Prins Hendrik ging eenzame weg
Fokke Sierksma's
verloren gevecht
tegen de bierkaai
Chemici en het
Tsjerkessisch
UIETEnSCHaP.TEGHME
Voedsel en landbouw
'Ik kan me het verlangen naar een
nationale omroep voorstellen'
'Toelaten van de
STER tastte alle
programma's aan'
ZATERDAG 2 OKTOBER 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 11
Van een onzer redacteuren
„Onze beste prins ligt gekleed in zijn gala-uniform van de
marine in de kist met een lachje om zijn mond alsof hij wil
zeggen: ik ben waar ik wezen wil en van de beslommeringen af."
Deze aantekening maakte een van
de naaste medewerkers van prins
Hendrik op 3 juli 1934 in zijn dag
boek, enige uren nadat de man van
koningin Wilhelmina was overleden
in het paleis aan het Haagse Noord-
einde Het is een veelzeggende dag
boeknotitie Prins Hendrik, die
slechts 58 jaar werd. is noch doorzijn
vrouw, noch door het Nederlandse
volk begrepen. In de ruim 33 jaar die
hij in Nederland doorbracht ging hij
een eenzame weg, daarbij aan han
den en voeten gebonden aan het
strenge protocol en de minstens
even strenge voorschriften van zijn
vrouw Koningin Wilhelmina ver
langde dat Hendrik haar voor alles
wat hij wilde ondernemen vooraf
toestemming vroeg, omdat zij overal
een bedreiging in zag van de waar
digheid van het koningschap.
Hendrik heeft dat begrijpelijk
wel eens ontdoken.
Het is prins Hendrik geweest, die
hier het spits heeft moeten afbijten
als echtgenoot van een regerend
vorstin, een functie die voordien in
Nederland onbekend was. daar er
altijd koningen en stadhouders wa
ren geweest en geen vrouwen die de
hoogste macht uitoefenden. Er was
geen voorganger op wie prins
Hendrik kon terugvallen als er vra
gen rezen over de inhoud van zijn
functie. Daar kwam bij dat prins
Hendrik een gemoedelijke en een
voudige man was die veel slikte
Echter niet alles Hendrik durfde, al
weten weinigen dit met de vuist op
tafel te slaan als dat nodig was
Daarover staat veel te lezen in een
boek dat aanstaande maandag ver
schijnt, in een jaar dat het een eeuw
geleden was dat prins Hendrik werd
geboren, prins Bernhard 65 jaar
werd en prins Claus vijftig Het heet
..Drie prinsen naast de troon is een
uitgaaf van Hollandia te Baarn. telt
198 bladzijden (waarvan 32 fotopagi
na's), kost 16.90 en is geschreven
door Trouw-verslaggever Fred Lam-
mers. De meeste opgenomen foto's
werden nooit eerder gepubliceerd en
zijn onder andere afkomstig uit het
foto-archief van prins Hendrik zelf.
Een bijzondere actualiteit hebben
uiteraard de hoofdstukken over de
prinsen Bernhard en Claus. Lam-
mers interviewde onder andere na de
Lockheed-affaire een van de ook in
dat verband genoemde vrienden van
prins Bernhard, Hans Teengs Gerrit
sen (..Van prins Bernhard kan ik me
niet indenken dat hij met een kran
tje en pantoffels aan in de tuin van
Soestdijk gaat zitten. Dat is gewoon
ondenkbaar Hij moet bezig zijn".)
Om op Hendrik terug te komen: de
beschrijving die Fred Lammers in
zijn boek geeft van het leven van
deze vrolijke en toch zo tragische
man. doet je verbijsterd afvragen
hoe het mogelijk is dat zoiets nog
pas veertig, vijftig jaar geleden ge
beurde. Tenslotte maar dat was al
op het eind van zijn leven onder
vond de prins ook buiten het hof
zóveel moeilijkheden dat koningin
Wilhelmina voor haar man in de bres
sprong. Zij schreef minister
president Colijn een lange brief,
waarin zij opmerkte: ,,Er wordt een
campagne tegen mijn man gevoerd
Wilt u mij helpen0"
Dat wilde Colijn Eén van de stappen
die hij ondernam was prins Hendrik
in maart 1934 te verbieden naar
Duitsland te reizen (waar een deel
van zijn uitgebreide familie min of
meer op zijn portemonnee teerde»
De prins vond dat maar onzin Hij
ging dat persoonlijk aan de heer
Colijn vertellen. Bij die gelegenheid
Koningin Wilhelmina (rechts) en prins Hendrik (tweede van linksi tijdens een picknick in
Duitsland. Een foto, bewaard gebleven uit het grotendeels verbrande archief van prins Hendrik.
haalde de minister-president de brief
van Wilhelmina te voorschijn en las
er Hendrik een gedeelte uit voor Het
trof de prins, dat zijn vrouw toch
begrip voor hem begon te tonen.
