Harm Breemer: mensen hebben
een vertekend beeld van mij
;r p sa
Hetty en de
statistiek
Uw probleem ook het onze
Kijken op Haagse Denneweg
„Wat ik wil is mooie liedjes schrijven"
- m 'WVT
MAANDAG 27 SEPTEMBER 1976
BINNENLAND/MODE
TROUW/KWARTDA
door Fred Lammers
RUINERWOLD „Tal van
mensen denken dat ik een
lolbroek ben. Dat ben ik beslist
niet, al weet ik van het leven te
genieten. Ik ben niet iemand
die oppervlakkig door de we
reld dartelt. Helaas kennen ve
len van mij alleen maar dat
liedje over Guus, die vanwege
zijn koeien zo nodig naar huis
moet. Dat willen ze steeds
maar weer horen. Zelf vind ik
dat helemaal niet mijn beste
liedje, misschien wel het minst
geslaagde.
Het liedje over Freek, de dorpsi
dioot, spreekt mij veel meer aan.
Maar ze hebben mij het Ouus-etiket
opgeplakt. Dat vind lk Jammer. De
mensen hebben daardoor een verte
kend beeld van mij gekregen. Ik wil
niet zeggen dat ik een boodschap
heb boodschappen doe Je maar bij
de winkelier maar lk heb toch wel
andere dingen te vertellen dan dat
liedje over Guus."
Harm Douwe Breemer, beter bekend
als Alexander Curly, voelt zich als
dertigjarige helemaal geen Guus,
hoewel hij in zijn liedjes, die hij
allemaal zelf schrijft en op muziek
zet, ln de regel eigen ervaringen ver
werkt. Als hij op zijn eerste lang
speelplaat zingt over een naar eau-
de-cologne ruikende opoe met een
groengeruite schort en een knotje,
die haar kleinkinderen wekelijks
trakteerde op een nieuw avontuur
uit de „Soete Suikerbol" en een glas
ranja, dan gaat dat over Harms eigen
grootmoeder.
„Ik heb nog een paar van de boekjes
waaruit ze ons voorlas. Daar ben ik
erg zuinig op. Opoe was een reuze
mens. Daar kom ik nu lk ouder word-
steeds meer achter. Zij toonde be
grip voor veel dingen. Zo zal lk nooit
vergeten hoe zij reageerde op mijn
21e verjaardag toen ik er op mijn
verjaardag met een vriend vandoor
ging om drie weken op een rijnaak
meee te varen. We lieten bij ons
overhaaste vertrek een briefje achter
in de gang, terwijl de visite in de
kamer zat. Toen lk terugkwam wa
ren vader en moeder in alle staten.
Het eerste wat mijn grootmoeder,
die bij ons Inwoonde, tegen me zei
was: „En heb je het leuk gehad,
Jong?"
Ik besef nu dat zij haar tijd eigenlijk
vooruit was. Als Je wat ouder bent ga
je zaken anders bekijken. Ik zie nu
ook dat lk vroeger ten opzichte van
mijn ouders een echte eikel ben ge
weest. ik ben blij dat ze belden nog
leven en lk ze persoonlijk heb kun
nen vertellen dat ze het volgens mij
nog zo gek niet hebben gedaan met
mijn opvoeding".
Tuinman
In dit verband hindert het Harm,
naar hij me vertelt, des te meer dat
er de laatste tijd verhalen over hem
de ronde doen dat zijn verhouding
niet al fe best zou zijn. „Ik zou mijn
ouders te min vinden. Dat ls hele
maal niet zo. Mijn ouders zijn een
voudige mensen vader is tuinman
op een grote buitenplaats in Aerden-
hout en daar schaam ik me niet
voor. Tuinman-zijn is een bijzonder
mooi beroep. Zelf vind ik het ook
leuk wat in onze tuin te klooien. Mijn
vader is als het erop aankomt een
van de weinige mensen die nog ple
zier hebben in hun werk."
Harm woonde tot zijn 25e ook in
Haarlem, de stad waar hij is geboren
en getogen en in zijn mulo-tijd al
druk bezig was met het schrijven
van teksten voor liedjes die dan in de
bandjes waarvan hij deel uitmaakte
werden uitgevoerd. „Muziek is van
jongsaf aan mijn grote hobby ge
- 1- Jfr.
