzichten erg fijn,
je hoort en merkt, dat an
dere mensen met dezelfde
soort problemen zitten als jij,
dat je niet de enige bent. die
zo bang en depressief bent.
Je kunt elkaar helpen. Aan
de andere kant voel ik die
groep wel eens als een be
zwaar. wanneer ik zelf graag
door zou gaan op een eigen
probleem. Bijvoorbeeld toen
Ik een tijd geleden die huil
bui kreeg, had ik daar graag
op doorgegaan, want ik heb
toen zo'n dag of drie achter
elkaar gehuild. Er kwam
enorm veel los. Maar Ja. dan
zijn er ook de anderen, die
met hun problemen aan bod
moeten komen. Je bent im
mers niet de enige. Eigenlijk
zou ik naast zo'n groeps
therapie nog graag persoon
lijke gesprekken willen heb
ben met een psycholoog,
maar dat hoort jammer ge
noeg niet bij deze dagthera
pie."
ven. Wel ben ik van mening,
dat je je steeds bewust moet
zijn van de situatie waarin je
leeft om te voorkomen, dat
je niet echt terugvalt in een
bepaalde sleur."
Tiny: "Naar mijn gevoel is
er nog altijd een heleboel
wat niet klopt bij mezelf en
dat er toch uit moet komen.
Door mijn gebrek aan zelf
vertrouwen schiet ik tekort
in het omgaan met mensen.
Er zit een bepaalde onrust
in me. waar ik niet altijd
raad mee weet. Ik merk ook.
dat ik er moeite mee heb te
moeten leven in een maat
schappij. waarin de mensen
hard zijn en te weinig open
staan voor anderen
DREMPEL
Terugkijkend op de therapie
met al dan niet gesprekken
in groepsverband vertelt Ti
ny. dat ze de groepstherapie
persoonlijk als prettig heeft
ervaren. "Daar heb ik ook
het meeste aan gehad. Ik
voelde me in de groep min
der alleen. De laatste ge
sprekken met de maatschap
pelijk werkster verliepen
nogal moeizaam, moet ik zeg
gen. Tussen Paul en haar
klikte het wel. Ik voelde me
in zekere zin buitengesloten,
waardoor ik mogelijk feller
reageerde dan ik zelf wilde.
Later hebben we dat uitge
praat en toen bleek, dat zij
en ik karakters hebben, die
nogal eens botsten'. De maat
schappelijk werkster erkende
dat ook en het resultaat
daarvan was. dat er daarna
beter werd gepraat. Ik zou
er eigenlijk voor zijn", aldus
Tiny, "dat je in hef begin
als echtpaar eerst ieder af
zonderlijk een gesprek hebt
met bijvoorbeeld een psy
choloog. die je als persoon
analyseert kijkt hoe je in
elkaar zit en op basis van
die analyse een bepaalde
therapie opstelt, waaraan
dan gewerkt kan worden. Ik
dacht, dat je daar wel veel
baat bij zou hebben."
Paul en Tiny hebben niet
het gevoel gehad, dat ze over
een drempel heen moesten
om bij het bureau voor le
vens- en gezinsmoeilijkhe
den te kunnen aankloppen,
al geven ze wel toe. dat die
stap de tweede keer verge
makkelijkt werd door hun
eerdere ervaring opgedaan
met het MOB. Ook financieel
hoeft er geen belemmering
te zijn. omdat er een rege
ling is getroffen, waarbij
iedereen een bijdrage be
taalt. die afhankelijk is van
zijn of haar inkomen. "Nee.
de financiële regeling vond ik
erg soepel." aldus Paul.
Paul: "Wat mij wel opviel is
dat de buitenwacht het min
der vreemd vindt, als je zegt
deel te nemen aan groeps
gesprekken. Dit in tegenstel
ling tot de gesprekken met
een maatschappelijk werk
ster. Dat is maar eng. meent
men. Je merkt, dat zij toch
wordt gezien als een soort
arts. die alles van je bloot
legt en bij wie je je hele
hebben en houwen op tafel
moet leggen. De mensen
denken dat bij een groeps
gesprek er niet zo diep op
iemand wordt ingegaan".
STRATENPLAN
Tiny: "Ik zie de therapie, zo
als ik die ervaren heb. als
een goede vorm van hulpver
lenen. Er wordt je als het
ware een stratenplan voor
gelegd. maar je moet wel zelf
de weg zoeken, waar je op
terecht wilt komen". Paul
vult aan: "Voor mezelf kan
ik zeggen, dat je de hulp
krijgt waar je om gevraagd
hebt. maar ik moet er met
een bij zeggen, dat je hel uit
eindelijk zelf moet maken".
En Tiny tot slot: "Ja. het is
natuurlijk prachtig om het
zo te zeggen, maar om het te
doen is een tweede. Te allen
tijde komt het op je zelf
neer dal besef ik ook wel
maar je hebt iemand no
dig die je helpt, de juiste
weg te kiezen uit het stra
tenplan en dat blijft moei
lijk".