Prins Hendrik reageerde met de op
merking ..Een bevel van de minis
terraad om niet naar Duitsland te
gaan aanvaard ik niet. maar als de
koningin het wil dan gehoorzaam
ik."
De koningin
Een passant staat er in het boek dan
ook veel over het karakter van ko
ningin Wilhelmina. en de uitermate
strenge en hoge opvatting die zij van
haar taak had Nog even terug naar
1927 prins Hendrik had een
werkzaam aandeel in de voorberei
dingen tot de olympische spelen die
in 1928 in Amsterdam gehouden zou
den worden Het lag voor de hand
dat de koningin die zou openen en
haar man probeerde haar daartoe
over te halen Zij liet haar man ech
ter weten daar niet over te pieke
ren". Zij verklaarde ..Olympische
Spelen verachtelijk" te vinden en
..blij te zullen zijn als die voorgoed
zouden worden afgeschaft" Na veel
praten wist prins Hendrik haarzover
te krijgen dat ze de openingsceremo
nie van de spelen in Amsterdam ten
minste bijwoonde.
In het boek schrijft Fred Lammers
uitvoerig over de laatste ziekte en
het sterfbed van prins Hendrik. Nie
mand was in zijn laatste ogenblik
ken bij hem Koningin Wilhelmina
was elders in Den Haag lunchen.
Toen zij werd gewaarschuwd, kwam
ze meteen naar het paleis aan het
Noordeinde. Zij stond erop zelf prin
ses Juliana, die op dat moment in
Engeland bij de gravin van Athlone
logeerae. te bellen Na het telefoon
gesprek zei de koningin dat haar
dochter het nieuws ..flink" had opge
nomen ..Ja. wij zijn flinke mensen
die niet gaan jammeren", riep zij uit
Bureau verzegeld
Het bureau van Hendrik werd met
een verzegeld, maar toen dat een
paar weken later werd onderzocht
viel de inhoud koningin Wilhelmina
erg tegen. Hoe dat kwam heeft de
heer J F Vogel, destijds hofjager
van prins Hendrik, aan Lammers
verteld.
..Op Pinksterochtend 1934. veertien
dagen voor het overlijden van de
prins, ging *s morgens vroeg de tele
foon bij ons over. Mijn vrouw, die
hem aannam, kreeg de prins aan de
lijn Hij vroeg haar of ze mij een paar
dagen kon missen vooreen bijzonder
karwei. We waren even verbaasd,
maar we begrepen ook dat de prins
het niet zo maar vroeg Als er geen
dringende reden voor was zou hij je
op feestdagen niet lastig vallen Op
Het Loo trof ik de prins aan in zijn
werkkamer, gezeten naast het bran
dende open haardvuur Hij vertelde
mij zijn kamer U willen opruimen Ik
moest hem daarbij helpen Dat op
ruimen is heel rigoureus gebeurd
Twee dagen lang zijn we bezig ge
weest papieren, foto's en andere pa
perassen stuk voor stuk na te kijken,
heel veel is het vuur ingegaan"
door Rob Foppema
Wat bezielt mensen In Nederland om grammatica's en
woordenboeken samen te stellen van het Abchazisch
en, om nog een ongedwongen voorbeeld te noemen, het
Shapsug dialect van het Tsjerkessisch? Omdat ze
geïnteresseerd zijn in de verwantschappen tussen de
tientallen talen van de Kaukasus, het bergachtige
zuiden van de Sowjet-Unie dat aan Turkeije grenst.
Talen die zo uitzonderlijk klin
ken dat men met bandrecor
ders van extra goede kwaliteit
materiaal verzamelt voor ver
dere studie van de uitspraak.
Talen van een groep waarmee
ook het in Spanje gesproken
Baskisch te maken schijnt te
hebben hoewel niemand er tot
nog toe het fijne van weet.
