Prins Hendrik ging eenzame weg Fokke Sierksma's verloren gevecht tegen de bierkaai Chemici en het Tsjerkessisch UIETEnSCHaP.TEGHME Voedsel en landbouw 'Ik kan me het verlangen naar een nationale omroep voorstellen' 'Toelaten van de STER tastte alle programma's aan' ZATERDAG 2 OKTOBER 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET 11 Van een onzer redacteuren „Onze beste prins ligt gekleed in zijn gala-uniform van de marine in de kist met een lachje om zijn mond alsof hij wil zeggen: ik ben waar ik wezen wil en van de beslommeringen af." Deze aantekening maakte een van de naaste medewerkers van prins Hendrik op 3 juli 1934 in zijn dag boek, enige uren nadat de man van koningin Wilhelmina was overleden in het paleis aan het Haagse Noord- einde Het is een veelzeggende dag boeknotitie Prins Hendrik, die slechts 58 jaar werd. is noch doorzijn vrouw, noch door het Nederlandse volk begrepen. In de ruim 33 jaar die hij in Nederland doorbracht ging hij een eenzame weg, daarbij aan han den en voeten gebonden aan het strenge protocol en de minstens even strenge voorschriften van zijn vrouw Koningin Wilhelmina ver langde dat Hendrik haar voor alles wat hij wilde ondernemen vooraf toestemming vroeg, omdat zij overal een bedreiging in zag van de waar digheid van het koningschap. Hendrik heeft dat begrijpelijk wel eens ontdoken. Het is prins Hendrik geweest, die hier het spits heeft moeten afbijten als echtgenoot van een regerend vorstin, een functie die voordien in Nederland onbekend was. daar er altijd koningen en stadhouders wa ren geweest en geen vrouwen die de hoogste macht uitoefenden. Er was geen voorganger op wie prins Hendrik kon terugvallen als er vra gen rezen over de inhoud van zijn functie. Daar kwam bij dat prins Hendrik een gemoedelijke en een voudige man was die veel slikte Echter niet alles Hendrik durfde, al weten weinigen dit met de vuist op tafel te slaan als dat nodig was Daarover staat veel te lezen in een boek dat aanstaande maandag ver schijnt, in een jaar dat het een eeuw geleden was dat prins Hendrik werd geboren, prins Bernhard 65 jaar werd en prins Claus vijftig Het heet ..Drie prinsen naast de troon is een uitgaaf van Hollandia te Baarn. telt 198 bladzijden (waarvan 32 fotopagi na's), kost 16.90 en is geschreven door Trouw-verslaggever Fred Lam- mers. De meeste opgenomen foto's werden nooit eerder gepubliceerd en zijn onder andere afkomstig uit het foto-archief van prins Hendrik zelf. Een bijzondere actualiteit hebben uiteraard de hoofdstukken over de prinsen Bernhard en Claus. Lam- mers interviewde onder andere na de Lockheed-affaire een van de ook in dat verband genoemde vrienden van prins Bernhard, Hans Teengs Gerrit sen (..Van prins Bernhard kan ik me niet indenken dat hij met een kran tje en pantoffels aan in de tuin van Soestdijk gaat zitten. Dat is gewoon ondenkbaar Hij moet bezig zijn".) Om op Hendrik terug te komen: de beschrijving die Fred Lammers in zijn boek geeft van het leven van deze vrolijke en toch zo tragische man. doet je verbijsterd afvragen hoe het mogelijk is dat zoiets nog pas veertig, vijftig jaar geleden ge beurde. Tenslotte maar dat was al op het eind van zijn leven onder vond de prins ook buiten het hof zóveel moeilijkheden dat koningin Wilhelmina voor haar man in de bres sprong. Zij schreef minister president Colijn een lange brief, waarin zij opmerkte: ,,Er wordt een campagne tegen mijn man gevoerd Wilt u mij helpen0" Dat wilde Colijn Eén van de stappen die hij ondernam was prins Hendrik in maart 1934 te verbieden naar Duitsland te reizen (waar een deel van zijn uitgebreide familie min of meer op zijn portemonnee teerde» De prins vond dat maar onzin Hij ging