,Eens zal ik toch wel de geluksvogel zijn' ,lk heb nu zeker zestig keer gesolliciteerd' Helpen? Vergeet 't maar, ze drukken je de put in!' he vorige week door minister 3oersma genoemde cijférs tekenen j en triest beeld: 72.000 jongeren onder de 23 jaar staan bij de nrbeidsbureaus als werkloos geregistreerd. Een groot deel van hen - rond de 27.000 behoort tot de Inroep van 190.000 jongeren, die dit ,iar de school verlaten heeft ioe ervaren die jongens en meisjes lat zelf wat kwam er terecht van hun erwaqhtingen nadat ze voor het Jftnuluuuil- laatst de schooldeur achter zich hadden dichtgeslagen, hoe vaak moeten zij solliciteren en hoe vaak werden zij teleurgesteld? Op deze pagina vertellen drie jongeren dat. In het voorjaar deden ze examen, maar hun weg hebben ze nog niet gevonden. De gesprekken op deze pagina werden gevoerd door Fred J. Lammers en Dick Ringlever. De foto is van Bert Nienhuis. RDAG 28 AUGUSTUS 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET 19 In het westen is werk te vin den bijzonder moeilijk. Heeft John er wel eens over ge dacht het een beetje verder van huis te zoeken? „Natuurlijk, maar ik zit met een speciaal probleem. Mijn verloofde en ik hebben een huis gekocht in Vlaardingen. Wij willen in december gaan trouwen. Mijn verloofde heeft een goede baan. Die wil ze voorlopig niet kwijt. Van daar dat wij aan het westen zijn gebonden". Verveling? Nooit? Vervelen doet John zich (nog) niet. „Het solliciteren en alles wat daarmee heeft te maken neemt een groot deel van de dag in beslag. Verder ben ik druk aan het werk gegaan in ons toekomstig huis. Alle karweitjes die daaraan moes ten worden opgeknapt zijn inmiddels bijna verricht. Voor kennissen doe ik ook af en toe werkjes. Je moet wat!" Bij het gewestelijk ar beidsbureau. waar John staat ingeschreven, hebben ze hem ook niet veel wijzer gemaakt. „Het enige wat ze daar weten te zeggen is dat het vinden van werk vooreen net afgestudeerde HTS-er problematisch is. Nou daar ben ik zelf inmiddels ook wel achter gekomen. Ik heb er daarom weinig verwachtin gen van dat ik via dat ar beidsbureau aan een baan zal komen. Je moet er zelf ach terheen. Een pluspunt voor mij is dat ik, omdat ik drie oudere broers heb. niet in mi litaire dienst hoef. Als ik in oktober nog geen werk heb, krijg ik een uitkering van maximaal 500 per maand van sociale zaken. Ik hoop dat het niet zo ver hoeft te komen. Ik probeer optimis tisch te blijven, niet bij de pakken te gaan neerzitten. Als je er 's nachts wakker van gaat liggen, ben je nog verder van huis. Ik heb nu weer drie sollicitaties lopen, allemaal voor banen die me erg aantrekken. Dat zijn weer drie kansen. Eens zal ik toch wel de geluksvogel zijn". John Vermeulen (24) strijkt door zijn haar als ik op zijn kamertje, twee hoog in de Heer Kerstantstraat in Rot terdam-Noord, met hem zit te praten. Hij woont daar in bij zijn ouders en dat is naar hij toegeeft „een geluk bij een ongeluk" al voegt hij er me teen aan toe het „niet plezie rig" te vinden nog steeds op de zak van vader en moeder te moeten teren, nadat zij zich vele jaren het nodige hebben moeten ontzeggen om hem te kunnen laten stu deren. Lange weg De weg die John heeft afge legd is een lange weg ge weest Vier jaar op de LTS. drie jaar MTS en vijf jaar HTS. waar hij dit voorjaar met succes eindexamen deed. „Ik ben met dat stude ren eenvoudig begonnen en omdat het goed ging telkens een stapje verder gegaan. Vijf jaar geleden heb ik ero ver gedacht na de MTS maar een baantje te zoeken. Mijn omgeving heeft dat toen af geraden en me het advies gegeven de HTS erbij te ne men. Natuurlijk is dat diplo ma, hoop ik, nooit weg, maar het is wel een beetje triest als je nu ziet dat jongens die destijds wèl de praktijk zijn ingegaan, nu banen hebben waar je als HTS-er je vingers bij aflikt. Je kunt zoiets van tevoren niet bekijken, maar het is wel de reden geweest dat ik een tijdje geleden heb besloten niet naar Delft te