Texels recreatieteam tegen
strandluieren en barhangen
Slakken zonder huisje
1
1
IM
II
H
éim\
Elektrische auto
in ontwikkeling
Georganiseerd barbecueën in „De Dennen"
Den Haag internationaal
WARTE"
NEDER
NEDLLC
pore. QUI
an nr Rot
RNEKERK
IAAT BALI
AAT COLC
'RAAT FU1
JOBART 1(
A 15 v Lone
5 vn Hambi
:rdam iy
ES 15 te Ge
e nr St. Crq
ir Yokohac
car nr SanC
AURORA
:SS15str.S
15 vn Rott
HLMAN 16
te Rotterda
dam. DUT(
DUT(
Middlesbc
15 60 o An
'Uzen
1530
i het afgelopen voorjaar heb ik al eens geschreven over de huisjesslakken die mijn tuin bevolken,
aarbij kwam ook hun functie in de natuur ter sprake: het wegvreten van afstervende plantedelen
deze daarmee omzetten tot eenvoudiger stoffen, die verder in de kringloop de planten weer ten
>ede komen. In mijn tuin, waar honderden slakken leven, stel ik maar zelden vast dat ze zich aan
ïzond blad vergrepen hebben. Dat komt vooral omdat daar de natuurlijke kringloop zoveel
ogelijk in stand wordt gehouden, doordat verwelkend loof en afstervende stengels in de tuin
lijven.
bAG 17 JULI i<V7fi
BINNENLAND
dn in en met water, met wedstrijdelement. Dat is een weerkerende activiteit in het
uchtbad van Den Burg. Jaap Dirksen
Zelf vliegers maken een populaire bezigheid en een initiatief van het Texelse
Recreatieteam, dat telkens slaagt.
zag hetzelfde in de vijver ge-
luren. Daar tasten poelslakken
>oral de oudere waterleliebladeren
in, die nog wel groen zijn, maar al
in enkel geel of bruin plekje verto-
Maar veel poelslakken in een
jver met weinig begroeiing kunnen
it beetje vegetatie snel vernietigen,
n dat kunnen landslakken ook in
in tuin, waar alles „op orde" wordt
phouden. Ze moeten toch iets eten?
Jaarom schrik ik ook niet zo gauw
Is horden naaktslakken plotseling
I mijn tuin opduiken. Dat zijn die
lakken zonder huisje, die zelfs kin-
pren vies vinden. Ze zijn op geen
hkele manier tegen droogte be-
Ihermd en daarom alleen actief in
fe nachtelijke uren. in de morgen als
Pt gedauwd heeft of bij regenweer.
erdag kruipen ze weg op vochtige
lekken op de grond.
Ge^*-4en van de beruchtste is het sla-
13.25 lakje (Agriolimax reticulatus), ook
t 59 iel melkslakje genoemd om zijn wit-
uo t lichaamsslijm. Je vindt het vaak
530 assen de sla. Het slaslakje is maar
1 lis en Paar centimeter groot en beige
650 an kleur met wat donkere stipjes op
185 F1 niantelschild, het voorste deel
420 'aar de slak haar kop onder te-
in i2o Ugtrekt, als je haar aanraakt. Jaren-
j33j> ing krioelde het ervan tussen de
los evlekte dovenetels in de tuin. maar
lea e aten er alleen het verwelkte blad
ïo oo l*11 en hoogstens in het vroege voor-
-ltt wat vers blad. De padden heb-
fondC]
139.1 Cl(
133 jen een eind gemaakt aan die slak-
i7o ienexplosie en nu kom ik nog maar
i9oo en doodenkele keer in de tuin een
37? jaslak tegen.