dat persoonlijk aan de heer Colijn vertellen. Bij die gelegenheid Koningin Wilhelmina (rechts) en prins Hendrik (tweede van linksi tijdens een picknick in Duitsland. Een foto, bewaard gebleven uit het grotendeels verbrande archief van prins Hendrik. haalde de minister-president de brief van Wilhelmina te voorschijn en las er Hendrik een gedeelte uit voor Het trof de prins, dat zijn vrouw toch begrip voor hem begon te tonen. Prins Hendrik reageerde met de op merking ..Een bevel van de minis terraad om niet naar Duitsland te gaan aanvaard ik niet. maar als de koningin het wil dan gehoorzaam ik." De koningin Een passant staat er in het boek dan ook veel over het karakter van ko ningin Wilhelmina. en de uitermate strenge en hoge opvatting die zij van haar taak had Nog even terug naar 1927 prins Hendrik had een werkzaam aandeel in de voorberei dingen tot de olympische spelen die in 1928 in Amsterdam gehouden zou den worden Het lag voor de hand dat de koningin die zou openen en haar man probeerde haar daartoe over te halen Zij liet haar man ech ter weten daar niet over te pieke ren". Zij verklaarde ..Olympische Spelen verachtelijk" te vinden en ..blij te zullen zijn als die voorgoed zouden worden afgeschaft" Na veel praten wist prins Hendrik haarzover te krijgen dat ze de openingsceremo nie van de spelen in Amsterdam ten minste bijwoonde. In het boek schrijft Fred Lammers uitvoerig over de laatste ziekte en het sterfbed van prins Hendrik. Nie mand was in zijn laatste ogenblik ken bij hem Koningin Wilhelmina was elders in Den Haag lunchen. Toen zij werd gewaarschuwd, kwam ze meteen naar het paleis aan het Noordeinde. Zij stond erop zelf prin ses Juliana, die op dat moment in Engeland bij de gravin van Athlone logeerae. te bellen Na het telefoon gesprek zei de koningin dat haar dochter het nieuws ..flink" had opge nomen ..Ja. wij zijn flinke mensen die niet gaan jammeren", riep zij uit Bureau verzegeld Het bureau van Hendrik werd met een verzegeld, maar toen dat een paar weken later werd onderzocht viel de inhoud koningin Wilhelmina erg tegen. Hoe dat kwam heeft de heer J F Vogel, destijds hofjager van prins Hendrik, aan Lammers verteld. ..Op Pinksterochtend 1934. veertien dagen voor het overlijden van de prins, ging *s morgens vroeg de tele foon bij ons over. Mijn vrouw, die hem aannam, kreeg de prins aan de lijn Hij vroeg haar of ze mij een paar dagen kon missen vooreen bijzonder karwei. We waren even verbaasd, maar we begrepen ook dat de prins het niet zo maar vroeg Als er geen dringende reden voor was zou hij je op feestdagen niet lastig vallen Op Het Loo trof ik de prins aan in zijn werkkamer, gezeten naast het bran dende open haardvuur Hij vertelde mij zijn kamer U willen opruimen Ik moest hem daarbij helpen Dat op ruimen is heel rigoureus gebeurd Twee dagen lang zijn we bezig ge weest papieren, foto's en andere pa perassen stuk voor stuk na te kijken, heel veel is het vuur ingegaan" door Rob Foppema Wat bezielt mensen In Nederland om grammatica's en woordenboeken samen te stellen van het Abchazisch en, om nog een ongedwongen voorbeeld te noemen, het Shapsug dialect van het Tsjerkessisch? Omdat ze geïnteresseerd zijn in de verwantschappen tussen de tientallen talen van de Kaukasus, het bergachtige zuiden van de Sowjet-Unie dat aan Turkeije grenst. Talen die zo uitzonderlijk klin ken dat men met bandrecor ders van extra goede kwaliteit materiaal verzamelt voor ver dere studie van de uitspraak. Talen van een groep waarmee ook het in Spanje gesproken Baskisch te maken schijnt te hebben hoewel niemand er tot nog toe het fijne van weet. Gewoon omdat ze geïnteres seerd zijn in dit aspect van het menselijk bestaan. We