Havelaar wonderwel gelukt Prettig weekend! Max „Toestanden" dwingt tot betrokkenheid Deep End, mooi decadent De rechtvaardige wreker werd. Niet zozeer tegen het kolonia le systeem, waaraan hij meewerkte, maar tegen de ergste misbruiken daarvan, die hij vergeefs bestreed. En tegen de onverschilligheid in het „moederland" waar de Droogstoppels wel baden voor de kerstening van de arme zwartjes, en penningskens offerden voor de zending, maar niet wilden weten hoe zij aan hun koloniale winsten kwamen. Zodat zij, in de film, Max Havelaar overstemmen met psalm gezang. Het lot van de mensen daar —beschreef Multatuli schoon en poëtisch in het verhaal van Saldjah en Adinda en dat is ook, ontroe rend. door de film geweven. De Max Havelaar is geen gewoon boek. Niet zoma.ar een roman. Moeilijk te verfilmen. Fons Rade- makers en zijn scenarioschrijver Gerard Soeteman moesten kiezen uit velerlei gegevens. Drama Daar is eerst het persoonlijk drama van een romantische hoofdper soon, die de assistentrresldent Eduard Douwes Dekker en de schrijver, zelf was. Een „vat vol tegenstrijdigheid" naar hij zelf zeL Dan is er het drama van de onder drukte, mishandelde, geknevelde inlanders, gedeeltelijk dichterlijk verbeeld, maar ook werkelijk getoond. Het boek was Immers ook een do cumentaire van feiten, personen, verhoudingen (en uitweidingen) zo als Douwes Dekker ze zag, en kon aanvoeren als bewijs voor zijn aan klacht. Daarbij is het ook nog een satire op de D roogstoppels. En ten slotte gaat het over Nederland en Nederlands-Indiê in het midden van de vorige eeuw. Het is vooral nog literair ook. Natuurlijkheid Dat alles kon moeilijk verwerkt en samengevat worden in een film van een paar uur. Een film is iets anders dan een boek, en moet dat ook zijn. Het stukje Droogstoppel, aardig op zichzelf, hangt er maar even bij. Een paar avonturen van de jonge, onbesuisde Max het duelleren met schoftlge koloniale Hollan ders, het redden van een hondje van de haaien zijn wel kijkspel letjes met actie, maar te uitgebreid gegeven en nauwelijks nodig voor het typeren van de man. Beschou wingen en uitspreken tot de hoofden van Lebak, over de vrou wen van Arles bij voorbeeld zijn uiterst bekort. Of weggelaten. ADVERTENTIE, Maar Peter Faber groeit van een jongensachtige Joligheid af prach tig uit tot de grote, bijna tragische, Havelaar. Met een natuurlijkheid die geen spelen meer is maar een worden en zijn. Sacha Bulthuis is daarnaast, op de achtergrond, een ontroerende liefhebbende Tine. Krijn ter Braak, een bange contro leur, Carl van der Plas. een droge, kille resident, Frans Vorstman, een aristocratische gouverneur- generaal, zijn goede types van ho ge, gladde Nederlandse ambtena ren. Joop Admiraal is de voorgan ger van Havelaar die, heel wat dui delijker dan in het boek, werd ver giftigd. Door de regent, de Adipati, die door Elang Mohamad Adenan Soe- silaningrat indrukwekkend wordt verbeeld: oud, beschaafd, sluw, on doorgrondelijk en niet te verslaan. Dat brengt ons ook bij de andere Indonesiërs, van het volk. Ze zijn stil, maar opvallend aanwezig, in hun rollen en in de figuratie. Altijd zichzelf, waardig en lijdzaam, bijna onbewogen, maar je voelt hun ver driet, woede, wanhoop en haat. Indringend Fons Rademakers die alles zorgvuldig, gevoelig, geregisseerd heeft, met vele betekenisvolle klei nigheden, heeft van de Indone sische medewerking een indrin gend gebruik gemaakt. En ook van Indonesië zelf. Het is daar wonderschoon en cameraman Jan de Bont kon er schilderen met bergen en sawah's, palmen en zee, zonnige kleuren en nachtelijke mysteries. Toen nog bij de olie lamp. Met al die geluiden, die mee spelen. Insulinde is in de film meer en indrukwekkender aanwezig dan in het boek. De sfeer is, voor ons dan, weer die van de negentiende eeuw. Een sprookje. En daarin werd Saidjah's vader ge dood, nadat hij tweemaal van zijn buffel was beroofd, voor het gastmaal van de regent. Ook van de buffel die de tijger doodde (knap verfilmd). En in de pracht van het Sinds het verschijnen van de on verbiddelijke bestseller „Wie is van hout" van Jan Foudraine nu ruim vijf jaar geleden staat de psychiatrie en alles wat daarmee samenhangt ook in Nederland in een grote gezonde kritische be langstelling. Boeken hierover vin den nog steeds gretig aftrek, films als „Kind van de Zon" en „One flew