Gewoon omdat ze geïnteres
seerd zijn in dit aspect van het
menselijk bestaan. We
tenschap om het weten. Zo'n
traditie ontstaat vaak langs
nogal onnasjaeurlijke wegen,
zonder dat de eenvoudige bui
tenstaander daar ooit veel van
merkt. En kan zelfs tot opmer
kelijke bloei komen: in Neder
land wordt het enige westerse
tijdschrift over de studie van
de Kaukasische talen uitgege
ven. De mogelijkheden om ma
teriaal te verzamelen, zijn de
afgelopen jaren langs een nog
al verrassende weg vergroot,
namelijk door de aanwezig
heid van Turkse gastarbeiders.
Na de Russische verovering (in
de jaren twintig) zijn veel
Noord-Kaukasiërs namelijk
naar Turkije geëmigreerd.
Deze gegevens komen uit een
vorige week nog niet bespro
ken onderdeel van het We
tenschapsbudget 1977. de glo
bale beschrijving van het gees
teswetenschappelijk onder
zoek in Nederland Dat is het
enige westerse tijdschrift over
de studie van de Kaukasische
talen uitgegeven. De mogelijk
heden om materiaal te verza
melen. zijn de afgelopen jaren
langs een nogal verrassende
weg vergroot, namelijk door de
aanwezigheid van Turkse gas
tarbeiders. Na de Russische
verovering (in de jaren twintig)
zijn veel Noord-Kaukasiërs na
melijk naar Turkije geëmi
greerd.
Het is allemaal nog erg voorlo
pig en verkennend. Minister
Trip vertelt er ook eerlijk bij
dat hij „binnen de huidige
structuur van het onderzoek in
Nederland nog geen mogelijk
heden heeft om na te gaan in
hoeverre de gegeven globale
beschrijving ook in hoofdlij
nen volledig is. en of de ge
bruikte indeling een redelijk
compleet beeld geeft van het
uitgevoerde onderzoek." Maar
er zijn ook positieve geluiden:
alle betrokken instellingen en
mensen juichten het informa
tieplan toe en hebben actief
meegewerkt.
Weerstand
Daarmee staat nog niet vast
dat ook volgende deelprojec
ten onder universeel gejuich
tot stand zullen komen. Dat
demonstreert Arie Rip tref
fend in een gastcommentaar in
het septembernummer van
Chemisch Weekblad Magazi
ne. Hij zag een gedetailleerd
overzicht van Westduits che
misch onderzoek, en vroeg zich
toen af „waarom zoiets in het
kleinere en dus gemakkelijker
te overziene Nederland nog
niet gebeurd is." De commissie
voor scheikunde van de Aka-
demie van wetenschappen had
ook al voor een inventarisatie
gepleit, maar daar „met dipo-
lomatieke terughoudendheid"
bij opgemerkt dat het nog niet
duidelijk was. welk orgaan het
karwei zou moeten aanvatten.
Daar zit achter, meent Rip. dat
de chemici op universiteiten
en hogescholen eigenlijk hele
maal geen zin hebben om te
inventariseren.
Dat zou namelijk de basis op
leveren voor beoordeling van
dat onderzoek, en de vorming
van zogenaamde zwaartepun
ten „en het risico daarvan is
dat niet andermans, maar ei
gen onderzoek zal lijden." Zo'n
zwaartepunt is een specialisme
dat maar op één of enkele in
stellingen beoefend wordt( om
dat het daar erg goed gaat) en
elders nadrukkelijk niet.
„Hoewel iedereen theoretisch
van de oorzaak van zwaarte
puntvorming overtuigd is,"
schrijft Rip, „zal elk concreet
voorstel voor zo veel onderzoe
kers bedreigend zijn, dat het
afgestemd of onschadelijk ge
maakt wordt. Het resultaat is
dan ook dat geen zwaartepun
ten gevormd worden, en dat
zelfs geen inventarisatie van
onderzoek van de grond
komt."
Of het nu toeval is of niet.
minister Trip heeft voor de di
plomatieke terughoudendheid
der scheikundigen een oplos
sing in voorraad. Hij gaat ze op
korte termijn een verkennings
commissie op hun dak sturen
Dat is één van de door Trip
ingevoerde nieuwe „instru
menten van het we
tenschapsbeleid". Een ge
zelschap van een stuk of vijf
wetenschappelijke zwaarge
wichten met een zo onafhanke
lijk mogelijke positie ten op
zichte van de te verkennen in
stellingen of organisaties, gaat
informatie verzamelen over
het onderzoek, de bedoelingen
met het onderzoek en de resul
taten daarvan. Die informatie
wordt terdege doorgespit en
daar worden dan conclusies uit
getrokken en aanbevelingen
opgesteld. Die moeten aankno
pingspunten opleveren voor
het nemen van beleidsmaatre
gelen.