gaan. Als je daar bent afge studeerd wat op zijn minst weer vijf jaar gaat duren, weet je helemaal niet of je aan de slag kunt komen. Ik heb een beetje de balen van studeren". John Vermeulen heeft zich gespecialiseerd in electrotechniek en energie. „Dat is interessant, al was ik vroeger van plan iets heel an ders te gaan doen. Ik wilde boswachter worden. Elke dag in de buitenlucht, dat leek mij als stadsjongen, altijd op een bovenhuisje gewoond, het einde. Mijn ouders heb ben een stacaravan op de Ve- luwe en als ik daar was. kwam het verlangen in me boven in de bossen te gaan werken. Boswachter worden lijkt me nog steeds een fijn beroep, maar je moet oog hebben voor de realiteit. Het is een vak waarin ze weinig mensen nodig hebben. Dat baantje gaat meestal over van vader op zoon, als vreem de kom je er bijna niet tus sen. En er is zoveel belang stelling voor. Als je alleen al bedenkt dat er een poos gele den, toen ze in Ede een schaapherder nodig hadden. 600 sollicitanten kwamen. Ik ben naar de LTS gegaan en heb me daar het eerste jaar in hout verdiept, omdat ik toen laatste jaren als drummer ook niet gemakkelijk heeft gehad om aan de kost te ko men, dikwijls tegen me. „Jij bent zo jong. Pas als je boven de vijftig komt of zoals ik de zestig ben gepasseerd ziet de toekomst er echt donker uit als je geen werk hebt. Wat betekent een jaartje nu voor je". Eigenlijk heeft hij wel gelijk. Dat houd ik mezelf ook vaak voor. Ik denk dan maar aan de jongens uit mijn klas die het veel rotter hebben Een ervan is bijvoor beeld getrouwd en heeft een paar kinderen. Als je dan geen baan hebt is dat veel erger". Spoeling dun Kennissen en familieleden bellen John regelmatig op als ze hebben gehoord dat er een baantje vrij komt of wanneer ze een geschikte advertentie hebben gezien. Die heeft John dan meestal al lang ge lezen. want hij pluist de kran- naar de ben ook - Ik heb al lang begrepen dat het in eerste instantie zaak is werk te vinden. Al is dat dan een baan die ik niet zo leuk vind, Je hebt dan een basis van waar je rustig kunt uitkijken naar werk dat meer voldoe ning geeft". Niet alleen in Rotterdam maar in wijde omgeving zoekt hij. „Ik kijk rond in een gebied met een straal van vijftig kilometer hiervan daan, tot Utrecht toe". „Het is soms om moede loos van te worden. Tien maanden ben ik nu al aan het solliciteren en nog zonder resultaat. El ke week schrijf ik op ad vertenties en ook wel op goed geluk zo maar een of ander bedrijf, maar in de meeste gevallen vra gen ze ie niet eens te komen praten. in mijn achterhoofd had. Maar je moet reëel blijven. Daarom heb ik voor de techniek gekozen. Dat is ook boeiend, als je tenminste er gens aan de slag kunt komen". Er vroeg bij zijn Kwamen die problemen bij het zoeken van werk als een verrassing? „Nou, dat kan ik niet zeggen. Het is niet plotseling op me af gekomen. Als je je ogen open hebt en de kranten goed leest, merk je wel dat het niet lekker zit nu iedereen aan het bezuinigen is. Vandaar dat ik er vroeg bij wilde zijn en in januari al begon te sollicite ren. In april hebben we op school ook uitgebreid voor lichting gehad over de moei lijkheden die ons stonden te wachten als we in de maat schappij terecht kwamen. Ik had me zodoende gewapend tegen teleurstellingen. Maar dat het zo zou gaan! Een schrale troost is dat de mees ten van mijn vroegere klasge noten er net zo voor staan. Ik ben niet de enige en ik ben nog jong. Dat zegt mijn va der. die musicus is en het de Je krijgt dan na een week soms moet je veel langer wachten een briefje in de bus, waarvan ik de aanhef langzamerhand wel kan dro men: „Tot onze spijt moeten wij u teleurstellen" of „He laas komt u niet in aanmer king voor onze vacature". Ze hebben dan niemand nodig of aan een ander de voorkeur gegeven. Het punt waarop het telkens weer afketst is gebrek aan ervaring en dat heb je maar weinig als je juist van de HTS komt". „Aan de lopende band wandkleden en poppen maken