M. - -
H^VRM BREEMER. eigen ervaringen
weest. In de tijd van de Rolling Sto
nes rezen de bandjes als paddestoe
len uit de^grond. Er was daardoor
veel concurrentie. De bandjes waa
rin ik speelde, zoals „The Damlates"
(genoemd naar de klokken van de St.
Bavo) en „The Maestro's" kregen in
Haarlem en omgeving een zekere
faam. We hadden zelfs fans die ons
als we ergens optraden in een busje
achterna reisden. Dat vonden we na
tuurlijk prachtig."
Al was een van Harms eerste
baantjes magazijnwerk bij de pla
tenmaatschappij die nu zijn liedjes
op de markt brengt, het zou een hele
tijd duren voordat Harm Breemer
van dat zingen zijn beroep kon ma
ken. Hij ging vliegen als hofmeester
bij de KLM. „Daar heb ik een fantas
tische tijd gehad. Ik kreeg er gele
genheid op een gemakkelijke en
vooral goedkope manier veel van de
wereld te zien. Ik ben eigenlijk over
al geweest. Ik heb er ook veel van
geleerd. Dat vliegen heeft me veran
derd. Toen ik bij de KLM kwam was
ik erg eigenwijs. Ik wist alles beter.
Zonder dat anderen mij er direct op
wezen ben ik onbewust door mijn
ontmoetingen met allerlei mensen
gaan Inzien dat er aan mij ook het
nodige mankeert."
Indonesië
Van al de landen waar Harm heeft
rondgekeken heeft Indonesië de
meeste Indruk op hem gemaakt.
Vandaar dat hij er in januari samen
met zijn vrouw Myra, die stewardess
is, weer naar toe gaat. „We willen er
een maand lang gaan zwerven en
hopen ook gelegenheid te hebben
met de plaatselijke bevolking te pra
ten. evenals we dat een jaar of wat
geleden in Australië hebben gedaan,
Myra was toen een tijdje gestatio
neerd in Sydney. Ik ben daar ook
gaan wonen. Om aan de kost te
komen heb ik een paar grote potten
verf gekocht en me aangediend als
huisschilder bij een makelaar die
flats verhuurde. Een tijdlang heb ik
voor hem appartementen geschil
derd. Myra en ik hebben in dat jaar
meer van Australië gezien dan de
gemiddelde Australiër in zijn hele
leven.
Wat me in Indonesië vooral aan
spreekt is de levensinstelling van de
mensen daar. Ik herinner me nog
goed dat we eens een uitstapje
maakten van Djakarta naar Bogor
(het vroegere Buitenzorg). Onderweg
zagen we een vrachtauto die in de
berm was gezakt. Toen we terugkwa
men stond die wagen er nog. alleen
waren er toen allemaal mensen bij
en stonden er tentjes waar Je van
alles kon kopen. Iedereen had ple
zier. maar niemand dacht erover die
vrachtwagen weer op de weg te trek
ken. Misschien staat die er nog wel.
Dat rustige levenstempo heb je hier
in Ruinerwold ook. Nu wij hier een
half jaar zitten, moet ik toegeven dat
de mensen hier eigenlijk groot gelijk
hebben dat ze zich niet zo druk ma
ken, want wat schiet Je daar als het
erop aankomt mee op. Ik maak me
toch nog wel druk. maar als ik thuis
ben geniet ik van de rust. Dan valt
alles van me af en voel ik me lekker.
Ik ben een echt buitenmens en heb
het er best voor over een uurtje lan
ger in de auto te moeten zitten als ik
in het westen moet zijn. wat nogal
eens voorkomt."