tenschap om het weten. Zo'n traditie ontstaat vaak langs nogal onnasjaeurlijke wegen, zonder dat de eenvoudige bui tenstaander daar ooit veel van merkt. En kan zelfs tot opmer kelijke bloei komen: in Neder land wordt het enige westerse tijdschrift over de studie van de Kaukasische talen uitgege ven. De mogelijkheden om ma teriaal te verzamelen, zijn de afgelopen jaren langs een nog al verrassende weg vergroot, namelijk door de aanwezig heid van Turkse gastarbeiders. Na de Russische verovering (in de jaren twintig) zijn veel Noord-Kaukasiërs namelijk naar Turkije geëmigreerd. Deze gegevens komen uit een vorige week nog niet bespro ken onderdeel van het We tenschapsbudget 1977. de glo bale beschrijving van het gees teswetenschappelijk onder zoek in Nederland Dat is het enige westerse tijdschrift over de studie van de Kaukasische talen uitgegeven. De mogelijk heden om materiaal te verza melen. zijn de afgelopen jaren langs een nogal verrassende weg vergroot, namelijk door de aanwezigheid van Turkse gas tarbeiders. Na de Russische verovering (in de jaren twintig) zijn veel Noord-Kaukasiërs na melijk naar Turkije geëmi greerd. Het is allemaal nog erg voorlo pig en verkennend. Minister Trip vertelt er ook eerlijk bij dat hij „binnen de huidige structuur van het onderzoek in Nederland nog geen mogelijk heden heeft om na te gaan in hoeverre de gegeven globale beschrijving ook in hoofdlij nen volledig is. en of de ge bruikte indeling een redelijk compleet beeld geeft van het uitgevoerde onderzoek." Maar er zijn ook positieve geluiden: alle betrokken instellingen en mensen juichten het informa tieplan toe en hebben actief meegewerkt. Weerstand Daarmee staat nog niet vast dat ook volgende deelprojec ten onder universeel gejuich tot stand zullen komen. Dat demonstreert Arie Rip tref fend in een gastcommentaar in het septembernummer van Chemisch Weekblad Magazi ne. Hij zag een gedetailleerd overzicht van Westduits che misch onderzoek, en vroeg zich toen af „waarom zoiets in het kleinere en dus gemakkelijker te overziene Nederland nog niet gebeurd is." De commissie voor scheikunde van de Aka- demie van wetenschappen had ook al voor een inventarisatie gepleit, maar daar „met dipo- lomatieke terughoudendheid" bij opgemerkt dat het nog niet duidelijk was. welk orgaan het karwei zou moeten aanvatten. Daar zit achter, meent Rip. dat de chemici op universiteiten en hogescholen eigenlijk hele maal geen zin hebben om te inventariseren. Dat zou namelijk de basis op leveren voor beoordeling van dat onderzoek, en de vorming van zogenaamde zwaartepun ten „en het risico daarvan is dat niet andermans, maar ei gen onderzoek zal lijden." Zo'n zwaartepunt is een specialisme dat maar op één of enkele in stellingen beoefend wordt( om dat het daar erg goed gaat) en elders nadrukkelijk niet. „Hoewel iedereen theoretisch van de oorzaak van zwaarte puntvorming overtuigd is," schrijft Rip, „zal elk concreet voorstel voor zo veel onderzoe kers bedreigend zijn, dat het afgestemd of onschadelijk ge maakt wordt. Het resultaat is dan ook dat geen zwaartepun ten gevormd worden, en dat zelfs geen inventarisatie van onderzoek van de grond komt." Of het nu toeval is of niet. minister Trip heeft voor de di plomatieke terughoudendheid der scheikundigen een oplos sing in voorraad. Hij gaat ze op korte termijn een verkennings commissie op hun dak sturen Dat is één van de door Trip ingevoerde nieuwe „instru menten van het we tenschapsbeleid". Een ge zelschap van een stuk of vijf wetenschappelijke zwaarge wichten met een zo onafhanke lijk mogelijke positie ten op zichte van de te verkennen in stellingen of organisaties, gaat informatie verzamelen over het onderzoek, de