85
De helft in tuinen
ons land komen zestien soorten
aaktslakken voor. waarvan de helft
gelmatig in tuinen. De andere
:huwen menselijke invloeden en
ouden zich op in bossen of in het
rije veld. Sommige ervan worden
?lfs tot de zeldzame dieren gere
end. Van de tuinbewoners is er ook
en aantal minder gewoon, zoals de
aakte tuinslak (Kobeltia hortensis)
n de gekielde naaktslak (Tandonia
Dwerbii). die beide zeldzaam zijn. en
e grootste aardslak (Limax maxi-
iusj. die alleen in oude tuinen voor-
omt
pijna even gewoon als het slaslakje
p de wateraardslak (Hydrolimax lae-
lEL „We zetten er
fis neer, een soort
kaarsen, zorgen voor
i en stokbrood en na-
3 ijk houtskool en ook
i kranten waarmee ze
n de roosters kunnen
w >eren.
1 las wijn. een pilsje, of een
- inkje voor de kinderen is
4e prijs van acht gulden
i een georganiseerde bar-
-maaltijd inbegrepen,
riees komt op maat
i den van een slager. Ie-
%eek houden we zo'n bar-
13 -festijn in het natuurre-
i at „De Dennen" waar een
e maaltijdplaats is inge-
53 Dat barbecueën in fa-
verband is een onderdeel
'$ons recreatieprogramma
3fn activiteit, die goede be-
4 telling trekt".
1 iet woord is Jaap Dirksen
k afgestudeerd aan het
iQ ichappelijk-sociaal oplei-
centrum „De Jelburg" in
u i. Hij is deze zomer, even-
j(orig seizoen, samen met
i'-froep medewerkenden, de
s van de recreatie op
Hij en de zijnen bieden
sjlijkheden aan de veertig-
vijftigduizend Nederlan-
en Duitsers in het hoog-
om desgewenst prettig
zijn.
GENorpn om
97.60 i te zi
96,00
92,80 i
93.20 i
96.30 1
K passief
303,00 34
220.00 aien geen voorstander van
enden Aren passief liggen zonnen
het strand en het daarop-
]ïnde rondhangen aan een
zegt Jaap, die in de afge-
n winter bij de jongeren-
J op Den Burg, de hoofd-
ts van het eiland, betrok
ken was. Dirksen ls gehuwd
met een Texelse, zelf is hij
Fries van geboorte (Leeuwar
der) en hij woont in het Texel
se Oosterend. „Je moet je na
tuurlijk niet verkijken op die
tienduizenden, die het eiland
in deze zomermaanden bevol
ken, wat hun daadwerkelijke
interesse voor ons recreatie-
werk betreft. Als je vijf procent
van de mensen bereikt, is dat
betrekkelijk veel".
Jaap heeft ook twee zomers op
Ameland gewerkt, in het ker
kelijk centrum „De Rots". Dat
was ook recreatief werk; hij
weet waarover hij praat. Zijn
instelling is om vooral
stadsmensen te leren spelen,
onbevangen bezig zijn.
Met jeugd beginnen
„Het begin is er al, wanneer we
op een speelweide bij een grote
camping tientallen jongens en
meisjes dan liefst Neder
landse en Duitse kinderen
samen' kunnen laten spelen.
Kinderep hebben geen last van
drempelvrees. Ouderen wel.
die vinden het gauw gênant
voor hun omgeving als ze on
handig met badminton bezig
zijn of bij het volley balnet.
door Jan Roelfs
Niet zelden gebruiken we de
kinderen, die enthousiast ge
noeg zijn. als „bemiddeling".
„Vooruit jo, ga je vader of je
moeder halen, dan kunnen die
meedoen".
Het werk gebeurt onder auspi
ciën van de Stichting Cultu
reel Werk en met medewerking
van de Texelse Sportraad. Het
is uiteraard duidelijk, dat een
toeristisch gebied als het
grootste waddeneiland erbij
gebaat is, wanneer er aan tal
van fronten aan dienstverle
ning wordt gedaan, zoals be
waking van strandgedeelten.
„We leven per saldo in een uit
gesproken consumptie
maatschappij. waarin het indi
vidu of het gezin weinig initia
tieven onderneemt. Je moet
dat dan ook weer niet erg
zwart-wit zien. want men is
met vakantie. En als het dan
nog snikheet weer is, ontstaat
er heel begrijpelijk een
loom gedragspatroon".