Al heeft Harm overal op de wereld
rondgekeken, toch is Nederland de
plek waar hij het liefste woont. „Ne
derland is een gek land, maar het is
ook een gezellig en een prachtig
land. Dat besefte ik vooral in mijn
KLM-tijd als lk na een lange vlieg
reis weer boven dit-kikkerlandje cir
kelde en al dat frisse groen beneden
me zag. Ze vragen me wel eens waa
rom ik niet in België ga wonen om
dat het daar met het oog op de
belastingen veel voordeliger is. Ik
betaal liever wat meer om hier te
kunnen blijven. Vorige week kwam
mijn buurman nog vragen of ik een
maaltje sperziebonen, zo vers van
het land. wilde hebben. En een ande
re buurman kwam onlangs met prui
men aanzetten. Dat ls toch reuze!
Daar houd ik van. Lekker gewoon
doen. Dat streef ik ook in mijn lied
jes na. Je moet ook daarin niet
hoogdravend doen. maar een taal
gebruiken zoals wij nu met elkaar
zitten te praten."
Het zijn heel gewone dingen waaro
ver Harm schrijft, maar Juist daar
door herkennen velen zich ln zijn
liedjes. Op zijn zojuist verschenen
nieuwe langspeelplaat „Boeren, bur
gers en buitenlui" zingt Harm over
„ome Joop", een man die weet niet
lang meer te zullen leven, hoewel
zijn vrienden en familieleden hem
zeggen dat het allemaal wel mee zal
vallen, omdat die dokters tegen
woordig zo geweldig knap zijn.
„Ome Joop was iemand uit mijn
naaste omgeving. Vooral in het
laatst van zijn leven heb ik veel met
hem opgetrokken. Het heeft me
geïnspireerd erover te schrijven. Ik
vind niet dat zoiets hindert. Je mag
best over persoonlijke dingen schrij
ven en zingen, als het maar niet te
persoonlijk wordt."
Bidden
Opvallend is de slotzin in het lied
over „ome Joop", waarin Harm zegt:
..en ik heb ook voor je gebeden." Is
Harm religieus? „Nee, dat ben ik
niet, maar iemand die niet religieus
is kan ook wel eens bidden. Ik heb
dat er daarom zeker niet met com
merciële bedoelingen in gezet.
Zoiets zou ik nooit doen. Ik vond dat
die toevoeging een functie had in
het geheel." Even later zegt Harm:
„Wat ik wil is mooie liedjes schrij
ven, waarnaar het fijn is om te luis
teren. Dat geeft me voldoening om
dat je artistiek bezig bent, die lied
jes van a tot z eigen werk zijn."
Die liedjes ontstaan bijna alle ln de
tot woonhuis verbouwde boerderij
in Oosteinde, een tot de gemeente
Ruinerwold behorende buurtschap.
Daar wonen Harm en Myra met hun
herdershond Brit, hun vissen en vier
poezen. Dat boerderijtje staat te
midden van veel groen, vanaf de
weg nauwelijks zichtbaar, aan het
eind van een smalle landweg, die
door de omwonende boeren regel
matig wordt gebruikt om vee van
het ene naar het andere weiland te
brengen.
Als Harm zich niet met muziek bezig
houdt, is hij druk aan het werk ln
zijn boerderij. „Wij doen alles zelf.
Ik schilder en ik timmer, maak meu
bilair en speel voor loodgieter. Al
leen aan elektrische en gasleidingen
kom ik niet, dat is me te link. Een
waterleiding gaat nog wel. Als je
daarbij iets verkeerd doet, kun je
hoogstens een overstroming
krijgen."
Onschuldige wezens
Tijdens dat opknappen van allerlei
klussen bedenkt Harm soms weer
nieuwe liedjes. „Ik zoek mijn onder
werpen dicht bij huis. Ik kan over
alles zingen, over onze poezen en
over onze hond en ook over mensen
die op vakantie gaan en hun hond
dan in het bos achterlaten. Onlangs
hoorde ik nog van een hond die in
een sloot was gegooid met een fles,
mét beton gevuld, om zijn nek. Het
dier is er toch nog in geslaagd aan de
kant te komen, waar de politie hem
vond. Zoiets vind ik onbegrijpelijk.
Daarover kan ik me vreselijk op
winden.