bedoelingen met het onderzoek en de resul taten daarvan. Die informatie wordt terdege doorgespit en daar worden dan conclusies uit getrokken en aanbevelingen opgesteld. Die moeten aankno pingspunten opleveren voor het nemen van beleidsmaatre gelen. Er zijn tot nog toe twee rappor ten van verkenningscommis sies gepubliceerd «sociaal on derzoek en onderwijsresearch» en die onderscheiden zich door duidelijke taal. De commissie- Hoogerwerf (sociaal wetenschappelijk onderzoek) kwam in ronde bewoordingen tot de conclusie dat de we tenschappelijke kwaliteit in vele gevallen onvoldoende was. De commissie-Weiten (on derwijsresearch) signaleerde een groot aantal vrij onervaren onderzoekers, dat vrij zelfstan dig in kleine projecten ope reert tegen de achtergrond van een onduidelijke financiële si tuatie. Concreet t Het ziet er naar uit dat die jonge traditie in ieder geval op korte termijn zal worden voortgezet De commissie- Rijpstra (onderzoek ruimtelijk beleid) moet binnen enkele maanden met haar rapport klaar zijn. En „naar het zich laat aanzien", meldt minister Trip alvast, zullen daar „duide lijke conclusies en concrete aanbevelingen" in staan met betrekking tot de aard. om vang en doelmatigheid van het onderzoek dat voor deze be leidssector van belang is. De chemici kunnen dus weten wat ze in huis krijgen. Daar staat tegenover dat de in te stellen verkenningscommis sie chemisch onderzoek een ongehoord zware kluif zal krij gen. Haar werkterrein is weinig overzichtelijk en erg groot «Te groot, meende de Raad van advies voor het we tenschapsbeleid al. maar mi nister Trip vindt dat hij het plan toch moet doorzetten.En de medewerking uit universi taire kring zou wel eens minder dan hartelijk kunnen zijn. zo als uit het stuk van Rip blijkt (Arie Rip is wetenschappelijk medewerker Chemie en Sa menleving aan de rijksuniver siteit in Leiden.) Bloemkool en spruitjes zijn niet alleen familie van elkaar, het is precies dezelfde plante- soort (Brassica oleracea). Bei de gewassen zijn alleen ooit systematisch verschillende richtingen uit gekweekt Ver rassende ontdekking in het handboek Food and agricultu re (voedsel en landbouwi dat. vermomd als het september nummer van de Scientific American, voor 5 in de tijd schriftenkiosken ligt. Verplich te lectuur voor wie over het wereldvoedselprobleem wil meepraten. Gedegen informa tie over voedsel (hoeveel van wat heeft een mens nodig, en waarvoor i En over de produk- tiemogelijkheden. die bepaald worden door een Ingewikkeld samenspel tussen bodem, weer. techniek en samenle ving. (Met speciale aandacht voor de situaties in de Verenig de Staten. India. Mexico en ontwikkelingslanden in het al gemeen i Over de omvang van de honger en de mogelijkhe den om die te stillen. Met ver rassende gegevens ihoeveel mensen weten voor de vuist weg dat de voedselproduktie in India de laatste kwarteeuw sneller gestegen is dan in China?) Dat van dat handboek is niet helemaal uit de lucht gegre pen Het is al jaren vaste prik dat het themanummer dat de Scientific American in septem ber uitbrengt, later in boek vorm verschijnt Importeur Bruna-Meulenhoff weet dat ook. en heeft maar wat extra exemplaren van het tijdschrift laten komen. door Leo Kleyn tijds. toen hij nog dacht het gevaar te kunnen keren, spreekt hij van „leven uit de tweede hand", over „onechte mensen, of, zoals de Amerika nen het met een onvertaalbaar woord noemen. phoney mensen Met lede ogen heeft hij moeten aanzien hoe de amerikanisatie, waarvoor hij in „Testbeeld" waarschuwde, sindsdien alleen maar verder is opgerukt. Spre kend over de „Amerikaanse onechtheid," geeft Fokkie Sierksma een treffend voor beeld. „Hét is als met een be paald