Vormingscentrum
Jaap Dirksen werkt samen
met de Sport-Real-activiteit,
de landelijke actie om „het be
wegen", zo eenvoudig, maar ef
fectief mogelijk te bevorderen.
In het vormingscentrum aan
de Bernardlaan van Den Burg
zijn telkens gedurende een
aantal weken studenten van
de ClOS-opleiding in Heeren
veen, het Centraal Instituut
voor Opleiding van Sportlei
ders. Ze lopen er stage.
Kees de Koning, docent recre
atie. is hun mentor. Hij is een
geboren (oud-)Texelaar, die ie
dere hoek van het eiland kent.
Hij zegt: „We mikken in de
eerste plaats op de kans-arme
groepen, die we vooral op de
kampeer-terreinen iets an
ders willen bieden, dan het
eenzijdige voetballen. In de
vrachtwagen met de letters
Sport-Real een verwijzing
naar de Olympische Spelen in
Montreal) voert men sportma-
teriaal mee: hockey-sticks,
tennisrackets. Na het bewegen
in het water, in het natuurbad
van Den Burg kon men bad
gasten bezig zien op de speel
weide van het zwembad met
sportbeoefening, waarmee ze
vermoedelijk nog nimmer had
den kennis gemaakt. Voor
.mensen, die nog nimmer een
tennisracket in handen heb
ben gehad, was er een instruc
tiemiddag op de tennisbanen
van Den Burg.
Drie weken zwerven er tien CI-
OS-studenten over het eiland,
na die periode komen er weer
tien. Soms wordt een van hen
gestationeerd op campings. Er
zijn (kapitaal-krachtige) kam-
peercentra, en dat geldt uiter
aard niet alleen voor dit
Noordzee-eiland, waar de di
rectie een sport-spel-leider of
-leidster in vaste dienst heeft.
Waar dat niet is. trachten
CIOS-ers belangstelling te
wekken.
Trimmen
Het weekDroernmma voorziet
ook in matineuz'e trimacties op
campings, een vorm van spor
tieve en individuele prestatie.
Er wordt maar matig aan deel
genomen. „Ik sta niet op het
standpunt, dat je telkens met
de kans op hart- en vaatziekte
als een teken des tijds moet
schermen. Ik vind dit in wezen
een. ongezond motief", aldus
Kees heeft veel praktijkerva
ring opgedaan bij de Stichting
„Spel en Sport", voordat hij
zich aan het Heerenveense CI
OS verbond.
De Koning, die vindt dat men
sen elkaar, ook op het trimpar-
cours, ongedwongen moeten
kunnen ontmoeten en na af
loop met elkaar kunnen praten
bij thee of koffie.
Vliegers bouwen
Vorming en recreatie, het gaat
hand in hand op Texel, met
fiets- en speurtochten, met
oud-Hollandse kinderspelen,
zoals tollen, hoepelen, hinke
len. En niet te vergeten: vlie
gers bouwen erg gewild bij va
der en zoon. Dat laatste kost
maar 1,75 per deelnemer
(voor het materiaal). Jaap en
Kees zijn van oordeel, dat dit
werk veel hangt af van de
propaganda, ook in de Duitse
taal langzaamaan moet
groeien. Een factor is. dat er
een aantal ouders is. dat het
wel gemakkelijk vindt om dei
kinderen een aantal uren on
der leiding kwijt te zijn'. Maar
dat is „in the game".
Jaap Dirksen heeft er onveran
derd plezier in, hij was al bezig
met dit soort werk. toen hij in
Leeuwarden met kerkelijk
clubwerk bezig was. Daarna
was De Jelburg na mavo en
havo. een goede springplank.