"Ik gebruikte eje laatste
twee jaar enorme hoe
veelheden medicijnen: va
lium, nog een andere kal-
meringspi! en zware
slaapmiddelen in een ho
ge dosering. Met al die
dingen kon ik nóg niet
slapen, bleef ik enorm
angstig en gespannen,
vooral in de nacht, wan
neer ik soms verstijfd van
angst in mijn bed lag. Ik
was erg gedeprimeerd,
dacht vaak over zelf
moord (hoewel ik er nooit
een poging toe heb ge
daan) en kon in mijn
werk geen kant meer uit.
Bovendien was vooral de
relatie met mijn moeder
zo beroerd geworden, dat
ik daar ook niet meer
tegenop kon. Toen heb ik
op een avond de knoop
doorgehakt: ik wilde op
genomen worden in een
inrichting, hoe erg ik
daar ook tegenop zag. Ik
kon en wilde niet langer
met al die klachten en
angsten leven, daar moest
wat aan gedaan worden.
Ik leefde gewoon in een
hel".
Tenslotte is Ellen, een 28-
jarige ongetrouwde verpleeg
ster. toch niet in een inrich
ting opgenomen, zoals haar
bedoeling was. maar is ze in
de dagbehandeling van een
kliniek terecht gekomen. Dat
betekent, dat ze nu sinds
drie en een halve maand
elke dag naar deze kliniek
toegaat Cs avonds en
's nachts is ze gewoon thuis)
waar ze een zeer intensieve
therapie ondergaat.
"Het is behoorlijk hard wer
ken geblazen in die therapie,
het is echt niet niks. Ik kom
s avonds doodmoe thuis en
ik kan er beslist niks meer
naast doen van werk of een
studie. Ik ben bezig met een
studie voor wijkverpleging,
maar die moet maar even
wachten. Deze behandeling
neemt je volledig in beslag,
maar dat ls het waard. Ik
redeneer maar zo: nu ik
eenmaal in therapie ben. wil
ik eruit halen wat eruit te
halen valt. Ik heb er im
mers alleen maar bij te
winnen. Ik weet nog veel te
goed hoe ellendig ik me
voelde, voordat ik ermee be
gon: dat is je beste motive
ring om zo'n behandeling
koste wat kost door te willen
zetten, ook al is het soms
moeilijk en maakt het heel
wat bij je los."
Ellen is een dochter uit een
rooms-katholiek gezin in het
oosten van het land. Haar
ouders zijn midden vijftig,
ze heeft, behalve haar twee
lingzus. nog een jongere (ge
trouwde) broer en een zusje,
dat nog thuis is. "Mijn twee
lingzusje is al zes Jaar ge
trouwd. Vroeger kon ik niet
best met haar opschieten,
maar tegenwoordig gaat het
prima. Ik kon er vroeger
moeilijk komen, omdat ik
echt jaloers op haar was. dat
zij een man had. iemand bij
wie ze met haar problemen
terecht kon. terwijl ik altijd
maar weer in m'n eentje
mijn pakkie moest slepenr
Die jaloezie is nu een stuk
minder. Goed. ik kan het nog
wel eens ellendig vinden, dat
ik het allemaal maar alleen
moet zien op te knappen,
maar ik kan nu tenminste
rustig bij haar en haar man
op bezoek komen, ik kan er
echt wel legen hen samen te
zien. En hoewel ik met mijn
zusje wel eens iets van mijn
problemen bespreek, trek ik
me toch terug, wanneer ik
me echt beroerd voel. Dat is
gek. maar het is zo.
Ik durf met name tegenover
vrouwen mijn ware gezicht
eigenlijk niet te laten zien.
mijn emoties niet te tonen.
Dat komt omdat ik van
klein kind af heel sterk het
gevoel heb gehad door mijn
moeder afgewezen te wor
den. Ik was een volkomen
sen met psychische problemen om hulp vragen,
dan zouden de hulpverleners met hun handen in
het haar komen te zitten, daar er niet voldoende
voorzieningen zijn op dit gebied. Ook financieel
verloopt het niet allemaal even soepel. Zo wor
den gesprekken met een psycholoog, bij wie
men in therapie is, nog steeds niet betaald door
de ziekenfondsen en particuliere verzekeraars.
'Vrienden en familiele
den vonden het maar
vreemd, toen ze hoorden
dat we voor hulp hadden
aangeklopt bij een bu
reau voor levens- en ge
zinsmoeilijkheden. Als je
moeilijkheden hebt, los je
die toch zelf op met el
kaar, zo werd gezegd.
Daar praat je niet over
met buitenstaanders. Dat
houd je binnen vier mu
ren."
Paul (38) en Tiny (37) lieten
zich daar niet door beïn
vloeden. maar gingen door
op de weg, die ze nu vier
jaar geleden waren inge
slagen. Zè zijn ruim negen
jaar getrouwd en hebben
drie kinderen: twee jongens
en een meisje. De oudste,
een zoon van negentien, is
niet van Paul zelf. Hij was
aanvankelijk de aanleiding
dat ze bij het Medisch Op
voedkundig Bureau (MOB)
terechtkwamen, maar uit de
gesprekken die volgden, werd
steeds duidelijker dat niet
René de oorzaak van de
moeilijkheden was. maar dat
Paul en Tiny zelf problemen
hadden.