Op het vlak van dieren ben ik erg
gevoelig. Ik denk dat het komt om
dat dieren zulke onschuldige wezens
zijn. Ik heb wel eens een konijn
doodgereden. Dat vond ik verschrik
kelijk. Ik vind het al erg als er een
mus tegen mijn auto vliegt. Daarom
rijd ik als ik 's avonds laat naar huis
kom op binnenwegen nooit harder
dan veertig kilometer. Sommige
mensen vinden dat misschien over
dreven, maar daar trek ik me niets
van aan."
Hetty en Karei wat een geweldig stel was dat.
Vanaf de eerste dag dat ze elkaar ontmoetten was het
een beklonken zaak tussen hen geweest. Het duurde
dan ook niet lang of ze wisten heel zeker: dit is nu de
grote liefde. Alle ingrediënten voor een romantisch
sprookje van twee gelieven waren ruimschoots aan
wezig en niemand twijfelde dan ook maar een mo
ment aan het veelbelovende slot: En zij leefden nog
lang en gelukkig.
Maar niet heus. Hetty en Karei waren geen sprookjes
figuren, maar moderne mensen uit de twintigste
eeuw. Zo lazen zij bijvoorbeeld kranten en het zal
niemand verbazen dat er donkere wolken kwamen
aandrijven boven hun pril geluk.
Het was Karei al een paar dagen opgevallen dat Hetty
een beetje uit haar doen leek en bijzonder lauw
reageerde als hij haar zoende. Wat dat betreft had hij
geheel andere dagen gekend. En toen op die vreselij
ke avond barstte de bom. Ze zaten samen op haar
kamer. De stemming was niet rooskleurig. Zelfs toen
Karei hun favoriete plaat opzette, veranderde er
niets, hun eigen sfeertje wilde niet komen. Hij sloeg
toch maar zijn armen om haar heen en probeerde
haar te kussen.
Helaas, helaas. Het mocht niet baten. Tien minuten
later stond hij als afgewezen minnaar buiten met een
gevoel alsof hij een smerige, besmettelijke ziekte had.
Wat geenszins het geval was.
Wel was hij vier jaar ouder dan Hetty en dat euvel nu,
had zijn ex-vriendin hem duidelijk gemaakt, was de
absolute onoverkomelijkheid van hun relatie. Profes
sor Galjaard had dat zelf tegen een journalist gezegd.
Zodoende. ,,Of dacht je soms dat ik het leuk zou
vinden om jou zo'n soepele tien jaar te moeten
overleven als eenzame, zielige weduwe? Professor
Galjaard zegt dat ik met een jongere man moet
trouwen, dan gaan die man en ik tenminste tegelijk
dood." Aldus sprak Hetty, de hooggeleerde citerend.
,,Hoe oud ben je nu?" vroeg Karei nog. Hij kreeg
geen antwoord, wat ook niet zo nodig hoefde, want
hij wist best dat ze twintig was. Hij bezwoer haar dat
hij van haar hield, dat ze menselijkerwijs gesproken
nog jaren fijn samen konden zijn. maar hoe hij ook
praatte het bleef professor Galjaard voor en
professor Galjaard na.
door Mink van Rljsdij
Dit intreurige verhaal zou een volledige triologie 1
prachtband kunnen worden. Want wie schetst in eel
paar woorden het peilloze leed van Hetty? Ze treurq
zeven lange jaren in volstrekte eenzaamheid o^-
Karel. Tenslotte huwde zij een uiterst saaie, zes jat
jongeren weduwnaar. In mijn ogen was dat gruwelijf
stom van Hetty, maar ze was het alleenzijn apezat,
wilde nog wel iets en de weliswaar onkreukbare, do
oevervelende Jan leek haar de laatste kans.