En als je een twintiger bent en
idealistisch, is het niet zo erg
wat te zwerven, van eiland
naar eiland en wanneer dit
nieuwe Texelse avontuur ach
ter de rug is naar het buiten
land, om daar relaties op te
doen met andere mensen, an
dere volkeren. Hij denkt aan
een tocht door Kameroen als
einddoel.
vis), glad en helemaal beigebruin en
het meest te vinden onder stenen en
stukken hout. Als enige inheemse
naaktslak gaat ze vrijwillig het water
in en is daarom vooral aan te treffen
in drassig grasland en langs slootoe-
vers. Ik zag haar een paar keer aan
de vijver. Waarvan de wateraardslak
leeft, is nog niet met zekerheid be
kend. Men weet dat ze dode regen
wormen eet en er wordt vermoed dat
Schimmels ook deel van haar menu
uitmaken.
Hoewel tamelijk zeldzaam kan de
naakte tuinslak daar waar ze veel
voorkomt schade aanrichten, omdat
ze net als het slaslakje groenten en
knollen aanveet. Ze is dondergrijs of
bruin met een zwarte lengtestreep en
geelachtige kruipzool. Het slijm is
ook geel. Ik vond haar wel eens in
oude tuinen.
In moestuinen berucht, vooral bij
aardbeienkwekers, is de rode
wegslak (Arion rufus), die in twee
kleurvormen voorkomt: een zwarte
en een rode. Je ziet ze vaak na regen
buien over wegen kruipen. Vooral bij
de zwarte valt de oranjerode, donker
dwarsgestreepte voetzoom op. Vroe
ger werden naar de kleur twee soor
ten onderscheiden, de rode (Anon
rufus) en de zwarte wegslak (Arion
ater). Gebleken is dat de rode en de
zwarte tot dezelfde soort behoren en
vrij met elkaar paren, zoals ook op
de foto bij dit verhaal te zien is.
Soortverwarring
Toch bestaat er wel een Arion ater,
maar niet in ons land. In Engeland,
Schotland en Sleeswij k-Holstein
komt deze soort voor op plaatsen,
die niet door de mens ontgonnen
worden, zoals venen en moerassen.
Zo op het oog is er geen verschil met
Arion rufus ook deze soort komt
voor in variaties van rood naar zwart
maar de dieren van beide soorten
paren onderling niet en verschillen
in inwendige bouw. Kort na de aan
leg kwam ik de rode wegslak veelvul
dig in mijn tuin tegen, als restant
van de oorspronkelijke polderbevol
king. Na een paar jaar waren ze ver
dwenen. waarschijnlijk door veran
dering van het milieu: steeds minder
grassen en een steeds gevarieerder
begroeiing.
De grauwe wegslak (Carinarion cir
cumscriptum) wordt maar zeven
centimeter, is lichtgrijs met een wit
te kielstreep over de rug en een lange
donkere streep over de zijden. Ze
komt voor in lichte bossen en weg
kanten, onder rottend blad, stenen
of hout, maar je vindt haar ook in
tuinen. Ze eet schimmels, paddes
toelen en rottende plantedelen,
maar vreet ook aan dode dieren. Als
je zo'n wegslak tegen de kop tikt,
trekt ze zich sterk samen en zet een
„hoge" rug op.
Schade doet de grauwe wegslak nau
welijks, maar een ronduit nuttig dier
is de grootste aardslak (Limax maxi-
mus). Dat „grootste" is niet overdre
ven, want ze haalt met gemak vijf
tien centimeter. Zo'n knaap heeft
wel drie jaar in mijn tuin geleefd,
waar ze in de late avond vaak het
pad kruiste. Alleen op berghellingen
in Noord-Italië zijn vindplaatsen be
kend op terreinen, waar de mens niet
op de een of andere manier wat aan
veranderd heeft. Misschien komt ze
daar oorspronkelijk wel vandaan,
want overal elders vindt je haar in
oude tuinen, in heggen, schuren en
zelfs wel in kelders, waar ze alles eet
wat maar te eten is, soms zelfs ande
re slakken, maar nooit levend blad.