over the Cuckoo's nest" blijken succesvol te zijn en ook op toneel gebied zijn invloeden merkbaar, getuige bij voorbeeld het ontstaan van een groep als het Gekkenthe- ater. Een andere groep, die het psychia trisch gebeuren als uitgangspunt voor een project nam is het Werktheater, opgericht in 1969 als coöperatieve vereniging met als doel: het ontdekken van de zin en de functie van theater in de huidige samenleving en het ontwikkelen van een zuivere en zinvolle relatie tussen auteurs en hun publiek. De afgelopen vijf jaar bracht het Werktheater zo'n veertig projecten, variërend van straattoneel tot stukken met een sociale strekking over Angola, ondernemingsraad, ouder worden en verkiezingen. In 1972 ontstond het project „Toe standen. handelend over situaties in psychiatrische inrichtingen, waarbij de vervreemding een centrale rol speelt. Gestimuleerd door de ideeën van psychiaters als Laing en de al eerder genoemde Foudraine en daarbij geholpen door het publiek, dat veelal be stond uit psychiatrische patiënten, die directe invloed kregen op in houd en samenstelling van het pro ject. mondde dit uit in een serie van tien scènes. oerwoud en over de zee. moest Saidjah vluchten. Toen hij einde lijk Adinda weer vond lag zij bij de doden in de Lampongs. (Waar nog een kleuter aangrijpend huilt in de film.) Saidjah liep zo maar in de bajonet van zo'n Hollandse koloni aal die de orde en de rust herstelde. Ten bate van „De koffieveilingen der Nederlandsche Handel- MaatschappiJ", zoals de ondertitel van Max Havelaar luidt. Het was een belangrijk boek en als een film daarnaar, met goede fil mische middelen, de hoofdzaken, de kern en de bedoeling, weet te verbeelden, is het een belangrijke film. De beste van Fons Radema kers. En daarmee een der beste van Nederland. Al was het dan voor een Op initiatief van Thijs Chanowski is nu met steun van CRM en met deelneming in dit project van de NOS dit gebeuren in nauwe samen werking met de veertien spelers van het Werktheater verfilmd. Het resultaat hiervan ging deze week op drie plaatsen in Nederland in première en later dit jaar zal de NOS het geheel voor de televisie uitzenden. Van een speelfilm in de eigenlijke zin van het woord kan niet worden gesproken. Het is meer een „film in stukken", bestaande uit acht losse eenakters met als leidraad een visie op die toe standen. waarmee men geconfront eerd kan worden als men in contact komt met de psychiatrie. Het verrassende van de opzet van dit project is. dat de kijker zich voortdurend gesteld ziet voor de vraag: „wie is nu eigenlijk wie?" Patiënten, familieleden, behande laars en „buitenstaanders" vormen soms een onontwarbare kluwen, versterkt door het feit dat de pa tiënt in de ene scène de dokter is en in een volgende omgekeerd. Dat dwingt de toeschouwer zich af te vragen: wie is wie. wie is er gek en wie behandelt nu eigenlijk wie. groot deel een Indonesische pro- duktle. De film is historisch (en zal het misschien worden) ze gaat niet ver der dan 1860. Maar de problemen en het onrecht van toen zijn nog niet overwonnen. Ook niet in Indo nesië. Bepaalde regenten zijn moei lijk te verslaan. (Amsterdam - City 1, Amersfoort - Grand, Arnhem - Rembrandt, Breda Grand, Eindhoven - Chicago, En schede - Mctropole, Den Haag - As- ta, Groningen Camera, Heerlen - H I, Den Bosch - Eurocinema I, Hil versum Churchill, Leeuwarden Leeuwarder, Leiden - Trianon, Nij megen - Luxor, Rotterdam - Cinera ma, Sfieek - Amicitia, Tilburg - Har monie, Utrecht - Catherijne, 14 j.) Consequent worden rolpatronen doorbroken om nog duidelijker te laten uitkomen wat er precies schort aan relaties als ouders-kind. autoriteit-ondergeschikte, behan delaar-patiënt De film is dan ook en dat was één van de voorwaar den voor verfilming bijzonder geschikt als discussiemateriaal voor bij voorbeeld vormingswerk en psychiatnsche inrichtingen. Het aantrekkelijke daarbij is. dat ook voor bepaalde scènes afzonderlijk kan worden gekozen, die expliciet een bepaald thema (het systeem, bewustwording) aan de orde stellen. Dank zij de sobere regievoering van Mat van Hensbergen met gebruikmaking van vier camera's en vier geluidsbronmen en het doorleefde improviserende spel van de acteurs van het Werkthea ter kan worden gesproken van een geslaagd project. Door zijn emotio nele geladenheid en persoonlijke directheid