volgens professor Galjaard had zij met Jan tenminsife
ook nog kans op een gezellige levensavond. jvi
r
Jan en Hetty. (Deel twee dus) Arm vrouwtje. Ze ko|
niet erg praten met haar man, lachen nog minder c
zijn spaarzame amoureuze uitspattingen onderging z
zonder er veel vreugde aan te beleven. Hun huwelijk
bleef kinderloos een gelukkige bijeenkomstigheid
want hoe zou jong leven kunnen gedijen op een
schrale grond? tl
De eens zo sprankelende Hetty-van-Karel werj
vroegtijdig de nogal verlepte, fitterige vrouw-van-Jan
In het laatste deel van de triologie zien we Hetty alp
weduwe. Ja, want soms kloppen statistieken niet zr*
best en zij overleefde haar jongere man toch noC
ettelijke jaren. ][a
Hetty heeft dan haar intrek genomen in ,,Huizp<
Avondrood". Opvallend, maar psychologisch besj
haalbaar is, dat de oude Hetty als weduwe weer iet!®1
van haar vroegere vitaliteit terug kreeg. Dat kwanL
door haar herinneringen. De slepende sleurjaren meL
Jan leken weggevallen. Ze bladerde in vergeelden
brieven, mijmerde bij oude foto's. Af en toe bloosdid
ze zelfs nog een beetje. Eigenlijk vond ze dat niep
helemaal in de haak, zelfs lichtelijk overspelig. Jair
was er toch zoveel jaren geweest. Toch weerhield dal
haar niet de herinneringen aan Karei iedere dag eet)
beetje op te poetsen. Karei ach, hij was er nief
meer, professor Galjaard trouwens ook niet. Maat
Hetty leefde erg land. Soms was ze wat triest, maat
vaak erg gelukkig. Echt eenzaam werd ze niet, ze ha<i
immers haar herinneringen en daar teerde ze jareik
op.
En dan te bedenken dat ze er zoveel meer had kunnerj
hebben
door Annemarie Lücker
De Denneweg in Den Haag valt
enigszins te vergelijken met de
Spiegelstraat in Amsterdam,
alhoewel de Spiegelstraat nog
sterker is geconcentreerd op antiek
dan de Denneweg.
Beide straten liggen buiten het
directe stadswinkelcentrum, maar
ze lelden een uitgesproken „eigen
leven". Er zijn veel niet alledaagse
winkels en een paar gezellige cafés
en eethuizen. Wie Den Haag niet
kent hoeft eigenlijk alleen maar te
vragen naar Hotel des Indes, dat
weet iedere Hagenaar, want naast
het hotel begint de Denneweg.
Het heeft geen zin om alle aanwezige
antiquairs op te sommen, die komt
men vanzelf tegen. Eentje onder hen.
op nummer 10. is weer net even
anders. Dat is de winkel van Neeltje
Twiss waar uitsluitend Engels
antiek van geloogd grenenhout
wordt verkocht. Er staan grote
kabinetten, buffetten met
opstandjes, laden en glazen deurtjes.
Een specialiteit zijn grote antieke
keukentafels die vroeger centraal in
de keuken stonden, waaromheen het
hele familieleven zich afspeelde en
waar dagelijks grote ballen deeg
werden uitgerold voor de high tea.
Op nummer 66 bevindt zich Jonas
Bouman met een winkel waar
liefhebbers van de ruitersport
terécht kunnen voor zaken
(volslagen onherkenbaar voor een
leek) op het gebied van kleding,
laarzen, zadels, tuigen en verzorging
van paarden.
Improc, op nummer 126, is een
koffiebranderij en theehandel waar
je bijna niet aan voorbij kunt lopen
zonder een onsje van het een of
ander gekocht te hebben. Bovendien
verkoopt Improc allerhande
theepotjes, koffiepotten,
theebekertjes en kommen uit
verschillende werelddelen.
Mensen met doe-het-zelf neigingen
in de richting van stofferen kunnen
ideeën opdoen bij Krijgsman op
nummer 136. Alle soorten touw,
band tres, kopnagels en singelband
zijn aanwezigen te koop.
Ongebleekte katoenen gordijnen
bijvoorbeeld krijgen met opgestikt
singelband onverwachte allure.
O. Lüling Comestibles, staat er op de
gevel van nummer 180. Binnen
heerlijke jams, vleeswaren, maar
vooral kruiden, planken vol kruiden
i
in glazen potten. Alle kruiden zijn
los te koop, men kan kiezen uit
gedroogde kruiden en gemalen
kruiden, maar ook uit bijzondere
mengsels zoals kokskruiden,
kipkruiden en verschillende kerries
r>]
Aan de overkant is „de Flower Gift
Shop", een lange pijpela waar
bloemen, droogbloemen en
cadeautjes in een winkel te vinden
zijn. De etalage ziet er schitterend
uit; tussen tuiltjes verse bloemen eori
droogboeketten staan glittervogels
en glazen sierobjecten op spiegels.