vakantiegebruik. Je laat je ergens naar toe brengen, je maakt daar foto's, thuisgeko men geef je een dia-avond, en dan pas zie je waar je geweest bent." „Testbeeld" leverde Sierksma destijds de Henriëtte-Roland- Holstprijs op. maar in Leiden, waar hij toen wetenschappe lijk medewerker bij de theolo gische faculteit was. werd het boek doodgezwegen „Intellec tuelen. zeker in Leiden, keken nooit naar de televisie. Als je het wel deed. keken ze je aan alsof je gulp open stond." Ze zijn er nu nog wel, zegt hij, die televisie beneden hun waardigheid (onder de gordel, dus) achten .Ridicuul" vindt Sierksma. Hij vertelt dat een collega hem eens toevertrouw de dat de werkster beter op de hoogte was van de internatio nale politiek dan hijzelf. Die werkster keek dan ook naar.de televisie. Het is ook voorname lijk vanwege de nieuwsuitzen dingen (zowel de journaals als de actualiteitenrubrieken) dat Fokke Sierksma nog geregeld in de nabijheid van het toestel te vinden is. Maar zelfs de ma nier waarop dat nieuws wordt gebracht, kan hem maar matig bekoren. Zakelijker .Het journaal', zegt hij. .zou zakelijker kunnen zijn en meer informatie kunnen geveri In Duitsland blijkt dat te kun nen. De achter het nieuws uit zendingen. om ze zo maar te noemen, vind ik sterk achter uitgegaan. vergeleken met Fokke Sierksma tien. twaalf jaar geleden. De onderwerpen zouden veel meer uitgediept moeten worden. Het zijn nu nieuwsshows ge worden Dat zal wel met de beroemde vertrossing te ma ken hebben Behalve aan Duitsland, voorz over het om de nieuwsuitzen dingen gaat, zou de Neder landse televisie zich naar de mening van Sierksma moeten spiegelen aan Engeland, dat hij, waar het om de televisie gaat. en niet omdat hij toeval lig anglofiel is, „voorbeeldig" noemt. .Ik wil wel bekennen dat ik van de Onedinlijn geen aflevering gemist heb Dat had je ook kunnen noemen: de opkomst van het kapitalisme in de ne gentiende eeuw. Dat gaf daar van een van de verklaringen Bij de Engelse televisie wordt het principe gehuldigd dat je het publiek één stap voor moet blijven. Dat is de enige goeie manier om televisie te maken Ik ben bang dat in Nederland wat dat betreft de AVRO en de TROS nivellerend werken. Zelf ben ik lid van twee omroepen, de VARA en de VPRO. maar mijn enthousiasme voor de VARA is er de laatste jaren niet groter op geworden., Nadat .Testbeeld' was versche nen, heeft Fokke Sierksma. sinds een paar jaar hoogler aar in de geschiedenis van de godsdiensten en de vergelij kende godsdienstwetenschap in Leiden, de ontwikkeling van de televisie niet meer op de voet gevolgd. In zijn studeer kamer (niet in zijn huiskamer: .Dat vind ik toch te veel een inbreuk op mijn privacy') heeft hij op veilige afstand de veran deringen gadegeslagen .Ik ben er nog steeds van over tuigd'. zegt hij, .dat van de televisie een goed gebruik ge maakt zou kunnen worden.' Wel vreest hij dat daartoe het bestel grondig veranderd zou moeten worden. .Nu al die nieuwe omroepverenigingen (foto: Dirk Ketting) erbij zijn gekomen, de EO en de TROS en zo. kan ik me voorstellen dat er mensen zijn die naar een nationale omroep verlangen De vraag is alleen, hoe je dat organiseert Het is eep beetje hetzelfde als met een republiek Daar ben ik ze ker geen tegenstander van. Maar hoe organiseer je een re publiek?' Een vervolg op 'Testbeeld' zal de essayist Fokke Sierksma wel nooit schrijven. De verras sing is er voor hem allang af. en er zijn te weinig goede pro gramma's overgebleven om dieper op in te gaan. Van het bestaande arsenaal is er maar weinig waarmee hem een ple zier gedaan zou kunnen worden .Als ik zelf een avondvullend programma zou mogen sa menstellen. zou ik. mede na mens mijn