De gele aardslak (Limacus flavus)
leeft net zo en komt wild voor in
Klein-Azië en Noord-Afrika. Ze zijn
gemakkelijk van elkaar te onder
scheiden: de grootste aardslak is
Parende rode wegslakken. Het lichte
dier is oranjerood van kleur, het an-
grijsbruin met rijen zwarte vlekken
en afgebroken lengtestrepen en
heeft een gemarmerd mantclschild,
de gele aardslak varieert in kleur van
geel tot donker oranje met grijze rug
en geel en donker gevlekt man-
telschild.
Verspreiding door de
mens
Waarschijnlijk al heel lang geleden
zijn deze slakken ongewild met
landbouwgewassen door de mens in
onze streken verspreid. Zo werd de
gekielde naaktslak (Tandonia sower-
bii) uit het Middellandse-Zeegebied
voor het eerst in 1948 in Amsterdam
aangetroffen, later ook in Utrecht en
tussen geïmporteerde bloembollen.
Ze leeft nu in tuinen en kwekerijen
en graaft er graag in de grond, waar
ze van wortels, knollen en bollen eet
en dus schadelijk wordt, waar ze de
kans krijgt zich sterk voort te
planten
Slakken zijn hermafrodieten, dat wil
zeggen dat er geen mannetjes en
derc zwart, maar beide behoren tot de
zelfde soort.
vrouwtjes bestaan. Elk dier heeft
zowel mannelijke als vrouwelijke
voortplantingsorganen Tijdens de
paring brengt iedere partner zaad
cellen over in de vrouwelijke orga
nen van de ander en ontvangt tege
lijkertijd van die ander zaadcellen in
de eigen vrouwelijke organen. Mees
tal draaien ze eerst een tijdje om
elkaar heen, zodat een ronde
slijmplek ontstaat waarop de paring
plaatsvindt. Daarbij zitten de dieren
in een soort S gebogen met de rech
terkant tegen elkaar aan. De groot
ste aardslak paart op een andere
manier: beide dieren hangen aan één
dikke slijmdraad aan een tak en
houden elkaar daarbij stevig om
strengeld. Bij deze aardslak zit de
geslachtsopening vlak achter de
rechter grote voelhoorn, niet te ver
warren met de grote ademopening
rechts aan de rand van het schild.
Wie hinder van naaktslakken onder
vindt en toch liever geen gif strooit,
dient de padden in ere te houden
Die maken korte metten met de klei
ne soorten en de jongen van de grote.
De volwassen dieren van de laatste
zal men dan met de hand moeten
verwijderen.
TROUW/KWARTET 9
door Rob Foppema
De elektrische auto is bepaald niet „het" vervoermid
del van de toekomst. Maar het is zeker een belangrijke
ontwikkeling. Techno-magazine, het blad waarin de
technische hogeschool Delft stukken onderzoek onder
de mensen brengt, heeft er zelfs een heel nummer aan
gewijd. Mogelijkheden, onmogelijkheden en projecten
zijn daarin op een rijtje gezet, zij het hier en daar met
een waarschijnlijk wat zomerse nonchalance.
In een inleidingkje staat dat
massale overgang op
elektrisch vervoer „naar alle
waarschijnlijkheid" een bespa
ring op slinkende energievoor-
raden betekent. Een stukje
verder stellen professor Jan de
Kroes en ingenieur Cor Keizer
vast dat dat in ieder geval voor
de elektrische auto niet op
gaat. Het laden en ontladen
van de accu's gaat met verlie
zen gepaard. Doordat accu's
pittig zwaar zijn. is een
elektrische auto die een eind
uit de voeten kan, dat ook. Dat
betekent veel extra energie om
hem op gang te brengen, en
een beetje extra om hem aan
de gang te houden. Al die fac
toren samen betékenen dat
het bruto energieverbruik van
de elektrische auto hoger zal
zijn dan van een benzine-auto.
Ook op een ander punt botsen
de energiebeschouwingen in
de verschillende bijdragen.
Vari oudsher, schrijven De
Kroes en Keizer, worden de
elektromotoren voor aandrij
ving van voertuigen geregeld
met elektrische weerstanden.