Weer terug, bijna aan het eind is er
de ,,s' Gravenhaagsche Eet en Drinl
Inrichting" waar heerlijke broodjesL
zijn te krijgen. Het interieur is een 1
kruising tussen een koffiehuis, een
bistro en een bruin café. Boven de
tap staat een fraai*.verzameling vaiS
bloemetjes emaille koffiepotten. Wik
tenslotte de Denneweg weer verlaat r
moet een blik werpen in de etalage
van Borselino, op nummer 8. In een
kleine driehoekige ruimte, versierd
met krullerig hekwerk, staan Art
Déco lampen en ornamenten die zo
curieus zijn dat men lang moet
kijken om uit te vinden hoe alles in
elkaar zit.
VRAAG: Lezend en genietend van
een van de werken van Theun de
Vries vind ik vaak woorden die
moeilijk zijn te begrijpen, maar nu
het gaat over „het harpuis van de
tagrijnen" begin ik het Nederlands
een moeilijke taal te vinden. Wat
betekent dat?
ANTWOORD: Nu. u was niet de eni
ge, maar toch was het niet moeilijk
te vinden: Harpuis was of is volgens
onze gegevens een mengsel van zwa
vel. lijnolie en hars, waarmee het
scheepshout werd bewerkt tot we
ring van houtworm (het is dus de
bedoeling dat u nu al uw meubelen,
waar een gaatje in zit, gaat harpui-
zen. De tagrijn is de man, die ge
bruikte scheepsspullen verkocht.
Leuke woorden voor een kruis
woordraadsel!
RECTIFICATIE. Gelukkig hebben
heel wat organisten direct geconsta
teerd dat het niet in orde was met
die Koekoek van Hfindel: Het be
treft hier niet het vierde maar het
13de orgelconcert in F gr. t. Hündel
heeft 16 orgelconcerten geschreven:
opus 4. bestaande uit 6 concerten,
opus 7 ook een „set" van 6 en nog 4
„losse" concerten (de nrs. 13 tot en
met 16). Dat van de Koekoek
Nachtegaal wordt het 13de genoemd
(zie het artikel in Musik im Ge-
schichte u. Gegenwart van Müller-
Blatteau). Hartelijk dank, organis
ten! Excuses aan onze lezer, die met
al die Handelplaten achter elkaar
waarschijnlijk zelfs geen koe
koeksklok meer kan zién.
VRAAG: In de oude kerk te Végè
(Oudbrandsdal) leest men ln de be
schrijving van dit oude bedehuis,
vroeger een „staander" uit de 12de
eeuw, nu een kruiskerk: Het gelof
teschilderij, rechts in het koor, werd
in het jaar 1669 door de beroemde
Hollandse schilder Elias Figenschau
geschilderd. Ik ken een heleboel
schilders bij name, maar deze niet.
ANTWOORD: Wél vonden wij een
andere naam, die waarschijnlijk ver
keerd werd overgenomen of ge
drukt: Nlcolaas Eliasz (met sz) Puc-
kenoy. 1591—1653 of 1656 te Amster
dam. leermeester van B. v.d. Helst.
Deze naam is in Duitsland en Ameri
ka eveneens bekend en ook in het
werk van W. Martin (1935) „Frans
Hals en zijn tijd", zijn gegevens over
hem te vinden.
HULP VAN LEZERS: Enige tijd ge
leden werd een vraag gesteld over de
domheer Van Dam. Hoe het moge
lijk was dat een katholiek geestelij
ke begraven kon worden in een pro
testantse kerk. Ier nadere informa
tie werd ons meegedeeld dat de fa
milie Van Dam (Van Isselt) reeds
zeer vroeg tot het protestantse ge
loof is overgegaan en dat de ge
noemde Jacob (1680—1733) derhalve
uit protestantse ouders geboren is.