Er zijn tot nog toe twee rappor
ten van verkenningscommis
sies gepubliceerd «sociaal on
derzoek en onderwijsresearch»
en die onderscheiden zich door
duidelijke taal. De commissie-
Hoogerwerf (sociaal
wetenschappelijk onderzoek)
kwam in ronde bewoordingen
tot de conclusie dat de we
tenschappelijke kwaliteit in
vele gevallen onvoldoende
was. De commissie-Weiten (on
derwijsresearch) signaleerde
een groot aantal vrij onervaren
onderzoekers, dat vrij zelfstan
dig in kleine projecten ope
reert tegen de achtergrond van
een onduidelijke financiële si
tuatie.
Concreet
t
Het ziet er naar uit dat die
jonge traditie in ieder geval op
korte termijn zal worden
voortgezet De commissie-
Rijpstra (onderzoek ruimtelijk
beleid) moet binnen enkele
maanden met haar rapport
klaar zijn. En „naar het zich
laat aanzien", meldt minister
Trip alvast, zullen daar „duide
lijke conclusies en concrete
aanbevelingen" in staan met
betrekking tot de aard. om
vang en doelmatigheid van het
onderzoek dat voor deze be
leidssector van belang is. De
chemici kunnen dus weten wat
ze in huis krijgen.
Daar staat tegenover dat de in
te stellen verkenningscommis
sie chemisch onderzoek een
ongehoord zware kluif zal krij
gen. Haar werkterrein is weinig
overzichtelijk en erg groot «Te
groot, meende de Raad van
advies voor het we
tenschapsbeleid al. maar mi
nister Trip vindt dat hij het
plan toch moet doorzetten.En
de medewerking uit universi
taire kring zou wel eens minder
dan hartelijk kunnen zijn. zo
als uit het stuk van Rip blijkt
(Arie Rip is wetenschappelijk
medewerker Chemie en Sa
menleving aan de rijksuniver
siteit in Leiden.)
Bloemkool en spruitjes zijn
niet alleen familie van elkaar,
het is precies dezelfde plante-
soort (Brassica oleracea). Bei
de gewassen zijn alleen ooit
systematisch verschillende
richtingen uit gekweekt Ver
rassende ontdekking in het
handboek Food and agricultu
re (voedsel en landbouwi dat.
vermomd als het september
nummer van de Scientific
American, voor 5 in de tijd
schriftenkiosken ligt. Verplich
te lectuur voor wie over het
wereldvoedselprobleem wil
meepraten. Gedegen informa
tie over voedsel (hoeveel van
wat heeft een mens nodig, en
waarvoor i En over de produk-
tiemogelijkheden. die bepaald
worden door een Ingewikkeld
samenspel tussen bodem,
weer. techniek en samenle
ving. (Met speciale aandacht
voor de situaties in de Verenig
de Staten. India. Mexico en
ontwikkelingslanden in het al
gemeen i Over de omvang van
de honger en de mogelijkhe
den om die te stillen. Met ver
rassende gegevens ihoeveel
mensen weten voor de vuist
weg dat de voedselproduktie
in India de laatste kwarteeuw
sneller gestegen is dan in
China?)
Dat van dat handboek is niet
helemaal uit de lucht gegre
pen Het is al jaren vaste prik
dat het themanummer dat de
Scientific American in septem
ber uitbrengt, later in boek
vorm verschijnt Importeur
Bruna-Meulenhoff weet dat
ook. en heeft maar wat extra
exemplaren van het tijdschrift
laten komen.
door Leo Kleyn
tijds. toen hij nog dacht het
gevaar te kunnen keren,
spreekt hij van „leven uit de
tweede hand", over „onechte
mensen, of, zoals de Amerika
nen het met een onvertaalbaar
woord noemen. phoney
mensen
Met lede ogen heeft hij moeten
aanzien hoe de amerikanisatie,
waarvoor hij in „Testbeeld"
waarschuwde, sindsdien alleen
maar verder is opgerukt. Spre
kend over de „Amerikaanse
onechtheid," geeft Fokkie
Sierksma een treffend voor
beeld. „Hét is als met een be
paald vakantiegebruik. Je laat
je ergens naar toe brengen, je
maakt daar foto's, thuisgeko
men geef je een dia-avond, en
dan pas zie je waar je geweest
bent."