Bij het wegrijden wordt de
stroom die door de motor gaat,
bovendien door weerstanden
geleid, waar hij voor een deel
in verlieswarmte wordt omge
zet. En bij het remmen wordt
dankbaar gebruik gemaakt
van de omkeerbaarheid van
wat er in een elektromotor ge
beurt. (Wanneer je er stroom in
stopt gaat hij draaien; omge
keerd: wanneer je eraan draait,
komt er stroom uit). Bij het
het „op de motor" remmen
wordt stroom geproduceerd
die met dezelfde weerstanden
van daarnet in verlieswarmte
wordt omgezet.
Hakken
Dat is de züinigen onder ons
een doorn in het oog, en er is
ook wat op gevonden. De aan
loopverliezen kunnen door de
nieuwste ontwikkelingen op
het gebied van de vermogens
elektronica bijna volledig wor
den ondervangen. De stroom
wordt elektronisch in stukjes
gehakt en op maat toegevoerd
in de hoeveelheid die de motor
kan gebruiken En de bij het
remmen vrijkomende stroom
kan met soortgelijke slimme
schakelingen in een accu wor
den opgeslagen.
Vooral in stedelijke gebieden,
aldus de auteurs, waar vaak
gestopt en opgetrokken moet
worden, zijn de voordelen van
deze technieken het grootst.
De nieuwe ontwikkelingen
kunnen ook van groot belang
zijn voor voertuigen waarbij
elektrische aandrijving al ge
meengoed is: trein, tram, me
tro en trolleybus. „Studies die
zijn verricht in het kader van
bestaande situaties, laten zien
dat ieder van deze mogelijkhe
den bepalingen tot dertig pro
cent kan opleveren. Gelijktij
dige toepassing (hetgeen zeer
wel mogelijk is) kan het ener
gieverbruik zelfs halveren. Al
leen de nodige apparatuur is
naar verhouding zwaar en
duur, hoewel er op dat punt
wel lichtpuntjes in zicht zijn.
Maar merkwaardigerwijze re
kent ir Keizer ons twee artike
len verder voor, dat we ons van
elektrische remmen geen be
sparing van betekenis hoeven
voor te stellen voor wat treinen
en bussen betreft. Hij gaat
daarbii uit van een elektromo
tor van 185 kilowatt (kW) zoals
die elke as van de nieuwe
Sprinter-treinstellen van de
NS aandrijft. Eén zo'n motor
heeft ook het geschikte for
maat voor toepassing in een
stadsbus.
Keizer rekent uit welk ver
mogen de motor zou moeten
opnemen wanneer hij als rem-
motor gebruikt werd om trein
respectievelijk bus binnen de
vereiste afstanden tot
stilstand te brengen. Dat komt
uit op 450 kW voor de trein en
meer dan 600 kW voor een trol
leybus. En het is duidelijk dat
dat gewoon niet gaat. Je kunt
dan wel een elektromotor „om
gekeerd" gebruiken om bewe
ging in nuttige stroom om te
zetten. Maar daarbij kan niet
het vermogen waarvoor de mo
tor ontworpen is. al te ruw wor
den overschreden.
Zwaarder?
De enige oplossing is, zwaarde
re motoren toepassen, die voor
de aandrijving maar gedeelte
lijk worden belast maar daar
entegen wel het nodige rem-
vermogen kunnen opnemen en
omzetten. Maar dat is een op
lossing die voor een belangrijk
deel zichzelf tegenwerkt. Want
zwaardere motoren zijn ook
letterlijk zwaarder. En dat be
tekent dat ook meer remver-
mogen nodig is om het zwaar
dere voertuig binnen dezelfde
afstand te laten stoppen. Ver
der kost het extra energie om
de zaak weer in beweging te
krijgen en wordt de constructie
flink duurder.
De meeste constructeurs, al
dus Keizer, menen dan ook dat
zij een grotere energiebespa
ring kunnen bereiken (en te-
gen aanzienlijk lagere
kostprijs) door lichtere voertui
gen te construeren en het
elektrisch remmen maar te
vergeten. Het probleem zit
hem vooral in het afremmen
bij hoge snelheden, en wat dat
betreft zou er voor de
elektrische stadsauto een bete
re kans in zitten.