gaat na een paar maanden vervelen. En de hele dag lezen is ook niet ideaal, hoe graag ik het ook doe. De afgelo pen maanden was het niet zo erg om thuis te zitten. Mijn twee jongere zusjes hadden vakantie en als het mooi weer is gaan de dagen vlug voorbij. Maar nu de scholen weer zijn begonnen, komt het ineens op je af. dat er iets moet gebeuren. Mijn moeder werkt en is dus veel weg. Daarom zit ik nu dagen achtereen al leen thuis. Met stofzuigen ben je gauw klaar en dan moet je je maar zien te ver maken." Wilma van Tilburg 122), het type van een vrien delijke kleuteronderwijzeres. Ze is het alleen nog in naam. want ze behoord tot de hon derden kleuterleidsters die dit jaar moeten ervaren dat. al heb je een diploma op zak. je daarmee nog niet voor de klas staat. De grote belang stelling om bij het onderwijs te gaan én het doorwerken van de geboortendaling zijn debet aan deze dalende vraag. Iedereen kon de bui zien aankomen. Wilma van Tilburg zegt. als ik haar daar mee confronteer: „Ja, ik wist al een tijd dat het niet ge makkelijk zou zijn. Toen ik naar de kleuterkweek ging, hebben ze me ook verteld dat kleuterleidster een beroep is waar minder vraag naar zal komen. Vorig jaar werd het probleem actueel voor mij, doordat een buurmeisje na haar eindexamen een half jaar moest zoeken naar een baantje. Het is gek, al weetje het, toch betrek je zoiets niet op jezelf. Het is alsof je daar je ogen een beetje voor sluit. Er vroeg bij zijn Ik dacht steeds het zal wel meevallen, er zijn er toch ook velen die wél direct een baan vinden en waarom jij dan niet? Toch ben ik begin april, hoog en breed vóór mijn ein dexamen, al gaan sollicite ren. Hoe eerder je er bij bent hoe beter. In mei kreeg ik mijn diploma. Toen werd me spoedig duidelijk dat de ba nen ook voor mij niet voor het oprapen liggen, al staan er regelmatig advertenties in de kranten en de onder wijsbladen, waarin kleuter leidsters worden gevraagd. Ik heb nu zeker zestig keer ge solliciteerd. Op de meeste sollicitaties hoor je nooit iets. Er zijn zoveeK gegadigden. Laatst hoorde ik nog dat er op een advertentie 140 meis jes hadden geschreven. Ze kunnen er niet aan beginnen iedereen die niet wordt aan genomen bericht te sturen, zeggen ze. Je weet op die ma nier niet waar je aan toe bent. Ik zit voortdurend in span ning, vooral tegen de tijd dat de post komt. Misschien is er iets bij en mogelijk daar blijf je diep in je hart op hopen een goed bericht." Ver weg In het begin was Wilma, geeft ze zelf toe, kieskeurig bij het solliciteren. „Ik wilde graag iets hier in de buurt hebben. Dat wil ik nog wel, maar ik reken er allang niet meer op. Ik schrijf nu ook op adverten ties als het om vacatures in Utrecht en Brabant gaat. Friesland en Groningen vind ik nog een beetje te ver, daar heb ik me nog niet aan ge waagd. Maar ik heb me al verzoend met de gedachte dat ik ergens op kamers moet gaan wonen of bij familie in trekken als ik ver van huis werk krijg. Maar dat heb ik er graag voor over. Per slot van rekening heb ik er vier jaar voor geleerd om kleuter leidster te worden. Een pro bleem is dat als er te veel tijd verloopt tussen examen en sollicitatie dat in Je nadeel gaat meetellen. En het is een feit dat je kennis gauw kwijt raakt als je er niets mee doet." Van de 23 klasgenoten van Wilma hebben er pas zeven werk bij het onderwijs gevon den. Een meisje heeft een kantoorbaan aangenomen en ziet maar af van een loop baan bij het kleuteronder wijs. „Ik denk erover, als ik over een maand nog niets heb, ook maar een ander baantje te gaan zoeken. Als het aan mij ligt zal dat dan wel tijdelijk zijn, want het kleuteronderwijs blijft mijn ideaal. Ik denk erover maar naar een uitzendbureau te stappen. Je hoeft Je daar maar voor korte tijd te bin den. In een kinderhuis of een crèche werken lijkt me ook leuk, maar daar is de vraag evenmin groot. Een saai kan toorbaantje is niets voor mij. De hele dag moeten typen lijkt me afschuwelijk. „Toch