Paul: "Het feit dat René niet
mijn eigen zoon is. bracht
opvoedkundige spanningen
teweeg. Door hem hadden we
problemen en die beïnvloed
den onze relatie. Vandaar
dat we de stap waagden naar
het MOB. nadat we via een
kennis hierop waren geat
tendeerd."
SPEELBAL
Tiny: "Al snel werd duide
lijk. dat het niet aan onze
oudste lag. maar dat het tus
sen ons beiden niet boterde
en we daardoor dé schuld op
hem schoven. We gebruikten
René als een soort speelbal.
Paul is nogal een Pietje pre
cies en Ik ben eigenlijk mak
kelijk. Problemen die daar
door ontstonden, reageerden
we op hem af". Paul: "Hij
was het object, waar we te
genaan schopten zonder dat
we het zelf in de gaten had
den."
Aan het besluit naar het bu
reau voor levens- en gezins
moeilijkheden te gaan is
eerst veel gepraat voorafge
gaan. Tiny vertelt, dat zij
het initiatief heeft genomen,
omdat het niet langer meer
ging, zoals ze zegt. "Ik heb
er veel met Paul over ge
praat en zo zijn we op den
duur naar de beslissing toe
gegroeid. Ik zei hem dat het
niet goed was voor de kin
deren, als we het niet zouden
doen. Daar gooide ik het op.
Bovendien was ik bang. dat
de moeilijkheden met René
zich met de twee andere kin
deren zouden herhalen. Ik
heb er overigens niet echt
tegenop gezien om in thera
pie te gaan." Paul: "Ik vond
juist die eerste stap erg
moeilijk. Ik was namelijk
iemand die niet zo makkelijk
durfde te praten. Zo gewoon
al niet. laat staan met
vreemden in een groep."
BONDGENOOT
Op het bureau hebben Paul
en Tiny eerst gesprekken ge
voerd met een maatschappe
lijk werkster. Later zijn ze in
groepstherapie geweest. Daar
kwamen ze tot de ontdek
king. dat die mensen hoe
verschillend qua achter
grond te kampen hadden
met vaak dezelfde proble
men. zoals gebrek aan zelf
vertrouwen. waardoor je met
jezelf overhoop ligt.
Paul: "Die individuele ge
sprekken waren op zich niet
slecht, maar we ervoeren ze
toch niet als bevredigend.
Pas in de groepsgesprekken
vond er een doorbraak plaats,
terwijl er daarvoor maar
moeilijk doorheen was te ko
men." Ook Tiny ervoer dat
zo. "Ik ben van mezelf nogal
onzeker, waardoor ik van de
weeromstuit zelfverzekerd en
agressief schijn over te ko
men zonder dat ik dat eigen
lijk wil. Van de groepsleiders
was er één. die mij juist
daarin erg goed aanvoelde.
Hij begreep mij en daardoor
voelde ik me begrepen. Het
gevolg was. dat ik meer van
mezelf durfde te laten zien."
Paul: "Door die groepsge
sprekken ben ik enorm ver
anderd. Eerst klapte ik hele
maal dicht, maar gedurende
de groepstherapie ging ik ge
leidelijk aan makkelijker
praten, zo merkte ik. Ik
slaagde er ook in mijn ge
dachten beter onder woor
den te brengen. In de groep
was iemand, die dezelfde
problemen had als ik. Hij
was voor mij een kameraad
in nood. een bondgenoot die
precies aanvoelde en ook
herkende waar ik mee zat."
Zowel Tiny als Paul vonden
het erg jammer, toen de
groepsgesprekken tien in
totaal en verspreid over een
aantal weken waren af
gelopen. Beiden zagen het
als een zeer goede ervaring,
waar ze een jaar op "teer
den". Tiny: "We hebben een
jaar lang rust gehad, maar
daarna ging het weer mis. Ik
zag het op een gegeven mo
ment niet meer zitten. Ik
voelde me niets meer en
vond. dat ik ook niets was."
Opnieuw werd er aangeklopt
bij het bureau voor levens-
en gezinsmoeilijkheden en
volgden er gesprekken met
een dezelfde maat
schappelijk werkster. Omdat
Tiny er geen bezwaar tegen
had. dat Paul erbij was. wer
den ook deze gesprekken sa
men gevoerd. In maart van
dit jaar had het laatste
afrondende gesprek plaats,
waarna de therapie werd be
ëindigd.
Tiny: "Nu. ruim een half
jaar later, meen ik. dat ik
weer zou moeten gaan voor
een gesprek. Ik denk dat de
therapie voor mij toch niet
voldoende is geweest. Je zakt
weer terug. Ik constateer
althans bij mezelf een te
rugval."
Paul is het daar niet hele
maal mee eens. "Ik ervaar
het niet als een terugzakken
naar het oude stadium. Ik zie
het als een groeiproces. Je
kunt nu eenmaal niet con
stant op een top leven. Dat
hele intense gevoelen van
vlak na de groepstherapie is
niet voortdurend te handha-
Deze pagina gaat over mensen, die in therapie
zijn of geweest zijn en over hun ervaringen
daarmee.