„Testbeeld" leverde Sierksma
destijds de Henriëtte-Roland-
Holstprijs op. maar in Leiden,
waar hij toen wetenschappe
lijk medewerker bij de theolo
gische faculteit was. werd het
boek doodgezwegen „Intellec
tuelen. zeker in Leiden, keken
nooit naar de televisie. Als je
het wel deed. keken ze je aan
alsof je gulp open stond."
Ze zijn er nu nog wel, zegt hij,
die televisie beneden hun
waardigheid (onder de gordel,
dus) achten .Ridicuul" vindt
Sierksma. Hij vertelt dat een
collega hem eens toevertrouw
de dat de werkster beter op de
hoogte was van de internatio
nale politiek dan hijzelf. Die
werkster keek dan ook naar.de
televisie. Het is ook voorname
lijk vanwege de nieuwsuitzen
dingen (zowel de journaals als
de actualiteitenrubrieken) dat
Fokke Sierksma nog geregeld
in de nabijheid van het toestel
te vinden is. Maar zelfs de ma
nier waarop dat nieuws wordt
gebracht, kan hem maar matig
bekoren.
Zakelijker
.Het journaal', zegt hij. .zou
zakelijker kunnen zijn en meer
informatie kunnen geveri In
Duitsland blijkt dat te kun
nen. De achter het nieuws uit
zendingen. om ze zo maar te
noemen, vind ik sterk achter
uitgegaan. vergeleken met
Fokke Sierksma
tien. twaalf jaar geleden. De
onderwerpen zouden veel meer
uitgediept moeten worden.
Het zijn nu nieuwsshows ge
worden Dat zal wel met de
beroemde vertrossing te ma
ken hebben
Behalve aan Duitsland, voorz
over het om de nieuwsuitzen
dingen gaat, zou de Neder
landse televisie zich naar de
mening van Sierksma moeten
spiegelen aan Engeland, dat
hij, waar het om de televisie
gaat. en niet omdat hij toeval
lig anglofiel is, „voorbeeldig"
noemt.
.Ik wil wel bekennen dat ik van
de Onedinlijn geen aflevering
gemist heb Dat had je ook
kunnen noemen: de opkomst
van het kapitalisme in de ne
gentiende eeuw. Dat gaf daar
van een van de verklaringen
Bij de Engelse televisie wordt
het principe gehuldigd dat je
het publiek één stap voor moet
blijven. Dat is de enige goeie
manier om televisie te maken
Ik ben bang dat in Nederland
wat dat betreft de AVRO en de
TROS nivellerend werken. Zelf
ben ik lid van twee omroepen,
de VARA en de VPRO. maar
mijn enthousiasme voor de
VARA is er de laatste jaren
niet groter op geworden.,
Nadat .Testbeeld' was versche
nen, heeft Fokke Sierksma.
sinds een paar jaar hoogler
aar in de geschiedenis van de
godsdiensten en de vergelij
kende godsdienstwetenschap
in Leiden, de ontwikkeling van
de televisie niet meer op de
voet gevolgd. In zijn studeer
kamer (niet in zijn huiskamer:
.Dat vind ik toch te veel een
inbreuk op mijn privacy') heeft
hij op veilige afstand de veran
deringen gadegeslagen
.Ik ben er nog steeds van over
tuigd'. zegt hij, .dat van de
televisie een goed gebruik ge
maakt zou kunnen worden.'
Wel vreest hij dat daartoe het
bestel grondig veranderd zou
moeten worden. .Nu al die
nieuwe omroepverenigingen
(foto: Dirk Ketting)
erbij zijn gekomen, de EO en
de TROS en zo. kan ik me
voorstellen dat er mensen zijn
die naar een nationale omroep
verlangen De vraag is alleen,
hoe je dat organiseert Het is
eep beetje hetzelfde als met
een republiek Daar ben ik ze
ker geen tegenstander van.
Maar hoe organiseer je een re
publiek?'
Een vervolg op 'Testbeeld' zal
de essayist Fokke Sierksma
wel nooit schrijven. De verras
sing is er voor hem allang af. en
er zijn te weinig goede pro
gramma's overgebleven om
dieper op in te gaan. Van het
bestaande arsenaal is er maar
weinig waarmee hem een ple
zier gedaan zou kunnen
worden
.Als ik zelf een avondvullend
programma zou mogen sa
menstellen. zou ik. mede na
mens mijn vrouw, dat zeg ik
erbij, kiezen voor een goeie
nieuwsuitzending, beter dan
het journaal, een goeie achter
het nieuws uitzending, liefst
over één onderwerp, een goed
natuurprogramma, door een
vakman gemaakt, en een goed
toneelstuk. Meer hoeft voor
mij niet.'