Daar is zuinigheid met energie
ook een dringender belang,
omdat die zijn elektriciteit op
geslagen in accu's mee moet
sjouwen. En dat levert bij een
heel gewicht toch nog maar
een beperkte actieradius. Een
personenauto, die tussen twee
accu-ladingen vijftig tot hon
derd kilometer kan afleggen,
zou al twee maal zo zwaar wor
den als een vergelijkbaar ben
zinemodel.
Maar. schrijven De Kroes en
Keizer, we moeten oppassen
dat we niet gaan zoeken naar
„de oplossing" van „het" pro
bleem. In de praktijk ligt de
zaak erg genuanceerd. Voor
lang niet alle ritten van alle
voertuigen is bij voorbeeld een
grote actieradius nodig. Bij be
stelauto's, vuilniswagens,
huurauto's voor korte af
standen twitkar) hoeft die hele
maal niet zo groot te zijn. En
daarbij is bovendien het feit
dat ze geen energie verbruiken
bij tijdelijke stilstand, erg be
langrijk.
Het accuprobleem moet trou
wens op een termijn van enke
le jaren letterlijk worden ver
licht. Het Britse semi-
overheidsbedrijf Chloride Si
lent Power wil over twee jaar
de ontwikkeling rond hebben
van de opvolger van de
lood/zwavelzuur-accu. De na-
trium/zwavel-accu die dezelfde
prestatie levert, moet vijf maal
zo licht worden en 2minder
ruimte innemen. Men hoopt
dat in 1980 de erste produktie-
lijn loopt. Gezien deze ontwik
keling heeft de projectgroep
elektrische aandrijving van de
Delftse TH de ontwikkeling
van accu's maar buiten zijn
onderzoekpakket gelaten.
Witkar
Wel werd er destijds bekeken
met hoeveel accu's de Amster
damse witkar voor praktijkge-
bruik moest worden uitgerust.
De Delftse vakgroep vermo
genselektronica werkt aan de
schakelingen die een elektro
motor verliesvrij van de afge
paste hoeveelheid stroom
voorzien.
De TH Eindhoven is Intussen
bezig met het ontwerpen van
een elektromobiel, in samen
werking met de Akademie
voor industriële vormgeving
daar. Er zijn al verscheidene
mensen op afgestudeerd voor
dat het ding zijn eerste proefrit
maakt. Er zit overigens nog
geen motor in.
Het is altijd boeiend om door andermans ogen naar Jezelf te
kijken. De New Scientist meldt in zijn technische nieuwsrubriek
dat trams die in Den Haag op het nieuwe Centraal Station
binnenkomen, automatisch melden wie ze zijn en waar ze heen
willen, waarna de centrale verkeersleiding al even automatisch
wissels en seinen goed zet. Compleet met foto. Het stukje meldt
dat er in deze streken meer gebeurt om het openbaar vervoer
weer op snelheid te brengen. „In Amsterdam bijvoorbeeld, zijn
auto's van bestaande tramroutes geweerd door eenvoudigweg
richels of zelfs witte strepen langs de rails te maken." Zo hoor je
het ook nog eens van een vreemde.
In dezelfde rubriek (8 Juli) maar dan twee pagina's eerder, blijkt
dat ze ook in Londen over soortgelijke systemen, maar dan voor
de bussen, zeer tevreden zijn. Er zijn wat disciplinaire problemen
met automobilisten die een leuke vrije baan zien. vandaar dat
men ook aan zoiets als de Amsterdamse richels denkt. Zeer fraai
is het idee om de ingang van vrije busroutes af te sluiten met een
barrière die tot straatniveau wegzakt wanneer de elektronica
„voelt" dat er iets aankomt wat duidelijk langer is dan een
personenauto. Volgende maand wordt een prototype in gebruik
genomen
..J