dwingt „Toestanden" de kijker tot een dergelijke betrok kenheid. dat hij om vragen als „Wie maakt nu eigenlijk wie gek" en ..Wat doen we eraan" moeilijk meer heen kan En dat was precies de opzet van dit project. Peter Faber, Sacha Bulthuis en Rima Melati FILM Heriy Jantho als Saitjah TROUW/KWARTET 15 door Ben Hulslng De film naar de Max Havelaar is Fons Rademakers en zijn medewerkers wonderwel ge lukt. De man die daar in Lebak het onrecht wel even zourechtzetten, met een idea listische overschatting zien we vastlopen in het ambtelijk ongevoelige handhaven van misstanden, en daarmee groeien tot de figuur die veel moest lijden (Multatuli: ik heb veel geleden). Zodat hij terugsloeg met zijn boek Max Havelaar dat een aanklacht Deep End begint Jong en argeloos met een vijftienjarige jongen, een kind nog (John Moulder-Brown), die voor het eerst verward raakt in de liefde. En wat daar zo bijkomt. Vooral in zijn (eerste) baantje in een openbaar badhuis. Oudere vrouwen willen beangstigend wat van hem. Dik geworden Diana Dors is er wulps bij. De getrouwde bad meester valt op jonge zwemmeis- jes. En zijn wat oudere, aantrekke lijke. vrouwelijke collega, Jane Asher, is al ervaren. Met een ver loofde en met een minnaar. Achter haar gaat hij aan. verliefd. Jaloers, hinderlijk en stuntelig. Dat brengt hem in een pornobioscoop en in een nachtclub, waar hij nog niet mag komen, en ook niet op zijn gemak is. Dat rusteloze zwerven met vreemde ontmoetingen is nog wel grappig. Het loopt eerst heel realis tisch, onbestemd, morsig, als in de vele Engelse free-cinema-films die het dagelijkse leven van (jonge) stadsmensen verbeelden. Maar deze film is van Jerzy Skoli- mowski, de uitgeweken Pool, die het gewone graag vervreemdt en onheilspellend maakt. Het jongens avontuur wordt dus zondelinger, met een levensgrote fotopop bij voorbeeld, de toestanden en omge vingen worden ongezelliger met sneeuw en kille leegtes. Als hij en zij eindelijk door een gek toeval (het zoeken van een kostbaar steentje) aan een soort happy- ending, althans vervulling, toe zijn, gebeurt dat in het lege zwembad. Terwille van de mooie, haast surre alistische shots van bovenaf. En dan wordt het opeens, ook toeval lig, ellendig. Met veel bloed in het vollopend bad. Dat is dan filmisch gezien wel mooi interessant en on gewoon, maar knap decadent ook. Gewoon niet eerlijk. Hij is een goe de filmer, die Skolimowski, maar hij wil, dacht ik, te opvallend en origineel zijn. B.H. (Amsterdam - Cinctol, 18 jaar). De grote wreker als onderwerp van een film is niet nieuw en meestal is het resultaat ook niet verkwikke lijk: al of niet gerechtvaardigde toom vormt maar al te vaak een voorwendsel voor sadisme en bloed. „The Outlaw Josey Wales" in de gelijknamige film schiet we liswaar ook talloze mensen neer, maar in de eerste plaats wordt er niet stilgestaan bij gruwelijke de tails en in de tweede plaats Is zijn doen begrijpelijk, omdat hij wordt opgejaagd door een wetteloos, ver scheurd land vlak na de Ameri kaanse burgeroorlog vol vóormali- ge soldaten zonder werk, premieja gers en bandieten, die eigenlijk al lemaal meer of minder slachtoffer zijn van de omstandigheden. Dus met wat goede wil kan men „Josey Wales" ook een anti-oorlogsfilm noemen. Anti-racisme is troef, aan het uitroeien van de Indianen wordt uitgebreid aandacht besteed (maar dat is de mode) en het einde is onverwacht goed: de stille wre ker verzamelt op zijn omzwervin gen allerlei zielige mensen plus een hond en bouwt met het hele hudje mudje een nieuw bestaan op in een verlaten ranch De troosteloosheid te midden van de prachtige natuur is schitterend gefilmd door Robert Surtees, de dialoog is helemaal niet slecht („Zo gaat het altijd ALs ik iemand aardig vind is hij gauw weg". „Als je iemand niet aardig vindt is hij ook gauw weg"), hoofd rolspeler Clint Eastwood (die de film ook regisseerde) is overtuigend als de man die rechtop blijft lopen ondanks alle verantwoordelijkhe den die hem allengs op de schou ders worden gehesen en al met al weet „The Outlaw Josey Wales" sympathie te wekken door zijn te rughoudendheid en geloofwaardig heid. W. W.-B. Amsterdam - Clnrx Damrak: Rotterdam - Ci neac A.D.: Hllver»um - Euro Cinema I; Leiden - Luanr; Nijmegen - Cenlmm; Deventer E.D.B.. 14 jr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 15