vrouw, dat zeg ik erbij, kiezen voor een goeie nieuwsuitzending, beter dan het journaal, een goeie achter het nieuws uitzending, liefst over één onderwerp, een goed natuurprogramma, door een vakman gemaakt, en een goed toneelstuk. Meer hoeft voor mij niet.' Tussen de boekenkasten in zijn studeerkamer staat nog steeds het televisie toestel dat zo'n jaar of vijftien geleden een elektricien de misprijzen de woorden „Waardeloos, meneer, waardeloos" ont lokte. Deze onverholen kritiek, die niet het toes tel. maar de programma's •gold. sloeg Fokke Sierksma destijds wel even uit het lood, maar al spoedig na het vertrek yan de onbezoldigde tele visie-recensent raakte hij ?Van die programma's zo in de ban dat hij er een boek over schreef. i Dat boek. „Testbeeld", in 1963 bij G. A. van Oorschot versche nen. bevatte een aantal „es says over mens en televisie." zoals de ondertitel luidde. Be halve de ontboezeming van zijn elektricien. noteerde Sierksma daarin ook de beken tenis dat televisie voor hem een verrassing was. „omdat er in strijd met de verwachtingen veel goede programma's wer den geboden." De auteur van „Testbeeld" be schikt tegenwoordig ook over een tweede toestel, dat de pro gramma's in kleur uitzendt. Dat tweede toestel bevindt zich In zijn tweede huis in Friesland, een huurwoning die anders toch maar leeg zou staan, naar Fokke Sierksma uitdrukkelijk vermeldt Nog steeds gaat er nauwelijks een avond voorbij waarop de in mens en televisie geïnteres seerde essayist het toestel niet aanzet. Even zeldzaam zijn ook de ke ren dat het toestel de hele avond aanblijft. Dertien jaar na de publikatie van zijn boek, bij het vijfentwintigjarig jubi leum van de televisie, mag Fokke Sierksma de woorden van zijn elektricien nog niet tot de zijne hebben gemaakt, de „goede programma's" van weleer kan hij nu wel op de vingers van één hand tellen. De gefascineerde kijker van toen is er niet geestdriftiger op geworden. Drukproeven Dat zijn enthousiasme zou af nemen. had Fokke Sierksma 25 JAAR TELEVISIE IN NEDERLAND ook wel zien aankomen. Hij vertelt dat hij „Testbeeld" aanvankelijk „Vechten tegen de bierkaai" had willen noe men, maar dat zijn vrouw (aan wie het boek is opgedragen) dat een al te pessimistische titel vond. In de essays zelf. en met name het laatste, was het pessimisme wel volop aan wezig. Dat laatste essay handelde over de commerciële televisie, die bij de verschijning van het boek op de loer lag Eigenlijk sproot „Testbeeld" voort uit het verzet dat Sierksma. en zijn uitgever. Van Oorschot, daartegen aantekenden. Bei den gingen daarin zover, dat zij ervoor zorgden dat drukproeven van „Testbeeld" werden verspreid onder de Tweede-Kamerleden die zich over de invoering van televisie reclame moesten uitspreken. Sierksma weet niet of het daar aan gelegen heeft, maar het voorstel werd verworpen. Wel licht doordat het boek, hoewel goed verkocht, geen tweede druk beleefde, kreeg Neder land kort daarna toch reclame op het scherm. Fokke Sierksma voorspelde in i zijn requisitoir legen de opruk kende commercie de televisie weinig goeds, als dat medium behalve aan de dominee (met wiens verschijning in de studio hij ook al weinig gelukkig was) ook toegang zou verlenen aan de koopman. De creativiteit, schreef hij, zou het dan moeten afleggen tegen de vervlakking. Wie het woord „vervlakking" door „vertrossing" vervangt (waar niets op tegen is), ziet hoezeer Sierksma gelijk gekre gen heeft. Waar Fokke Sierksma bang voor was, is naar zijn mening gebeurd: de toelating van de STER-reclame („ik draai stee vast het geluid ervan weg") heeft het hele programma-aan bod aangetast. Evenals eer-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 11