zal er gauw wat moeten ge beuren, want ik ga niet mijn hand ophouden voor een so ciale uitkering." Geen spijt Spijt voor kleuterjuf te heb ben geleerd heeft Wilma niet. „Je leert er veel van en doet Kleuterleidster was de jeugddroom van Maassluise Annemieke Butter, maar die heeft ze laten varen. Toen ze in de vierde klas van de ma vo zat en bij het ar beidsbureau informeer de naar de mogelijkhe den, werd haar al gauw duidelijk, dat in de kleu terschool geen toekomst meer zat.,,Er zijn er veel te veel, begin er niet aan," kreeg ze te horen. Een andere richting dus. Wer ken aan de balie van een reis bureau. Maar daarvoor was een gespecialiseerde oplei ding nodig. Een jaar schrifte lijk studeren bij de LOI. Dat dan naóst de cursus van twee dagen in de week aan het vormingscentrum, want An nemieke is zestien en moet dus nog een jaar naar „school". Daar begonnen voor haar de problemen. Door de directeur van het centrum er op attent gemaakt, dat ze in dat geval in aanmerking kwam voor een kleine bijstandsuitke ring, toog ze met haar moe der naar het Gewestelijk Ar beidsbureau in Vlaardingen. Maar dat werd geen succes. Annemieke: „Die man deed nogal knorrig, zei al meteen dat dót er niet inzit. Recht op een uitkering had ik alleen als ik me zou laten inschrij ven als werkzoekende." „En daar," springt haar moe der in, „voelen we niets voor. Stel je voor: twee dagen in de week naar het centrum, huis werk maken én nog een schriftelijke cursus. Zou ze daarnaast ook nog een tijde lijk baantje moeten zoeken? Wij hebben gezegd, dat ge beurt niet. op die manier ga je je over de kop werken." Kwaad zegt zij zich te maken over de manier, waarop jon geren op het arbeidsbureau worden behandeld. „Die man zei doodleuk, dat ze er beter aan deed maar niet aan die opleiding voor reisemployée te beginnen. Dat zag hij niet zo zitten. Zoek nou maar een administratief baantje, dan ben je tenminste onder de pannen," moet hij gezegd hebben, volgens Annemieke en moeder Butter. „In plaats van te helpen drukte hij haar nog meer in de put. Alsof we zelf niet zou den mogen uitmaken welk werk we kiezen!" Een béétje begrip voor de korzelige houding van de ambtenaren willen ze nog wel opbrengen. Annemieke. Als je op zo'n bureau praat met de mensen die komen stempelen, hoor je nogal es wat. Van dié jongen bij voorbeeld een jaar of twintig zal hij geweest zijn die al bijna drie Jaar in de WW zei te lopen. Lasser was hij en hij had drie diploma's. Of hij daarmee dan niet aan de slag kon? 'k Ben er gek. zei hij Waarom zou ik? 'k Heb geld genoeg, ben pas nog met vakantie naar Amerika ge weest. Een beter leven krijg ik toch nooit?" Moeder Butter: „Is dat niet onbillijk? Van zulke mensen worden wij nu de dupe." veel ervaring op die je later goed van pas kan komen. Ik ga daarom ook verder voor mijn hoofdakte. Als je die hebt. stijgen je kansen op een goede baan." Nu het nieuwe schooljaar is gestart is het niet gemakke lijker geworden met sollicite ren. Wilma heeft het hoofd niet in de schoot gelegd. „Ook tussentijds vallen er wel eens leidsters af omdat ze gaan trouwen of een baby krijgen. Op het ogenblik heb ik nog sollicitaties lopen in Eemnes, Castricum en ergens in Brabant. Die brieven zijn vorige week de deur uitge gaan. Je begint zonder krui wagen weinig, heb ik ge merkt. Dikwijls is het een nichtje van de hoofdleidster dat voorrang krijgt of wordt er iemand gekozen die al eens stage heeft gelopen in de be wuste school. Als dat goed is bevallen, weten ze wat ze aan zo iemand hebben. Ook ge beurt het vaak dat kleuter leidsters die overbodig wor den als een school wegens een afnemend aantal leerlin gen moet bezuinigen op per soneel, voorrang krijgen als elders vacatures ontstaan. Dat is allemaal heel begrijpe lijk, maar het is niet leuk. Als ik hier in Wassenaar langs een kleuterschool loop en col lega's aan het werk zie. moet ik wel even wat wegslikken."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 19