Zie pag. 149 van de „Geschiedenis
v.h. geslacht Van Dam Van Isselt.
door J. J. Hooft v. Huysduynen,
1965. Dit boek is aanwezig op het
Algemeen Rijksarchief, Bleyenburg
7 te Den Haag. en o m. op de archie
ven te Utrecht en te Amersfoort.
VRAAG: Ik heb een Avocadopit en
die wil ik planten. Hoe moet dat?
Eerst stukslaan?
ANTWOORD: De natuur slaat ook
geen pitten stuk. Gewoon planten in
een grote pot met potgrond en kij
ken wat er gebeurt. Als die avocado
nu lange tijd diep gevroren was, na
onrijp geplukt te zijn. vergeet dat
kijken dan maar. Lukt het echter
wel. dan zal je over een jaar
misschien dezelfde verzuchting sla
ken als het jonge vrouwtje, dat we
laatst vroegen naar de resultaten
van haar experimenten met avoca-
dopitten: Er zit niet anders op dan
een gat in het plafond te zagen en de
struik vol te hangen met kerstboom
vogeltjes of zoiets. Het is wel heel
erg veel groen in huis te veel zelfs!
VRAAG: Wij zijn in Reimerswaal
geweest en willen zo graag iets lezen
over de ondergang van het land al
daar. Vroeger was er wel een boekje.
ANTWOORD: Wij herinneren ons
dat boekje ook nog wel. Onze groot
moeder vertelde daar dan bij, dat op
een kasteel goddeloze mensen met
gouden lepels aten en dat het pol
dervolk een gat moest graven in de
dijk opdat er verse vis in de
slotgracht zou zwemmen Of dit
verhaal nu ook voorkomt in het door
Loosjes in 1808 geschreven en te
Haarlem uitgegeven boekje, weten
Vragen (één per brief) zenden naar
uw probleem ook het onze, Postbus
507. Voorburg. Naam en adres ver
melden. Eén gulden aan postzegels
bijsluiten. Geheimhouding is verze
kerd.
we niet. De provinciale bibliotheek
te Middelburg heeft dit boekje en
daar is ook een stencil uit 1973 door
M. T. de Bruin over dit onderwerp.
Dignate Robberts (u weet wel van
Jikkemien met die prachtige platen)
schreef over: „Het harde geslacht
van Reimerswaal", 1953 te Antwer
pen. Jammer deze boeken zijn uit
verkocht. Het is dus een kwestie van
zoeken en uitkijken op de daarvoor
in aanmerking komende plaatsen
of, als u eens met vakantie in Zee
land is, een bezoek aan de biblio
theek te Middelburg.
VRAAG: Ik heb een rijksdaalder uit
1969 met 2 druiventrosjes er op. Is
het waar, dat die meer waard zijn
dan anderen van dat jaar?
ANTWOORD: Volgens onze
zegsman is zoiets niet mogelijk: de
druiventros is het teken van de
muntmeester. Daarvan is er slechts
één aanwezig. Het andere teken is
het teken van de plaats, waar de
munt geslagen werd, dus Utrecht.
Dat is een tekentje, dat een beetje
lijkt op een esculaap. Ook staat er
wel eens als muntmeestersteken een
haantje, echter nooit gelijk met de
druiventros. Jammer maar uw
rijksdaalder is een rijksdaalder (een
gewone) waard.
VRAAG: Ik speel altijd 's nachts op
mijn hammond-orgel, heel zacht en
niemand wordt er door gestoord,
maar laatst schrok ik me wild, toen
er ineens mensenstemmen door
mijn muziek heen kwamen, die in
het Engels spraken. Ik heb mijn
vrouw toen maar gewekt en zij hoor
de het ook. Is dit verschijnsel te
verklaren?
ANTWOORD: Uw vrouw had
kunnen zeggen: dat komt van dat
nachtbraken met die muziek en zich
kunnen omdraaien, maar de impor
teur van uw orgel deelde mij mede,
dat zoiets wel vaker gebeurt en dat u
een clandestiene zender op deze ma
nier kon beluisteren. Dat u dat niet
overdag hoort, spreekt dan vanzelf.