Tussen de boekenkasten
in zijn studeerkamer staat
nog steeds het televisie
toestel dat zo'n jaar of
vijftien geleden een
elektricien de misprijzen
de woorden „Waardeloos,
meneer, waardeloos" ont
lokte. Deze onverholen
kritiek, die niet het toes
tel. maar de programma's
•gold. sloeg Fokke
Sierksma destijds wel
even uit het lood, maar al
spoedig na het vertrek
yan de onbezoldigde tele
visie-recensent raakte hij
?Van die programma's zo in
de ban dat hij er een
boek over schreef.
i
Dat boek. „Testbeeld", in 1963
bij G. A. van Oorschot versche
nen. bevatte een aantal „es
says over mens en televisie."
zoals de ondertitel luidde. Be
halve de ontboezeming van
zijn elektricien. noteerde
Sierksma daarin ook de beken
tenis dat televisie voor hem
een verrassing was. „omdat er
in strijd met de verwachtingen
veel goede programma's wer
den geboden."
De auteur van „Testbeeld" be
schikt tegenwoordig ook over
een tweede toestel, dat de pro
gramma's in kleur uitzendt.
Dat tweede toestel bevindt
zich In zijn tweede huis in
Friesland, een huurwoning die
anders toch maar leeg zou
staan, naar Fokke Sierksma
uitdrukkelijk vermeldt Nog
steeds gaat er nauwelijks een
avond voorbij waarop de in
mens en televisie geïnteres
seerde essayist het toestel niet
aanzet.
Even zeldzaam zijn ook de ke
ren dat het toestel de hele
avond aanblijft. Dertien jaar
na de publikatie van zijn boek,
bij het vijfentwintigjarig jubi
leum van de televisie, mag
Fokke Sierksma de woorden
van zijn elektricien nog niet
tot de zijne hebben gemaakt,
de „goede programma's" van
weleer kan hij nu wel op de
vingers van één hand tellen.
De gefascineerde kijker van
toen is er niet geestdriftiger op
geworden.
Drukproeven
Dat zijn enthousiasme zou af
nemen. had Fokke Sierksma
25 JAAR TELEVISIE IN NEDERLAND
ook wel zien aankomen. Hij
vertelt dat hij „Testbeeld"
aanvankelijk „Vechten tegen
de bierkaai" had willen noe
men, maar dat zijn vrouw (aan
wie het boek is opgedragen)
dat een al te pessimistische
titel vond. In de essays zelf. en
met name het laatste, was het
pessimisme wel volop aan
wezig.
Dat laatste essay handelde
over de commerciële televisie,
die bij de verschijning van het
boek op de loer lag Eigenlijk
sproot „Testbeeld" voort uit
het verzet dat Sierksma. en
zijn uitgever. Van Oorschot,
daartegen aantekenden. Bei
den gingen daarin zover, dat
zij ervoor zorgden dat
drukproeven van „Testbeeld"
werden verspreid onder de
Tweede-Kamerleden die zich
over de invoering van televisie
reclame moesten uitspreken.
Sierksma weet niet of het daar
aan gelegen heeft, maar het
voorstel werd verworpen. Wel
licht doordat het boek, hoewel
goed verkocht, geen tweede
druk beleefde, kreeg Neder
land kort daarna toch reclame
op het scherm.
Fokke Sierksma voorspelde in
i zijn requisitoir legen de opruk
kende commercie de televisie
weinig goeds, als dat medium
behalve aan de dominee (met
wiens verschijning in de studio
hij ook al weinig gelukkig was)
ook toegang zou verlenen aan
de koopman. De creativiteit,
schreef hij, zou het dan moeten
afleggen tegen de vervlakking.
Wie het woord „vervlakking"
door „vertrossing" vervangt
(waar niets op tegen is), ziet
hoezeer Sierksma gelijk gekre
gen heeft.
Waar Fokke Sierksma bang
voor was, is naar zijn mening
gebeurd: de toelating van de
STER-reclame („ik draai stee
vast het geluid ervan weg")
heeft het hele programma-aan
bod aangetast. Evenals eer-