Verleden jaar had een van onze le
zers een dergelijke ervaring. Hij had
toen allerlei hulp kreten uit zijn or
gel horen komen en was daar wel
van onder de indruk. De verklaring
kwam toen wel erg koud over. Wij
wensen u veel plezier met uw Kleine
Nachtmusik en uw vrouw: Welte
rusten.
VRAAG: Wij hadden laatst een logé.
die erg schrok, toen ze pindakaas op
de ontbijttafel zag staan. Schim
mels zitten er in, die heel nare ziek
ten kunnen veroorzaken volgens
haar. Is dat zo?
ANTWOORD: Inderdaad kunnen
aardnoten aangetast zijn, tengevol
ge van een vochtige grondsoort of
iets dergelijks door een schimmel,,
die in 1960 werd ontdekt en die men
aflatoxine noemt. Bij de grote fa
brieken, die een goede naam te ver
liezen hebben, en daarom geen risi
co willen en kunnen nemen, en afge
zien daarvan de volksgezondheid
beslist niet in gevaar willen brengen
met hun produkt en die daarenbo
ven te allen tijde gecontroleerd mo
gen en kunnen worden door de on
volprezen keuringsdienst van wa
ren, is deze schimmel uitgesloten.
Bij onbekende merken of pinda
kaas, die men zelf vervaardigen zou
met noten, waarvan men de her
komst niet kent en waarvan men
eveneens onvoldoende kennis bezit
om ze te controleren op ziekten en
schimmels, loopt men de kans de
schimmel te verwerken met een ge
vaarlijk resultaat. Als u wantrou
wen heeft, tegen welke eetwaar ook
maar, aarzel dan niet de keurings
dienst van waren hierover te
raadplegen. Vragen van dit genre
hebben we vaak daar ter plaatse
kunnen stellen en kunnen constate
ren, met welke grote zorg elk
monster wordt onderzocht.
VRAAG: Hoe zit het met de strenge
re eisen, die gesteld worden aan be
heerders van paracommerciële in
stellingen zoals kantines en
jeugdcentra? Tot wie kan ik mij
wenden om nadere inlichtingen?
ANTWOORD: Met ingang van 1 mei
1976 is de verscherping van de eisen
ingegaan.
Er moeten inderdaad enige
proeven afgelegd worden of exa
mens gedaan, precies zoals anderen
die actief in het cafébedrijf
werkzaam zijn het examen (proef)
handelskennis, vakbekwaamheid
(de bierproef!) en het examen zwak-
alcoholische dranken kunnen afleg
gen om een vakdiploma te krijgen.
Als men een middenstandsdiploma
heeft, valt daar natuurlijk wel het
een en ander onder. Geïnteresseer
den kunnen zich het beste persoon
lijk laten inlichten bij de Kamer van
Koophandel van hun rayon.
Vraag: Als men een oudheidkundii
vondst doet, mag men die dt
houden?
Antwoord: De monumentenwet val
1961 schrijft voor, dat elke vonds
gerapporteerd moet worden bij
burgemeester van de gemeente
aan de rijksdienst van Bodemonder
zoek, Kleine Haag 2, Amersfoort, tel j
033-126448. Deze dienst heeft voo j
elke provincie een ambtenaar, dit
zich gespecialiseerd heeft op d j
vondsten in zijn rayon in samen R
hang met het onderzoek op he j
reeds eerder gevondene. Bij eei j
„vondst" denkt men natuurlijk in dtv
eerste plaats aan potten vol goudeij
munten, die inderdaad heel nu et
dan wel eens gevonden werden (li
de openb. leesbibliotheek zijn daai\
aardige boekjes over te vindenljr
maar welke leek. zal bij eet
merkwaardige verkleuring van dt
grond, als hij bezig is met een zitkui
in zijn achtertuin direct aan prehi&<
torie denken? „Troep" zegt hij en
daar gaan de botjes en de scherfje!
van een oude klokbeker de contai
ner in.
Toevoeging: Aan het antwoord op dt
vraag over de bestemming van
spaargelden na iemands dood (ru
briek van vorige week) dient te wor
den toegevoegd dat altijd een nota
ris moet worden ingeschakeld.